42

Hysterisch krijsend stortte Jacques Bergeron, Sonnenkind, zich op zijn bureau en pakte een zware presse-papier. Die kegelde hij door het raam, zodat het glas aan scherven sprong. Vervolgens pakte hij zijn stoel op, met een kracht die zijn gedrongen gestalte logenstrafte, en smeet die naar Latham, die het pistool van François uit zijn broekriem trok.

'Niet doen!' schreeuwde Drew. 'Ik wil je niet doden! We hebben je archief nodig! Luister in godsnaam naar me!' Het was te laat. Jacques Bergeron rukte een klein pistool uit zijn borstholster en begon als een dolleman in het rond te schieten. Lat­ham dook naar de vloer, terwijl Bergeron naar de deur rende, die openzwiepte en naar buiten vloog.

'Hou hem tegen!' brulde Drew terwijl hij zich naar de gang rolde. 'Nee, wacht! Laat hem gaan! Hij is gewapend! Ga hem uit de weg!' Het was één grote chaos in de gang. Er knalden nog twee pistool­schoten en overal stroomden mensen achter hun bureaus vandaan. Een man en een vrouw vielen dood of gewond neer. Latham stond op en rende achter de nazi aan, stak kriskras de zijgangen over en schreeuwde: 'Gerry, hij moet daar naar buiten komen! Schiet hem in zijn benen, maar hou hem in leven!' 

Dat bevel kwam te laat. Bergeron wierp zich door de deur van de receptiehal, toen de muren weergalmden van een oorverdovend bel­gerinkel en luitenant Anthony uit de tweede lift stapte. De nazi schoot; het was de laatste patroon in zijn magazijn, te horen aan de daaropvolgende klikken, maar de kogel doorboorde de rechter­arm van de commando. Anthony greep naar zijn elleboog, liet die los en tastte onbeholpen naar zijn wapen, terwijl de vrouw achter het bureau zich hysterisch op de grond liet vallen. 'U kunt nergens heen,' schreeuwde de luitenant en hij probeerde met zijn rechterhand zijn pistool te pakken, terwijl de pijn door zijn arm vlijmde, 'want die liften gaan ook nergens heen! Ik heb ze al­lebei buiten werking gesteld!'

'Dat had je gedacht!' krijste de neo en hij rende de dichtstbijzijnde lift in. Vrijwel onmiddellijk schoven de panelen dicht en de oor­verdovende bel zweeg ineens. 'U kunt nergens heen, monsieur!' wa­ren de laatste woorden van de nazi.

Drew kwam door de deur van de voorhal stuiven. 'Waar is hij?' vroeg hij woedend.

in die lift,' antwoordde de commando met een vertrokken gezicht, ik dacht dat ik in allebei kortsluiting had gemaakt, maar ik denk dat het niet is gelukt.' 'Verdomme, je bent geraakt!' ik red het wel, kijk maar even naar die dame.' 'Alles goed met u?' vroeg Drew, die zich haastig naar de receptio­niste had gekeerd. Langzaam kwam ze overeind. 'Het zal nog beter met me gaan als ik mijn ontslag indien, monsi­eur,' antwoordde ze bevend en buiten adem terwijl Latham haar omhooghielp.

'Kunnen we de lift stilzetten?'

'Non, les directeurs... Neem me niet kwalijk, de directeuren en hun assistenten hebben noodcodes die de liften rechtstreeks brengen waar zij ze hebben willen. Ze stoppen pas op de etage die ze hebben wil­len.'

'Kunnen we voorkomen dat hij het gebouw verlaat?'

'Op wiens gezag, monsieur? Hij is de directeur van het Deuxième

Bureau.'

'Il est un nazi allemand!' riep de luitenant uit. De receptioniste staarde Anthony aan. ik zal het proberen, ma­joor.' De vrouw toetste drie cijfers in op de telefoon op haar bu­reau. 'Dit is een noodsituatie, hebt u de directeur gezien?' vroeg ze in het Frans. 'Merci.' Ze drukte de haak in, koos opnieuw en her­haalde de vraag. 'Merci.' Ze legde op en keek Drew en de com­mando aan. 'Ik heb eerst de parkeergarage gebeld waar monsieur Bergeron zijn sportwagen heeft staan. Hij is niet door de poort ge­gaan. Toen heb ik de balie op onze benedenverdieping gebeld. De conciërge zei dat de directeur zojuist met grote haast is vertrokken. Het spijt me.'

'Bedankt dat u het hebt geprobeerd,' zei Gerald Anthony terwijl hij zijn bloedende rechterarm vasthield.

'Mag ik u eens vragen,' zei Latham, 'waarom hebt u het eigenlijk

geprobeerd? Wij zijn Amerikanen, geen Fransen.'

'Directeur Moreau had enorm veel waardering voor u, monsieur. 

Dat zei hij me toen u hem kwam opzoeken.' 'En dat was voldoende?'

