De eersten van de keukenhulpen die Latham en Dietz in uniform binnen zagen komen, waren twee mannen aan een lang slagersblok; de ene stond groente te hakken, de andere was een vloeistof aan het zeven. Verschrikt keken ze elkaar aan, daarna weer Drew en de kapitein, die direct met stramme bewegingen opzij stapten om Witkowski in camouflagepak door te laten, die tussen hen in ging staan. Met strakke gezichten bogen ze snel hun ellebogen in de informele nazi-groet, alsof de kolonel een zeer belangrijk persoon was, een indruk die de oudgediende van G-Twee bevestigde. 'Sprechen Sie Deutsch? Falls nicht, parlez-vous français?' blafte hij. 'Deutsch, mein Herr!' zei de stomverbaasde groentekok, en hij vervolgde in het Duits: 'Dit is een plaats waar eten wordt bereid, meneer, en dat is alleen aan ons toevertrouwd... Als ik mag vragen, meneer: wie... wie bent u?'
'Dit is Oberst Wachner van het Vierde Rijk!' kondigde Dietz in afgemeten Duits aan, zijn ogen recht voor zich uit gericht. 'Hij en zijn collega's van de beveiligingsdienst kregen opdracht van Berlijn om zonder kennisgeving vooraf het buitenterrein te inspecteren. Kommen Sie her !'
Op zijn bevel kwamen de beide Étranger-agenten binnenmarcheren, de armen van de twee courtisanes van het Adelaarsnest in een stevige greep.
'Kunt u deze vrouwen identificeren?' snauwde Witkowski bijna. 'We troffen ze aan terwijl ze vrij rond het zwembad en de tennisbanen zwierven. Het gaat er hier heel nonchalant aan toe!' 'Dat mogen wij, idioot!' riep Elyse in de witte jurk. 'Het kan me niet schelen wie u bent, maar zeg tegen uw gorilla's dat ze hun handen thuishouden, en anders begint u maar vast te betalen!' 'Nou en?' schreeuwde 'Oberst Wachner' en hij keek de keukenhulpen aan.
'O ja, meneer,' zei een van de koks. 'Ze zijn hier te gast.' 'En in ons contract staat niet dat we diensten verlenen aan vreemdelingen, alleen aan andere gasten aan wie we netjes zijn voorgesteld!' Elyse keek Witkowski woedend aan. De kolonel knikte. De agent de combat trok zijn hand van haar af en Een deed hetzelfde bij Adrienne in haar minirok. 'Volgens mij moet u uw excuses maken tegenover ons,' zei de oudere, veel intelligentere call-girl. 'Madame.' De kolonel klikte nadrukkelijk met zijn hakken en boog ongeveer een centimeter of vijf zijn hoofd, waarna hij zich onmiddellijk weer tot de koks wendde. 'Zoals u zult begrijpen, is onze opdracht hier de beveiligingsmaatregelen te controleren, zonder bemoeienis van degenen die hun fouten zouden wegmoffelen als ze wisten dat we hier waren. Als u wilt, kunt u Berlijn bellen om onze aanwezigheid te verifiëren.'
'Ach nein, mein Herr! Dit is al eerder gebeurd, een paar jaar geleden, en we begrijpen het maar al te goed. Wij zijn alleen de koks in de keuken en we zouden ons nooit ermee bemoeien.' 'Sehr gut! Bent u de enigen die dienst hebben?' 'Op het moment wel, meneer. Onze collega Stoltz is een uur geleden naar zijn kamer gegaan. Hij moet om zes uur opstaan om het ontbijtbuffet klaar te maken; voor zover wij dat nog niet voor hem hebben gedaan.'
'Heel goed, dan zullen we doorgaan met onze inspectie. Als iemand naar ons vraagt, dan weet u niet waarover hij het heeft. Denk daaraan, anders zal Berlijn aan u denken.'
' Wir haben es verstanden,' zei de groenteman angstig en hij knikte herhaaldelijk. 'Maar als u me toestaat, mein Herr, want ik wil volledig meewerken met Berlijn, de bewakers binnen hebben opdracht om op onaangekondigde vreemdelingen te schieten. Ik zou niet graag uw levens op mijn geweten hebben. Verstehen Sie?' 'Maak u geen zorgen,' antwoordde Stanley Witkowski. Hij haalde zijn Amerikaanse legitimatiekaart uit zijn zak en verkondigde met de zwier van een Poolse vorst uit het verre verleden: 'Hiermee zullen ze hun wapens wel snel opbergen.' Hij stak vlug zijn legitimatie van de Amerikaanse ambassade weer in zijn zak. 'En we zullen de dames meenemen. Die lange sloerie heeft een scherpe tong. We komen er wel uit.'
Met Latham en Dietz voorop liepen de Frans-Amerikaanse indringers door de dubbele deuren de grote hal van het kasteel in. Een ronde trap, vaag verlicht door muurlampen, liep vanuit het midden van de enorme, gladgeboende vloer omhoog. Recht voor hen uit leidde een boog naar andere, donkere vertrekken met hoge plafonds en rechts van hen, links van de grote dubbele deuren, scheen er licht door de ruimte tussen de drempel en het onderste paneel. 'Dat is de bibliotheek, monsieur,' fluisterde Elyse tegen Drew. 'De adjudant van dienst zit daar, maar u moet snel zijn en voorzichtig. Overal zitten alarminstallaties. Ik weet het, want ik heb er vaak over gedacht er een paar voor mezelf te gebruiken.' 'Halt!' riep de stem van een gedaante die in silhouet op de eerste overloop verscheen.
