42
‘Geen spoor. Ze is gewoon verdwenen. Ik begin hier een heel slecht gevoel over te krijgen, Nico.’
Rechercheur De Hond kijkt over zijn beeldscherm naar Ingrid, die de telefoon nog in haar hand houdt.
‘Anna Dijana Peric heeft dat schip verlaten op de dag waarop het in Barcelona afmeerde. Ze zou diezelfde dag nog naar Dubrovnic vliegen,’ vervolgt ze. ‘Haar arbeidscontract was na die cruise afgelopen. De cruisemaatschappij betaalt dan voor haar werknemers een vliegticket naar huis. Ze had al een nieuw contract op zak, dat in november zou ingaan. Een maand vakantie, dan weer zes maanden werken, een gebruikelijk patroon, heb ik me laten vertellen. Haar naam komt niet voor op de passagierslijsten van de vluchten van Barcelona naar Dubrovnic. Ze is daar ook niet bij familie, dat is door onze collega's ter plaatse gecontroleerd. Waar ben jij mee bezig?’
‘Ik probeer al de halve dag telefonisch contact te krijgen met Ivana Plavic, maar dat lukt ook al niet. De telefoon bij Du Mont wordt niet opgenomen. Daar begin ik dus ook een rotgevoel over te krijgen.’
Routineus drukt hij een nicotinekauwgumpje uit een strip en gooit het in zijn mond. Honderd procent helder is hij vandaag niet. De verjaardagsvisite gisteravond bij een aangetrouwde nicht van zijn vrouw, of iets anders onduidelijks in de sfeer van familierelaties, is hem slecht bekomen. Een kring oninteressante familieleden die de wereldproblemen oplosten en en passant adviezen gaven over misdaadbestrijding. Nog een glaasje, hij deed toch wel gezellig mee, of was het waar dat politiemensen beroepsspelbrekers waren? Ha, ha, ha. De paracetamol heeft zijn werk helaas onafdoende gedaan. Hij trommelt met zijn vingers op zijn bureau.
‘Wat vind je, Ingrid, afwachten of actie ondernemen?’
‘Wat voor actie? Een internationaal opsporings- en arrestatiebevel? We vermoeden dat Anna Dijana Peric informatie kan verschaffen over moord en kidnapping?’
‘Laat maar. Hetzelfde geldt voor Plavic, hoewel er in haar geval meer verdenkingen zijn. Niet voldoende, helaas. Dat wordt dus wachten op de uitslag van het DNA-onderzoek. Als er geen match is komen we geen stap verder.’
‘Misschien is het helemaal verkeerd om het onderzoek op de beperkte groep Serviërs en Kroaten te richten, en moet het veel breder.’
‘Dat jongetje heeft aan boord contact gehad met een vrouw die zijn taal sprak; het briefje was in het Kroatisch opgesteld.’
‘Een opzettelijk dwaalspoor van een zeer intelligente moordenaar?’
‘Die daarvoor een Kroatisch sprekende vrouw heeft ingehuurd?’
‘Punt voor jou.’
‘Dus toch maar bij die Serviërs en Kroaten blijven zoeken?’ zegt hij wat vermoeid.
‘Misschien.’ Het klinkt nog niet honderd procent overtuigd. ‘Als we andere opties maar openhouden. Voor je het weet raak je verstrikt in een tunnelvisie.’
De Hond pakt de telefoon, die al een paar keer is overgegaan, uit zijn houder.
‘De Hond. Met wie zegt u?’
Hij luistert enige tijd zonder iets te zeggen. Dan verschijnt er een brede grijns op zijn gezicht. Gedachteloos pakt hij het stukje gom uit zijn mond, plakt het onder zijn bureau en steekt zijn duim op naar Ingrid.
‘Hebt u daar de beschikking over een fax, mevrouw? Zou u die mailtjes dan onmiddellijk naar mij willen faxen? Mijn nummer is… Het zou van belang kunnen zijn, ja. Dank u in ieder geval voor de moeite.’
‘Weer een meevaller, zo te horen,’ zegt hij als hij de telefoon heeft neergelegd. ‘Plavic en Peric blijken de datum van de cruise al meer dan een maand voor de boeking met elkaar te hebben besproken. Daarna heeft Plavic Du Mont naar die datum toe gepraat. Die was zo belangrijk omdat iemand dan gebruik zou maken van een bepaalde regeling.’
