16
Fraser legde zijn tang neer. ‘Dat is dat,’ zei hij. ‘Deze motor heeft geen veiligheidszekering meer. Nu hoeven we de zaak alleen nog maar te starten.’
Hij stond op, gehinderd door zijn ruimtepak, en ging pal voor Lorraine staan. De lantaarn die ze voor hem had vastgehouden, trilde in haar handen en maakte dat er groteske schaduwen op de wanden van de machinekamer vielen. Achter het vizier stak haar gezicht bleek af tegen de duisternis en het gouden haar leek bijna bevroren door de kou die het maanschip binnendrong.
‘Zo,’ zei hij, terwijl hij wilde dat hij iets anders kon zeggen, ‘laten we maar gaan.’
‘Mark…’
‘Wat is er?’
‘O… niets.’ Ze sloeg haar ogen neer. Hij kon zien dat ze zich vermande ‘Ik wilde alleen maar zeggen… als we het niet halen… je bent een geweldige vent geweest. Er is niemand met wie ik nu liever samen zou zijn.’
Ondanks de kunstmatige rem tegen emoties die hij geslikt had, sprong zijn hart op. Hij klopte op haar hand, plastic op plastic. ‘Zo denk ik er ook over, meisje. Ik moet zelfs toegeven – ik denk dat je het wel zult begrijpen – dat ik het moeilijk heb gehad om heer te blijven tijdens al die uren in jouw appartement. Bij iemand anders, die ik niet zo respecteerde, zou ik me misschien niet hebben kunnen beheersen.’ ‘Mijn God, dacht je dat ik geen moeite heb gehad dame te blijven?’ Zij draaide zich op haar hakken om. ‘Kom mee.’ Ze klommen de ladder op die naar de cockpit leidde. Fraser schakelde de voorverwarming van de motor in en drukte op de startknop. Het inleidende gezoem trilde door zijn laarzen. ‘Vlug, voor de zaak op gang komt!’
Bij de luchtsluis hield ze in, alsof ze hem wilde laten voorgaan. Hij duwde haar voor zich uit. Het trillen werd steeds sterker. Toen hij halverwege de ladder was, sprong hij eraf. Hij zag niets meer in de schaduw van de geparkeerde maanschepen en hij stak zijn armen zoekend voor zich uit. Een hand pakte zijn arm en leidde hem naar de noordelijke kant van het gebied en vandaar naar het westen.
Voorzichtig keek hij langs een landingsgestel. Het veld lag in het licht van Jupiter geelgrijs tussen hem en de stad in. Iets rechts voor hem stond de Olympia, zijn laatste hoop. Maar hij werd gedwongen naar die enorme speerpunt van de Wega te kijken, naar de kanonnen die dreigend tegen de Melkweg afstaken en naar de stuk of tien man die het schip bewaakten. Nog een minuut, geloof ik, voor de motor ontploft. Alsof die schatting exact was, begon hij met aftellen. Negenenvijftig, achtenvijftig, zesenvijftig, nee, zevenenvijftig, vijfenvijftig…vierentwintig, drieëntwintig, tweeëntwintig…
De wereld schudde onder hem. Het gedreun ging door zijn benen naar boven en hamerde in zijn schedel. Het schip dat naast hem stond, wankelde op het landingsgestel. Hij hoefde niet eens naar de vuurzee te kijken, want hij zag het harde blauwwitte licht over de vlakte stromen, elke rots die achter het betonnen veld stond tot een berg vervormend.
Er kwam een barst in het veld die zigzaggend naar de veiligheidsmuur rond Aurora liep. In het zuiden wankelde een maanschip en viel heel langzaam om. Toen het eindelijk op de grond terechtkwam, trilde het metaalachtig. Op de plaats waar het schip had gestaan, hingen gaswolken die door het vuur hel werden verlicht.
Nog even duurde de chaos, toen viel de nacht weer in. Jupiter scheen zwakjes en ze konden met hun verblinde ogen geen enkele ster meer zien.