'Nee... Jacques Bergeron was één en al glimlachjes en beleefdheid in gezelschap van monsieur Moreau, maar wanneer je alleen met hem had te doen, was hij een arrogant zwijn. Ik geloofde liever uw uitleg, en hij heeft tenslotte die charmante majoor van u geraakt.'

Ze waren weer in het woongedeelte van ambassadeur Courtland, Drew, Karin met haar gewonde schouder in verband en Stanley Witkowski, die was komen overvliegen uit Londen. Nadat de arm van de luitenant verzorgd was en in een mitella was gebonden, rust­ten de twee commando's uit, wanneer ze tenminste geen uitgebrei­de bestellingen plaatsten bij de etageservice. 'Hij is verdwenen,' zei Daniël Courtland. Hij zat in een stoel naast de kolonel en tegenover Drew en Karin op de divan. 'Alle politie­bureaus en inlichtingendiensten in Frankrijk kijken uit naar Jac­ques Bergeron, maar tot dusver zonder succes. Alle openbare lucht­havens, privé-vliegvelden en douaneposten in Europa hebben zijn foto, met een dozijn op de computer vervaardigde politietekenin- gen van mogelijke vermommingen die hij heeft aangenomen, maar niets. Hij is ongetwijfeld weer veilig in Duitsland tussen zijn eigen mensen, waar die ook zitten.'

'We moeten te weten komen waar dat is, excellentie,' zei Latham. 'Die Waterbliksem is mislukt, maar wat komt er hierna, en zal dat ook mislukken? Hun plannen op lange termijn zijn misschien voor­lopig gestopt, maar de nazi-beweging nog niet. Die rotzakken zit­ten over de hele wereld en ze weten van geen ophouden. Gisteren nog zijn in Los Angeles een synagoge en in Mississippi een neger- kerk tot de grond toe afgebrand. Een aantal senatoren die opston­den om die voorvallen te veroordelen, werd ervan beschuldigd dat ze hun eigen sympathieën verborgen hielden. Het is allemaal één grote rotzooi!'

'Ik weet het, Drew, we weten het allemaal. Hier in Parijs, overwe­gend in de joodse arrondissementen, zijn winkelruiten ingeslagen en is het woord "Kristallnacht" met spuitbussen op de muren gekalkt. Het begint een heel nare wereld te worden. Heel naar.' 'Toen ik vanmorgen uit Londen vertrok,' zei Witkowski zacht, 'ston­den de kranten vol met berichten over de moord op een aantal Westindische kinderen; hun gezichten waren verminkt met bajo­netten - hun gezichten. Het Duitse woord "neger" was met kleur­krijt rond hun lijkjes geschreven.'

'Wanneer zal het in hemelsnaam ophouden!' riep Karin uit.

'Als we ontdekken wie ze zijn en waar ze zitten,' antwoordde Drew. Op de antieke tafel die de ambassadeur als bureau gebruikte, ging de telefoon over. 'Zal ik aannemen, meneer?' vroeg de kolonel. 'Nee, dank u, ik neem hem wel,' zei Courtland terwijl hij opstond en naar de tafel liep. 'Ja? Het is voor jou, Latham, iemand die François heet.'

'Hij is wel de laatste van wie ik had gedacht nog ooit te zullen ho­ren,' zei Drew, die opstond en snel naar de tafel liep. Hij nam de hoorn van de ambassadeur over. 'François...?' 'Monsieur Latham, we moeten elkaar onder vier ogen spreken.' 'Met deze telefoon zijn we onder vier ogen, dat kun je van mij aan­nemen. Je hebt zojuist met de Amerikaanse ambassadeur gespro­ken en zijn telefoon is zo beveiligd als maar kan.' 'Ik geloof u, want u hebt uw woord gehouden. Ik word verhoord, maar alleen om wat ik weet, niet om wat ik gedaan heb.' 'Je bevond je in een rottige, onhoudbare positie en zolang je hele­maal meewerkt, kun je naar huis gaan naar je gezin.' 'Ik ben u ontzettend dankbaar, monsieur, en mijn vrouw ook. We hebben alles besproken ik heb niets voor haar verborgen gehou­den - en samen kwamen we tot de conclusie dat ik u moest bellen, misschien hebt u er iets aan.' 'Vertel het maar.'

'Ik moet u herinneren aan de avond toen de oude Jodelle zelfmoord pleegde, in het theater waar de acteur Jean-Pierre Villier optrad. Weet u het nog?'

'Dat zal ik nooit vergeten,' zei Drew resoluut. 'Wat is er met die avond?'

'Het was eigenlijk vroeg in de morgen, toen sous-directeur Berge­ron me beval direct naar zijn kantoor op het Deuxième te komen. Dat heb ik gedaan, maar hij was er niet. Ik wist echter dat hij in het gebouw was, want de bewakers aan de poort maakten sarcas­tische opmerkingen dat hij zo onbeschoft tegen ze was geweest, en hoe hij mij uit mijn slaap had gehaald, ongetwijfeld om hem te hel­pen naar de wc te gaan. Ik wachtte totdat hij kwam. Hij had een heel oud dossier bij zich uit het archief in de kelder, zo oud dat het niet eens was overgebracht in de computers. De omslag zelf was vergeeld van ouderdom.' 'Is dat niet ongewoon?' vroeg Latham.

