Op maandagmorgen hadden Boldt en Gaynes een gesprek met David Montrose. Hij was een Frans-Canadese taalkundige die in het kader van een of ander cultureel uitwisselingsprogramma aan de Universiteit van Seattle was uitgeleend. Hij legde uit hoe dat zat, maar Boldt luisterde er niet naar. Zijn tanden leken op de grafstenen van een slecht onderhouden kerkhof, schots en scheef en van verschillende lengte. In tegenstelling tot veel andere onregelmatige gebitten droeg dat van hem tot zijn persoonlijkheid bij en liet het hem op een piraat lijken, vooral door de combinatie met zijn wilde haar en felle blauwe ogen. Hij had een kalme, bijna hypnotische manier van spreken, en Boldt zag dat zijn jonge vrouwelijke collega haar ogen niet van hem kon afhouden. Boldt wantrouwde hem meteen, want hij was veel te zeker van zichzelf en besefte blijkbaar veel te goed hoe belangrijk een eerste indruk was.
'Jazeker, ik heb aangifte van de vermissing gedaan. Maar daar moet u geen overhaaste conclusies uit trekken,' zei Montrose terwijl hij Boldt diens legitimatiebewijs teruggaf dat deze hem had laten zien. Montrose keek Bobbie aan en begon te stralen. 'Onze romance was praktisch voorbij. Als ik eerlijk mag zijn: ze is het soort vrouw dat niet tegen een afwijzing kan. Ze heeft te veel geld en ze heeft veel te lang haar zin gekregen. Let wel, dat had ik in het begin niet door, maar zo is het wel. We hadden ruzie, en daarom bracht ik de nacht alleen door.'
'Welke nacht was dat?' onderbrak Bobbie hem.
Montrose dacht erover na. 'Vrijdag.'
'De datum?' vroeg Boldt.
'Afgelopen vrijdag twee weken geleden.'
Boldt keek Bobbie aan, en die zei: 'Dertig september.'
Montrose ging verder: 'Maar het was niet de eerste keer dat zoiets gebeurde. Vaak belde ze me de volgende morgen om te zeggen dat het haar speet. Je kunt het intuïtie noemen. Misschien is het meer een kwestie van mannelijk ego.' Hij keek naar Boldt. 'Toen ik niets van haar hoorde, belde ik haar, maar kreeg geen gehoor. Een paar avonden later probeerde ik het nog eens - dat zal dinsdag zijn geweest, denk ik - en toen reed ik naar haar huis en wachtte op haar. Haar surfspullen hingen niet in de garage, en haar busje stond er ook niet, dus nam ik aan dat ze was gaan surfen, al moet ik toegeven dat het me wel een beetje verbaasde.'
'Waarom?' vroeg Boldt. Montrose leek hem het soort man dat nooit ophield met praten. Hij was erg van zichzelf onder de indruk en zou met het grootste genoegen urenlang aan het woord blijven. Dat was uitstekend voor een docent taalkunde, maar niet ideaal voor een politieondervraging. Boldt was blij dat ze stonden, anders was het einde misschien helemaal zoek geweest.
Montrose ergerde zich aan de onderbreking. 'Ze is nogal een fitnessfanaat. Aerobics, gewichtheffen, dat soort dingen. Maar vooral windsurfen! Dat is haar grote liefde.'
'U zei dat het u verbaasde,' viel Boldt hem weer in de rede. Hij probeerde de man duidelijk te maken dat hij het gesprek zakelijk wilde houden.
'Ze had al een tijdje last van haar elleboog. Van het windsurfen, denk ik.'
'Was ze ermee naar een dokter geweest?'
'Ja. Een botspecialist.' Hij kon niet op het woord komen en keek naar het plafond. 'Zo iemand heet een...'
'Een orthopedist,' vulde Bobbie in.
Hij glimlachte. Die onregelmatige tanden flikkerden. 'Ja, dank u. Ik weet zijn naam niet.'
