39
'Wanneer is ze naar binnen gegaan?' vroeg Latham met stemverheffing om boven de stortregen uit te komen. 'Ongeveer twintig minuten geleden,' antwoordde de Duitse inlichtingenofficier, die Engels sprak, terwijl het voertuig dat hen had gebracht met gedoofde koplampen het complex uit reed. 'Verrek, is ze al zo lang binnen? En u hebt haar naar binnen laten gaan zonder radio, zonder dat ze, hoe dan ook, contact met u kan houden?'
'Ze begreep dat, meneer. Ik maakte duidelijk dat ik haar geen radio kon geven en ze zei zelf: "Ik begrijp het.'" 'Denkt u niet dat u ons even had moéten bellen, voordat u haar liet passeren?' schreeuwde Witkowski in het Duits. 'Mein Gott, nein!' antwoordde de officier. 'De grote directeur Moreau zelf heeft me gebeld en we bedachten het minst gevaarlijke plan om haar langs de bewakers te krijgen.' 'Moreau? Die klootzak wurg ik nog eens!' Latham ontplofte. 'Om wat vollediger op uw vraag te antwoorden, mein Herr,' zei de Duitse inlichtingenofficier, 'het Fräulein is nog niet zo lang in de bungalow; mijn meest voorwaarts geplaatste verkenner rapporteerde per radio dat ze er twaalf minuten geleden binnenging. Kijk, ik heb de precieze tijd met waterbestendige inkt in mijn notitieboekje geschreven. Ik ben heel efficiënt, dat zijn wij Duitsers allemaal.' 'Waarom hebben al mijn rijke vrienden dan zo'n moeite om hun Mercedes gerepareerd te krijgen?' 'Ongetwijfeld de Amerikaanse monteurs, meneer.' 'Och, hou toch je kop!'
'Ik denk dat het tijd is voor mij en de magere man,' viel kapitein Christian Dietz hen in de rede. Hij stond slechts een meter van hen vandaan in de regen, met luitenant Anthony naast zich. 'We zullen hetzelfde spelletje spelen als op dat grote landgoed stroomafwaarts en de bewakers onschadelijk maken.' De kapitein zette een stap naar voren en sprak de officier in het Duits aan. 'Herr Offizier,' begon hij, 'hoeveel wachten zijn er en lopen ze een vaste route? Ik spreek u in het Duits aan, want ik wil geen vergissingen riskeren.' 'Mijn Engels is even goed als uw Duits, meneer.' 'Maar het klinkt wat aarzelender. En uw grammatica...' 'Ik zal volgende week mijn privé-leraar niet betalen,' viel de officier hem glimlachend in de rede. 'Om mijn volgende diploma te halen moet ik maar eens op theevisite gaan bij Engelsen in Oxford.' 'Abfälle! Die zult u nooit verstaan. Dat lukt mij niet eens. Die praten alsof ze een hete aardappel in hun mond hebben!' 'Ja, dat heb ik gehoord.'
'Waar hebben ze het toch over?' schreeuwde Drew.
'Ze maken kennis met elkaar,' antwoordde Witkowski. 'Zoiets heet
vertrouwen wekken.'
'Zoiets heet tijd verspillen!' 'De kleine dingen, chlopak. Als je, al is het maar een minuut, naar iemand luistert in zijn eigen taal, kom je te weten wanneer hij onzeker is. Dietz wil zich er alleen maar van overtuigen dat er geen onduidelijkheden bestaan, geen twijfels.' 'Zeg dat ze opschieten!' 'Dat hoeft niet, ze zijn al zowat klaar.'
'Er zijn maar drie bewakers,' vervolgde de officier in het Duits tegen de commandokapitein, 'maar er is een probleem. Als de ene wacht terugkeert bij de deur, helemaal links van de oprit, dan komt er korte tijd later een andere naar buiten, maar pas als de eerste goed en wel terug is. En ik moet u zeggen dat we er twee hebben herkend; het zijn ziekelijke moordenaars, altijd met een heel arsenaal aan schietwapens en granaten.'
'Ik begrijp het. Het is een estafette. Het stokje wordt persoonlijk
aan de volgende man doorgegeven.'
'Precies.'
'Dan moeten we een manier verzinnen om de anderen naar buiten te krijgen.' 'Ja, maar hoe?'
'Laat dat maar aan ons over. Wij spelen het wel klaar.' Hij wendde zich tot Latham en Witkowski. 'Het is een stel maniakken daarbinnen,' zei Dietz, 'en dat verbaast ons niets. "Ziekelijke moordenaars", zoals onze makker hier zei. Dit soort lui zou nog liever moorden dan eten; de psychiaters hebben er een woord voor, maar dat kan me nu niets verdommen. We gaan naar binnen.' 'En dit keer ga ik met jullie mee!' zei Drew met nadruk. 'En vergeet het maar dat je me kunt tegenhouden.' 'Gesnopen, baas,' stemde de luitenant in. 'Alleen moet u ons allemaal een plezier doen.' 'Wat dan?'
'Ga geen Errol Flynn spelen, net als in die oude films. Zo werkt dat niet.'