Fraser en Lorraine renden voor hun leven. Ze bleven niet staan om te zien of ze waren opgemerkt. Dat zouden ze wel merken als er op hen geschoten werd. Met grote sprongen staken ze het open veld over, bereikten de Olympia en kwamen glijdend tot stilstand.
Omdat het schip gebouwd was om te landen op onbekend en waarschijnlijk gevaarlijk terrein in een sterk zwaartekrachtveld, stond het op een landingsgestel met wielen eronder, en rustte het daar meer in horizontale dan in verticale stand op. Daardoor zat het vrachtluik lager dan bij een nor maal schip. Fraser ging tegen de steun onder het luik staan. Lorraine klom tegen hem op, ging op zijn schouders staan, richtte zich op en draaide aan het handslot. Er ging een rond luik open. Ze wrong er zich doorheen en stak haar hand uit. Fraser sprong omhoog. Even was hij bang dat hij haar door zijn gewicht er weer uit zou trekken. Maar ze sleurde hem naar boven, hij kwam op zijn voeten terecht en rende vlug naar de cockpit. Zij sloot het luik en volgde hem.
Het voor de bemanning bestemde deel van het schip was door een zware deur afgesloten. Fraser draaide aan het wiel en vloekte omdat dat alles zo langzaam ging. Open. Hij kwam in het voorste deel van het schip en ging in de stoel van de bestuurder zitten. Het instrumentenpaneel was even donker als de rest van het schip en was anders ingericht dan hij gewend was. Hij was hulpeloos, tot Lorraine achter hem kwam staan en de lantaarn op zijn handen richtte.
‘Dat is beter,’ hijgde hij. Toen hij de opstelling zag, was alles weer vertrouwd. Dat moest ook wel. Hij had urenlang de diagrammen, instructies en specificaties die zij voor hem naar binnen had gesmokkeld, uit zijn hoofd zitten leren. Nadat hij alles in zijn gedachten zo goed had gerepeteerd, was de werkelijkheid ontnuchterend eenvoudig.
Er begon iets te zoemen, de wanden gaven de trilling aan hem door en hij leunde opgelucht achteruit. Er dropen zweetdruppels van zijn wenkbrauwen in zijn ogen. Niet meer dan tien minuten om op te warmen – dat maakte de zaak wel moeilijker, maar hij durfde niet langer te wachten dan absoluut nodig was.
Er zaten geen patrijspoorten in het schip en hij wilde de beeldschermen niet aanzetten voordat hij kon opstijgen. Het zou best kunnen dat er buiten iemand rondliep met een detector. Wat denk je dat ze aan het doen zijn?’ vroeg hij.
Ik wed dat ze als kippen zonder kop door elkaar rennen,’ antwoordde ze. ‘Ze zullen wel weer gauw rustig worden – ze zijn goed gedisciplineerd – maar ik zou hun verwarring wel eens willen zien.’
Hij leunde over haar heen om haar te helpen met de veiligheidsgordels in de stoel naast hem. ‘Nou,’ zei hij, lot nu toe gaat alles gesmeerd. Het zou me niets verbazen als de hele operatie slaagt. Hoe ga je het vinden om een heldin te zijn?’ Ze zei op geforceerd luchtige toon: ‘Net zoals jij het gaat vinden om een held te zijn. En dat vind je best leuk.’
‘Dat weet ik nog niet zo precies. Geen privé-leven meer, nooit meer een klein beetje mogen zondigen. Mijn God, ik wed, dat ik nog eindig met een toespraak op een lunch van de Rotary Club! Voor jou is het natuurlijk anders. Jij kunt het betoverende aspect wel waarderen. Maar ik ben te oud en te huiselijk.’
In het schemerige licht keek ze hem aan. ‘Je bent niet oud, Mark,’ zei ze zacht.
‘Maar je ontkent niet dat ik huiselijk ben, hè?’ Hij probeerde te grinniken.
‘Ik ben oud genoeg om niet naar jongetjes te kijken, ik geef de voorkeur aan mannen. En jij bent op elk gebied meer man dan wie ook.’ Ze haalde vlug adem. ‘O God,’ zei ze verward, ‘ik krijg deze veiligheidsgordel nooit vast.’
