51

Vanessa heeft een lange douche genomen, maar toch voelt het alsof ze niet helemaal schoon geworden is. Toen Minoo en zij afscheid van elkaar namen, hebben ze afgesproken om niemand ooit te vertellen wat Gustaf allemaal gezegd heeft. Ze sms’ten de anderen dat ze er zeker van waren dat Gustaf onschuldig was, en dat hij niets van een dubbelganger af wist. Meer niet. Met de rest heeft niemand iets te maken. En zij natuurlijk ook niet. Daarom voelt ze zich ook zo vies. Ze wil nooit meer in andermans diepste gedachten hoeven wroeten.

Nu zit ze de rijstschotel met worst die Sirpa gemaakt heeft praktisch te inhaleren. Vanessa is nu met haar tweede portie bezig, maar haar honger lijkt nog lang niet gestild te zijn. Zoals altijd als ze onzichtbaar is geweest, is haar hele lijf ingesteld op eten. Heel veel eten.

‘Rustig aan, Nessa,’ zegt Wille en hij moet zijn best doen om zijn lach in te houden.

‘Kijk jij nou maar lekker naar jezelf,’ zegt ze met haar mond vol rijst in tomatensaus.

‘Als je zo doorgaat, weeg je straks nog honderd kilo.’

‘Dan zou ik er altijd nog beter uitzien dan jij.’

Ze schenkt nog een glas melk in en drinkt het in drie slokken leeg.

Sirpa kijkt nerveus van de een naar de ander.

‘Sorry dat ik zo aan het schrokken ben,’ zegt Vanessa. ‘Maar het is ook zo ontzettend lekker. Zoals gewoonlijk.’

‘Ik ben alleen maar blij dat je het lekker vindt,’ zegt Sirpa.

Ze lijkt het te menen, maar Vanessa weet dat het niet makkelijk voor Sirpa moet zijn nu ze een extra mond te voeden heeft. Vooral als die mond ook nog eens een onstilbare honger heeft. Vanessa geeft Sirpa dan wel elke maand de helft van haar studiebeurs, maar daar zal ze vast ook niet heel ver mee komen.

‘Heel erg bedankt voor het eten,’ zegt ze terwijl ze het laatste stukje worst doorslikt.

Ze begint de tafel af te ruimen. Ze is te rusteloos om te kunnen blijven zitten. Als Sirpa aanstalten maakt om op te staan, maant ze haar om lekker tv te gaan kijken. Sirpa glimlacht dankbaar en loopt naar de woonkamer. Wille blijft rustig zitten en leunt met zijn stoel naar achteren, terwijl hij een stukje pruimtabak in zijn mond stopt.

Vanessa zet de vieze vaat bij elkaar op het aanrecht en vult de afwasteil met water. Dan begint ze een bord schoon te vegen met de borstel. Het water is zo heet dat het zweet op haar voorhoofd komt te staan. Het is fijn om zich op iets heel alledaags te kunnen concentreren. Het schuim inwrijven tot de etensresten verdwijnen.

Opeens voelt ze een paar handen om haar middel.

‘Weet je,’ zegt Wille en hij zoent Vanessa in haar nek. ‘Ik zag een advertentie voor een goedkope reis naar Thailand voor over een paar weken.’

‘Dan moet ik naar school.’

Thailand, Thailand, Thailand. Het is de laatste maanden alleen maar gemekker over Thailand.

‘Boeien,’ zegt Wille. ‘We gaan gewoon. Ik denk dat ik wel wat geld van Jonte kan ritselen.’

Ze zet een stap opzij om onder zijn handen uit te komen. Maar ze plakken alweer aan haar vast en ze schudt ze van zich af, wat duidelijker deze keer.

‘Wat is er?’ zegt hij.

‘Kun je mij nou nog geen seconde met rust laten?’

‘Waarom ben je zo chagrijnig?’

‘En waarom zit jij constant als een pleister aan me vastgeplakt?’

Hij blijft achter haar staan. Ze voelt zijn ongenoegen van hem afstralen.

‘Ik wil alleen maar een beetje knuffelen,’ zegt hij.

‘En ik wil met rust gelaten worden. Oké? Is dat zo moeilijk te snappen?’

‘Ik snap gewoon niet waarom je de hele tijd zo kribbig bent,’ zegt hij en hij loopt terug naar de keukentafel.

Vanessa droogt de vaat af terwijl ze wacht. Ze weet dat hij nooit lang zijn mond kan houden.