'Moet je mij vertellen, broekeman.'
'Vertel ons eens hoe we vanaf hier moeten lopen,' zei Witkowski tegen de Duitse officier.
'U volgt het tegelpad tot aan een verwoest zomerhuisje...' Tien seconden later vertrok het kwartet van achter de half vernielde muur van het oude landhuis, de commando's voorop en Drew met de radio. Ze kwamen aan het croquetveld en wachtten op de lichtflitsen uit de boom. Die kwamen: driemaal, en nauwelijks te zien in de afgrijselijke stortbui. 'We gaan,' zei Latham, 'de weg is vrij!'
'Néé!' fluisterde Dietz en zijn krachtige rechterarm hield Latham tegen. 'We willen de wacht hebben!' 'Karin is daarbinnen!' riep Drew uit.
'Die paar seconden doen er niet toe,' zei luitenant Anthony terwijl hij en zijn kapitein haastig wegliepen. 'Blijf hier!' voegde hij eraan toe terwijl ze allebei het croquetveld overrenden, de kletsnatte duisternis in. Er kwam geen signaal; er kwam niets. En toen was het er: twee flitsen, er patrouilleerde een bewaker. Ineens weerklonk uit de verte een kreet, een gehuil, dat abrupt werd afgebroken. En toen nog een en nog een. Daarna flitste er uit de boom drie keer een vaag lichtje op; de weg was vrij. Latham en Witkowski stormden het croquetveld over en het tegelpad af; de zaklamp van de kolonel wees de weg. Ze kwamen aan de scherpe bocht naar links en renden het pad af boven het oude botenhuis. Ver naar links hadden de commando's moeite de twee wachten in bedwang te houden die het huis uit waren gevlucht.
'Ga ze helpen,' beval Drew, en hij keek naar het zijportiek met het rode licht dat de Duitse inlichtingenofficier net had beschreven. 'Dit is werk voor mij.' 'Chlopak...!'
'Donder op hier, Stosh, ze hebben hulp nodig. Dit is voor mij!' Latham liep het afhellende grasveld af met een pistool in zijn hand. Hij liep naar het kleine portiek, onder het vage rode licht, en boven de neerkletterende regen op het dak uit hoorde hij binnen een gil. Karin gilde! Het was alsof voor zijn ogen een vuurbal in duizend glinsterende sterren uiteenspatte. Hij wierp zijn lichaam tegen de deur, zodat die uit zijn voegen sprong en de scharnieren in het rond vlogen; het deurpaneel vloog door de obscene schijnwerper- gloed van het altaar met zijn glanzende crucifix. Op de vloer, alleen gekleed in onderbroek, lag de blonde Führer boven op een gillende, schoppende, vechtende Karin, die woedend met haar benen trapte en haar handen probeerde los te maken uit zijn greep. Drew schoot zijn pistool af en joeg een kogel door het dak. Jager draaide zich dodelijk geschrokken van zijn mishandelde vrouw af, met krampachtig vertrokken gezicht en lijf.
'Sta op, nazi-tuig,' zei Latham met ijskoude stem, waar dodelijke, pure haat in doorklonk.
'Jij bent Harry niet!' zei Jager plotseling, terwijl hij langzaam en gebiologeerd overeind kwam. 'Je lijkt een beetje op hem... maar je bent hem niet.'
'Ik sta ervan te kijken dat je dat in dit licht kunt zien.' Drew trok zich terug uit het schijnsel. 'Alles goed met je?' vroeg hij Karin.
'Op een paar blauwe plekken na.'
'Ik wil hem doden.' Latham sprak rustig en kil. 'Alles welbeschouwd moet ik hem doden.' Hij bracht zijn pistool omhoog en richtte het op Jagers hoofd.
'Nee!' riep Karin uit. 'Ik denk er ook zo over, maar jij mag dat niet doen, wij mogen dat niet doen! Waterbliksem, Drew. Hij beweert dat hij het niet kan tegenhouden, dat hij de details niet kent, maar hij heeft zijn hele leven al gelogen.'
'Drew...?' viel Günter Jäger hen in de rede en een kwaadaardige grijns van opluchting kwam over zijn gelaat. 'Drew Latham, dat botte broertje van Harry. Hoe noemde hij hem ook alweer? "Mijn broertje, de sportman", dat was het. Ik moest hem vragen wat dat betekende. Hans Traupman had dus ongelijk, de Blitzkrieger hebben Harry wel gedood, alleen heeft zijn broer zijn plaats ingenomen. Mein Gott, we hebben achter de verkeerde man aan gezeten! Harry Latham is toch dood en niemand heeft het ooit geweten.' 'Wat bedoel je, ooit geweten?' vroeg Drew. 'Denk erom, ik heb een pistool in mijn hand en gezien mijn labiele toestand zou ik je best eens voor je raap kunnen schieten. Ik herhaal: wat bedoelde je?' 'Vraag het Traupman maar. Och, dat was ik vergeten, hij is er niet meer! En zelfs de Polizei, met inbegrip van degenen die aan onze kant staan, kan niet alle frequenties van de jachthaven afluisteren en kent onze noodcodes. Zoals de Engelsen zeggen: "Sorry, old boy, ik kan je niet helpen.'"
