Lesotho

9


Het bergkoninkrijk Lesotho ligt tussen de provincies Kwazulu Natal, Vrijstaat en Oost-Kaap en vormt een onafhankelijke enclave in Zuid-Afrika. Het kleine land (30.000 km2) staat bekend om de fascinerende berglandschappen en de traditionele levenswijze. Met een hoogte die niet beneden de 1000 m komt doet het land zijn bijnaam ‘Kingdom in the Sky’ eer aan.

Lesotho in vogelvlucht

Geografie

Een groot deel van Lesotho bestaat uit hooggebergte met toppen boven de 3000 m, zoals de Drakensbergen in het oosten en de Maluti Mountains in het noorden. In het oosten van het land ligt een hoogvlakte met een gemiddelde hoogte boven de 2000 m. In de laagvlakte in het westen, waar de meeste mensen wonen, wisselen zandsteenplateaus en heuvels elkaar af op een gemiddelde hoogte van 1500 m.

Door de hoogte van het land is het in de zomer nooit extreem warm. De maximale temperatuur ligt rond de 30 °C in de valleien, terwijl het in het hooggebergte ook in de zomer nogal fris blijft (16 °C). In dit jaargetijde valt ook de meeste regen, vaak vergezeld van spectaculaire onweersbuien.

In de winter is het in het hele land koud en helder, terwijl de temperatuur varieert van 10 °C in het laagland tot -12 °C in het hooggebergte. In juni en juli ligt er vaak sneeuw in de hoogste delen van het land.

Van nature zijn er weinig bomen en struiken in Lesotho. Op de hoogvlakte en in het hooggebergte zijn bergweiden en in de lagere delen in het westen domineert de grassavanne. In het voorjaar (augustus) worden de berghellingen gesierd door de bloesem van perzikbomen; de lagere bergweiden kleuren in het najaar (april) wit en roze door de wilde cosmosbloemen. Vroeger kwamen er in Lesotho talloze wilde dieren voor, maar met uitzondering van reptielen en enkele kleine zoogdieren zijn ze door de jacht volledig uitgeroeid.

f0201-01

Lesotho

Bevolking

Lesotho telt zo’n 1,8 miljoen inwoners. Bijna de gehele bevolking bestaat uit zuidelijke Sotho (Seshoeshoe), een Bantoevolk. De overige inwoners zijn Europeanen of Aziaten (vooral Chinezen en Japanners) die handelen of in dienst zijn van de overheid als ontwikkelingswerker. Sotho en Engels zijn de twee officiële talen.

Naar schatting is bijna 30 procent van de bevolking besmet met het hiv-virus. Dit legt een zware druk op de beperkte economische middelen en de gebrekkige gezondheidszorg van het land. Veel inwoners wonen geïsoleerd in de bergen met medische zorg ver weg.

Geschiedenis

De voetafdrukken van dinosaurussen die op twee plaatsen in het land bewaard zijn gebleven, wijzen op prehistorische bewoning in het gebied dat nu Lesotho beslaat. Deze vorm van leven was uitgestorven toen miljoenen jaren geleden het ruige berglandschap werd gevormd.

De oudst bekende menselijke bewoners zijn de Bosjesmannen, die vermoedelijk vanaf de 13de eeuw door de zuidelijke Sotho (Seshoeshoe) uit hun woongebied verdreven werden. Verschillende rotsschilderingen herinneren nog aan hun vroegere aanwezigheid.

De zuidelijke Sotho leefden een eenvoudig bestaan in kleine agrarische gemeenschappen. Maar aan het begin van de 19de eeuw kwamen zij van twee kanten onder druk te staan. Vanuit het noorden en oosten kwamen de Zoeloes en de door hen opgejaagde volken, terwijl de Boeren vanuit Oranje Vrijstaat aanspraak maakten op het woongebied van de zuidelijke Sotho.