'Er liggen in het archief duizenden en duizenden dossiers, monsi­eur. Er is veel werk verricht om ze op de computer te zetten, maar het zal jaren duren voordat dat klaar is.' 'Hoe komt dat?' 'Specialisten, onder wie ook geschiedkundigen, komen vaststellen of ze de moeite waard zijn om te worden opgenomen en, zoals bij alle regeringen, is er te weinig geld beschikbaar.' 'Ga door. Wat gebeurde er?'

'Jacques gaf me opdracht het dossier persoonlijk af te leveren bij een kasteel in de Loire-vallei. Ik moest een auto van het Deuxième gebruiken met papieren die hij zelf ondertekende, een soort vrijge­leide voor de politie, voor geval ik werd aangehouden wegens te hard rijden, wat hij me beval te doen. Ik vroeg hem terloops waar­om het nodig was dit nu te doen, of het niet kon wachten tot de ochtend. Hij werd woedend en schreeuwde tegen me dat wij - hij en ik - alles hadden te danken aan dat kasteel, die man. Dat het ons toevluchtsoord was, onze wijkplaats.' 'Welk kasteel? Welke man?'

'Le Nid de l'Aigle heet het kasteel. De man is generaal André Mon­luc.'

'Het iets met "adelaar"...?'

'Het Adelaarsnest, monsieur. Ik heb gehoor dat Monluc een be­roemde generaal van Frankrijk was, die door De Gaulle zelf hoog in ere werd gehouden.'

'Je denkt dus dat Bergeron misschien daarheen is ontsnapt?' zei Drew.

'"Toevluchtsoord" en "wijkplaats" zijn de woorden die ik me nog herinner. Bovendien is Jacques een expert op het gebied van in­lichtingen. Hij kent de vele hindernissen die hij moet overwinnen om het land uit te komen. Hij zal hulp nodig hebben van vinding­rijke collega's en de combinaison van een beroemde generaal en een kasteel aan de Loire lijkt aan die voorwaarden te voldoen. Ik hoop dat ik u hiermee heb geholpen.'

'Dat heb je zeker en ik hoop dat we elkaar niet meer hoeven te zien of te spreken. Dank je, François.' Latham legde de hoorn op de haak en wendde zich tot de anderen. 'We hebben de naam van de generaal op wie Jodelle jacht maakte, de verrader van degene die zei dat hij De Gaulle voor de gek had gehouden. We weten ook waar hij woont, als hij nog leeft.'

'Dat was een vreemde, eenzijdige conversatie, chlopak. Waarom ver­tel je ons de rest niet?'

'Niet doen, Stanley, ik heb een deal gesloten. Die man heeft veel langer in zijn persoonlijke hel geleefd dan hij verdiende en hij heeft nooit iemand vermoord voor de nazi's. Hij was een waterdrager en een koerier, omdat er een pistool was gericht op het hoofd van zijn hele gezin. Waar het op neerkomt: ik heb een deal gesloten.'

'Die heb ik meer gesloten dan ik kan tellen,' zei de ambassadeur. 'Vertel ons maar wat we moeten weten, Drew.' 'De generaal heet Monluc, André Monluc...' 'André,' viel Karin hem in de rede. 'Daar kwam die codenaam van­daan.'

'Precies. Het kasteel heet het Adelaarsnest, in de Loire-vallei. François denkt dat Bergeron daarheen is gevlucht, omdat hij het eens, in een vlaag van woede of misschien van angst een toe­vluchtsoord noemde.'

'Wanneer?' vroeg Witkowski. 'Wanneer noemde hij het zo?' 'Heel slim, Stanley,' antwoordde Drew. 'Toen Bergeron hem op­dracht gaf een oud, lang begraven dossier over Monluc daar af te geven, op de avond dat Jodelle zelfmoord pleegde in het theater.' 'Zo verwijderde hij elk mogelijk verband tussen Jodelle en de ge­neraal,' zei de ambassadeur. 'Weet iemand iets over die Monluc?' 'Niet onder die naam,' zei Latham, 'want de geheime dossiers waar­in die naam stond, werden ook uit Washington weggehaald. Maar in de voorlopige documentatie over Jodelle stond zijn beschuldiging in details, een beschuldiging waarvoor geen enkele aanwijzing be­stond, laat staan bewijzen. Daarom beschouwde de inlichtingen­dienst in D.C. hem als geschift. Hij beweerde dat een Franse ge­neraal, een leider van de Résistance, in werkelijkheid een verrader was die voor de nazi's werkte. Het was Monluc natuurlijk, de man die bevel gaf tot de executie van Jodelles vrouw en kinderen, en die Jodelle naar een vernietigingskamp liet sturen.' 'En het jongste kind dat het overleefde, was Jean-Pierre Villier,' voegde Karin eraan toe.