'Hij zei dat ze een experiment op Harry hadden uitgevoerd,' kwam Karin snel tussenbeide toen Latham zijn pistool weer richtte, 'een medisch experiment.'
'Tot ongeveer diezelfde conclusie zijn Sorenson en ik ook gekomen. We komen er wel achter. Harry's lijk ligt nog in het lijkenhuis... Oké, mooie jongen, begin de deur maar uit te lopen.' 'Mijn kleren,' protesteerde Jager. 'Je zult me toch mijn kleren wel laten aantrekken? Het regent dat het giet.'
'Wil je wel geloven dat het me echt niets kan schelen of je nat wordt? Bovendien weet ik niet wat je in je kleren verborgen houdt, bijvoorbeeld in je hemdboord. Mijn vriendin zal ze wel meenemen.' 'Vriendin? Bedoel je niet je hoer van een minnares?' krijste de nieuwe Führer.
'Klootzak!' Latham haalde met de loop van het pistool uit naar Jagers hoofd, toen de nazi ineens zijn linkerarm opstak, de klap met het pistool blokkeerde en met zijn rechtervuist Drew zo hard op de borst stompte dat die achterover werd geworpen en viel. Vervolgens vloog Jager op het pistool af, wrong het uit Drews greep, stond op en vuurde tweemaal, terwijl Latham eerst naar rechts en daarna naar links rolde, zijn twee voeten opzij van de benen van Jager plaatste, zijn rechterenkel klemzette en met alle vertwijfelde kracht die hij kon opbrengen tegen de knie van de nazi schopte. Jager gilde van de pijn terwijl hij achteroverboog en nog twee keer schoot; de kogels doorboorden de muren. Karin vloog over de vloer en greep het pistool dat haar man haar gedwongen had te laten vallen. Ze stond op en schreeuwde. 'Hou op, Frederik! Ik vermoord je!'
'Dat zou je niet kunnen, vrouw,' schreeuwde Günter Jager, terwijl hij Lathams klappen afweerde en probeerde zijn wapen op Drews borst te richten, terwijl Latham zijn pols tegen de grond drukte, naast het vierkante gat en de golven van de rivier daaronder. 'Je aanbidt me! Iedereen aanbidt me, ze vereren mij!' De nazi duwde zijn rechterarm naar achteren, buiten bereik van Drew. Hij boog zijn hand naar links, toen naar rechts; hij was los, hij kon schieten.
Karin vuurde.
De commando's renden de open deur door, Witkowski vlak achter hen. Ze bleven abrupt staan en staarden naar het tafereel voor hen, onder de spookachtige gloed van de schijnwerperlamp, gericht op het altaar dat daar helemaal niet thuishoorde. Enkele seconden was het enige geluid het kletteren van de regen buiten en de zware ademhaling van de vijf mensen van het N-Twee-team. 'Ik neem aan dat je niet anders kon, chlopak,' zei de kolonel tenslotte en hij keek naar Jagers lijk met het verbrijzelde voorhoofd. 'Hij heeft het niet gedaan, ik deed het!' riep Karin. 'Het was mijn schuld, Stanley, ik was de oorzaak,' verbeterde Latham haar. Hij keek de oudgediende officier van G-Twee aan, en erkende de dood van Günter Jager als een nederlaag van onmetelijke omvang, ik verloor mijn zelfbeheersing en hij maakte daar gebruik van. Hij stond op het punt me neer te schieten met mijn eigen pistool.' 'Je eigen pistool?'
ik wilde hem ermee slaan. Dat had ik niet moeten doen, ik weet wel beter.'
'Het was helemaal zijn schuld niet, Stanley!' riep Karin uit. 'Ook al waren de omstandigheden anders geweest, dan zou ik hem nog hebben neergeschoten! Hij probeerde me te verkrachten en als Drew niet was gekomen, zou hij daarin zijn geslaagd en me dood hebben achtergelaten. Dat waren zijn eigen woorden.' 'Dan zal dat ons rapport zijn,' zei de kolonel. 'Het gaat niet altijd zoals je wilt en ik zou niet graag de begrafenis van agent Latham bij willen wonen. Ben je iets te weten gekomen, Karin?' 'Voornamelijk hoe hij zo geworden was: de overeenkomst met de Stasi, zijn talent als spreker dat ontdekt werd door Hans Traupman. Wat Waterbliksem betreft beweerde hij dat hij het niet kon tegenhouden, zelfs hij niet, omdat hij de technische details niet kende en ook niet het personeel dat erbij was betrokken. Maar ja, hij was een aartsleugenaar.'
'Godverdomme!' riep Latham uit. 'Hoe heb ik zo stom kunnen zijn!' 'Ik weet het nog niet, jongen. Als ik iemand had aangetroffen die een goede vriendin zoiets weerzinwekkends wilde aandoen, geloof ik niet dat ik anders had gehandeld. Kom op, we doorzoeken het hele huis en wachten af of we iets kunnen vinden.' 'Hoe zit het met de Duitse groep daarbuiten?' vroeg Christian Dietz. 'Misschien kan die ons helpen.'