Ze zwegen.
Het gezoem van de motor werd sterker. ‘Tijd!’ zei Fraser. Hij knipte de binnenverlichting en de beeldschermen aan. Het leek alsof hij in een toren hoog boven het veld zat. Er zwermde een groot aantal mannen over het veld. Degenen die bij de maanschepen werkten, droegen dikke pakken tegen de radio-actieve straling. Een bulldozer was druk bezig met het maken van een beschermende ringwal. Swayne reageert nog vlugger dan ik dacht,’ zei Lorraine.
‘Verdomme!’ zei Fraser. ‘Onze uitlaatvlam zal die kerels daar in as veranderen.’
‘Kan jou dat wat schelen? Ja, een heleboel. Ik geloof dat we wel dertig seconden extra hebben om ze te waarschuwen.’ Fraser stelde de radio in op de algemene golflengte en stak een stekker in de contactdoos van zijn helm. ‘Attentie voor iedereen,’ bulderde hij; ‘Aandacht, hier buiten! Ruimteschip Olympia staat op punt om te vertrekken. Verlaat het gebied en zoek dekking.’
Er gilde een stem terug: ‘Wat is dát, verdomme?’ Maar Fraser keek naar de Wega. Hij zag de loop van een kanon bewegen, klaar om te schieten zodra hij binnen het minimumbereik zou komen.
‘Jullie hebben nog tien seconden om weg te komen,’ riep hij. Ze renden als gekken. Maar er kwamen twee mannen naderbij die op de uiterste rand van het gevarengebied stopten en hun laserstraalgeweren ophieven. Ze hebben wel lef, dacht Fraser en hij haalde de hoofdschakelaar over.
Het trillen werd nu zo sterk dat zijn tanden op elkaar klapperden. Hij zag de uitlaatgaswolk onder het schip groter worden en zich over het veld uitspreiden. De stuurraketten werden ontstoken toen het landingsgestel ingetrokken werd. De neus van het schip ging heel langzaam omhoog. Toen voelde hij de kracht van de versnelling.
Ganymedes zakte onder hen weg. Er lag een pokdalige en halve maan onder hen en de Zon kwam op boven de oostelijke rand ervan.
Toen ze twee maal de ontsnappingssnelheid bereikt hadden, zette Fraser de motor weer af en hij draaide zijn stoel omhoog. ‘Zet de radar even aan, Lory. Ik wil er zeker van zijn dat we niet gevolgd worden.’
‘Dat kan niet. Al hun boten liggen in een baan om de andere manen of zijn op weg naar de asteroïden. En we zijn sneller dan de Wega.’
‘We gaan niet harder dan een raket,’ zei hij koel. ‘Ik moet ons onopgemerkt naar Blocksberg brengen, weet je nog?’ Haar vingers gleden over het instrumentenpaneel. Het scherm lichtte op. Er begon een computer te zoemen en er kwamen twee steeds veranderende lijnen op het oplichtende scherm. ‘Een paar granaten,’ las ze af. ‘Ze liggen niet in een baan die de onze zal kruisen.’
‘Dat is een opluchting. Niet dat we ze niet zouden kunnen ontwijken op deze afstand, maar ik was bang dat de verkeerstoren een radarstraal op ons gericht had. Nu zijn we zo ver weg dat ze vrijwel geen kans hebben om dat alsnog te doen. Ik ga nu in een baan om Jupiter. Tegen de tijd dat we hier terugkomen, zal alles wel weer normaal zijn en dan kunnen we vlug en onopgemerkt landen.’
Zonder navigatietabellen of instrumenten die hem betere gegevens zouden verschaffen dan zijn geheugen en zijn ervaring nu deden, kon hij zijn vectoren alleen maar schatten. Maar dat was voorlopig genoeg voor het doel dat hij voor ogen had. Hij drukte knoppen in en haalde hendels over en gaf een versnelling van één tiende G. Als hij meer zou geven, zou de uitlaatvlam veel te ver zichtbaar zijn. Hij zou de snelheid wel opvoeren als ze een honderd of meer kilomijlen van Ganymedes verwijderd waren.
