Op zoek

Om negen uur in de avond ging de telefoon. Mevrouw Van Dijk rees uit de stoel, waarin zij had zitten borduren en liep er haastig heen.
'Ja, hier is Henk — hélemaal, ' klonk het.
'He, gelukkig dat je belt, ' zei ze met een zucht, 'ik zat zo in angst. '
'Ach, onzin, ' riep hij. 'Ik ontmoette mensen. Ik had te praten. Dan vergeet je de klok. Je weet, gezelligheid... '
Aan zijn stem hoorde ze dat het weer zover was.
'Kom je naar huis?' vroeg ze.
'Ja, strakjes. '
'Luister nou Henk, ' zei ze voorzichtig, 'ik wil niet flauw zijn, hoor. Maar je weet wat de dokter gezegd heeft. Jij, op jouw leeftijd... '
'He, zeur nou niet, ' riep hij geprikkeld.
'Henk, je hart... '
De verbinding werd verbroken.
'Denk nu om je hart, Henk, ' zei ze treurig tegen niemand. Ze legde de hoorn weer op het toestel, liep naar de leunstoel en keek naar het borduurwerk.
'Ach nee, ik ga 'm zoeken, ' sprak ze opeens vastberaden.
Voor de gangspiegel zette ze haar hoedje op haar grijze haren en deed de donkere jas met de bontkraag aan. Zó liep ze even later op straat — een keurige, frêle oma, die terugkeert van een visite.
Waarschijnlijk was hij op de Zeedijk, want op spraakzame avonden vertelde hij haar wel, hoe vrolijk het daar toeging en welke tentjes de leukste waren. Met de tram reed ze erheen.
Henk was altijd een beetje moeilijk geweest, maar in de laatste tijd werd het erger. Ze begreep het wel. Hij kon niet verdragen, dat ze hem uit de directie van de fabriek hadden gemanoeuvreerd, o, heel beleefd natuurlijk, met een huldiging en een royaal financieel akkoord, maar het bleef toch een feit dat hij was afgedankt.
Die mannen... dacht ze een beetje meewarig, ze moeten altijd baasje spelen en iets scheppen dat de eeuwen trotseert, al is het maar zon enge fabriek. Konden ze nu maar gewoon léven...
Met een glimlach stapte ze uit de tram. Het was hevig gaan regenen en ze had geen paraplu. De voile van haar hoedje werd nat en begon te zakken.
Ik zie er uit als een gek, dacht ze, de Zeedijk oplopend.
In het eerste kroegje was hij niet en in het tweede evenmin. Maar ze wist er nóg een, waar hij wel eens kwam. Flink doorstappen maar. Ja, hier. Druipend van het nat ging ze er binnen. Het was zo'n klein,opgedirkt tentje. Achter het buffet stond een dik mens met rood haar en op een barkruk zat een zwaar opgeschilderde vrouw. Verder was er niemand.
'O, ik zie het al, ' zei mevrouw Van Dijk, 'ik zoek iemand... '
'Je vent zeker, ' begreep de buffetjuffrouw.
'Ja, maar — nou, dan ga ik maar weer. '
Ze draaide zich om naar de deur.
'Mens, het giet, ' riep de vrouw op de barkruk. 'Kom nou effe sitte. '
Ze aarzelde.
"t Is misschien wel verstandig, ' zei ze.
Toen ze ook op een kruk geklommen was, nam de buffetjuffrouw een glas en schonk er iets groens in.
'Hebt u geen koffie?' vroeg mevrouw Van Dijk.
'Drink nou op. 't Is lekker. '
Ze nam een zoet slokje, dat aangenaam verwarmde.
'Mannen, ' zei de vrouw op de kruk naast haar. 'Ik zal je eens wat vertellen. Ik ben twintig jaar in het leven, maar mannen — bah. Ik ken ze niet voor me ogen getekend zien. 't Is me brood hoor, maar voor mij zijn het etters, allemaal. '
'Nou, mevrouw... ' protesteerde ze glimlachend.
'Ik heet Miep, ' zei de vrouw, 'en drink eens uit. Dan krijg je er een van mij. 't Is toch weer de hele avond bestedingsbeperking geblazen. Die regering zou je ook een doodschop geven. '
Het tweede glas smaakte nog beter.
'Doe je jas uit, anders heb je er straks buiten niksaan, ' sprak de vrouw moederlijk. 'Die vent van jou zit heus wel ergens droog hoor. '
'Ach weet u, hij is niet slecht, ' zei mevrouw Van Dijk, *hij is zwak. '
'Dat benne ze allemaal, ' zei de buffetjuffrouw snerpend. 'O, wat benne ze zwak. Zwak... Voor mij is 't een vreemd woord voor zwerver. ' Ze hief het glas.
'Hatsjee, ' riep ze, 'als je maar lol heb. '
Ze drukte op een knopje en er begon zoete, aanhankelijke muziek te spelen.
Mevrouw Van Dijk luisterde er een beetje doezelig naar.
'Mag ik nu ook eens iets offreren, dames?' vroeg ze eindelijk.
'Ik heet Elly, ' zei de barjuffrouw.
'En ik Adèle, ' sprak mevrouw Van Dijk verontschuldigend.
'Nou, daar ken jij toch niks aan doen?' vond de vrouw naast haar.
Glimlachend zag mevrouw Van Dijk hoe de glazen weer werden gevuld. Ze vond het wel gezellig.