'Ik denk van niet, kapitein,' zei Karin snel. 'Frederik maakte duidelijk dat de Polizei, zelfs degenen die met de nazi's sympathiseerden, niet alle radiofrequenties konden afluisteren. Dat zou kunnen betekenen dat de neo's de overheid hebben geïnfiltreerd, zoals ze met de Bundestag hebben gedaan. Ik stel voor dat we zelf gaan zoeken.'
'Dan zal het een lange nacht worden,' zei luitenant Anthony. 'Laten we maar beginnen.'
'Hoe zit het met de andere twee bewakers?' vroeg Drew. 'Of de eerste.'
'Die zijn geboeid en slapen vast,' antwoordde Dietz. 'We zullen ze zo nu en dan controleren en als we klaar zijn, dragen we ze over aan wie jullie maar willen.'
'Zoeken jullie de rest van het huis maar door, wij concentreren ons op het woongedeelte,' beval de kolonel. 'Er zijn hier drie kamers en een badkamer, een kantoor, een slaapkamer en deze ontheiligde heilige ruimte hier. Een voor ieder van ons.' 'Waar zoeken we naar?' vroeg luitenant Anthony. 'Naar alles wat maar enigszins betrekking heeft op Waterbliksem, en verder naar alles waar nummers of namen op staan. En laat een van jullie een laken zoeken om over het lijk te leggen.' Ze lieten niets aan het toeval over, en toen de zomerzon opsteeg boven het oosten van de Rijn, werden kartonnen dozen die ze in de voorraadkamer hadden gevonden gevuld met materiaal en naar de kapel gebracht. Het meeste van wat erin zat, was waarschijnlijk waardeloos, maar er waren deskundigen met veel meer ervaring dan
iemand in het N-Twee-team die dat beter konden vaststellen. Behalve misschien Karin de Vries.
'Flugzeug... gebaut - meer staat er niet, de rest is er afgerukt,' zei Karin terwijl ze een gescheurd stukje papier bekeek in het handschrift van haar ex-man. "'Vliegtuig gebouwd", meer staat er niet op.'
'Heeft het iets met Waterbliksem te maken?' vroeg Witkowski terwijl hij een paar andere dozen met plakband afsloot. 'Nee, zo te zien niet.' 'Waarom besteden we er dan tijd aan?'
'Omdat hij het in opgewonden toestand heeft geschreven, de e's en g's lijken op elkaar, de rest is onduidelijk, maar het schrift is stevig doorgedrukt. Ik ken dat handschrift; hij liet altijd lijsten voor me achter, dingen die ik moest kopen of die ik hem moest geven, voordat hij onderdook. Dan was hij high van de adrenaline.' 'Als jij suggereert wat ik denk, vrees ik dat het niets voorstelt,' zei Drew, naast het vierkante gat in de vloer dat naar de miniatuurduikboot onder in de rivier voerde. 'Er is geen verband met Waterbliksem. Sorenson, die naar ik hoorde enigszins een expert is op het gebied van reservoirs, heeft vliegtuigen uitgesloten.' 'Hij had gelijk,' zei de kolonel, terwijl hij het plakband over de laatste drie dozen haalde. 'De aantallen alleen al en de hoogte zouden dat onmogelijk maken. Het zou een strategie zijn die bij voorbaat mislukt is.'
'Wes had het erover dat de reservoirs en ander watervoorzieningen vaak als sabotage-objecten werden beschouwd. Dat wist ik helemaal niet.'
'Omdat het nog nooit is gebeurd, behalve in woestijnoorlogen waar oases werden vergiftigd. Op de eerste plaats zijn er humanitaire overwegingen: de overwinnaars moeten na het einde van de vijandelijkheden met de overwonnenen leven. Op de tweede plaats is de logistiek vrijwel onoplosbaar.'
'Ze hebben een manier bedacht, Stanley, dat weet ik zeker.' 'Wat kunnen we nog meer dan we al hebben gedaan?' zei Karin. 'Er zijn nog nauwelijks twintig uur over.'
'Breng dit materiaal naar Londen en haal elke analist in MI-Vijf, Mi-Zes en de Geheime Dienst erbij. Zeg dat ze alles minutieus bekijken, hoe meer hoe beter.'
'We kunnen het daar over drie kwartier hebben,' zei Witkowski. Hij haalde zijn draagbare telefoon voor den dag en belde. 'Ik wil de snelste weg terug naar Parijs om te praten met wie er ook maar de leiding hebben over de bewaking van de watervoorzieningen, waar ze ook zitten.'
'Waarom vinden we niet uit waar ze zitten en landen we het dichtst in hun buurt?' vroeg Karin. 'Claude kan daarvoor zorgen.' 'Als hij nog leeft, nadat ik hem te grazen heb genomen!' siste Latham. 'Hij heeft jou hier binnengekregen. Jij belde hem en hij zorgde dat je hier binnenkwam zonder het ons te zeggen!' 'Daar had hij een goede reden voor, want ik heb hem gesmeekt, gesméékt.'