Koning Moshoeshoe wist zijn rijk te verdedigen door zich met zijn volk terug te trekken in de bergen. Daar nam hij bovendien vluchtelingen op die door Shaka waren verdreven. Zo gebeurde het dat de kleine groep die hij in 1820 onder zijn hoede had, uitgroeide tot meer dan 150.000 mensen in 1870.

Moshoeshoe’s diplomatieke houding en zijn uitnodigende contact met missionarissen boden hem tot het midden van de 19de eeuw bescherming tegen de Boeren. Toch kon dat niet verhelpen dat de Boeren in de tweede helft van de 19de eeuw verschillende malen naar de wapens grepen om zich land van de zuidelijke Sotho toe te eigenen. Zelfs nadat Moshoeshoe grote delen van het westelijk laagland aan de Boeren had afgestaan, waren deze nog niet tevreden. Moshoeshoe zocht daarom bescherming bij de Britse regering, die daarop in 1868 het gebied annexeerde en de zeggenschap over het gebied overdroeg aan de Kaapkolonie. Het protectoraat kreeg de naam Basotholand.

Na onenigheid over het bestuur nam de regering van Groot-Brittannië aan het einde van de 19de eeuw de verantwoordelijkheid weer op zich. Dit betekende de redding van het koninkrijk. Als Britse kroonkolonie werd het koninkrijk in 1910 niet opgenomen in de Unie van Zuid-Afrika. Hiermee bleef het land het lot van een thuislandstatus bespaard.

Na de verkiezingen van 1965 kreeg Basotholand een binnenlands bestuur en kwam de nieuwe regering met de Britse machthebbers overeen dat het land het jaar daarop onafhankelijk zou worden. Een chief (lokale leider), tevens nazaat van Moshoeshoe, werd de nieuwe koning: Moshoeshoe II. Maar hij kreeg weinig uitvoerende macht.

Onafhankelijkheid

Premier Leabua Jonathan en zijn Basotho National Party (BNP) regeerden Lesotho in de eerste jaren van onafhankelijkheid. Toen hij bij de algemene verkiezingen van 1970 door de oppositie werd verslagen, hield Jonathan met harde hand toch de macht aan zichzelf. Moshoeshoe II vluchtte tijdelijk naar Nederland en Lesotho werd feitelijk een eenpartijstaat.

Door vermeende steun van Lesotho aan het ANC kwam Jonathan aan het begin van de jaren tachtig op gespannen voet te staan met de Zuid-Afrikaanse regering. De spanningen liepen zo hoog op dat Zuid-Afrika in 1986 de grenzen met Lesotho sloot. Dit betekende het einde van de macht van Jonathan. Hij werd verdreven door militairen die koning Moshoeshoe II op de troon terugbrachten.

In 1990 verdween Moshoeshoe alsnog, om door zijn zoon Letsie David Mohato (Letsie III) opgevolgd te worden. Hierop volgde een buitengewoon onrustige periode, waar zelfs nieuwe verkiezingen (1993) geen einde aan konden maken. De politieke rust keerde enigszins terug toen Moshoeshoe II in 1995 wederom tot koning werd gekroond.

In 1998 kwam Lesotho opnieuw in het internationale nieuws. Na parlementsverkiezingen waarin de Lesotho Congress Party 79 van de 80 zetels had behaald, ging de oppositie de straat op om tegen deze uitslag te protesteren. Het leger kwam in opstand en schaarde zich aan de zijde van de oppositie, waarop de regering de SADC, een samenwerkingsverband van veertien landen in zuidelijk Afrika, aanspoorde om de rust te komen herstellen. Dat een Zuid-Afrikaanse troepenmacht deze interventie uitvoerde schoot de Lesothianen in het verkeerde keelgat. Zij zagen de interventie als een invasie van de grote buur. Het kostte enkele dagen van gevechten en plunderingen in Maseru, en 60 mensenlevens om de rust terug te laten keren. Met de verkiezingen van 2002 won de regeringspartij iets meer dan de helft van de zetels in het parlement en sindsdien spelen verschillende oppositiepartijen een rol in de nationale politiek.