'Precies. Volgens Villiers vader - de enige vader die hij ooit heeft gekend kwamen de verdenkingen van Jodelle waarschijnlijk de onbekende generaal ter ore, die zijn dekmantel beschermde, terwijl hij zich verrijkte door giften in goud en in beslag genomen kost­baarheden van de nazi's.'

'Volgens mij wordt het tijd voor dat geheime onderhoud met de Franse president,' zei Courtland. 'Schrijf een compleet rapport over alles, Drew. Dicteer het aan een paar secretaresses. Wat je maar nodig vindt, maar doe het snel, laten we zeggen binnen een uur of zo, en laat het beneden op mijn bureau leggen.' Latham en Witkowski keken elkaar aan. De kolonel knikte tegen Drew. 'Dat zal niets uithalen,' zei Latham. 'Wat?'

'Om te beginnen is er geen tijd en verder weten we niet met wie de president zal overleggen, maar we weten wel dat er neo's bij de 

Quai d'Orsay zitten, misschien zelfs in de vertrouwde kring rond de president. We weten niet eens wie we erbij kunnen halen voor hulp, of wie hij zou kunnen bellen.'

'Stel je soms voor dat we zelf het heft in handen moeten nemen, Amerikaans ambassadepersoneel in een vreemd land? Als dat zo is, dan ben je gek geworden, Drew.'

'Excellentie, als er iets te ontdekken valt in dat kasteel - archief­materiaal, documenten, telefoonnummers, namen - dan mogen we niet de kans lopen dat dat wordt vernietigd. Vergeet u Bergeron voorlopig even, als dat kasteel een toevluchtsoord is of een wijk­plaats, dan moet er meer zijn dan bier en worstjes en Horst Wes- sel-liederen. We praten nu niet alleen over Frankrijk, we hebben het over heel Europa en de Verenigde Staten.' 'Dat begrijp ik, maar we mogen eenvoudig in een gastland geen unilaterale Amerikaanse actie ondernemen!'

'Als Claude Moreau nog zou leven, zou de situatie anders zijn,' kwam Witkowski tussenbeide. 'Hij had het kunnen doen onder de dekmantel van een geheime Franse operatie in het belang van Frank­rijk, en zou dat ook hebben gedaan. Onze FBI speelt voortdurend met dit soort zaken.' 'Maar Moreau leeft niet meer, kolonel.'

'Dat weet ik, meneer, maar misschien is er een manier.' Witkows­ki sprak Latham aan. 'Die François met wie je zojuist sprak, die staat bij jou in het krijt, niet?' 'Schei uit, Stosh, ik ga er hem niet bij halen.' 'Ik zou niet weten waarom niet. Je hebt zojuist een behoorlijk plei­dooi gehouden voor een serieus diplomatiek ingrijpen, zo serieus dat het de ambassadeur zijn baan kan kosten.' 'Wat wil je eigenlijk zeggen?' vroeg Drew en hij keek de kolonel aan.

'Het Deuxième werkt samen met de Service d'Étranger - dat is de Franse buitenlandse dienst, meneer de ambassadeur - en hun au­toriteit overlapt elkaar nogal eens, zo ongeveer als bij ons de CIA en FBI en dia. Dat is begrijpelijk, toch?' 'Ga door, kolonel.'

'De verwarring die door zulke conflicten ontstaat is zowel een ze­gen als een vloek voor alle inlichtingendiensten...' 'Verdomme, Stanley, wat wil je nu zeggen?' 

'Eenvoudig, chlopak. Laat die François iemand die hij vrij goed kent bij de Étranger bellen en, laten we zeggen, de helft herhalen van het verhaal dat hij jou heeft verteld.' 'Welke helft?' 'Dat hij zich ineens herinnerde dat Bergeron, naar wie iedereen zoekt, hem met het een of andere oude dossier naar dat kasteel aan de Loire heeft gestuurd. Meer hoeft hij niet te zeggen.' 'Waarom zou hij die informatie niet aan zijn eigen mensen in het Deuxième geven?'

'Omdat niemand de leiding heeft. Moreau werd gisteren vermoord, Bergeron is een paar uur geleden verdwenen en hij weet niet wie hij kan vertrouwen.' 'En vervolgens?'

'Ik zorg wel voor de rest,' antwoordde Witkowski zacht. 'Pardon?' zei Courtland.

'Ziet u, meneer, er zijn zaken die iemand in uw positie met de hand op zijn hart kan ontkennen, omdat hij er niet van op de hoogte is.' 'Dat moet je mij vertellen,' zei de ambassadeur. 'Ik lijk heel wat tijd te besteden aan dingen aanhoren die ik niet verondersteld word te weten. Wat kun je me nu vertellen wat ik nog steeds zal kunnen ontkennen?'

'Heel onschuldig, meneer. Ik heb vrienden, laten we zeggen colle­ga's in het vak, op het hoogste niveau van de Étranger. Het kan zijn voorgekomen dat Amerikaanse misdadigers, leden van de ge­organiseerde misdaad bijvoorbeeld, of drugsbaronnen, in Frankrijk waren en dat wij ze beter op het spoor zijn gebleven dan zij... Ik heb onze informatie altijd gedeeld.' 'Dubbelzinniger dan dat kan haast niet, kolonel.' 'Dank u, excellentie.'