'Met een geweldig resultaat, mag ik wel zeggen,' zei Drew. 'Je werd bijna verkracht en vermoord en de machtige Günter Jager ligt dood onder een laken en we hebben niets meer aan hem.' 'Dat zal ik mezelf nooit vergeven. Niet dat ik hem heb gedood - hij moest gedood worden, anders had hij jou vermoord - maar voor het feit dat ik alles veroorzaakte.'
'Waar dacht je eigenlijk aan?' vervolgde Latham boos. 'Dat je hem kon opjutten en dat hij alles zou uitspugen?' 'Zoiets, maar veel meer dan dat. Harry zou het begrepen hebben.' 'Breng het mij maar eens bij!'
'Ondanks al zijn fouten was Frederik eens dol op zijn ouders en grootouders. Zoals veel kinderen die die liefde verliezen door scheiding of door de dood, was hij emotioneel wat hen betrof. Als ik die herinneringen kon oproepen, was het mogelijk dat hij zou doorslaan, al was het maar even.'
'Ze heeft gelijk, chlopak,' viel de kolonel hen rustig in de rede terwijl hij de telefoon weer in zijn zak stak. 'De psychiaters die de videoband zagen, zeiden dat hij verschrikkelijk labiel was. Ik heb begrepen dat dat betekende dat hij onder hoogspanning alle kanten op kon gaan. Ze heeft het geprobeerd met een moed die ik zelden eerder heb gezien; het heeft niet gewerkt, maar het had kunnen werken. Dat soort risico's worden in ons onzalige beroep elke dag genomen, heel vaak door dappere mensen die nooit met de eer gaan strijken, zelfs niet als ze verliezen.' 'Dat was jaren geleden, Stosh, tegenwoordig niet meer.' 'Ik beweer, agent Latham, dat vandaag de voorloper is van onze ergste verwachtingen. Als je dat niet geloofde, zou je hier nu niet aan de oever van de Rijn staan.'
'Oké, Stanley, ik geloof het. Ik zou alleen meer grip willen hebben op mijn soldaten; ze worden toch "soldaten" genoemd?' 'In jouw geval niet, maar in Parijs is alles geregeld. Moreau heeft op het vliegveld twee Duitse straaljagers, de ene met bestemming Londen, de andere naar een doel in Frankrijk dat bekend wordt gemaakt als het is opgestegen.'
Kapitein Dietz en luitenant Anthony kwamen de kapel in lopen via de deur die toegang gaf tot de rest van het huis. 'Er zijn hier alleen nog maar potten en pannen en meubilair,' zei de kapitein. 'Als er op papier iets op te sporen is, dan zit het in die dozen.' 'Waar gaan we nu heen, grote baas?' vroeg de luitenant. Latham richtte zich tot Witkowski. 'Ik weet dat je dit niet leuk vindt, Stanley, maar ik wil dat jij die dozen naar Londen brengt. Zij zijn de besten en jij bent de beste en niemand kan de zweep zo goed laten knallen als jij. Niemand mag rusten, niemand mag slapen, iedereen blijft gewoon aan het werk, aan het lezen en aan het proberen aanwijzingen te vinden. Karin en onze twee nieuwe vrienden vliegen met mij naar Frankrijk.'
'Je hebt gelijk. Het staat me niet aan, chlopak, maar het is logisch wat je zegt. Ik heb wel hulp nodig, Drew, ik ben nu niet echt de gezamenlijke stafchefs, weet je. Ik moet meer autoriteit achter de hand hebben dan ik nu heb.'
'Wat dacht je van Sorenson, of Talbot van de CIA, of de president van de Verenigde Staten?'
'Die laatste zou ik heel graag hebben. Kun jij dat versieren?' 'Om de donder kan ik dat, Sorenson kan het. Bel de Duitse inlichtingendienst en laat ze over vijf minuten hier een auto hebben.' 'Die is nooit weg geweest, hij staat langs de weg. Kom op, mannen, we dragen er ieder twee.'
Toen de twee commando's de kamer door liepen om de dozen te pakken, zag luitenant Anthony een verfrommeld stukje papier op de grond, aan de voet van het altaar. Zuiver uit intuïtie raapte hij het op en vouwde het open. Er stonden slechts een paar woorden op in onleesbaar Duits. Toch stak hij het in zijn zak.
Met gedempte, maar constant brullende motoren naderde de jet naar Londen de Engelse kust. Witkowski was aan één stuk internationaal aan het bellen, eerst met Wesley Sorenson, daarna Knox Talbot, de directeur van de CIA, Claude Moreau van het Deuxième en tenslotte, tot zijn stomme verbazing, de president van de Verenigde Staten.
'Witkowski,' zei de opperbevelhebber, 'u hebt nu de leiding over de
operatie in Londen. De eerste minister is het daar volledig mee eens.
Als u zegt "springen", zullen zij vragen hoe hoog.'