'Wij zijn een speciaal commando uit Berlijn!' riep Dietz zacht in het Duits, terwijl hij de trap oprende.
'Was ist los?' De bewaker hief zijn wapen op en de commando vuurde snel achter elkaar twee geluidloze schoten af, bereikte zonder zijn pas te vertragen de gevallen bewaker, trok hem naar de treden en liet hem de trap afrollen.
De deur van de bibliotheek ging open en een rijzige man in donker pak werd zichtbaar, met een lange sigarettehouder in zijn hand. 'Wat is dat hier voor lawaai?' vroeg hij in het Duits. Latham griste de garrot van zijn riem, gooide die meteen in een boog over het hoofd van Monlucs adjudant en draaide het lichaam van de man, zodat hij achter de nazi stond. Hij liet de leren riem wat schieten en sprak.
'U doet precies wat we u zeggen, of ik trek de riemen aan en u bent dood!'
'Amerikaner!' zei de neo met verstikte stem en hij liet zijn houder vallen. 'U bent degene die eraan gaat!'
'Oberst Klaus Wachner,' zei Witkowski, die op de adjudant afliep en hem in zijn vertrokken gezicht keek. 'De verhalen over uw armzalige beveiliging lijken waar te zijn,' vervolgde hij scherp in het Duits. 'Berlijn, zelfs Bonn, weet er alles van! Wij zijn door uw bewaking heen gebroken en als wij dat konden, kunnen onze vijanden dat ook!' 'U bent gek, een verrader. De man die me wurgt, is een Amerikaan!'
'Een geacht soldaat van het Vierde Rijk, mein Herr. Een Sonnenkind!'
'Ach! Nein!'
'Doch. U zult zijn bevelen opvolgen, anders laat ik hem zijn gang gaan. Hij heeft de pest aan onbekwaamheid.' Witkowski knikte dat Latham de riemen van de garrot losser moest maken. 'Danke,' kuchte Monlucs adjudant en hij greep naar zijn keel. 'Twee,' zei Drew en hij knikte tegen de tweede Étranger-agent, 'neem deze clown over! Ga langs de achtertrap naar boven; daar kom je via die andere kamers...'
'Ik weet waar ze zijn, monsieur,' viel de Fransman hem in de rede. 'Ik weet alleen niet wie daar is.'
'Ik zal met hem meegaan,' zei Dietz. 'Ik spreek de taal en ik hou
mijn pistool in de aanslag.'
'Zet het op automatisch,' beval Latham
'Staat het al, Cons-Op.'
'Volgens de plattegronden,' zei Drew, 'loopt er een ommuurde gang rond de hele verdieping. Als je eenmaal boven bent, breng je hem naar het centrum.'
'Tenzij u in de problemen zit,' wierp de commando tegen. 'Wat bedoel je, kapitein?'
'U weet evenmin als ik wat u op die trappen tegenkomt. Als u zwaar onder vuur komt, moet een van ons de hele zaak platschieten. Ik zal de hand van deze rotzak in een deurslot steken, die openen en een granaat naar binnen gooien.' 'Dat mag je niet doen, en dat is een bevel!' 'Dat is een normale zaak, Cons-Op. We riskeren ons leven niet om met lege handen te komen staan!'
'We moeten in handen krijgen wat daarboven is, verdomme, we kunnen de zaak niet opblazen! Voordat ik dat doe haal ik via de radio de aanvalsploeg langs de weg hierheen.' 'In hemelsnaam, daar is geen tijd voor! De neo's zullen het zelf doen!' 'Hou nu eens stil, jullie allebei!' riep Elyse. 'Ik heb u ons allebei aangeboden en dat aanbod blijft van kracht. Adrienne zal op de achtertrap voor uw kapitein en de nazi uit lopen, en ik klim voor u uit omhoog, monsieur. De bewakers zullen aarzelen om een van ons neer te schieten, want er zijn hier regelmatig afspraakjes tussen de mannen en de vrouwen.'
'Berchtesgaden,' zei Witkowski zacht. 'Een hoerenkeet in de Alpen, met aan het hoofd een Führer die beweerde kuiser te zijn dan een pasgeboren lammetje... Ze heeft gelijk, chlopak. Als ze die meisjes zien, geeft dat ons voor en achter een fractie van een seconde voordeel. Neem het maar aan.'
'Oké... We gaan en ik hoop van harte dat ik het juiste bevel geef.' 'Je hebt geen andere keus, jongeman,' zei de kolonel zacht. 'Jij bent de leider en, net als alle leiders, luister je naar je staf, je evalueert en je trekt je eigen conclusie. Makkelijk is het niet.' 'Schei uit met dat militaire geouwehoer, Stanley, ik zou liever hockey spelen.'
Elyse begon in haar doorzichtige witte jurk statig de ronde trap op te schrijden, op tien treden achter haar en in het donker gevolgd door Drew, de kolonel en Étranger Een.
'Liebling! fluisterde een bewaker in de gang voorbij de overloop. 'Ben je die dronkelap uit Parijs kwijtgeraakt?' 'Ja, Liebste, ik kwam alleen voor jou. Ik verveel me zo.' 'Alles is rustig, kom maar met me mee... Ach, wie zijn dat? Achter je?'