'Nu nog een keer,' zei een geagiteerde Latham. 'Waar wil je naar­toe?'

'Zolang de informatie van een Franse inlichtingenbron komt, kan ik in actie komen. De Fransen zullen het met beide handen aan­grijpen en wij kunnen al het hulppersoneel krijgen dat we in een noodsituatie nodig hebben. En wat het belangrijkste is: we kunnen rekenen op geheimhouding, iets wat essentieel is omdat we snel moe­ten handelen.'

'Hoe kunt u daar zeker van zijn, kolonel?'

'Omdat wij, in ons clandestiene werk, dolgraag de mythe propage­ren dat we onoverwinnelijk zijn. Waar we vooral gelukkig mee zijn, is als we verbazingwekkende resultaten bereiken zonder dat iemand wist dat wij erbij betrokken waren. Dat is het bijzondere eraan, ex­cellentie, en in dit geval werkt het in ons voordeel. Kijk eens, wij bezitten alle informatie, wij organiseren de zaak en de Fransen gaan met alle eer strijken. Het is een geschenk uit de hemel.' 'Ik geloof niet dat ik een woord heb begrepen van wat je zegt.'

'En zo hoort het ook, meneer,' zei de oudgediende van G-Twee. 'Hoe zit het met mij?' vroeg Karin de Vries. 'Ik hoor er natuurlijk ook bij.'

'Jazeker, beste meid.' Witkowski glimlachte vaag en keek Drew aan. ' We zullen de kaarten van het gebied bestuderen - de Étranger heeft elke vierkante meter van Frankrijk in kaart gebracht - en een heu­vel zoeken met zicht op het kasteel. Jij kunt de radio bedienen.' 'Wat een onzin. Ik verdien het bij jullie te zijn.' 'Dat is niet eerlijk, Karin,' zei Latham. 'Jij bent gewond en al slik je nog zoveel pijnstillers, je kunt onmogelijk honderd procent zijn. Om het ronduit te zeggen: je zou meer een blok aan het been zijn dan een hulp. Zeker wat mij betreft.'

'Weet je,' zei Karin zacht, terwijl ze Drew strak aankeek, 'zoiets kan ik begrijpen en accepteren.'

'Dank je. Bovendien zal onze luitenant heel weinig hulp kunnen bieden en hij kan zich ook beter gedeisd houden. Hij is er erger aan toe dan jij; hij kan alleen een pistool afschieten wanneer het zit vastgeplakt aan zijn hand.'

'Hij kan samen met Karin de radio bedienen, als reserve,' voegde de kolonel eraan toe. 'Coördinatoren, zodat we niet voortdurend met elkaar hoeven te praten, alleen maar luisteren.' 'Dat klinkt verschrikkelijk neerbuigend, Stanley.' 'Dat is het misschien, Karin, maar je weet maar nooit.'

De hoge afgevaardigde van de Service d'Étranger was een ambiti­euze beroepsman van eenenveertig, een analist die het geluk had François de chauffeur te kennen. Voordat Yvonne met François trouwde, had hij ook een oogje op haar gehad, en hoewel hij de overheidsladder sneller en hoger had beklommen dan François, wa­ren ze vrienden gebleven, en François wist waarom. De opportu­nistische analist bleef altijd maar informeren naar dat geheimzinni­ge Deuxième.

'Ik weet precies wie ik moet bellen,' had François gezegd in ant­woord op Lathams vraag. 'Dat is het minste dat ik voor u kan doen, en ik denk ook voor hem, na al die dure lunches en diners waarbij hij niets te weten kwam. Hij wordt heel goed betaald, moet u weten; hij is afgestudeerd en heel intelligent. Volgens mij zal hij heel enthousiast zijn.'

Ze wisten allemaal dat analisten geen mensen waren voor de bui­tendienst en dat ook niet pretendeerden. Maar toch, bij een speci­fieke operatie en onder hypothetische omstandigheden, konden ze meestal terugvallen op precedenten en strategieën die vaak heel waardevol waren. Directeur adjoint Cloche, want dat was zijn naam en die paste bij hem, maakte kennis met het N-Twee-team in het Plaza-Athénée.

'Aha, Stanley!' riep hij uit, toen hij met een aktentas de suite bin­nenkwam. 'Toen jij belde vlak na het wat hysterische telefoontje van François, was ik zo opgelucht. Het was allemaal zo tragisch, zo catastrophique, maar toen ik hoorde dat jij de leiding had, was ik erg opgelucht.'

'Dank je, Clément, fijn je weer eens te zien. Ik zal je even kennis laten maken.' Iedereen werd voorgesteld en ze gingen allemaal om de ronde tafel in de eetkamer zitten. 'Heb je mee kunnen brengen waarom ik heb gevraagd?' vervolgde de kolonel. 'Alles, maar ik moet je wel zeggen dat ik dat heb gedaan op basis van fichiers confidentiels.'