'Ja, meneer. Dat wilde ik graag horen. Het kan een beetje lastig
zijn voor een kolonel in het leger om bevelen te geven, vooral aan
burgers van hoge rang. Ze raken dan snel gepikeerd.'
'Niemand zal gepikeerd raken, ze zullen alleen maar dankbaar zijn,
geloof mij maar. Tussen haakjes, de telefooncentrale van het Witte Huis heeft opdracht u te allen tijde met mij door te verbinden. Ik zou elk uur graag een verslag hebben, als dat uitkomt.' 'Ik zal het proberen, meneer.'
'Succes, kolonel. Een paar honderdduizend mensen rekenen op u allen, ook al weten ze dat niet.'
'Dat begrijp ik, meneer, maar mag ik eens vragen: moeten de mensen niet op de hoogte worden gesteld van wat er kan gebeuren?' 'En paniek op straat krijgen, alle autowegen verstopt, een openbaar vervoer dat volledig uit de hand loopt als mensen zich haasten Washington te verlaten? Als er een alarm wordt uitgegeven dat de hele watervoorziening van de stad misschien door terroristen vergiftigd zal worden, wat is dan het gevolg? Vergiftigd voedsel, legionairsziekte via alle airconditioningsapparaten, biologische oorlog?'
'Daar had ik niet aan gedacht, meneer.'
'U kunt daar nog bijvoegen vernieling op grote schaal van gebouwen, het plunderen en de zwervende bendes die daarop zouden volgen, ongeremde vijandelijkheden die niet te stoppen zijn. Bovendien hoor ik van onze deskundigen dat het hoofdreservoir tot de tanden is gewapend, dat men is voorbereid op elke mogelijke indringing. Ze geloven niet dat zoiets als Waterbliksem kan plaatsvinden.' 'Ik hoop dat ze gelijk hebben, meneer de president.' 'Dat kunnen ze maar beter, kolonel.'
Twintig minuten na het opstijgen in Bonn kreeg Latham een telefoontje van Claude Moreau. 'Verspil alsjeblieft geen tijd met me de huid vol te schelden, Drew. Later kunnen we discussiëren over mijn besluit en ruziemaken over het risico dat ik nam.' 'Je kunt er donder op zeggen dat we dat zullen doen. Wat heb je?' 'Jullie landen op een privé-vliegveld in het district Beauvais; het ligt achttien kilometer van het grootste reservoir van Parijs. Mijn onderbevelhebber, Jacques Bergeron, zal jullie afhalen. Ik neem aan dat je je hem nog herinnert.' 'Ik ken hem nog. En dan?'
'Hij brengt jullie naar de watertoren en naar de militaire commandant die de leiding heeft over de verdedigingswerken. Hij zal alle vragen beantwoorden die jullie hebben en je rondleiden langs de versterkingen.'
De moeilijkheid is dat ik geen flikker weet over reservoirs, behalve dat wat Sorenson me heeft verteld en wat Witkowski heeft bevestigd.' 'Nou ja, dan ben je in elk geval door deskundigen ingelicht.'
'Deskundigen? Het zijn niet eens ingenieurs.'
'We worden allemaal deskundigen en ingenieurs als het gaat om de
sabotage van publieke voorzieningen.'
'Wat ben jij aan het doen?'
'Ik heb de leiding over een legertje geheime agenten, soldaten en politiemensen die elke vierkante meter van een gebied binnen zestien kilometer van de waterreservoirs uitkammen. Waarnaar ze zoeken weten we niet, maar een paar van onze analisten hebben het gehad over afvuurinrichtingen en raketten.' 'Dat is geen slecht idee.'
'Anderen zeggen dat het gekkenwerk is,' viel de directeur van het Deuxième hem in de rede. 'Ze zeggen dat je, om met de vereiste nauwkeurigheid afvuurinrichtingen te gebruiken, een paar ton apparatuur nodig hebt, met voldoende elektrische stroom om een kleine stad te verlichten, of op te blazen. Ook hebben ze lanceerbases nodig en we hebben met vliegtuigen en satellieten elke centimeter grond gefotografeerd.' 'Ondergrondse bases?'
'Daar zijn we bang voor, maar we hebben meer dan tweeduizend "hulpagenten" over het hele gebied verspreid die rondvragen of er ergens ongewone bouwapparatuur is opgemerkt. Heb jij enig idee hoeveel beton er nodig is voor één enkel lanceerplatform? Of de elektrische bedrading die er nodig is vanuit een centrale?' 'Je hebt het aardig druk moet ik zeggen.'
'Niet druk genoeg, mon ami. Ik weet dat je ervan overtuigd bent dat die zwijnen een manier hebben gevonden, en ik ben het met je eens. Eerlijk gezegd was het de reden dat ik me door Karin liet overtuigen, maar laten we het daar niet over hebben. Ik heb zo'n knagend gevoel dat we iets over het hoofd zien, iets wat nogal voor de hand ligt, maar het ontgaat me.'
'Wat dacht je van zoiets eenvoudigs als een bazooka-achtige raket met bussen?'