Étranger Een vuurde een enkel gedempt schot af. De bewaker zakte in elkaar op de leuning, viel eroverheen en tuimelde op de marmeren vloer beneden.
De achtertrap was aardedonker. Het enige licht, ver boven hen, wierp hun schaduwen op een donkere achtergrond. De doodsbenauwde Adrienne beklom de steile trap zacht en trede voor trede, haar hele lichaam beefde, haar opengesperde ogen straalden angst uit. Ze bereikten de eerste verdieping.
'Was ist?' klonk de snijdende stem van boven, en de plotselinge felle lichtstraal van een zaklantaarn bescheen de hele trap. 'Liebchen?'... 'Nein!'
Étranger Twee schoot; de nazi-bewaker viel om en zijn hoofd kwam tussen de spijlen van de leuning terecht. 'Dóórgaan!' beval kapitein Dietz. 'Nog twee etages.'
Ze kropen vooruit, het kindhoertje Adrienne huilde aan één stuk en snoot haar neus in haar blouse.
'Niet ver meer, ma chérie,' fluisterde Étranger Twee zacht tegen het jonge meisje. 'Je bent heel dapper en dat zullen we iedereen vertellen.'
'Vertel het mijn vader maar!' jammerde het jonge meisje. 'Hij heeft zo'n hekel aan me!'
'Dat zal ik zelf doen. Want jij bent een ware heldin van Frankrijk.' 'Echt waar?' 'Doorlopen, kindje.'
Latham, Étranger Een en de kolonel bleven abrupt staan op de trap, toen ze zagen dat Elyse achter haar rug met haar hand zwaaide; het was een waarschuwing. Ze liepen een paar treden terug, gingen tegen de donkere muur staan en wachtten af. Een blonde bewaker kwam snel de overloop van de tweede verdieping oplopen; hij was geagiteerd, boos. 'Fraulein, hebt u Adrienne gezien?' vroeg hij in het Duits. 'Ze is niet in de kamer met dat zwijn van een Heinemann. Hij is er ook niet en de deur staat open.' 'Ze zijn waarschijnlijk een eindje wandelen, Erich.' 'Die Heinemann is een beest van een vent, Elyse!' 'Je bent toch zeker niet jaloers, schat? Je weet wat we zijn, wat we doen. Alleen ons lichaam is erbij betrokken, niet ons hart, ons gevoel.'
'Mijn god, ze is veel te jong!' 'Dat heb zelfs ik tegen haar gezegd.'
'Je weet toch dat die Heinemann een perverse kerel is? Hij eist afschuwelijke dingen.'
'Daar moet je gewoon niet aan denken.' 'Ik heb de pest aan dit kasteel!' 'Waarom blijf je dan?'
'Ik kon niet anders. Mijn vader schreef me in toen ik op de middelbare school zat en ik was erg onder de indruk. De uniformen, de kameraadschap, het feit dat we allemaal paria's waren. Ze zeiden dat ik bijzonder was en kozen mij uit om op de bijeenkomsten de vlag te dragen. Ze namen foto's van me.' 'Je kunt nog steeds weg, beste vriend.'
'Nee, dat kan ik niet. Ze hebben betaald voor mijn studie op de universiteit en ik weet te veel. Ze zouden jacht op me maken en me vermoorden.'
'Erich!' schreeuwde een mannenstem vanuit een gang voorbij de overloop. 'Kommen Sie her!'
'Och, die ene, die schreeuwt altijd. Doe dit, doe dat! Hij mag me niet, omdat ik heb gestudeerd en volgens mij kan hij nauwelijks lezen.'
'Als ik Adrienne zie zal ik haar zeggen dat je... je zorgen maakt. Denk erom, jongen, het is alleen het lichaam, niet het hart.' 'U bent een goede vriendin, Fräulein.'
'Op een dag hoop ik een nog betere te zijn.' De bewaker die Erich heette, liep haastig de overloop af terwijl Elyse een paar treden daalde en tegen de indringers tegen de muur fluisterde: 'Die ene moet u niet doden. Hij zou u kunnen helpen.' 'Wat zegt ze?' vroeg Drew.
De kolonel legde het uit, terwijl Elyse verder de trap op liep. 'Ze zei dat we hem niet moesten neerschieten en ze heeft gelijk.' 'Waarom?'
'Hij wil hier weg en hij weet een heleboel. Doorgaan!' De overloop van de derde verdieping was niet erg bemoedigend, om het in Witkowski's woorden te zeggen. Een grote boog van zeven meter vormde de doorgang in de muur die om de hele bovenste etage liep. Bij de achtertrap was dat waarschijnlijk ook zo. In de opening stonden twee bewakers en achter hen was er nog een te zien die op een bank zat. Opnieuw bleven Latham, Étranger Een en de kolonel uit het zicht, terwijl Elyse op de bewakers af liep.
'Halt!' brulde de neo-wacht rechts, terwijl hij zijn pistool uit het holster rukte en het op het hoofd van de call-girl richtte. 'Wat doet u hier? Het is voor iedereen verboden deze trap op te komen!' 'Dan kunt dat maar beter vragen aan Herr hoe-heet-hij-ook-alweer in de bibliotheek. Hij riep mij weg bij de nieuwe man uit Parijs en beval me hierheen te gaan, zodra ik me vrij kon maken. Wat kan ik nog meer zeggen?'
'Was ist los?' schreeuwde de wacht op de bank achter hen, terwijl hij opstond en snel tussen beide mannen ging staan. 'Wie bent u?' schreeuwde hij.