Op de ontvanger knipperde een rood lichtje. ‘O, o,’ zei Lorraine. ‘Een oproep. Denk je dat ze ons op het spoor zijn?’ ‘Nee. Ze maken gebruik van een zender. Ik kan ze wel antwoorden. Ze kunnen ons toch niet met behulp van driehoeksmetingen opsporen.’ Fraser zette zijn radioverbinding weer aan,
‘Attentie, ruimteschip Olympia.’
‘Dat is de stem van Swayne,’ fluisterde Lorraine. Fraser zag de angst op haar gezicht.
Dat maakte hem kwaad. ‘Hier de Olympia,’ zei hij kortaf. ‘Wat wil je voor de duivel?’
‘Ik kan jou hetzelfde vragen,’ antwoordde Swayne droog, ‘en ook wie er aan boord is. Dit is de commandant van het militaire bewind op Ganymedes.’
‘En wat dan nog?’ Fraser besloot om zijn identiteit en die van Lory niet bekend te maken: deels omdat hij er geen zin in had, deels omdat hij represaillemaatregelen tegen zijn gezin wilde vermijden. Maar ze zouden natuurlijk gauw genoeg weten dat Lory weg was…
‘In naam der wet, kom onmiddellijk terug.’
‘Als dat alles is wat je te zeggen hebt, dan is het over en uit.’ ‘Wacht even. Ik weet wat je van plan bent. Dat is duidelijk. Je denkt dat je de Aarde kunt bereiken. Dat lukt je niet. Het schip is niet bevoorraad. En je kunt onmogelijk genoeg meegenomen hebben. Een waterfilter van een ruimteschip heeft een bepaald minimum nodig om te kunnen werken. Je hebt niet eens lucht.’
‘Ik adem toch nog.’
‘Je weet net zo goed als ik dat er wel een verschil is tussen de zuurstoftank van een ruimtepak en die van een ruimteschip… die ook een bepaalde druk nodig heeft om te kunnen werken. Binnen een paar dagen zul je dood zijn.’
‘Als je probeert me bang te maken, dan verspil je je eigen zuurstof. Laat mij je maar eens bang maken. Als de marine hier komt, zul je terecht moeten staan voor alles wat hier in het Jupiterstelsel gebeurd is. Denk daar maar eens over na en gedraag je er ook naar.’
‘Hou je mond,’ zei Swayne. ‘Geloof je dat ik net zo’n gek ben als jij? Er moeten ergens voorraden voor je klaarliggen. Ik denk niet dat ze op een van de andere manen liggen. Hoe zou het je gelukt zijn om in het geheim radiocontact te hebben? Maar voor het geval dat je er toch naar toe gaat, zal ik je maar direct vertellen dat er om elke maan een schip ligt met een radarinstallatie en elk schip heeft opdracht gekregen om te schieten zodra ze je zien.
Ik geloof dat je van plan bent om naar een plaats op déze planeet terug te komen,’ vervolgde Swayne. ‘Ik heb toch al een tijdje zitten denken aan een paar patrouilles als extra voorzorgsmaatregel. Dus… er gaan een paar maanschepen naar alle stations. Ze zijn niet erg goed uitgerust voor dit soort werk – dat zullen ze overigens wél zijn als we hun radarinstallaties omgebouwd hebben – maar in de tussentijd kunnen ze elke vierkante meter van het oppervlak in de gaten houden. Als je waar dan ook op Ganymedes landt, zul je gezien worden. De Wega zal komen en je opblazen. Dat kan ze binnen een paar seconden doen aangezien ze permanent paraat staat. En dat zal ze blijven tot ik zeker weet dat er met jullie afgerekend is.’
‘O nee, nee, nee,’ stamelde Lorraine. Ze was doodsbleek geworden.
Het leek of Fraser een trap in zijn onderbuik had gekregen. Maar toch kon hij nog zeggen: ‘Waarom zouden we naar jouw vuurpeloton terugkeren?’