'Een van de eerste dingen waaraan we dachten, maar als je zulke wapens gebruikt, heb je er honderden nodig, allemaal opgesteld met direct zicht. Je kunt in de bossen rond het water nog geen twintig stappen zetten of je botst op een soldaat. Een dozijn lanceerop- stellingen, laat staan honderden, zouden direct ontdekt worden.' 'Zou het allemaal vals alarm kunnen zijn?' vroeg Drew. 'Vals alarm voor wie? We hebben allebei die band gezien. Führer Günter Jager sprak niet tegen ons, bedreigde ons niet. Hij stond te oreren tegen zijn gezworen volgelingen, onder wie de rijkste mannen van Europa en Amerika. Nee, mon ami, hij gelooft dat hij het kan doen. En dat moeten wij voor ogen blijven houden. Ik hoop bij God dat de analisten in Londen iets vinden. Overigens had je gelijk om dat materiaal naar de Britten te sturen.' 'Ik sta ervan te kijken dat je dat zegt.'
'Dat hoeft je niet. Ze zijn niet alleen heel professioneel, maar het Verenigd Koninkrijk is nooit bezet geweest. Ik durf te wedden dat de meerderheid van de mensen die dat materiaal doorleest, waarschijnlijk niet eens leefden tijdens de oorlog, maar op de nationale ziel heeft de bezetting littekens nagelaten. De Fransen kunnen nooit echt objectief zijn.' 'Daar geef je nogal wat toe.' 'Naar mijn idee is het de waarheid.'
Ze landden om 6.47 uur 's morgens in Beauvais. Het privé-vlieg- veld lag te schitteren in de verblindende ochtendzon. Het N-Twee- team stapte uit en werd rechtstreeks naar de ontvangstruimte in het stationsgebouw gebracht, waar schone, droge kleren op hen lagen te wachten. Ze kleedden zich snel om in lichtgewicht militaire werkpakken. Karin was het laatst klaar. Toen ze uit het damestoilet kwam in de lichtblauwe legeroverall, zei Drew: 'Je ziet er iets te goed uit. Kam je haar maar weg of bind het samen en schuif het onder je baret.' 'Dat zit niet erg lekker.'
'Een kogel ook niet, en als er iemand van die Duitse ploeg bij Jägers huis aan zijn kant stond, wordt hierheen doorgegeven dat de vrouw in het gezelschap gedood moet worden. Kom op, we gaan. We hebben nog zeventien uur. Hoe lang duurt het voordat we bij de... Hoe noem je dat, Jacques?'
'Het watertorencomplex bij het reservoir,' antwoordde de agent van het Deuxième terwijl ze naar de auto liepen die op de parkeerplaats wachtte. 'Van hieraf is het achttien kilometer, dus de rit duurt niet langer dan tien minuten. François is onze chauffeur, die ken je nog wel, hè?'
'Van dat pretpark? De man met die twee brullende dochters die hij
naar huis stuurde?'
'Inderdaad.'
'Mijn bloeddruk kent hem nog heel goed, vooral toen hij over de stoepen reed.'
'Hij is heel handig achter het stuur.' 'Hij is een maniak!'
'De directeur heeft een paar honderd luchtfoto's gestuurd die u moet
bekijken, om te zien of u iets ontdekt wat wij over het hoofd hebben gezien.'
'Waarschijnlijk niet. In mijn studententijd heb ik mijn vliegbrevet
gehaald - alleen op propellervliegtuigen - en ik heb zowat dertig
uur solo gevlogen, maar zonder radio kon ik nooit mijn weg naar
een vliegveld terugvinden. Alles zag er hetzelfde uit.'
'Ik kan met u meevoelen. Ik ben twee jaar officier-piloot geweest
in de luchtmacht en ik had hetzelfde.'
'Echt waar? De Franse luchtmacht?'
'Ja, maar ik was niet bepaald dol op grote hoogten, daarom nam ik ontslag en ging talen studeren. De mystiek van een militaire piloot met verschillende talen bestaat nog steeds. Het Deuxième heeft me opgepikt.'
Ze kwamen aan het voertuig van het Bureau. Het was dezelfde onopvallende wagen, met een motor die was ontworpen voor Le Mans of Daytona, die Latham zich zo goed herinnerde. François begroette hem uitbundig. 'Hebben je dochters je al vergeven?' vroeg Drew. 'Helemaal niet!' riep hij uit. 'Het Parc de Joie is gesloten en ze geven mij daarvan de schuld!'
'Misschien koopt iemand het op en opent het weer. Kom we gaan, beste vriend, we hebben haast.'
Het N-Twee-team stapte in en François steeg bijna letterlijk op; zo leek het tenminste, te oordelen naar de uitdrukkingen van Karin en de twee commando's achterin. Karin de Vries had haar ogen wijd opengesperd en de gezichten van de twee veteranen van Desert Storm zagen bleek van schrik, toen François voortscheurde, slippend de bochten nam en plankgas gaf op de rechte stukken, totdat de snelheidsmeter meer dan honderdvijftig kilometer per uur aangaf.
