Hoofdstuk 19

 

 

 

Om zeven uur die avond zat Will aan een tafel in de Piano Bar van het Sheraton Zagreb Hilton en zag hij dat Roger naar hem kwam lopen. Toen Roger tegenover Will ging zitten, liep er een ober naar hen toe, maar Roger stuurde hem weg.

‘Waar is Lana?’ Will schoof zijn kopje thee opzij.

‘Die is in haar kamer terug. Dat betekent dat het Iraanse surveillanceteam niet meer zo massaal aanwezig is. Het betekent ook dat ik nu hier bij jou kan zijn.’ Hij keek op zijn horloge. ‘Tot nu toe heeft ze in haar hotel gedineerd, maar als ze besluit vanavond iets anders te gaan doen, moet ik er meteen op af.’

Will zuchtte. ‘Is ze veilig?’

Roger glimlachte. ‘Je geeft om haar, hè? Volgens mij komt het niet vaak voor dat inlichtingenagenten iets geven om de mensen die ze inzetten.’

Will knikte. ‘Vertel me over het Iraanse team.’

Rogers glimlach werd breder. ‘Ze zijn goed. Ze bewegen zich met geoefende technieken om haar heen, en blijkbaar hebben ze de stad grondig verkend, want ze kennen alle routes.’

‘En kunnen ze jouw team hebben gezien?’

Alle sporen van een glimlach verdwenen. ‘Onmogelijk. Maar het was heel goed van je om Lana niet over mij en mijn mannen te vertellen. Als ze wist dat wij er waren, zou haar lichaamstaal dat waarschijnlijk aan de Iraniërs verraden.’

‘Wat zijn ze van plan?’

‘Daar valt in dit stadium weinig over te zeggen, maar tot nu toe observeren ze haar alleen maar.’

Will haalde diep adem. ‘Ik moet haar vanavond ontmoeten om haar te helpen weer een brief te schrijven. Hoe kan ik in haar kamer komen zonder dat de Iraniërs me zien?’

Roger zei eerst niets. Blijkbaar dacht hij diep na. Toen zei hij: ‘Stuur haar een sms’je om te zeggen dat je in de stad bent en graag om half tien vanavond iets met haar wilt drinken in de Khala-bar aan Nova Ves. Zeg tegen haar dat als je er om tien uur niet bent, ze absoluut meteen naar haar kamer terug moet gaan en daar de rest van de nacht moet blijven.’

Roger greep in een van zijn broekzakken. ‘Dit is een extra sleutel van haar kamer. Je ontmoet haar natuurlijk niet in die bar, maar gaat naar haar kamer terwijl ze weg is.’

‘Op die manier lokken we de Iraniërs bij haar hotel weg.’ Will pakte de sleutel met gefronste wenkbrauwen aan. ‘Nu al een extra sleutel. Dat is snel werk.’

Roger haalde zijn schouders op. ‘Hoewel het erop lijkt dat ze haar alleen maar observeren, moet ik weten wat we gaan doen als Lana door het team wordt aangevallen.’

Will keek om zich heen en keek toen Roger weer aan. ‘Als je Patrick die vraag stelt, zal hij terecht tegen je zeggen dat Megiddo de hoogste prioriteit heeft. Dat onze operatie is mislukt wanneer jullie ingrijpen om te voorkomen dat Lana wordt ontvoerd of vermoord. Dat jullie in zo’n situatie alleen maar kunnen toekijken om daarna het team te volgen in de hoop dat ze ons naar hun baas leiden.’ Hij zweeg even en boog zich dicht naar Roger toe. ‘Maar je werkt voor mij. En wíj offeren geen onschuldige vrouwen op.’

Roger knikte. ‘Je bent echt anders dan alle inlichtingenagenten voor wie ik ooit heb gewerkt.’ Hij glimlachte. ‘En daar ben ik blij om.’

