Daphne ging die avond bijna even vlug weg als ze gekomen was. Nadat ze zich had opgeknapt en aangekleed en had aangeboden de afwas te doen, een aanbod dat hij resoluut van de hand had gewezen, zocht ze de keukenspullen die ze had meegebracht bij elkaar en gaf hem bij het afscheid nog een kus op zijn wang. Verder geen plichtplegingen. In feite - schoot hem later te binnen - was er na hun korte intimiteit en het aarzelend aantrekken van hun kleren met geen woord meer over hun liefdesspel gesproken.

Hij begon aan de afwas - die stelde niet veel voor - maar gaf dat bijna meteen weer op. Hij voelde zich veel te uitbundig om de afwas te doen. Dexter Gordon was op de radio. Boldt leunde op de versleten bank achterover. De tenorsax kwam lyrisch uit de luidspreker en had een ontspannend effect op hem. Beelden van Daphnes wilde liefdesspel drongen zich aan hem op, bestormden zijn hoofd en zijn kruis, en hij wilde haar inhalen - waar ze ook was - om het opnieuw met haar te doen. Hij had zich sinds zijn tienerjaren niet meer zo viriel gevoeld en vroeg zich af hoe het toch kon dat hij zo snel en zo volledig was hersteld. Het leek wel een wonder. De vorige dag was hij nog impotent geweest.

Het schuldgevoel begon hem langzaam te bekruipen, als grondwater na een onweersbui. Zijn ogenblikken met Daphne waren vurig geweest, zó goed dat een getrouwd man zich wel schuldig moest voelen. Hij wist hoe Elizabeth zich zou voelen als ze dit wist, en hij voelde zich nog zo nauw met haar verbonden dat hij niet onbekommerd gebruik van de situatie kon maken.

De telefoon ging net op het moment dat de sax een solo inzette. Boldt had er genoeg van om door fouten van de telefoonmaatschappij telkens weer de verkeerde aan de lijn te krijgen, en het scheelde niet veel of hij had niet opgenomen. Hij staarde naar het toestel en ging er toen langzaam, met tegenzin naar toe. Als het voor hem was, kon het op dit late tijdstip - bijna tien uur - alleen maar slecht nieuws zijn.

Toen hij opnam, schrok hij op datzelfde moment van gebonk op zijn voordeur. Hij zag Daphne achter de lelijke, doorschijnende gordijnen staan.

'Mr. Boldt?' vroeg een stem door de telefoonlijn.

'Een ogenblik,' zei hij. Hij liep vlug naar de voordeur en maakte hem enthousiast open.

Ze sloeg haar armen om zijn hals. Hij sloot zijn ogen en zuchtte van gelukzaligheid. Hij sloeg zijn armen strak om haar heen. 'O, Lou,' kreunde ze. Hij maakte de omhelzing wat minder innig omdat hij hoorde dat ze huilde. De tranen trokken strepen over haar wangen.

'Daphne?' Hij keek achterom naar de telefoonhoorn op het goedkope tafelblad. 'Wat is er?' Zijn hart begon te bonken.

Ze zag de telefoon nu en keek heen en weer tussen het toestel en de donkere, angstige ogen van Lou Boldt. 'Neem me niet kwalijk,' verontschuldigde ze zich. 'Ik hoorde het net over de politieradio...'

'Daphne?'

'Het zijn de Levitts,' gooide ze eruit. 'De Kruismoordenaar. Hij heeft de Levitts vermoord... Beide ouders...'

Hij liet haar los en wankelde achteruit. Hij wierp een blik op de telefoon en vroeg toen, zijn gezicht helemaal verkrampt, aan Daphne: 'Justin?' Hij begon te schreeuwen: 'En Justin?'

Ze schudde haar hoofd.

'Justin? Daphne? En Justin?' Hij greep haar schouders en schudde haar heen en weer. 'Daphne!'

Ze beefde onbedaarlijk en de tranen stroomden uit haar ogen. Haar mond ging open, maar de woorden wilden er niet uit. Ten slotte kreunde ze: 'Hij is verdwenen, Lou... Tekenen van een worsteling...'