‘Ik heb gisteren die links bekeken die je gemaild had,’ zegt hij uiteindelijk.

Ze draait zich om, met in haar ene hand een glas en in de andere de vaatdoek.

‘Da’s echt niks voor mij,’ gaat hij verder.

Vanessa knijpt zo hard in het glas dat het eigenlijk kapot zou moeten klappen.

‘Dus er zat niks voor je tussen?’

‘Ik ga toch niet in zo’n callcenter werken, Nessa.’

‘Wat wil je dan, Wille?’

Hij lacht flauwtjes en lijkt niet te beseffen hoe boos ze is.

‘Ik weet niet… Ik vind het eigenlijk wel best zoals het nu gaat. En zoals het tussen ons gaat.’

‘En straks dan?’

‘Hoezo straks?’

Vanessa is degene die weet dat het einde van de wereld eraan zit te komen, en toch is het Wílle die het lastig vindt om over de toekomst na te denken?

‘Als je een betere baan wilt, mag je wel gaan studeren,’ zegt ze.

‘Shit, ik was toch hartstikke slecht op school.’

‘Er zijn ook praktijkopleidingen.’

‘Ja, maar… Ik weet het niet.’

‘Dus jij vindt het wel best zo? Is dat wat je bedoelt?’

‘Een eigen appartement zou natuurlijk wel vet zijn. Misschien kan jij dat wel regelen als je straks van het gymnasium af bent en gaat werken?’ zegt Wille schertsend, en ze kan duidelijk zien dat hij nu schattig denkt te zijn.

Ze wil niets liever dan het glas tegen de muur smijten. Waarschijnlijk had ze dat ook gedaan als het glas niet van Sirpa geweest was. Net zoals alles om hen heen van Sirpa is. Omdat ze in Sirpa’s appartement zijn. En Vanessa wil hierbinnen niet ontploffen. Ze kan dan niet voor de gevolgen instaan.

Ze zet het glas op het aanrecht en legt de vaatdoek voor Wille op tafel.

‘Jij mag de rest doen,’ zegt ze.

‘Nessa, ik maakte maar een grapje! Ik weet dat het niet zo door kan gaan, maar ik weet niet wat ik moet doen.’

‘Ik weet dat je maar een grapje maakte. Maar ik heb even wat frisse lucht nodig. Als jij wilt dat we nog bij elkaar blijven, lijkt het me het beste als je nou je kop houdt.’

 

Vanessa loopt door de stad zonder echt te weten waarnaar ze op weg is. De gedachten gieren door haar hoofd als zo’n achtbaan waar je kotsmisselijk in wordt.

Er zijn momenteel veel te veel Vanessa’s, en ze weet niet meer wie de echte is. De Vanessa die ze bij Evelina en Michelle is, is bijvoorbeeld weer heel anders dan de Vanessa die de wereld probeert te redden. En dan is er nog de Vanessa die ze bij Wille moet zijn om het tussen hen te kunnen laten werken, en de Vanessa die probeert om geen al te grote last voor Sirpa te zijn, en dan is er ook nog de Vanessa die probeert om toch op zijn minst een voldoende op school te halen… Ze is tussen al die personen zichzelf kwijtgeraakt.

Vanessa kijkt naar de hoge huurflats om haar heen. Ze is in de buurt waar Linnéa woont terechtgekomen. Vanuit een paar van de appartementen is muziek te horen. Ze heeft er nog niet eens bij stilgestaan dat het zaterdagavond is. Hoe heeft haar leven zo saai kunnen worden dat ze niet eens meer plannen heeft op zaterdagavond?

Het helpt misschien wel om dronken te worden. Evelina en Michelle hadden het over een of ander feest, herinnert ze zich nu.

Vanessa blijft stilstaan. Aarzelt. Ze wil niet alleen zijn, maar ze heeft ook geen zin om hen te zien. Ze denkt aan hoe Michelle het constant over Mehmet heeft, met wie ze nu aan het daten is, en ze weet nu al dat Evelina gaat lopen zeiken dat ze ‘nooit iemand tegen zal komen’, terwijl ze alle drie weten dat zij van hen de knapste is.

Wanneer had ze sowieso eigenlijk voor het laatst écht zin om met Evelina en Michelle af te spreken? Sinds de zomer is er ook zoveel veranderd in Vanessa’s leven. Er is zoveel waar ze niet met hen over kan praten.