'Wij hebben alleen voornamen, dat weet u,' antwoordde de courtisane kwaad. 'Ik ben Elyse en uw onbeschoftheid zal ik niet dulden! Ik kreeg opdracht van die engerd van een vent in de bibliotheek om hierheen te gaan en ik volg bevelen op, net als u!' Ineens sprong Elyse uit de vuurlinie en schreeuwde: 'Nú!'
De herhaalde ploffen van gedempte knallen galmden door de gewelven van het kasteel, en de drie bewakers stortten neer. Onder leiding van Drew rende het aanvalsteam de trap op en controleerde elk lichaam, of er nog gevaar bestond dat ze leefden. Tevredengesteld wachtten ze af, met hun rug tegen de binnenmuur. 'Maak dat je hier wegkomt!' beval Latham Elyse in haar witte jurk, die op de trap naar de boog was gekropen. 'Je bent vrij, dame, al moet ik de hele Quai d'Orsay opblazen om je vrijheid te verzekeren.'
'Merci, monsieur. Uw Frans wordt met het uur beter.' 'Ga terug naar de keuken,' zei Witkowski. 'Vertel hun maar wat gekke verhalen over ons en houd iedereen rustig.' 'Dat is geen probleem, mon colonel. Ik zal aan een tafel gaan zitten en mijn jurk optrekken. Van buiten zullen ze rustig zijn, maar van binnen zullen ze koken... Au revoir.' 'Zoals uw capitaine al zei, het is echt ongelijk verdeeld in de wereld,' mompelde Étranger Een toen Elyse verdween. 'Waar zijn ze toch?' zei Drew. 'Ze hadden allang hier moeten zijn!'
Op de smalle achtertrap duwde Étranger Een de adjudant van generaal Monluc de trap op, achter Dietz en het kindhoertje aan; hij had hem in een houdgreep en de garrot zat om zijn nek. Ze bleven staan. ,
'Bist du es, Adrienne?' sprak de zachte stem op de tweede verdieping. 'Wat doe je hier?'
'Ik wilde jou zien, Manfried,' jammerde het meisje. 'Iedereen doet zo gemeen tegen me en ik wist dat jij hier was.' 'Hoe kon je dat weten, Liebste? De plaatsen van de wachtposten zijn geheim.'
'De adjudanten praten wanneer ze te veel Schnaps hebben gedronken.'
'Daarvoor zullen ze worden gestraft, mijn lieve meisje. Kom maar hier boven, er ligt hier een zacht vloerkleed en dat zullen we gebruiken. Heb ik je al verteld dat je borsten steeds mooier worden, elke keer als je hier komt?'
'Dood hem!' gilde Adrienne en ze drukte zich tegen de muur van de trap.
Twee gedempte pistoolschoten en de bewaker die Manfried heette, viel neer. Met de garrot strak aangetrokken liepen ze verder naar de laatste verdieping. Op het eerste gezicht leek verder gaan onmogelijk. Om de hoek van de trap was een boog van drie meter; in het midden ervan stond een wacht en achter hem deed er een een dutje op een bank.
'Ken je hem?' fluisterde Dietz in Adriennes oor.
'Non, monsieur. Hij is nieuw. Ik heb hem gezien, meer niet.'
'Weet je of hij Duits of Frans is?'
'Heel zeker Duits, meneer. Bijna alle bewakers zijn Duitsers, maar
velen spreken Frans, als ze gestudeerd hebben.'
'Ik ga iets doen waarvan je misschien erg schrikt, maar ik wil dat
je heel rustig blijft, begrijp je me?'
'Wat gaat u doen?'
'Er zal een groot, fel vuur zijn, maar het zal niet lang duren, het was het idee van de kolonel.' 'Le colonel?'
'Die grote kerel die Duits spreekt.' 'O, oui! Wat is het?'
'We noemen het een lichtkogel,' zei Dietz. Hij trok een korte, met
karton bedekte buis uit zijn rechterzak en stak in de kom van zijn handen met een lucifer de lont aan. Hij keek om de leuning op de hoek, wachtte even, met zijn ogen op de lont gericht, en gooide het buisje toen de smalle trap op langs het lichaam van de wachtpost. Geschrokken draaide de nazi zich met een ruk om, op het geluid van de lichtkogel die hem voorbijvloog, en liet zich op de vloer vallen. Voordat hij zich kon voorbereiden, drong de verblindende explosie van duizend withete vonken door in zijn ogen en zijn huid. Hij gilde terwijl de duttende bewaker verbijsterd overeind schoot; zijn gedaante stond in silhouet afgetekend tegen het waaierende vlammengordijn. In paniek schoot hij herhaaldelijk zijn semi-auto- matische pistool af en een kogelregen daalde neer op de smalle trap. Het meisje Adrienne gilde panisch; ze was in haar been geraakt. Dietz trok haar achteruit terwijl Monlucs adjudant, stevig vastgehouden door Étranger Een, abrupt uitademde. Zijn hoofd viel naar voren; hij was in de schedel getroffen. De commando stak zijn wapen om de leuning heen en besproeide de doorgang met snelvuur. De tweede bewaker draaide een paar keer om zijn as en viel tenslotte neer op de lichtkogel zelf. Overal kronkelde zwarte rook, toen Dietz het jonge meisje bij haar benen pakte en haar in zijn armen de trap opdroeg.