De afgelopen jaren heeft Lesotho, net als Swaziland, te kampen met een tekort aan voedsel en zijn er verschillende hulporganisaties actief.

Economie

Lesotho is een arm land. Volgens het IMF had elke inwoner van Lesotho in 2007 gemiddeld US$ 3092 per jaar te besteden. De mogelijkheden voor economische ontwikkeling worden onder meer beperkt door een gebrek aan delfstoffen. Alleen diamant is in winbare hoeveelheden aanwezig. De agrarische sector en arbeidsmigratie (ook van vrouwen) zorgen voor werkgelegenheid. Bijna elke familie houdt vee en heeft een stukje land waarop maïs, gierst of tarwe wordt verbouwd. Toch kan Lesotho, door de lage productiviteit en de grootschalige erosie, niet in de eigen voedselbehoefte voorzien.

De industrie is nauwelijks ontwikkeld. Er zijn bedrijfjes in de nijverheidssector die kleding, meubels, schoeisel en vloerkleden vervaardigen. De meeste industriële producten worden echter uit Zuid-Afrika geïmporteerd en in de textielindustrie lijdt Lesotho onder de concurrentie van China.

In 2004 werkte bijna 35 procent van de mannelijke beroepsbevolking in Zuid-Afrika: in de mijnen, bij grote industriële ondernemingen of op commerciële boerderijen. De munt van Lesotho, de maloti, is direct gekoppeld aan de Zuid-Afrikaanse rand. Bovendien is Lesotho wat energievoorziening betreft volledig afhankelijk van Zuid-Afrika.

Samenleving en cultuur

De tolerante en uitnodigende houding van koning Moshoeshoe tegenover missionarissen in het verleden is in de huidige maatschappij nog zichtbaar. Ongeveer 90 procent van de bevolking is christelijk. Bovendien speelt de missie nog steeds een rol in het onderwijs en de gezondheidszorg, vooral in het grote, minder toegankelijke deel van het land.

Ondanks deze westerse invloeden zijn belangrijke elementen uit de traditionele Sothocultuur bewaard gebleven, zoals bij koken, wonen en kleden. Daarnaast worden nieuwe levensfasen nog steeds met verschillende ceremonies ingewijd. En wanneer de regen uitblijft, doet men een beroep op een regenmaker. Muziek en dans spelen hierbij een voorname rol.

Maseru

Maseru, de hoofdstad van Lesotho, werd in 1869 door de Engelsen gesticht. Zij vestigden er de zetel van het Britse landsbestuur. De stad dankt haar naam, ‘Plaats van het rode zandsteen’, aan het veelvuldig voorkomende gesteente in deze regio. Het is een rustige stad, die lange tijd weinig ontwikkeld is geweest. Pas in 1947 werd de eerste verharde weg aangelegd. Tegenwoordig trekt de steeds moderner wordende stad tal van toeristen aan. Er wonen naar schatting 110.000 mensen.

Na binnenkomst uit Zuid-Afrika maakt Maseru een onoverzichtelijke indruk. De tweebaansweg in beide richtingen kan plotseling door luid toeterende minibusjes in een vierbaansweg met eenrichtingsverkeer veranderen. Daarnaast valt op dat er meer mensen langs de weg lopen en de wegen een stuk slechter zijn.

De mengeling van oude gebouwen, die zijn opgetrokken uit zandsteen, met nieuwerwetse kantoorgebouwen geeft de stad ook een aparte aanblik. Het moderne en traditionele leven zijn er elkaars buren. Luxehotels staan op korte afstand van de woonwijken van de lokale bevolking, die met hun koeien en groentetuintjes een deel van het plattelandsleven hebben meegenomen.