‘Deze cruisemaatschappij heeft een aantal mooie regelingen, heb ik me vanochtend laten uitleggen, zo'n gratis ticket bijvoorbeeld. De aantrekkelijkste is dat iedereen die een aantal contracten heeft uitgediend zijn familie een keer gratis mag laten meevaren. Daar maakte het slachtoffer gebruik van.’
‘Zouden die vrouwen dat in hun mailtjes hebben bedoeld?’ De dufheid in zijn hoofd maakt plaats voor opwinding. Op slag kan hij weer helder denken.
‘Hun mailtjes?’ vraagt Ingrid.
‘Ik had zojuist de bedrijfsleidster van Du Mont aan de telefoon. Hij is eigenaar van een boekwinkel in Amsterdam. Ze heeft kopieën gemaakt van mailtjes die heen en weer zijn gestuurd tussen Ivana Plavic en iemand die aperic in haar e-mailadres heeft staan.’
‘Kopieën van mailtjes? Hoe komt ze daar dan aan?’
‘Ingebroken in Plavic’ computer omdat ze haar niet vertrouwde.’
‘Daar hebben we dus niets aan. Onrechtmatig verkregen bewijs.’
‘Wakker worden, Ingrid. Wíj hebben die mailtjes niet gejat, maar jij en ik weten toevallig wel wat erin staat, en dat zou ons over een dood punt kunnen helpen zodat we ander bewijsmateriaal kunnen vinden.’
Ingrid haalt haar schouders op. ‘Volgens het boekje is het niet. We lezen ze, maar we stoppen ze niet in het dossier.’
‘Precies. Ik ga ze ophalen van de fax en meteen even naar buiten om mijn zonden te overdenken.’
‘Ja, ja,’ zegt Ingrid terwijl haar vingers over het toetsenboord gaan. ‘Wacht even, Nico,’ roept ze als hij de deur opendoet. ‘Misschien moet je nóg iets meenemen van de fax.’
Haar stem verraadt dat er iets bijzonders is. De Hond sluit de deur weer.
‘Hier, een mailtje van ons lab in Lyon. Er is een DNA-match gevonden. Een DNA-spoor op het lichaam van die vermoorde coldcaseleraar komt overeen met DNA dat op die Serviër is aangetroffen. Het volledige rapport wordt ons zo snel mogelijk gefaxt, maar het leek ze van belang ons dit direct te laten weten,’ ratelt Ingrid.
‘Dus toch Plavic. Yes!’ Hij balt in een triomfantelijk gebaar zijn vuist. ‘In één keer twee moorden opgelost. Ik ren snel heen en weer naar de fax.’
‘Niet te enthousiast, Nico. Dat kind hebben we nog niet terug.’
De centrale fax staat twee verdiepingen lager. Toch is hij er binnen een minuut omdat hij de trap met twee treden tegelijk neemt. Daarna naar buiten voor de absoluut noodzakelijke peuk. Daar leest hij de gefaxte mailtjes. De fax uit Lyon was er nog niet.
‘Die Plavic moet onmiddellijk worden gearresteerd,’ zegt hij als hij het kantoor weer binnenkomt.
Ingrid zit te bellen en steekt haar hand alleen even op. ‘Waar denk je dat ik mee bezig ben?’ vraagt ze als het gesprek is afgelopen.
‘Met wie zat je te bellen?’
‘Met een officier van justitie. Hij geeft een arrestatiebevel af op grond van die DNA-match. De Amsterdamse recherche zal haar zo snel mogelijk arresteren. Sorry, ik loop wel hard van stapel, hè?’
Ze had dat met hem moeten overleggen en hij had zijn fiat moeten geven. Hij haalt zijn schouders op en stapt eroverheen. Ingrid is te goed en te efficiënt. Dit is niet het geschikte moment voor competentiekwesties.
‘Het is je vergeven. Ik heb de mailtjes net gelezen. Plavic en Peric hebben het erover dat ze hun gevoel moeten uitschakelen om hun doel te bereiken. Welk doel? De ontvoering van dat kind, de moord op zijn vader? Wat zou in hemelsnaam het motief zijn?’
‘Daar zijn we snel genoeg achter als Plavic is opgepakt. Ga jij erheen?’
‘Wíj gaan erheen, ja. Dit verhoor moesten we maar eens samen afnemen.’
Ingrid probeert een glimlach te verbergen. Hij doet alsof hij het niet ziet. Dit heeft ze verdiend. Over een paar jaar gaat hij met pensioen. Door haar bij zo veel mogelijk zaken te betrekken, bereidt hij haar erop voor om zijn functie over te nemen. Hij is overtuigd van haar kwaliteiten. Nu zijn superieur nog.