'Breng die klootzak hierheen!' beval hij Étranger Twee in het Frans. 'Il est mort, mon capitaine.'
'Zijn toekomst kan me geen barst verrotten, ik wil alleen zijn hand, liefst nog een beetje warm!'
In de gang van de derde etage rende het team dat over de achtertrap was gekomen naar links. Dietz had Adrienne over zijn schouder; de Franse commando sleepte de nazi naast zich mee. Zes seconden later bereikten ze de centrale boog in de muur. Latham, Witkowski en Étranger Een stonden te wachten. Dietz liet het meisje voorzichtig op de vloer zakken; gelukkig voor haar was ze bewusteloos.
'Een lelijke wond,' zei de kolonel terwijl hij die bekeek, 'maar er spuit geen bloed uit.' Hij pakte snel zijn garrot, draaide die haastig om het been van het meisje en trok de riemen aan. 'Daar kan ze het voorlopig mee doen.'
Étranger Een en Twee hielden de dode nazi-adjudant tegen de muur gedrukt, links van wat het elektronische handafdrukslot moest zijn, een zwakverlichte ruimte, groot genoeg om er een hand in te steken en de palm omlaag te drukken. Als de afdruk overeenkwam met een tevoren in de computer ingevoerd patroon, zou de enorme deur waarschijnlijk opengaan. Maar als het een afdruk was die niet paste, zou er in de kelderruimten met de dikke muren beneden een alarm gaan werken.
'Klaar, monsieur?' vroeg Étranger Twee, die de levenloze rechterpols van de neo-nazi vasthad.
'Wacht eens even!' zei Latham. 'Stel dat hij links is?' 'Wat dan nog?'
'De foto-elektrische cellen zouden het afwijzen en het alarm zou afgaan. Zo werken die dingen.'
'Ik kan hem moeilijk wakker maken om het te vragen, monsieur.' 'Die sigarettekoker, die had hij in zijn linkerhand. Laten we eens in zijn zakken kijken.' Ze doorzochten de zakken van de dode man. 'Munten en een geldclip, linker broekzak,' vervolgde Drew, 'pakje sigaretten, linker jaszak; twee balpennen, réchter binnenzak, en het is een maatpak, geen confectie.' 'Ik begrijp het niet...'
'Linkshandige mensen stoppen het liefst potloden en pennen aan hun rechterkant, net als ik. Als je rechts bent, steek je je hand uit naar links. Dat is makkelijker, meer niet.' 'Wat beslist u, monsieur?'
'Hiermee moet ik op mijn gevoel afgaan,' zei Latham en hij haalde diep adem. 'Breng hem naar de andere kant, dan steek ik zijn linkerhand erin.'
De Fransman schoof het lijk naar de rechterkant van het gat. Drew pakte de linkerpols vast, stak de hand in de opening alsof hij een ingewikkelde bom aan het demonteren was, en drukte de palm langzaam en voorzichtig op het binnenoppervlak. Niemand durfde adem te halen, totdat de grote metalen deur geruisloos openging. De dode nazi viel op de grond en de vier mannen liepen naar binnen. De kamer die ze binnenliepen, was meer een afschuwelijke nachtmerrie dan iemands woonvertrek.
De enorme ruimte was achthoekig, met een glazen koepel waardoor het maanlicht binnenviel. De courtisane Elyse had het de graftombe van een farao genoemd, een bewoond graf, en op vele manieren had ze gelijk. Het was er spookachtig stil, van buiten drong geen enkel geluid door en in plaats van de eigendommen van een farao, die hem over de rivier van de dood moesten vergezellen, stond er een hele muur met medische apparatuur die hem moest beletten die wateren in te lopen. Er waren acht deuren, een in elke reusachtige wand van de achthoek. Elyse had hun verteld dat de adjudanten van generaal Monluc hun kamers hadden in de tombe. Vijf deuren moesten van de mannen met de donkere pakken zijn, zodat er drie overbleven waarvan je het niet wist, één waarschijnlijk een badkamer, de andere twee... vraagtekens.
Dit alles werd opgemerkt met twee en drie keer kijken, maar wat iemand die daar onbekend was, het eerst opviel, waren de grotesk opgeblazen foto's overal op de muren, allemaal beschenen door het bloedrode licht dat vanaf de plinten omhoogstraalde. Het waren afbeeldingen van gruweldaden van de nazi's; het leek op een donkere gang in een holocaust-museum: de afgrijselijkheden die de joden en de 'ongewensten' waren aangedaan door de waanzinnigen van Hitiers messiaanse horden, met foto's van opgestapelde, naakte lijken. Daarnaast hingen foto's van blonde mannen en vrouwen - waarschijnlijk verraders - opgehangen met touwen om hun nek, met van pijn vertrokken gezichten. Alles herinnerde eraan dat elke tegenstand, hoe gering ook, verboden was. Alleen de meest morbide geesten konden 's nachts wakker worden en direct behagen scheppen in die obscene verzameling.
Wat hen echter het meest biologeerde, was de gedaante in nachthemd op het bed. Die werd beschenen door vaag, wit licht, in tegenstelling tot de magentarode gloed die de muren verlichtte. Een heel, heel oude man lag uitgestrekt tussen zachte kussens waarin zijn lichaam wegzakte, zijn verschrompelde gelaat in de opbollende zijde verzonken alsof hij in een lijkkist lag. En dat gezicht! Hoe aandachtiger je keek, hoe meer je erdoor werd gebiologeerd. De ingevallen wangen, de diepliggende ogen, skeletachtig van ouderdom. De kleine snor onder de neus, nu sneeuwwit maar keurig bijgeknipt; het bleke gezicht, waarvan je je zo makkelijk kon voorstellen dat het tijdens woedende toespraken vuurrood kon worden - alles was er! Zelfs de beroemde tic in het rechteroog, ontstaan na de aanslagpoging in de Wolfsschanze. Alles was er! Het was het stokoude gezicht van Adolf Hitier!