'Wat zijn dat?' vroeg Drew en zijn stem klonk op het onbeleefde af. 'De kopieën zijn voor monsieur Cloche op basis van vertrouwelij­ke kaartsystemen gemaakt,' legde Karin uit. 'En wat stelt dat dan wel voor?'

'Volgens mij noemen uw Amerikaanse agenten dat "solo",' ver­klaarde de hooggeplaatste afgevaardigde van de Étranger. 'Ik heb niet gezegd waarom ik de inlichtingen eruit haalde - overeenkom­stig de wens van mijn vriend Stanley. Mon dieu, neo-nazi's in de allergeheimste regionen van de regering! Het Deuxième zelf. Onge­looflijk! Ik heb vrij grote risico's genomen, maar als we die verra­der Bergeron kunnen vinden, zullen mijn meerderen dat alleen maar toejuichen.'

'En als we hem niet vinden?' vroeg luitenant Anthony, wiens mi­tella als een klauw met zwemvliezen op de tafel lag. 'Nou ja, ik heb gehandeld op verzoek van een verontruste onder­geschikte van een Deuxième zonder leider en van onze dierbaarste bondgenoten, de Amerikanen.'

'Hebt u ooit meegedaan aan een clandestiene infiltratie, meneer?' vroeg de kapitein.

'Non, mon capitaine, ik ben analist. Ik geef aanwijzingen, ik hou me niet bezig met zulke activiteiten.' 'U gaat dus niet met ons mee?' 'Jamais'

'C'est bon, monsieur.'

'Goed dan,' kwam Witkowski tussenbeide en hij wierp Dietz een knorrige blik toe, 'laten we maar eens beginnen. Heb je de kaar­ten, Clément?'

'Meer dan gewone kaarten. Terreinhoogten, zoals je vroeg, door­gefaxt door de landmeetkundige dienst van de Loire.' Cloche open­de zijn aktentas, haalde er verscheidene opgevouwen vellen uit en spreidde die uit op de tafel. 'Dit is Le Nid de 1'Aigle, het kasteel dat bekendstaat als het Adelaarsnest. Het beslaat bijna honderd- vijftig hectare, zeker niet het grootste van de geërfde landgoederen, maar ook niet echt het kleinste. Het is oorspronkelijk in de zes­tiende eeuw bij koninklijk besluit toegewezen aan een onbelangrij­ke hertog, aan de familie...'

'De geschiedenis hebben we niet nodig, meneer,' viel Latham hem in de rede. 'Wat is het nu? Neem me niet kwalijk, maar we hebben verschrikkelijk veel haast.'

'Goed dan, al is de geschiedenis wel belangrijk voor wat betreft zijn versterkingen, natuurlijke en aangelegde.'

'Wat voor versterkingen?' vroeg Karin terwijl ze ging staan en de kaart bekeek.

'Hier, hier, hier en hier,' zei Cloche, die ook stond, net als ieder­een ineens, en plaatsen op de opengevouwen kaart aanwees. 'Het zijn diepe grachten, met een zachte bodem, die drie vijfde van het kasteel omringen en hun water krijgen van de rivier. Ze zijn over­woekerd door onkruid en wild gras, zodat het oversteken van die wateren gemakkelijk lijkt, maar die edelen uit de oudheid, die con­stant met elkaar in oorlog waren, wisten zich goed te verdedigen bij een aanval. Elk legertje van boogschutters en kanonniers dat haastig die schijnbaar ondiepe stromen in trok, zakte weg in de modder en verdronk, met hun artillerie.' 'Dat is strategisch verdomd goed gezien,' zei Witkowski. 'Nogal indrukwekkend voor zoveel eeuwen geleden,' stemde kapi­tein Dietz in. 

'Hoe vaak heb ik je niet gezegd naar het verleden te kijken?' zei luitenant Anthony. Hij stootte de kapitein aan met zijn rechterarm en kromp vervolgens in elkaar van de pijn. 'Ze werkten met wat ze hadden en de geschiedenis herhaalt zichzelf.' 'Volgens mij is dat veel te simpel uitgedrukt, Gerry,' wierp Karin tegen, terwijl ze nog steeds de kaart bekeek. 'Die grachten moeten jaren geleden al zijn opgedroogd door afkalving en bezinksel, om­dat ze juist niet natuurlijk waren. Ze zijn uitgegraven en voortdu­rend uitgediept. Maar je had gelijk, luitenant: de mensen die in dat kasteel wonen hebben de geschiedenis ervan bestudeerd en ze op­nieuw gekanaliseerd, door de oude toegangen tot de rivier de Loi­re uit te graven. Heb ik gelijk, monsieur Cloche?' 'Dat heb ik ook vastgesteld, madame, maar niemand gaf me de kans dat uit te leggen.' 'Die kans hebt u nu,' zei Latham, 'en ik bied mijn verontschuldi­gingen aan. U hebt onze volle aandacht.'