‘Wanneer?’
‘Nu meteen.’ Hij werpt een blik op zijn horloge. ‘We nemen een dienstauto. Vóór filetijd kunnen we in Amsterdam zijn. Heb je een telefoonnummer van de recherche daar zodat we weten waar ze haar naartoe brengen?’
‘Ja. Ik zet het meteen in mijn mobiel. Moeten we Du Mont trouwens niet waarschuwen?’
‘Zoals ik al zei, er wordt bij hem thuis niet opgenomen.’
‘Hij zal toch wel een mobiel hebben? Probeer zijn boekhandel eens. Daar kennen ze dat nummer wel. Je hebt nummermelding op je toestel, met geheugen.’
Blijkbaar reageert hij te traag naar haar zin. Ze moet ook weer niet te bijdehand worden.
‘Daar zou ik nou nooit op zijn gekomen,’ reageert hij wat kregelig. ‘Ik vraag me alleen af of het zinvol is om hem te informeren.’
‘Dat mens is psychopathisch en gevaarlijk.’
‘Maar ze is toch niet zo gek dat ze hem midden op de dag om zeep helpt?’
‘Tenzij ze zich in het nauw gedreven voelt. Zulke mensen zijn onberekenbaar. We hebben nog geen idee van haar motief om haar leraar te mollen. Misschien sloegen er een paar stoppen door.’
‘Oké, ik bel wel.’
Het is niet nodig om naar een mobiel nummer te vragen. Du Mont is in zijn zaak. Alles zit mee vandaag. Zelfs de naweeën van het verjaardagsfeestje houden het voor gezien.
‘Vreemd,’ zegt Du Mont als hij hem op de hoogte brengt van zijn vergeefse pogingen om Ivana Plavic te bereiken. ‘Ik weet niet beter of ze is thuis. Zal ik het eens op haar gsm proberen?’
‘Doet u dat maar niet. Waarschuwt u mij alstublieft onmiddellijk als ze opduikt of als ze contact met u opneemt.’
‘U kunt haar misschien zelf op haar mobiele nummer bereiken. Ik zal het u geven.’
De Hond noteert het, ook al weet hij dat hij het niet zal bellen.
‘Eh, meneer Du Mont, gisteren zei ik dat u voorzichtig met haar moest zijn. Ik wil u dat nogmaals op het hart drukken, voor uw eigen veiligheid. Ik overdrijf niet, zoals u gisteren suggereerde. Alstublieft, gelooft u mij.’
Het blijft even stil. Blijkbaar moet hij iets afwegen.
‘We hebben afgesproken dat ze me hier om half vier komt ophalen,’ zegt hij ten slotte. ‘Ik ben toch wel van plan om me door haar naar huis te laten rijden.’
De Hond kan nauwelijks een vreugdesprongetje onderdrukken. Om half vier bij zijn boekwinkel. Dat was de informatie die hij nodig had.
‘Waarom heb je hem niet gezegd dat de recherche op het punt staat om haar te arresteren op verdenking van moord en dat hij bij haar uit de buurt moet blijven?’ vraagt Ingrid. ‘Dit klonk nogal vrijblijvend.’
‘Gisteren wilde hij haar niet afvallen. Ik moet er niet aan denken dat hij haar waarschuwt en dat ze ervandoor gaat.’
‘Dat zo'n man helemaal niets doorheeft. Onbegrijpelijk.’
‘Man van over de vijftig, een aantrekkelijke jonge vrouw die hem om haar vinger windt.’
‘Dat bedoel ik niet. Hij moet toch iets aan haar hebben gemerkt. Vooral op het emotionele vlak, maar ook aan andere dingen.’
‘Een uitgekookte tante waarschijnlijk, intelligent en berekenend.’
‘Of met een persoonlijkheidsstoornis die moeilijk te herkennen is.’
‘Wat dacht je van een combinatie van die twee?’ De Hond haalt zijn schouders op. ‘De menselijke geest is soms onpeilbaar en onvoorspelbaar. Wat wel te voorspellen is, is dat Ivana Plavic om half vier door onze collega's wordt gearresteerd in de boekhandel van Du Mont. Mag ik het telefoonnummer van je hebben dat je daarnet in je mobiel hebt gezet, dan zorg ik ervoor dat onze Amsterdamse vrienden dat zelf ook op tijd weten.’
De vragende blik van Ingrid bezorgt hem een binnenpretje. Zij weet niet wat Du Mont hem zo-even heeft verteld. Plavic hangt, de zaak is zo goed als opgelost, en dat binnen een paar dagen.