'Jezus Christus!' fluisterde Witkowski. 'Is zoiets mogelijk?' 'Het is niet onmogelijk, Stanley. Het zou heel wat vragen beantwoorden die de laatste vijftig jaar zijn gesteld. Vooral deze twee: van wie waren in werkelijkheid de verkoolde lijken in dat gat in de bunker? En: hoe is het gerucht ontstaan dat de Führer op een vliegveld verscheen, vermomd als een oude vrouw? Ik bedoel maar: hoe, waarom? Daar is nu geen tijd voor, Stosh, we moeten de tombe van de farao veiligstellen, voordat het een echte grafkelder wordt.' 'Haal de Franse eenheid erbij.'
'Pas als we er zeker van zijn dat hier niets is wat zichzelf kan opblazen. Want als er iets is, is het in deze kamers... We zullen de andere vier adjudanten van Monluc eruit halen.' 'Hoe denk je dat te doen, chlopak?'
'Eén klant tegelijk, kolonel. De deuren hebben knoppen en je kunt er donder op zeggen dat ze van binnen niet zijn gesloten. Niet in het Vierde Rijk, waar privacy in de hoogste regionen nauwelijks prioriteit heeft, vooral omdat Monluc - of wie hij ook is - erdoor is omgeven.'
'Goed bedacht,' gaf Witkowski toe. 'Je wordt al groot, jongen, je wordt verdomde slim.'
'Die opmerking stel ik op prijs.' Latham gebaarde geruisloos dat Dietz en de Franse agenten zich bij hem en de kolonel moesten voegen bij de stalen deur. Hij gaf fluisterend zijn instructies en de drie mannen begonnen als een team te werken. Eén voor één werden de deuren geopend en gesloten, en wanneer ze dichtgingen, kruisten de vage, blauwe stralen van de zaklantaarns elkaar. Toen de laatste van de acht kamers was bezocht, rapporteerde kapitein Dietz aan Drew.
'Geen van die klerelijers zal zich de komende paar uur bewegen.' 'Weet je het zeker? Zijn ze goed vastgebonden, geen glas of messen of scheermessen in de buurt?'
'Ze zijn inderdaad vastgebonden, Cons-Op, maar we hoefden het eigenlijk niet te doen.' 'Wat bedoel je?'
De commando haalde een injectiespuit en een medicijnflesje met vloeistof uit zijn zak. Tets meer dan een halve centimeter de man, toch, kolonel?' 'Wat?'
'Nou ja, je kunt niet aan alles denken, chlopak. Gewoon voor noodgevallen. In de aders van de linkerarm, klopt dat, kapitein?' 'Ja meneer. Nummer Twee kneep erin, zodat ik niet kon missen.' 'Jij zit vol verrassingen, Stanley. Is er nog meer wat je me niet hebt verteld?'
'Daar moet ik eens over denken.'
'Vergeet het maar,' fluisterde Latham en hij wendde zich tot de commando. 'Wat was er in de andere drie kamers?' 'Die het dichtst bij het bed is de grootste badkamer die je ooit hebt gezien. Overal verchroomde buizen, zodat die ouwe vent kan rondscharrelen. Die andere twee vormen in feite één kamer. De tussenmuur is uitgebroken en het staat er vol met computerspullen.' 'Bingo,' zei Drew. 'Nu hebben we alleen nog iemand nodig die specialist is in de apparaten.'
'Ik dacht dat we die hadden. Ze heet Karin, als u het soms was vergeten.'
'Mijn god, je hebt gelijk! Luister eens naar me, Dietz. Jij, onze kolonel superspion hier en E-Een en E-Twee gaan aan weerszijden van Monlucs bed staan...'
'U zegt dat hij Monluc is,' viel Dietz hem in de rede, 'maar volgens mij is hij iemand anders, en daar wil ik niet eens aan dénken!' 'Doe het dan maar niet. Ga maar naast hem staan en laat hem niets aanraken als hij ontwaakt. Geen knop, geen schakelaar, geen koord waaraan hij zou kunnen trekken, helemaal niets! We moeten die computers kraken en zien wat erin zit.' 'Waarom gebruiken we de magische naald van de kolonel niet, Cons-Op?' 'Wat...?'
'In plaats van een halve centimeter misschien ruim twee.' 'Ik weet het niet, kapitein,' zei Witkowski. 'Ik ben geen dokter. Op zijn leeftijd komt hij misschien niet meer bij van dat spul.' 'Dan nemen we toch weer een halve, wat maakt het uit?' 'Geen slecht idee,' fluisterde Drew. 'Als je het tenminste kunt doen.' 'Hé, die nummer Twee is een genie met aders. Volgens mij is hij hospik geweest.'
'Alle mensen van het Vreemdelingenlegioen hebben een medische opleiding gehad,' legde de kolonel uit. 'Wat gaat u daar doen, meneer Cons-Op?'