'Heel goed, merci. Er zijn in feite twee toegangswegen: de poort na­tuurlijk, en de noordoostkant. Helaas is het hele kasteel vanaf de grond omgeven door een muur van vier meter, met één onderbre­king behalve de poort. Die is aan de achterkant, een wandelpad dat leidt naar een grote, open patio met uitzicht over de hele vallei. De muur zal u de grootste problemen bezorgen. Die is overigens ne­genenveertigjaar geleden gebouwd, kort na de bevrijding van Frank­rijk.'

'En is aan de bovenkant waarschijnlijk voorzien van prikkeldraad, misschien staat dat zelfs onder stroom,' zei kapitein Dietz naden­kend.

'Ongetwijfeld, mon capitaine. U moet aannemen dat het hele com­plex, inclusief het terrein eromheen, zwaar bewaakt is.' 'Ook die oude grachten?' vroeg de luitenant. 'Misschien wat minder, maar als wij te weten zijn gekomen dat ze er zijn, zou dat ook voor anderen kunnen gelden.' 'Hoe zit het met het wandelpad?' vroeg Drew. 'Hoe kom je daar?' 'Gezien de terreinhoogten,' antwoordde Cloche, en hij wees op een deel van de kaart met groene en grijze strepen, 'is daar een soort klip, om het precies te zeggen: de rand van een steile heuvel, die ongeveer driehonderd meter lager uitkijkt op het pad. Je kunt na­tuurlijk omlaagkruipen, maar zelfs als er geen struikeldraden zijn die een alarm laten afgaan, wat waarschijnlijk het geval is, dan heb je nog steeds de muur.' 'Hoe hoog is die klip?' drong Latham aan. 'Dat heb ik u net gezegd: driehonderd meter boven het pad.' 'Wat ik bedoel is: kan iemand vanaf dat uitzichtpunt over de muur kijken?'

De afgevaardigde van de Étranger boog zich voorover en bestu­deerde de terreingesteldheid op de kaart. 'Ik zou zeggen van wel, maar dat oordeel is gebaseerd op de juistheid van wat ik hier zie. Als je een lijn trekt vanaf de top van de heuvel naar de hoogte van de muur, een rechte lijn omlaag, dan lijkt het mogelijk te zijn.' 'Ik kan jou lezen als een open boek, grote baas,' zei luitenant An­thony. 'Dat is mijn stekkie.'

'Precies, magere man,' stemde Drew in. 'Observatiepost nummer een, of hoe jullie dat ook noemen in het leger.' 'Volgens mij moet ik daar zitten,' zei Karin overtuigend. 'Als er moeilijkheden zijn, kan ik een wapen afvuren. Gerry kan er nau­welijks een vasthouden.' 'Toe nou, mevrouw De Vries, u bent ook geraakt!' 'Mijn rechterschouder en ik ben linkshandig.' 'Dat zullen we onder elkaar wel bespreken,' vermaande Witkows­ki en hij wendde zich tot Latham. 'Het is mijn beurt om te vragen wat je bedoelt.'

'Het verbaast me dat ik dat moet uitleggen, kolonel superspion. We zitten weer in het water, alleen dit keer zijn we, in plaats van op een brede rivier, in het smalle stroombed van een oude gracht, en onze dekking bestaat uit onkruid en hoog, wild gras. We bereiken de oever onder het wandelpad en onze ervaren verkenner op de hoogte laat ons weten wanneer we de muur kunnen beklimmen, omdat er geen bewakers achter patrouilleren.' 'Met wat beklimmen?'

'Enterhaken,' antwoordde kapitein Dietz. 'Wat anders? Die solide, dikke plastic dingen met hardrubberen punten. Je hoort ze niet, ze zijn sterker dan metaal en de touwen kunnen kort zijn, hooguit een meter tachtig tot twee meter.'

'Stel dat die haken in het prikkeldraad terechtkomen?' zei Wit­kowski met een kwade blik. 'Het is een echte klotemuur!' 'Het zijn niet de klippen van Omaha Beach, Stanley, dat ding is maar vier meter hoog. Als we onze armen omhoogsteken, zijn on­ze handen op iets meer dan een meter van de bovenkant. Als we tien of twaalf seconden de tijd hebben, kunnen Dietz en ik erover­heen zijn en op de grond, waarbij we ook nog rekening kunnen houden met eventueel prikkeldraad.' 'Jij en Dietz?'

'Daar hebben we het later nog wel over, kolonel.' Latham wendde zich weer haastig tot Cloche. 'Wat ligt er achter de muur?' vroeg hij zacht.

'Kijkt u zelf maar,' zei de afgevaardigde van de Étranger. Hij ge­baarde naar de kaart, boog zich voorover en wees met zijn wijs­vinger bepaalde gedeelten aan. 'Zoals u kunt zien, ligt de muur aan alle kanten ruwweg tachtig meter van de funderingen van het kas­teel, rekening houdend met een zwembad, een aantal patio's en een tennisbaan, alle omgeven door gazons en tuinen. Heel geciviliseerd en bovendien veilig, met wat een prachtig uitzicht moet zijn vanaf de glooiende heuvels achter de muur.'