Will tikte peinzend met zijn vinger op de tafel. Hij zei: ‘Als ze om ongeveer tien uur in het hotel terugkomt, zijn de Iraniërs bij haar en zit ik dus gevangen in haar kamer. Hoe kom ik daar weg?’

Roger blies zijn adem uit. ‘Dat kan pas als ze weggaat en de Iraniërs weer een heel eind bij het hotel vandaan lokt. Het zou verdacht overkomen als ze dat midden in de nacht deed. Bovendien wil je haar vast niet vertellen dat ze wordt geschaduwd door zeven Iraanse inlichtingenagenten. Je zult bij haar moeten blijven tot ze na het ontbijt uit het hotel vertrekt.’

Will schudde zijn hoofd. ‘Ze zal mijn bedoelingen verkeerd uitleggen.’

‘Je redt je vast wel.’ Roger wees naar Will. ‘Als je er maar voor zorgt dat ze morgenvroeg normale dingen doet.’

 

Will las het sms’je van Roger.

 

Ze is op weg naar buiten, en haar vrienden zijn bij haar. Ga er nu maar naartoe. O ja, ze heeft een stralende glimlach.

 

Toen Will in het Regent was aangekomen, liep hij zelfverzekerd door de hal van het grote hotel en ging naar kamer 85.

De kamer was luxueus, en er waren overal overal tekenen van Lana: kleren die op haar bed waren gegooid of over de rugleuningen van fauteuils hingen, vier paar schoenen lukraak op de vloer, handdoeken die op vreemde plaatsen hingen, haar geopende laptop die op een kussen stond, haardrogers, beautycases waar de inhoud half uit lag, tijdschriften en boeken, en een volle waszak die stond te wachten tot hij de volgende dag werd opgehaald. Drie kwartier lang doorzocht Will de kamer en alles wat zich daarin bevond, inclusief Lana’s computer en e-mails. Tot zijn genoegen vond hij niets bijzonders. Hij nam een glas Prosecco en ging zitten wachten.

Hij kreeg weer een sms’je: Lana was in het hotel terug, maar zonder die stralende glimlach. De Iraniërs volgden haar.

 

Will hoorde dat het deurslot werd geopend en iemand het halletje van de kamer binnen liep. Even later liep Lana de kamer in en stond ze tegenover hem. Ze was duidelijk verbaasd hem te zien en keek achterom naar de gesloten deur alvorens hem weer aan te kijken. ‘Nicholas.’

‘Alles is in orde, Lana.’ Will glimlachte en stond niet op. ‘Ik dacht dat we hier wat meer privacy hadden.’

Ze reageerde nerveus en met een woedende ondertoon. ‘Heb je een sleutel?’ Ze zette haar handtas op het bed en deed haar sjaal af.

‘Ja.’

‘Dat had je me kunnen vertellen.’ Ze haalde een sigaret tevoorschijn en stak hem aan. ‘Dan had ik niet voor niets zitten wachten. Ik schaamde me dood.’

‘Ik ben hier nu. En ik heb de moeite genomen je te komen opzoeken. Wil je iets drinken?’

Ze keek naar Wills glas mousserende wijn. ‘Ja, net zo een.’

Hij knikte. ‘Ga zitten en ontspan je, Lana. Het spijt me dat ik je aan het schrikken heb gemaakt. Er kwam iets tussen en ik dacht dat het gemakkelijker was als we elkaar hier zouden ontmoeten.’ Hij stond op uit zijn fauteuil en pakte een flesje uit de minibar. Hij schonk de wijn voor haar in en gaf haar het glas voordat hij weer ging zitten.

Lana ging in een van de vele stoelen in de kamer zitten, maar niet te dicht bij Will. Ze droeg een korte, zwarte mouwloze jurk, schoenen met hoge hakken en een gouden ceintuur. Haar lange haar hing los; het was voor een deel gevlochten en vastgezet. Op de bovenkant van haar arm kon Will nog net iets zien van een van die oude bamboelittekens. ‘Wanneer ben je hier aangekomen?’