'Wat jij wilt dat ik doe. Ik sluit de stalen deur en roep de aan- valsploeg naar binnen. Dan leg ik contact met Karin en onze luitenant en zeg dat zij moeten volgen.' Latham haalde zijn radio voor den dag, schakelde over op een militaire frequentie en beval de Franse eenheid van de Étranger de grote poort op te blazen en hun luidsprekers te gebruiken, voordat ze het kasteel aanvielen. Hij schakelde weer over naar de klip. 'Luister eens, jullie twee. De Fransen komen naar binnen. Als de zaak veilig is, roep ik jullie opnieuw op; en, Karin, dan moet jij zo snel je kunt naar de bovenverdieping komen, maar alléén als alles onder controle is! Niet eerder! Begrepen?'
'Ja,' antwoordde de luitenant. 'Jullie hebben het dus gerooid?' 'We hebben het gerooid, Gerry, maar het is nog lang niet voorbij. Deze lui zijn fascistische maniakken. Ze zullen zich in een hoekje verstoppen, alleen om een van ons neer te knallen. Laat Karin niet voor jou uitkomen...'
'Dat soort beslissingen kan ik heel goed zelf nemen...' 'Och, hou toch je kop! Uit!' Drew haastte zich naar het bed van Monluc, terwijl Étranger Twee en Dietz klaarstonden om de verschrompelde oude man totaal onder verdoving te brengen. 'Nu!' zei de commando. E-Twee greep de magere linkerarm vast en
kneep in de huid aan de binnenkant van de elleboog. 'Waar is de ader?' riep Dietz in het Frans.
'Hij is oud. De eerste blauwe die je ziet, prik daar maar middenin!' 'Mein Gott!' krijste de aan het bed gekluisterde, stokoude man. Zijn ogen puilden ineens uit, zijn mond vertrok zich, zijn rechteroog begon spastisch te trekken. Wat er toen volgde, deed Witkowski verbleken en hij beefde over zijn hele lijf. De scheldtirade in krijsend Duits was schokkend, de snerpende stem had niets menselijks meer. 'Als ze Berlijn bombarderen, zullen wij Londen vernietigen! Als zij honderd vliegtuigen sturen, sturen wij er duizenden en duizenden, totdat de hele stad niets meer is dan bloed en puin! We zullen die Engelsen een dodelijke les leren! We zullen...' De oude man viel achterover in de zijden kussens.
'Controleer zijn pols!' zei Latham. 'Hij moet in leven blijven.' 'De pols is snel, maar is er nog, monsieur,' zei Étranger Twee. 'Weet je wat die rotzak zojuist uitkraamde?' vroeg Stanley Witkowski met een bleek gezicht. 'Hij gaf Hitiers antwoord op het eerste bombardement van Berlijn. Woord voor woord! Ik kan het gewoon niet geloven.'
Beneden, buiten op de weg voor het kasteel, vuurden pantserwagens van de aanvalseenheid hun raketten af en bliezen de poort open. Een stem uit een luidspreker galmde door het donker en werd duizenden meters verder gehoord. 'Iedereen daarbinnen moet zijn wapens neerleggen, of hij wordt gedood! Kom naar buiten en laat je ongewapend zien! Dit is een bevel van de Franse regering en onze mensen zullen dit kasteel doorzoeken en schieten op iedereen die binnen blijft. U hebt twee minuten om aan onze eisen te voldoen!' Langzaam en angstig kwamen tientallen mannen en vrouwen naar buiten lopen, hun handen opgeheven ten teken van overgave. Ze gingen op een rij staan op de ronde oprit: bewakers, koks, kelners en hoeren. De stem uit de luidspreker ging door. 'Als er binnen nog iemand over is, dan hoort u het nu van ons: u bent er geweest!' Plotseling versplinterde een blonde man een raam op de tweede verdieping en schreeuwde: 'Ik kom naar beneden, heren, maar ik moet eerst iemand zoeken. U kunt me neerschieten als u wilt, maar ik móet haar vinden! U hebt mijn woord, mijn wapens!' Verder glasgerinkel ging vooraf aan het naar buiten smijten van een pistool en een semi-automatisch wapen; ze kletterden neer op de oprit en de gedaante verdween.
'Entrez!' riep de stem uit de luidspreker en acht manschappen in gevechtsuitrusting renden de verscheidene ingangen in, als spinnen die snel naar insecten scharrelden die in hun web waren gevangen.
Er werd sporadisch nog geschoten, niet veel, toen een paar fanaten stierven voor hun perverse ideaal. Tenslotte verscheen een officier van de Étranger in de voordeur, terwijl een dronken Bergeron voor hem uit strompelde. , 'We hebben onze verrader van het Deuxième!' riep hij uit in het Frans. 'En hij is zo zat als een aap.' 'Genoeg. Laat die andere twee naar binnen.' Karin en luitenant Anthony renden de verbrijzelde twee poorthelften door, op weg naar de hoofdingang. 'Hij zei dat we de trap op moesten!' riep Karin de Vries voor de luitenant uit lopend. 'Wilt u in hemelsnaam op mij wachten? Ik hoor u te beschermen!' 'Als jij langzaam bent, Gerry, dan kan ik daar niets aan doen.' 'Als u wordt gedood, schiet Cons-Op mijn kop eraf.' 'Ik heb een pistool, luitenant, maak je nergens zorgen over!' 'Hartelijk bedankt, amazone. Verrek, wat doet die arm pijn.' Ineens hielden ze allebei in, tot staan gebracht door wat ze zagen op de overloop van de tweede verdieping. Een blonde bewaker had een jonge vrouw in zijn armen en droeg haar met tranen in zijn ogen naar beneden. 'Ze is zwaargewond,' zei hij in het Duits, 'maar ze leeft nog.'