Boldt maakte er een notitie van. Montrose had ongewoon kleine voeten en droeg zwartleren Italiaanse schoenen. Desondanks vroeg Boldt hem of hij een paar Rockports bezat. Montrose reageerde nogal beledigd. Hij bekeek zichzelf van onder tot boven en zei: 'Kom, inspecteur. Zie ik eruit alsof ik een paar Rockports heb?'
Boldt vroeg hem om in het kort over hun vriendschap te vertellen, en Montrose zei haar te hebben ontmoet toen hij in de Body Shop aan het gewichtheffen was. Ze waren in het begin vriendschappelijk met elkaar omgegaan, maar uiteindelijk was dat overgegaan in iets dat 'dynamischer' was. Tot voor een paar weken had hij haar 'regelmatig' ontmoet.
Zodra de naam van de Body Shop viel, kreeg Boldt belangstelling. Toen LaMoia hem plaatsen had opgesomd waar de slachtoffers kort voor hun dood waren geweest, had hij het ook over fitness-clubs gehad. In het politiewerk was geen ruimte voor toeval. In elk geval niet volgens Lou Boldt. Het was helemaal niet uit te sluiten dat de dader zijn slachtoffers in een fitness-club vond.
Bobbie vroeg: 'Wat zou ze bij het windsurfen aan hebben gehad, en waar zou ze zijn heen gegaan?'
Montrose grijnsde en streek over de rand van zijn lip, alsof hij daar een snor had. Of wilde hij zijn tanden verbergen? 'Ze draagt een surfpak, miss Gaynes.'
'En wat voor een badpak?' vroeg ze.
'Nee, ik geloof dat u me niet begrijpt, miss Gay nes. Een surfpak. Geen badpak.' Hij keek Boldt aan en legde het uit: 'Ze vindt het een lekker gevoel om zo'n pak op haar... huid te voelen. Ja? Geen badpak.'
'Weet u dat zeker?' vroeg ze verbaasd.
'Zeg, dat is iets wat ik kan weten. Nietwaar? Ze traint bijvoorbeeld weleens in een van die plastic pakken - met niets eronder. Helemaal niets. Daar houdt ze van. En ook van andere dingen. Gelooft u me maar op mijn woord. Ze is in bijna alle opzichten erg onconventioneel. Ze doet die dingen om anders te zijn, om niet het verwende rijke meisje te lijken dat ze in werkelijkheid is. Ik denk dat ze die dingen mettertijd wel zal ontgroeien. Ooit. Binnenin het kind leeft een fijngevoelige, tedere vrouw die alleen nog maar tot bloei hoeft te komen. Hebt u wel eens zulke mensen ontmoet?'
'Ze ging niet surfen in een Speedo?'
Hij schudde zijn hoofd. 'U luistert toch wel?' Hij keek hen beiden aan. 'Een gympakje bij het trainen, jazeker. Maar bij het surfen? Nooit. Neemt u dat maar van mij aan. Dat was een van de redenen waarom ze dat busje kocht, denk ik. Ze reed naar Lake Washington, parkeerde daar en trok achter in het busje het surfpak aan.'
'Welke kleur had dat busje?' vroeg Boldt.
'Donkerblauw,' antwoordde Montrose.
'Waarom Lake Washington?' vroeg Boldt. 'Waarom niet in de Puget Sound?'
De man haalde zijn schouders op. ik geloof niet dat ze in de Sound ging surfen. Waar gaat dit precies over, rechercheur?'
Boldt gaf geen antwoord. In plaats daarvan vroeg hij hem het busje te beschrijven. Montrose deed het in details, tot en met de antenne die door een vandaal was afgerukt. Bobbie maakte aantekeningen. Montrose sprak als een handelaar in tweedehands auto's die dringend iets moest verkopen. Boldts aanvankelijke wantrouwen nam af. Het was nu niet zozeer wantrouwen als wel afkeer. Montrose was helemaal vol van zichzelf. Het verbaasde Boldt niet dat een vrouw na een paar maanden wel genoeg van hem had; toch kon hij zich ook wel voorstellen dat ze zich tot hem aangetrokken voelde. Montrose had de wilde uitstraling van een Parijse kunstenaar, en verder had hij een Frans accent en een stevig lichaam dat hij in designer-kleding verpakte: een Canadees die zich als een Europeaan beschouwde. Hij liep naar de muur en verwachtte blijkbaar dat de rechercheurs hem zouden volgen. Vervolgens trok hij een raam open en stak een sigaret zonder filter op. Hij inhaleerde zó diep dat er nog geen rook uitkwam toen hij zei: 'Ze is erg bruin. Ze zit iedere dag een paar minuten onder de lampen - u weet wel, zo'n apparaat. Ze kocht er een voor zichzelf en zette hem in de trainingskamer beneden.'