Bezienswaardigheden

In Maseru zijn hotels, banken, een toeristenbureau en een handwerkcentrum, de Basotho Hat. Naast de kleurrijke markt, het parlement en het koninklijk paleis heeft de stad weinig te bieden. Parlement en paleis kunnen alleen van buiten bewonderd worden. Foto’s maken is verboden.

Wandelaars kunnen vanaf de omliggende bergen prachtig neerkijken op de stad, en voor de minder sportieve mens biedt het uitzicht vanaf het terras van het Lesotho Sun Hotel een goed alternatief.

common2 TOERISTENBUREAU, hoek Kingsway Road en Orpen Road, tel. +266-22312427. Geopend: ma.–vr. 8–15.30, za. 8.30–13 uur.

BASOTHO HAT, bij het toeristenbureau, www.basothohat.co.ls.

Ponytrektochten

Dé toeristische attractie van Lesotho is het maken van een ponytrektocht. Je kunt meerdaagse trektochten maken of er een dagje op uit gaan. Er zijn verschillende centra met een vergelijkbaar programma waaronder Semonkong Lodge, Basotho Pony Trekking en Malealea Lodge. Onder begeleiding van een lokale gids trek je de bergen in om een tocht te maken langs watervallen en prachtige berghellingen met bijzondere bloemen en vogels. Bij meerdaagse trektochten overnacht je in kleine dorpjes bij de lokale bevolking en trek je steeds verder door nagenoeg verlaten gebied. Voor de meerdaagse tochten moet je vaak zelf eten, een slaapzak, regenkleding en warme kleren, een zaklantaarn, waterzuiveringstabletten en bescherming tegen de zon meenemen.

Het Basotho Pony Trekking Centre, dat 60 km van Maseru ligt (1 uur over geasfalteerde weg), is het goedkoopst, maar heeft als nadeel dat je niet bij het centrum zelf kunt overnachten. Bij Semonkong kun je wel overnachten en zijn ook wandel- en mountainbike routes en routes voor auto’s met vierwielaandrijving uitgezet. Dit centrum ligt 120 km van Maseru (2,5 uur gedeeltelijk over onverharde weg) en heeft de hoogste prijzen. Het centrum bij Malealea Lodge profileert zich als het enige centrum waar echt in samenwerking met de lokale bevolking wordt gewerkt, aan wie het geld direct ten goede komt. De lodge ligt op ca. 2 uur rijden van Maseru, gedeeltelijk over onverharde weg, en biedt ook mogelijkheden om te wandelen.

common2 NADERE INLICHTINGEN. Semonkong Lodge, tel. +266-27006037, Basotho Pony Trekking, tel. 31 7284 en Malealea Lodge, tel. 082-5524215 in Zuid-Afrika.

Naar het centrale bergland

Om vanuit Maseru in het centrale bergland te komen, volg je de zuidelijke hoofdweg de stad uit. Na ongeveer 15 km neem je de afslag richting Roma. Dit is de A3, de weg die uiteindelijk naar Thaba-Tseka leidt. De A3 is de toegangsweg tot verschillende interessante plaatsen zoals Thaba-Bosiu, Roma, Semonkong en het Basotho Pony Trekking Centre.

Thaba-Bosiu

Thaba-Bosiu, het historische centrum van Lesotho, ligt ongeveer 10 km ten noorden van de A3 en staat op de Werelderfgoedlijst. Vanaf deze platte bergtop kon Moshoeshoe zijn rijk goed verdedigen tegen aanvallen van Ndebele, Zoeloes, Boeren en Britten. Bovendien was er voldoende water en weidegrond om het groeiende rijk in stand te kunnen houden.

Onder begeleiding van een gids kun je op de berg het graf van Moshoeshoe en de restanten van zijn vesting bezoeken. Het uitzicht vanaf de berg is prachtig en laat de Qiloane pinnacle zien, de alleenstaande rots die als inspiratiebron diende voor de Basotho-hoed.