‘Kort voor jou.’ Will keek de kamer rond. ‘Er is niets aan de hand. Ik heb je spullen niet aangeraakt.’

Lana ging zitten en keek hem onbewogen aan. ‘Het zou leuk zijn geweest om ergens buiten het hotel iets met je te drinken.’ Ze dronk wat wijn en glimlachte vaag. ‘Je bent een vreemd, nerveus type, Cree.’

‘Waarschijnlijk wel.’

De vrouw wist blijkbaar niet goed wat ze nu moest zeggen. ‘Heb je een gezin?’

‘Ik heb alles wat ik nodig heb.’

‘Ik bedoel een geliefde? Kinderen?’

‘Ik wist wat je bedoelde.’

Lana streek met haar vinger en duim langs de halslijn van haar jurk. Ze kneep haar ogen halfdicht tegen de rook, nam weer een trek van haar sigaret en doofde hem toen in een asbak. ‘Waarom ben je hier?’

‘Je moet de brief beantwoorden.’ Will nam nog een slokje wijn en wees toen naar de tafel tussen hen in. ‘Daar staat alles wat je nodig hebt.’

Lana las Wills tekst en begon te schrijven. Toen ze klaar was, stak ze weer een sigaret op en zweeg ze een tijdje. Ze keek weer kwaad. Will pakte haar brief op.

 

Voor mijn dierbare oude vriend,

 

Ik ben heel blij van je te horen. Het is net of je teruggekeerd bent uit de dood en ik nu een kans krijg inhoud te geven aan een leven dat leeg is geweest sinds je was verdwenen.

Ik heb begrip voor je terughoudendheid. Waarom zou je blindelings vertrouwen op een stuk papier met woorden? Alleen als je in mijn ogen kijkt, zul je kunnen zien dat mijn emoties zuiver zijn en dat ik geen andere bedoelingen heb dan weer onder jouw vleugels te zijn. Maar ook ik ben terughoudend. Hoe kan ik doen wat je zegt zolang ik niet volledig onder jouw bescherming sta? Ik ben er zeker van dat de Britse man en zijn collega’s me kunnen vinden als ze dat willen. Als de Britse man iets overkomt, en ik nog hier ben, dan komen zijn vrienden achter me aan en zullen ze me vast en zeker streng straffen. En de Britse man is alles wat ik heb om weer dicht bij jou te komen. Als ik hem nu aan jou geef, wat heb je daarna dan nog aan mij?

Alsjeblieft, kunnen we elkaar ontmoeten? Alsjeblieft, kunnen we in elkaars ogen kijken, zodat we allebei weten dat onze gevoelens voor elkaar eerzaam en betrouwbaar zijn?

Ik weet dat ik je in deze brief iets moet geven, en dus geef ik je de naam van de Britse man. Hij heet Nicholas Cree.

 

Met vriendelijke groeten,

 

Lana Beseisu

 

Will knikte en zei: ‘Goed. Je brengt deze brief morgenochtend meteen naar de ambassade.’

Lana wendde zich van hem af. Ze rookte verwoed. ‘Het is heel moeilijk voor mij om Megiddo te schrijven alsof ik van hem houd.’ Ze keek naar haar brief en keek toen Will weer aan. ‘Je hebt gedaan wat je vanavond moest doen. Je kunt nu gaan, als je dat wilt.’

Will zuchtte weer en nam een slok van zijn wijn. Hij zette zijn glas op de tafel en zei zacht: ‘Ik heb geen haast. Heb jij andere plannen?’

Lana fronste haar wenkbrauwen en streek met haar vinger over haar gezicht.

Will stond langzaam op en liep naar het raam, waarvan de zonwering gesloten was. Hij wist dat hij de zonwering niet open mocht maken omdat de Iraniërs hem dan misschien zouden zien, maar hij ging daar evengoed staan en sloot zijn ogen.