'Verrek, waar is die gek mee bezig?' vroeg kapitein Dietz. 'Als dit soms een zelfmoordrit is, wil ik uitstappen!'
'Maak je geen zorgen!' schreeuwde Drew om boven het motorge- brul uit te komen, terwijl hij tussen François en Jacques zijn hoofd omdraaide. 'Hij was autocoureur voordat hij bij het Deuxième kwam.'
'Ze zouden hem voor altijd zijn rijbewijs moeten afnemen,' riep luitenant Anthony. 'Hij is gek!' 'Hij is goed,' antwoordde Latham. Kijk maar!' 'Ik liever niet,' mompelde Karin.
De sedan van het Deuxième kwam met gierende banden tot stilstand op het parkeerterrein van een reusachtig stenen gebouw dat het waterleidingbedrijf van het Beauvais-reservoir huisvestte. Toen het team wat beverig uit de auto stapte, kwam een contingent van twee pelotons op het voertuig af, hun wapens in de aanslag. 'Ar- rêtez!' riep Jacques Bergeron. 'Wij zijn van het Deuxième, hier is mijn officiële legitimatie.'
Een officier kwam naderbij, bekeek de penning en de plastic kaart.
'Natuurlijk wisten we dat u het was, monsieur,' zei hij in het Frans,
'maar we kennen uw gasten niet.'
'Ze horen bij mij, meer hoeft u niet te weten.'
'Natuurlijk.'
'Waarschuw uw commandant en zeg hem dat ik het N-Twee-team naar binnen breng.'
'Nu meteen, meneer,' zei de officier; hij trok een walkie-talkie van zijn riem en meldde de pas aangekomenen. 'U kunt verder gaan, meneer, de commandant wacht op u. Hij vraagt of u alstublieft wilt opschieten.'
'Dank u.' Jacques, Latham, Karin en de twee commando's liepen voor een rij gepresenteerde geweren langs naar de ingang van het waterleidingbedrijf. Binnen keken de nieuwkomers hun ogen uit. Het leek er op de kerkers van een oud kasteel, zonder enige versiering, het was donker en rook er vochtig. Alles bestond uit heel oude bakstenen; de muren rezen op tot hoge plafonds. In het midden, met aan weerszijden twee brede stenen trappen, was de enorme ruimte open tot aan het dak van het gebouw. 'Kom,' zei Jacques Bergeron in het Engels, 'de lift is in deze gang rechts.' Het team volgde de Fransman en luitenant Anthony zei: 'Dit gebouw moet meer dan driehonderd jaar oud zijn.' 'Met een lift?' vroeg Dietz grijnzend.
'Die kwam pas veel later,' antwoordde Bergeron, 'maar uw collega heeft gelijk. Deze fabriek, met primitieve, maar bruikbare viaducten, werd gebouwd door de Beauvais-dynastie, met het doel het water op te vangen en het verder te leiden naar hun akkers en tuinen. Dat was in begin zestienhonderd.'
De enorme, oude, vierkante lift was er een zoals je in pakhuizen of vrachtdepots aantreft, waar zware apparatuur van de ene etage naar de andere moet worden vervoerd. Hij zocht zich piepend en knarsend een weg naar boven, tot hij aan de bovenste etage kwam. Jacques had kennelijk zoveel moeite het zware metalen paneel omhoog te schuiven dat kapitein Dietz hem een handje hielp. Het eerste dat ze zagen was de imposante gestalte van een generaal in het uniform van het Franse leger. Hij sprak snel en dringend met de agent van het Deuxième. Jacques fronste het voorhoofd, knikte, mompelde een paar woorden in het Frans en liep snel weg met de militair.
'Wat zeiden ze?' vroeg Drew aan Karin terwijl ze met z'n vieren uit de lift stapten. 'Ze ratelden te snel voor mij, maar ik verstond iets over "afschuwelijk nieuws".'
'Daar kwam het wel op neer,' antwoordde Karin de Vries en ze keek met half dichtgeknepen ogen de twee Fransen na in de donkere stenen gang. 'De generaal zei dat hij afschuwelijk nieuws had en dat hij onder vier ogen met Jacques moest spreken.' Ineens weerklonk een wanhopige kreet. 'Mon Dieu, non! Ce n'est pas vrai!' Die werd gevolgd door het trieste gejammer van een geraakte man die pijn leed. Het N-Twee-team rende als één man de schemerige gang in.
'Wat is er gebeurd?' vroeg Karin in het Frans. 'Ik zal antwoord geven zodat onze vriend, Drew, het kan verstaan,' zei Bergeron, die in elkaar gedoken tegen de muur zat, terwijl de tranen over zijn wangen biggelden. 'Claude is twintig minuten geleden vermoord in de ondergrondse parkeergarage van het Deuxième.'
'O, mijn god!' riep Karin. Ze stapte naar voren en pakte Bergeron bij de arm,
'Hoe kon zoiets gebeuren?' brulde Latham. 'Die plaats wordt zo streng bewaakt, door uw eigen mensen nog wel!' De nazi's,' fluisterde de agent van het Deuxième met verstikte stem. 'Ze zitten overal.'