Roma en Semonkong

Terug op de A3 splitst de weg zich in een zuidelijke variant (de A5) en een noordelijke variant (de A3). De zuidelijke route komt langs het schilderachtige Roma, waar de katholieke missie in 1863 haar basis vestigde. Tegenwoordig is Roma de thuisbasis van de enige universiteit van het land.

Na Roma gaat de weg door het berggebied naar Semonkong, waar een groot centrum voor ponytrektochten is. De nabijgelegen 192 m hoge Maletsunyane Falls zijn niet alleen met een pony, maar ook te voet bereikbaar.

Naar Thaba-Tseka

Wanneer je terug op de A3 de weg naar Thaba-Tseka vervolgt, kom je ruim 10 km na de afslag naar Roma langs het dorpje Ha Ntsi. Van hieruit leidt een weg naar de Ha Boroana rotsschilderingen, over blijfselen van de Bosjesmannen, die volgens kenners de mooiste in hun soort zijn.

De A3 vervolgt in oostelijke richting naar een serie passen. Bij de Molimo-Nthuse Pass, door de steilte ook wel bekend als de ‘God-stame-bij-pas’, ligt het tweede grote centrum van ponytrektochten, het Basotho Pony Trekking Centre. Na een aantal spectaculaire passen daalt de weg af naar de vruchtbare vallei van de Mantsonyanerivier. Deze weg voert verder naar Thaba-Tseka, een afgelegen dorp in een moeilijk begaanbaar gebied.

Het noorden van Lesotho

De A1 van Maseru naar Butha-Buthe en verder naar Mokhotlong gaat langs plaatsen als Teyateyaneng, Leribe en Oxbow. In het westen leidt de weg door het dichtstbevolkte deel van het land en worden de heuvels gesierd met kleine dorpjes en maïsvelden. Overal zie je mensen en jonge herders die met hun koeien op stap zijn. Op frisse dagen zijn zij gehuld in de typerende Sothodeken, die in Zuidoost-Azië gefabriceerd wordt. Een plastic zakje aan een stok dient als klaar-overteken wanneer de dieren gaan oversteken.

Teyateyaneng

Teyateyaneng, plaatselijk beter bekend als TY, is een echt kunstnijverheidsplaatsje. Op verschillende plaatsen worden handwerkproducten van de Sotho verkocht. Naast de gebruikelijke manden, maskers en aardewerkpotten zijn er ook specialiteitenwinkeltjes. Zo verkoopt Helang Basali Crafts of Lesotho bij de Saint Agnes Mission prachtige geweven wandkleden en kun je bij Sesotho Design, Hatooa-Mose-Mosali en Letlotlo Handicrafts terecht voor warme wollen truien.

Leribe

Verder naar het noorden kom je langs Leribe, dat vroeger Hlotse heette. In 1876 werd hier door de anglicaanse missie een fort gebouwd. Tijdens de Britse periode was Leribe een administratief centrum. Enkele oude gebouwen in het centrum van de stad, zoals Major Bell’s Tower, herinneren daaraan. Veel verder uit het verleden stammen de voetafdrukken van dinosaurussen die in de buurt van het dorpje Tsikoane zijn te bezichtigen.

Vandaag de dag is Leribe met een kleurrijke markt een belangrijk centrum in de regio. Door de ligging op een kruispunt van wegen is Leribe ook een toegangspoort tot het Lesotho Highlands Water Project.

Highlands Water Project

Het Highlands Water Project, in het centrale berggebied van Lesotho, is een overeenkomst tussen Lesotho en Zuid-Afrika met als doel de watervoorziening van Gauteng in Zuid-Afrika veilig te stellen en Lesotho van een eigen energieproductie te voorzien. Het water wordt vanuit Lesotho via een krachtcentrale naar Zuid-Afrikaanse rivieren geleid.