Boldt dacht aan de kamer waarvan de gordijnen dicht waren en vroeg of hij die kamer bedoelde, en dat was zo.
Was een voyeur daar ook in de gelegenheid geweest een potentieel slachtoffer te zien? vroeg Boldt zich af. Croy met haar hapje op de late avond, Norvak met haar solarium. De laatste moorden zouden allemaal met voyeurisme in verband kunnen staan. DeHavelin was een uitzondering. Zij en haar huisgenoten hadden de gordijnen in hun slaapkamer altijd dicht gehad omdat er buiten een felle straatlantaarn stond, en voor zover bekend hadden ze geen gewoonten die voyeurs een kans boden. Maar natuurlijk waren er altijd gelegenheden. In een stad was geen enkel leven helemaal privé.
Haller Lake lag ver van Green Lake, maar nog wel binnen de straal van vijf kilometer die het Instituut voor Gedragswetenschap had aangegeven. Zo werd hij er weer aan herinnerd wat voor een enorm karwei het was. Binnen die straal van vijf kilometer moesten wel tienduizenden mensen wonen. En maar één van hen was de Kruismoordenaar.
'U zei dat het... niet goed ging tussen u beiden. Of begreep ik dat verkeerd?' vroeg Bobbie Gaynes hem.
'Betsy is een flirt. Ik zie haar altijd in de Body Shop, met bijna niets aan. Ze loopt met zichzelf te koop. Wat moet ik doen ? Die fitness-clubs... U weet wat ik bedoel? Mannen gaan erheen om vrouwen te ontmoeten. Vrouwen om mannen te ontmoeten. Ik stel het niet op prijs dat een vrouw zo met zichzelf te koop loopt. Als je maar het juiste aas uitgooit, zullen de vissen altijd bijten. Nietwaar?' Hij nam de sigaret tussen zijn lippen en streek zijn handen over elkaar. 'Voortaan mag ze flirten zoveel als ze wil,' zei hij venijnig, de sigaret op en neer gaand in zijn mond, en meteen daarop zoog hij nog meer rook in. 'Ze betekent niets meer voor me.'
De ondervraging duurde nog ongeveer een kwartier. Montrose legde uit dat Norvak financieel onafhankelijk was en niet werkte. Ze was de dochter van een bankier in Philadelphia en had geen familie ten westen van Chicago. Hij vertelde hun wat ze op een gemiddelde dag deed, vooral windsurfen en trainen in de Body Shop. Ze had drie goede vriendinnen die hij kende. Bobbie noteerde hun namen, omdat ze veronderstelde dat Boldt haar op hen af zou sturen om een ondervraging te organiseren. Boldt trok in twijfel of Norvak in het koele herfstweer zou blijven windsurfen, maar Montrose zei dat de wind in deze tijd van het jaar juist erg gunstig was en dat 'windsurf-junks' bij een gunstige wind altijd op hun plank stonden.
'Het komt niet overeen,' zei Bobbie toen ze weer in de auto zaten. Op de trottoirs liep het gebruikelijke universitaire publiek: jonge meisjes die probeerden er ouder uit te zien, hoogleraren die probeerden er jonger uit te zien. Voor het merendeel waren ze met zijn tweeën en drieën. Ze praatten opgewonden en verlegden stapels boeken van de ene arm naar de andere. Een gelede bus ging de hoek om, buigend in het midden, bewegend als een rups. Het bord op de zijkant maakte reclame voor Boldts favoriete jazz-station. Hij zette de radio zachtjes aan. Bobbie ging verder: 'Als ze inderdaad niets onder het surfpak droeg, is Betsy Norvak waarschijnlijk niet de vrouw van Alki Point.' Ze aarzelde. 'Wil je dat ik alle aangiften van vermissingen nog eens doorneem? Ik zweer je dat ik het heel zorgvuldig heb gedaan, maar als je wilt, zal ik het nog een keer proberen.'