Het zou makkelijker geweest zijn als ze gewoon de oude, vertrouwde Vanessa had mogen zijn. Jeminee, wat zou ze graag willen dat dat kon.

Vanessa kijkt weer omhoog naar de flats. Misschien was het nog niet zo toevallig dat ze hier is terechtgekomen.

Ze loopt richting Linnéa’s portaal, neemt de lift naar boven en belt aan. Er komt niemand opendoen en ze voelt zich teleurgesteld. Hierdoor realiseert ze zich hoe heel erg ontzettend graag ze Linnéa had willen zien.

Vanessa belt nog een keer aan. En plots klinkt het geluid van een wc die doorgetrokken wordt. Als Linnéa de deur opent, draagt ze hetzelfde Dir En Grey-shirt als die avond met Jonte.

‘Hoi,’ zegt Vanessa.

‘Hoi,’ antwoordt Linnéa.

‘Wat ben je aan het doen?’

‘Niks.’

‘Het is zaterdagavond,’ zegt Vanessa. ‘Dan moet je toch iets leuks gaan doen?’

‘Wie zegt dat ik niks leuks aan het doen ben?’ zegt Linnéa.

Ze kijkt er zo doodserieus bij als ze dit zegt, dat Vanessa begint te lachen.

Linnéa kijkt haar ongeveer een halve seconde alleen maar aan. En dan begint zij ook. Vanessa kan zich niet eens meer herinneren wanneer ze voor het laatst zó ontzettend de slappe lach heeft gehad. Ze huilen van het lachen en maken vervolgens de fatale vergissing om elkaar aan te kijken waardoor ze weer opnieuw beginnen.

 

Ze zitten tegenover elkaar op de bank aan één stuk door te kletsen. Een playlist met verdrietige jongens en meisjes met gitaren blijft zich op Linnéa’s computer herhalen, maar vreemd genoeg wordt Vanessa daar niet depressief van. De muziek en het zachte rode schijnsel brengen juist een prettig gevoel in haar naar boven.

Hun gesprek gaat van het ene onderwerp in het andere over. Linnéa vertelt wat het Boek der Patronen haar over de beschermingsmagie heeft laten zien. Vanessa vertelt hoe ze het serum bij Gustaf in zijn cola deed, maar ze laat alle details over wat hij gezegd heeft achterwege.

‘Wist je dat Gustaf en ik weleens iets met elkaar hebben gehad?’ zegt ze in plaats daarvan.

Als ze Linnéa’s geschokte gezicht ziet, begint ze te grinniken.

‘Een hele middag op de basisschool. Ik had toen iets verzonnen… alle jongens die samen met mij op een schommel konden schommelen tijdens het speelkwartier, mochten voor de rest van de dag mijn vriendje zijn.’

‘Dus je was toen al een slet?’ zegt Linnéa en ze lacht onbehouwen.

‘Stel je voor dat het tegenwoordig nog steeds zo eenvoudig zou zijn om te weten met wie je samen zou moeten zijn,’ zegt Vanessa grinnikend.

Ze lachen om die keer dat Ida gedwongen onthulde dat ze stiekem verliefd is op Gustaf. Ze praten over dat er altijd wel een stuk of vijf, zes meisjes het ene rondje na het andere om zijn huis fietsten in de hoop dat hij naar buiten zou kijken en hen zou zien. Magie of niet, hij heeft altijd een betoverende uitwerking op meisjes gehad.

Dan komen ze op Minoo en of ze wel of niet lesbisch is. Vanessa is er volledig van overtuigd. Linnéa weet zeker van niet.

‘Ik denk dat ik haar wel mag, alleen begrijp ik haar niet. Je kunt nooit zeggen wanneer ze chagrijnig is of gewoon Minoo,’ zegt Vanessa.

Linnéa moet lachen en knikt instemmend.

‘Ik denk dat Minoo momenteel een beetje kwaad op mij is,’ zegt ze.

‘Waarom dan?’

‘Gewoon een misverstand.’

Linnéa gaat er verder niet op in.

‘Wij Uitverkorenen zijn best een aparte groep,’ zegt Vanessa.

‘Echt, hè? Kijk maar naar ons,’ zegt Linnéa en ze grijnst.

‘Wie had ooit kunnen denken dat wij hier zo zouden zitten? Ik heb je zowat gehaat. Of ben in elk geval jaloers op je geweest vanwege dat gedoe met Wille.’

Jeetje, wat zeg ik nou toch? denkt Vanessa.