'U was die man in het raam, nicht?' vroeg Anthony, ook in het Duits. 'Ja, meneer. Zij en ik waren bevriend en ze had nooit in dit afschuwelijke kasteel mogen komen.'
'Breng haar naar beneden en zeg tegen de anderen dat ze er een
dokter bij halen,' zei de luitenant. 'Opschieten!'
'Danke.'
'Prima, maar als je liegt, maak ik je zelf van kant.'
'Ik lieg niet, meneer. Ik heb veel slechte dingen gedaan, maar ik
lieg niet.'
'Ik geloof hem,' zei Karin, iaat hem maar gaan.' Ze kwamen op de bovenverdieping, maar ze konden onmogelijk de stalen deur openkrijgen: geen bel, geen signaal, helemaal niets. 'Drew wilde mij heel nadrukkelijk hier hebben, maar hoe komen we binnen?' 'Vertrouw maar op een jonge oude luitenant,' antwoordde Anthony, die het afdrukslot in de muur had gezien. 'We laten een alarm afgaan. Deze dingen waren een paar jaar geleden al zo oud als de weg naar Rome.' 'Waar heb je het over?'
'Let maar eens op.' Gerald Anthony stak zijn hand in de opening en drukte zijn palm omlaag. Seconden later werd de stalen deur geopend door een verschrikte Latham en het alarm binnen was oorverdovend.
'Verrek, wat heb je nou gedaan?' riep Drew uit. 'Doe de deur maar dicht, grote baas, dan slaat het wel af.' Dat deed Latham en de bel was stil. 'Hoe wist je dat?' vroeg hij. 'Verrek, het is niet eens geavanceerde techniek. Gewone circuitonderbrekers die niet omkeerbaar zijn.' 'Hoe wist je dat nu weer?'
'Ik wist het eigenlijk niet, maar omkeerbare onderbrekers in deze systemen zijn betrekkelijk nieuw. Dit hier is vrij oud, daarom waagde ik het er maar op. Wat wilt u, we hebben de zaak toch immers veiliggesteld.'
'Maak geen ruzie met hem, Drew,' zei Karin terwijl ze Latham even omhelsde. 'Ik weet het, ik wéét het: dit is geen tijd voor emoties. Waarom wil je mij zo snel hier hebben?'
'Er is een kamer - twee kamers eigenlijk - vol computers. Die moeten we kraken.'
Een uur ging voorbij en een transpirerende Karin de Vries kwam de deur uit lopen. 'Je hebt het op tijd gevonden, liefste,' zei ze toen ze voor Latham stond. 'In de veronderstelling dat dit geïsoleerde kasteel aan de Loire nooit ontdekt kon worden, werden alle gegevens hier bewaard. Er staan bijna tweeduizend namen op de uitdraaien, wie wel en wie niet lid is van de nazi-beweging. In de hele wereld.'
'Dan hebben we ze dus!'
'We hebben er een heleboel, ja mijn schat, maar we hebben ze niet allemaal, nooit allemaal. Dit zijn alleen de leiders die schreeuwen en krijsen, die de menigten aanzetten tot haat, om iedereen te verachten behalve zichzelf. En velen doen dat op subtiele manieren, ze doen zich naar buiten welwillend voor, maar vanbinnen zitten ze vol haat.'
'Wat een gefilosofeer, dame; ik heb het erover hoe we die verdomde nazi's kunnen aanklagen!'
'Dat kun je nu, Drew. Ga achter ze aan, maar weet goed wat er na hen komt.'
In een hoogst geheim laboratorium in de heuvels van de Shenan- doah-vallei keek een patholoog-anatoom in een doktersjas over de tafel zijn veel jongere collega aan en beiden bekeken ze hun computerschermen. 'Vind jij hetzelfde als ik?' vroeg de eerste patholoog zacht.
'Ik wil dit niet geloven,' zei de tweede. 'Een verwisseling, de grootste verwisseling in de geschiedenis!'
'De rapporten uit Berlijn kunnen niet liegen, jongeman, je hebt ze vóór je. In de jaren veertig was dna nog onbekend, nu weten we wat het is. Ze kloppen... Steek het vuur maar aan, dokter, de wereld hoeft dit niet te slikken. We zouden alleen maar een mythe voeden, en die smerige oude man is gisteravond gestorven.' 'Zo denk ik er precies over. Als je een mythe voedt, verspreid je de brandstof alleen maar, zodat er nieuwe mythen ontstaan.' 'Erger nog: je verheerlijkt ze, maakt ze onsterfelijk.' 'Precies, dokter. Hitier heeft zich vijftig jaar geleden in die bunker doodgeschoten. We zijn al voldoende verknipt, we hoeven het onmogelijke niet te geloven, waaraan de fanatici zich onmiddellijk zouden vastklampen en dat ze zouden verheerlijken. De grootste klootzak van de wereld gaf zijn maîtresse cyanide en joeg zich een kogel door de kop toen de Russen voor Berlijn stonden. Iedereen gelooft het, waarom zouden we de geaccepteerde geschiedenis tegenspreken?'
Het tegenstrijdige bewijsmateriaal werd vernietigd door twee bunsenbranders in de Shenandoah-vallei.