ik denk dat hij maar wat onzin uitkraamde. Ik geloof niet dat we kunnen afgaan op alles wat hij zei. We hebben schoenafdrukken in haar garage die misschien overeenkomen met die op een plaats waar de Kruismoordenaar is geweest. We hebben verbrande kleding. Geen auto. We gaan ondanks Montrose door met Norvak. Als jij die aangiften nog eens wilt doornemen, kun je dat wel doen. Waarschijnlijk is het een goed idee. Maar ik wil dat je ook het surfpak van de onbekende vrouw natrekt - of het gehuurd is of niet.'
ik dacht dat je dat niet interessant vond.' Ze onderdrukte een grijns.
'Ga me nou niet jennen,' zei hij. ik wil dat busje ook vinden.'
'Je hebt hem niet gevraagd of hij met haar had gebarbecued.'
'Nee. Daar wou ik mee wachten. Abrams heeft een duimafdruk op dat papieren bord gevonden.' Hij zweeg even om haar de kans te geven het verband te zien en zei toen: 'Weet je nog dat ik Montrose mijn legitimatiebewijs gaf?'
'Ja.'
'Weet je nog hoe hij het aanpakte?'
Ze keek hem verbaasd aan.
'Hij had zijn duim op de bovenkant.'
'Dus je hebt een duimafdruk.'
'Precies.'
ik zag wel dat je er op de heenweg mee bezig was - dat je hem met je zakdoek afveegde - maar ik wist niet watje in je schild voerde.'
'Nu hebben we iets dat we met de afdruk op het bord kunnen vergelijken. We weten niet eens of die papieren borden van belang zijn. Het is heel goed mogelijk dat we Montrose helemaal niet meer hoeven te spreken. Dat hangt af van wat we ontdekken.'
'Ben je altijd zo sluw?'
ik vind dit niet sluw. Het bespaart de technische recherche tijd en het bespaart Montrose tijd, en het bespaart de belastingbetaler geld. Bovendien hoeven we Montrose nu niet meer te vertellen dan we willen. Ik noem het liever efficiënt.'
'En die fitness-club? De Body Shop?' vroeg ze.
'Je denkt als een rechercheur. Dat is goed.'
'Wil je dat ik daar ga kijken?'
'Nee. Ik wil dat je haar busje vindt. Ik zetje bij je eigen auto af en dan kun je eerst bij Lake Washington kijken. Neem contact op met het hoofdbureau en vraag om haar kenteken. Kijk of dat busje de afgelopen twee weken een bekeuring heeft gekregen. Vraag of het in beslag is genomen.'
'Lake Washington? We hebben haar in de Puget Sound gevonden.'
'Ga eerst naar de cafés aan Lake Washington. Windsurfers kruipen bij elkaar; misschien vind je iemand die haar kent. Ze kunnen je misschien vertellen in welke gedeelten van de Sound je het best kunt windsurfen. Of je gaat naar de winkels. Misschien kennen ze haar daar. Dan heb je meteen de gelegenheid om hier en daar naar de verhuur van surfpakken te informeren. Het kan me niet schelen hoe je het doet. Ga eerst maar naar Alki Point. Haar busje heeft onze hoogste prioriteit.'
'We zoeken naar kleren die achterin liggen. Zoiets.'
'Wanneer je het busje vindt,' zei hij, 'raak je niets aan. Dan moet de technische recherche erop af.'
'Wat is er aan de hand, Lou? Norvak is niet de onbekende vrouw. Daarvoor zijn er te veel verschillen.'
'Ik weet niet wat er aan de hand is. Ik wil weten wie de vrouw van Alki Point was. Dat in de eerste plaats. Maar toch geef ik Norvak niet op, niet voordat Abe me vertelt dat er geen enkel verband is.'
'En de Body Shop?'
'Daar ga ik zelf op af,' zei hij tegen haar.