Maar eigenlijk voelt het heel oké. Ze was bijna vergeten hoe het voelt om zo relaxed te zijn. En ze merkt dat ze eigenlijk ook de behoefte heeft om over Wille te praten. Als er iemand is die precies weet wat ze bedoelt, dan is het Linnéa wel.

‘Ik wil het niet met hem uitmaken,’ zegt ze. ‘Maar ik hou het ook niet meer met hem uit.’

‘Moet je ook per se bij hem wonen?’

‘Dat ligt nogal ingewikkeld.’

Het staat haar tegen om te vertellen waarom ze niet thuis kan wonen. Als ze het vanuit Linnéa’s oogpunt bekijkt, lijkt het allemaal zo onbenullig. Linnéa, die helemaal geen moeder meer heeft. Linnéa, die een vader heeft die dronken door het Weidepark danst.

‘Ik snap niet hoe ik verliefd kan zijn op iemand aan wie ik me constant zo erger,’ zegt Vanessa. ‘En waarom ik me zo stoor aan iemand op wie ik verliefd ben.’

‘Dat moet je niet aan mij vragen,’ zegt Linnéa en ze leunt achterover in de bank.

‘Waarom niet?’

‘Je moet nooit raad geven over andermans relatie.’

‘Maar in Monique’s zei je toch…’

‘Dat was een vergissing.’

Linnéa gaat in kleermakerszit zitten en kijkt Vanessa recht aan.

‘Begrijp je dat niet?’ vraagt ze. ‘Ik vind dat je het waard bent om met iemand beters dan Wille samen te zijn. Maar als ik dat zeg, en je maakt het uit met Wille, ben ik degene op wie je straks kwaad wordt als je er spijt van krijgt. Terwijl je, als je bij hem blijft, ook de hele tijd weet wat ik er eigenlijk van vind en dan ben je daarom kwaad op me.’

‘Maar ik zou nooit…’ protesteert Vanessa.

‘Ik bedoel alleen maar dat ik niet degene wil zijn die jij later overal de schuld van kunt geven.’

Vanessa weet niet wat ze moet zeggen. Het voelt alsof ze een compliment heeft gekregen dat aan de ene kant heel fijn, maar tegelijkertijd ook heel eigenaardig is.

‘Maar mij belt ie in elk geval niet meer,’ zegt Linnéa.

Vanessa zakt wat dieper in de bank weg. Ze ziet het beeld voor zich van Jonte en Linnéa en hoe ze die avond precies zo lagen. Het lijkt wel een eeuwigheid geleden.

‘Zie je Jonte nog weleens?’

‘Neeee,’ zegt Linnéa. ‘Laten we het erop houden dat ik toen tijdelijk ontoerekeningsvatbaar was.’

Vanessa grinnikt en schuift wat verder de bank op waardoor haar voeten tegen Linnéas benen rusten.

Het voelt alsof alles wel goed zal komen. Hoe dan ook.

De Cirkel
titlepage.xhtml
index_split_000.html
index_split_001.html
index_split_002.html
index_split_003.html
index_split_004.html
index_split_005.html
index_split_006.html
index_split_007.html
index_split_008.html
index_split_009.html
index_split_010.html
index_split_011.html
index_split_012.html
index_split_013.html
index_split_014.html
index_split_015.html
index_split_016.html
index_split_017.html
index_split_018.html
index_split_019.html
index_split_020.html
index_split_021.html
index_split_022.html
index_split_023.html
index_split_024.html
index_split_025.html
index_split_026.html
index_split_027.html
index_split_028.html
index_split_029.html
index_split_030.html
index_split_031.html
index_split_032.html
index_split_033.html
index_split_034.html
index_split_035.html
index_split_036.html
index_split_037.html
index_split_038.html
index_split_039.html
index_split_040.html
index_split_041.html
index_split_042.html
index_split_043.html
index_split_044.html
index_split_045.html
index_split_046.html
index_split_047.html
index_split_048.html
index_split_049.html
index_split_050.html
index_split_051.html
index_split_052.html
index_split_053.html
index_split_054.html
index_split_055.html
index_split_056.html
index_split_057.html
index_split_058.html
index_split_059.html
index_split_060.html
index_split_061.html
index_split_062.html
index_split_063.html
index_split_064.html
index_split_065.html
index_split_066.html
index_split_067.html
index_split_068.html
index_split_069.html
index_split_070.html
index_split_071.html