Hij rook Lana’s parfum voordat hij voelde dat haar vingers zich verstrengelden met de zijne. Hij voelde dat ze haar lichaam tegen zijn rug drukte en dat haar lippen zachtjes zijn hals kusten. Haar lange haar streek over zijn gezicht. Hij gaf een kneepje in haar hand en draaide zich naar haar om. Ze was mooi, en toen hij haar trotse en complexe gezicht zag, vroeg hij zich af waarom ze er zo lang voor had gekozen om alleen te zijn. Misschien omdat ze Megiddo zozeer haatte dat ze zichzelf niet toestond van een ander te houden. Hij dacht dat de wens die ze in Parijs had uitgesproken misschien nu eindelijk uitkwam.

 

Laat me dit doen en weer het gevoel hebben dat ik leef.

 

Hij zei: ‘Ik blijf vannacht bij je in je kamer, maar we kunnen niet op die manier bij elkaar zijn.’ Hij zag de teleurstelling en verwarring op haar gezicht. Hij zag ook een traan uit een van haar ogen komen. Ze keek hem aan alsof ze wist dat hij een fout had gemaakt. Hij streek zachtjes met zijn vinger over haar tranen en fluisterde: ‘Ik ben niet de man voor jou, Lana.’

Ze kwam dichter naar hem toe. ‘Misschien ben ik de vrouw die dat kan veranderen.’

Will schudde zijn hoofd. ‘Ik weet het niet.’

Lana legde haar hand op zijn wang. ‘Ik weet dat je om me geeft. Ik weet dat je je zorgen maakt over mijn veiligheid. Maar...’ Ze fronste haar wenkbrauwen. ‘Ik moet weten... Ik moet weten of je je ooit hebt afgevraagd hoe het zou zijn als... we samen zouden zijn?’

Will legde zijn armen om haar middel. Hij vroeg zich af wat hij moest zeggen. Hij vertelde haar de waarheid: ‘Ik heb me voorgesteld hoe dat zou zijn. Ik heb aan de toekomst gedacht – wanneer dit alles voorbij is.’ Hij trok haar dichter tegen zich aan en drukte een kus op haar wang. ‘Ik heb over ons nagedacht.’ Hij glimlachte ondanks de verwarring waaraan hij ten prooi was. Hij wist dat hij jarenlang een barrière tegen liefde en normaal gedrag had opgebouwd en dat die barrière er was om hem te helpen de dingen te doen die hij moest doen. Hij wist dat die barrière nu werd geslecht en dat dat kwam door de vrouw die hij in zijn armen hield. Hij drukte weer een kus op haar wang en zei zacht: ‘Als dit voorbij is, kun je misschien de vrouw worden die de dingen voor me verandert.’ Hij schudde zijn hoofd en voelde zich leeg en verbitterd. ‘Maar op dit moment moet er niets veranderen.’

 

Will keek naar Lana, die op haar bed lag te slapen terwijl hij in een fauteuil aan de andere kant van haar hotelkamer zat. Haar dekbed lag niet over haar hele lichaam heen; een bloot been was onbedekt gebleven. Will liep naar haar toe en drapeerde het dekbed voorzichtig zodanig dat het haar helemaal bedekte. Hij keek naar haar en vroeg zich af of ze droomde, en hoe het zou zijn geweest om het bed met haar te delen, haar naakte warmte tegen zich aan te voelen, haar haar en parfum te ruiken, haar in zijn armen te houden.

Hij glimlachte, keek van Lana naar de ramen en zag dat het vroege ochtendlicht net zichtbaar was geworden achter de gordijnen. Hij wist dat er buiten de kamer mannen waren die hem wilden ontvoeren en doden. En hij wist dat hij niet bang voor hen was. Hij keek weer naar Lana en zijn glimlach verflauwde. Hij wist nu dat ze de vrouw kon zijn die alles voor hem veranderde. En die wetenschap maakte hem erg bang.