'Wat ligt er in het stuk achter de poort van het wandelpad?' 'Volgens deze schetsen is er een zwembad met aan weerszijden een rij badhokjes, en daarachter zijn drie ingangen naar het hoofdge­bouw, hier, hier en hier.' 

'Rechts, midden en links,' zei luitenant Anthony. 'Waar komen die deuren op uit?' 'De rechter op wat een enorme keuken lijkt te zijn, de linker op de

ingesloten noordelijke veranda en de middendeur geeft toegang tot

een hele grote, gemeenschappelijke ruimte.'

'Zoiets als een grote woonkamer?'

'Een heel grote, luitenant,' bevestigde Cloche.

'Zijn die schetsen, zoals u ze noemt, bijgewerkt?' vroeg Drew.

'Tot de laatste twee jaar. U moet niet vergeten, monsieur, onder

een socialistisch regime worden vooral de zeer rijken voortdurend

gecontroleerd door de belastingdienst, die zijn aanslagen baseert op

de omvang van het onroerend goed.'

'Gelukkig maar,' zei Latham.

'De badhokjes?' vroeg Dietz peinzend.

'Die moeten het eerst worden doorzocht, met de wapens afgesteld op automatisch vuren,' zei Anthony.

'Zodra we over de muur zijn gaan de kapitein en ik direct af op de rechter- en de linkerdeur, zoveel mogelijk in de schaduw blij­vend, nadat we de haken hebben teruggegooid over de muur.' 'Hoe zit het met mij?' vroeg Witkowski.

'Dat heb ik je net duidelijk gemaakt, kolonel, daar hebben we het later nog over. Wat hebben we voor reserves, monsieur Cloche?' 'Zoals we hebben afgesproken, zullen tien ervaren agents de com- bat honderd meter verderop langs de weg in dekking liggen, gereed om op uw radiobevel het kasteel te bestormen.' 'Zorg ervoor dat ze absoluut niet te zien zijn. We kennen deze lui; op het minste of geringste teken van indringers steken ze alle do­cumenten die er zijn in de fik. Het is van essentieel belang dat we alles meenemen wat daarbinnen is.'

'Ik maak me net zoveel zorgen als u, monsieur, maar een twee­mansoperatie komt me voor - hoe zeggen de Amerikanen dat ook alweer? - als het tegengestelde van "overkill".' '"Underkill",' zei Dietz. 'Hij heeft gelijk, Cons-Op.' 'Wie heeft het over een twéémansoperatie gehad?' viel een geagi­teerde Witkowski hen in de rede.

'Och, verdomme, Stanley!' Latham keek de oudgediende van G- Twee woedend aan. 'Ik ben het nagegaan. Jij bent over de zestig en ik wil er niet verantwoordelijk voor zijn dat je een kogel door je hersens krijgt, omdat je je niet op tijd hebt gebukt.' 'Ik kan jou gemakkelijk aan, chlopak.'

'Spaar me je machismo. We geven je wel een teken dat je kunt ko­men wanneer het zin heeft.'

'Mag ik even terugkomen op mijn bezwaar?' viel de afgevaardigde van de Étranger hen in de rede. 'Ik heb de organisatie verzorgd van

dergelijke operaties in het Midden-Oosten - Oman, Aboe Dhabi, Bahrein en elders - toen we het Vreemdelingelegioen inzetten. U zou minimaal twee extra mensen moeten hebben, al was het alleen maar om uw flanken te dekken.'

'Hij roert een verdomd goed punt aan, meneer,' zei luitenant An­thony.

'Minder dan twee zou belachelijk zijn, zo niet zelfmoord,' voegde Karin eraan toe.

Drew keek op van de kaart naar Cloche. 'Misschien was ik er niet helemaal bij,' zei hij. 'Oké, nog twee man. Wie hebt u?' 'Alle tien staan ze voor die taak, maar er zijn er drie bij die uit het Legioen zijn gerekruteerd en die voor de veiligheidstroepen van de Verenigde Naties hebben gewerkt.'

'Kies er twee uit en laat ze over een paar uur hier zijn. Laten we het nu eens hebben over onze uitrusting, en help me daar eens mee, Stosh.'

'Behalve de enterhaken en de touwen, die nieuwe mac's-10, met au­tomatisch vuur en geluiddempers, dertig patronen per magazijn, vier magazijnen de man,' begon Witkowski. 'Ook een zwarte opblaas­boot, kleine zaklantaarns met blauw licht, uhf-legerradio's, ca­mouflagepakken, nachtkijkers, jachtmessen met verzwaard heft, gar- rotten, vier kleine Beretta's en voor het geval van echte problemen drie granaten de man.' 'Kunt u dat verzorgen, monsieur Cloche?'

'Als het langzaam wordt herhaald, is het zo goed als gebeurd. Nu, wat de tijd betreft...'

'Vannacht,' zei Latham, 'op het donkerste moment van de nacht.'