‘Ik bewonder je moed,’ zei Swayne, ‘en het was erg netjes van je om mijn mannen op het veld te waarschuwen. Je hebt mijn woord als officier dat als jullie nu direct terugkomen, jullie gewoon in de gevangenis gezet zullen worden en dat jullie een eerlijk proces krijgen als de wettige regering weer aan de macht is.’
Zijn stem werd steeds zwakker omdat de afstand groter werd. Maar de koude ondertoon bleef duidelijk hoorbaar.
‘Als jullie niet terugkomen en als jullie toch ontsnappen, dan zal ik de Wega voor een week of wat in gereedheid moeten houden – dat is ongeveer de tijd die jullie nog te leven hebben. Dat neemt echter te veel mankracht in beslag; het bewapeningsproject zal dan stil komen te liggen. En dat wil ik niet. Net zomin wil ik het risico lopen – al is het nog zo klein – dat jullie ergens op het een of andere stuk rots in de ruimte dat ik niet ken een schuilplaats hebben. Daarom zal ik een raket achter jullie aansturen als jullie niet meteen terugkomen.’
Fraser keek naar Lorraine. Ze schudde haar hoofd en haar ogen stonden vol tranen.
‘Schei nou maar uit met dat voor held spelen,’ drong Swayne aan. ‘Jullie dood zou jullie zaak geen goed doen. Kom terug en je hebt nog een kans.’
Hij was nu bijna niet meer te horen, het was slechts een spookachtig gefluister. ‘Goed,’ zei Fraser. ‘Jij wint. Begrepen en uit.’
Hij schakelde de zender uit. Lorraine sloeg met haar vuisten op de leuningen van haar stoel. ‘Ik ga nog liever dood,’ huilde ze.
‘Misschien krijg je je zin,’ zei hij scherp. ‘Ik gaf zoeven maar toe om tijd te winnen. Hoe langer ze wachten met het afschieten van die raket, hoe meer afstand hij moet afleggen en hoe groter het stuk ruimte waarin hij ons moet zoeken.’ ‘Bedoel je…’ Ze verstijfde. ‘Zouden we hem nog kunnen vóórblijven?’
‘Nee, ik ben bang van niet. Zover liggen we ook weer niet voor.’ Hij stak zijn hand uit naar de hoofdschakelaar, maar trok hem weer terug. ‘Ja. We kunnen beter op halve kracht blijven. Als ze opeens een uitlaatstraal ontdekken, zullen ze onmiddellijk vuren, en de opsporingsapparatuur van de raket zal ons dan niet meer loslaten. Lory, dit is een groot risico dat we nemen; zelfs áls het lukt, weet ik nog niet hoe we Blocksberg kunnen halen.’ Hij zuchtte. ‘Ik heb een gezin, dat van mij afhankelijk is. En dan hebben we jou nog, jij hebt nog een heel leven voor je.’
‘Hoeveel zal dat wel waard zijn als ik “heropgevoed” wordt? Maar Eve en je kinderen…’
‘Verdomme! We dóén het! Onze radar zal ons vertellen als de raket ons gevonden heeft en op ons afkomt. Dan zetten we onze motor op volle kracht. De druk zal dan misschien wel groter worden dan we zonder pillen zullen kunnen verdragen, maar we proberen het.’
Ze was opgehouden met huilen. De tranen glinsterden nog op haar gezicht, maar ze knipperde niet meer met haar ogen toen ze hem aankeek en in haar stem klonk alleen maar verbazing. ‘Ik begrijp je niet. Ik dacht dat je je wilde verstoppen, in de hoop dat die raket ons niet zou opmerken voor de brandstof ervan op was. Maar als je denkt dat dat niet kan, hoe kun je dan in hemelsnaam denken dat we sneller zijn?’
‘Dat zijn we uiteindelijk niet. Maar als de wedstrijd maar kort genoeg is, kan het misschien lukken…’ Hij had niet in de gaten dat zijn hand de hare pakte en er zachtjes in kneep. ‘Misschien kunnen we vóór ze ons te pakken heeft, in veiligheid komen.’
‘Waar dan?’
Hij wees naar het beeldscherm aan stuurboord. Daar was Jupiter…