Het project, dat uit vier verschillende fasen bestaat, bevindt zich op het ogenblik in fase 1, die onder meer de constructie van een dam in de Malibamatsorivier bij Katze en de Mohale-dam in de Senquenyanerivier behelst. Wanneer het project volledig wordt afgerond, zou het 182 megawatt elektriciteit en 6000 m3 water per dag leveren.

De Katze-dam, die al voltooid is, is het makkelijkst te bereiken vanuit Leribe, over de geasfalteerde Nelson Mandela Road. De weg voert door prachtige berglandschappen en voert tussen Pitseng en Lejone op een hoogte van maar liefst 3000 m over de Maluti Mountains.

common2 LHDA INFORMATION CENTRE, in AgricBank-gebouw op Kingsway Road in Maseru, tel. +266-22321934, www.lhwp.org.ls. Geopend: ma.– vr. 8–17 uur.

Skiën in Afrika

Bij Afrika denken de meeste toeristen aan zinderende zomers. Toch kunnen de winters zo koud worden dat je in Lesotho en Zuid-Afrika op de latten kunt staan. Skiën doe je in de Drakensbergen het liefst in juli of augustus. De natuur wordt vaak wel een beetje geholpen met kunstvlokken. De sneeuw die valt is meestal niet genoeg. In Zuid-Afrika is Tiffindell Ski Resort in de zuidelijke Drakensbergen het bekendst. In Lesotho is dit het Oxbow Ski Resort in het noordelijke deel van dezelfde bergketen. Voor skiërs die skigebieden in bijvoorbeeld Frankrijk en Zwitserland kennen, stelt het weinig voor. Het gaat om het idee dat je in Afrika sneeuwpret kunt hebben.

Butha-Buthe

De A1 gaat verder naar het noorden richting Butha-Buthe, de oorspronkelijke vestigingsplaats van Moshoeshoe. Butha-Buthe ligt prachtig aan de voet van de Maluti Mountains en verder naar het oosten liggen de Drakensbergen. De A1 heet hier heel toepasselijk ‘Roof of Africa Road’.

In Butha-Buthe staat het kantoor van de Lesotho Highlands Development Authority. Zij beheren enkele natuurgebieden die met de start van het Highlands Water Project opgericht zijn zoals Bokong Nature Reserve en Ts’enhlanyane National Park.

Oxbow

Na kleine plaatsjes als Joel’s Drift en Qhobela kom je bij Oxbow, dat vroeger hét Zuid-Afrikaanse skioord in Lesotho was, maar de laatste jaren in populariteit is gedaald. In juni en augustus kun je er overigens nog steeds vaak skiën.

Mokhotlong

De weg vervolgt in zuidoostelijke richting naar Mokhotlong. Onderweg kom je langs Letseng-la-Terae, waar de enige diamantmijn van Lesotho is. De wegen in deze regio zijn soms moeilijk begaanbaar, informeer vooraf naar de situatie. Mokhotlong is het wandelcentrum voor de Drakensbergen, een afgelegen en ruig berggebied, waar wandelaars zich goed op moeten voorbereiden.

Zo’n 45 km vanaf Mokhotlong ligt de Sani Pass, een grensovergang met Zuid-Afrika die alleen voor auto’s met vierwielaandrijving begaanbaar is. Vanuit het chalet op de pas kun je verschillende wandelingen maken, onder andere naar de Thabana-Ntlenyana (3482 m), de hoogste piek van zuidelijk Afrika.

Wandelen in Lesotho

De prachtige berggebieden van Lesotho zijn een ware uitdaging. De afgelegen en ruige natuur, vergelijkbaar met delen van de Himalaya, doet menig bergsportershart sneller kloppen. Er zijn nauwelijks hekken die de toegang tot een gebied versperren. Met een kaart en een kompas heb je de route zelf in de hand.

De berggebieden in Lesotho staan bekend om de snelle weersveranderingen. Het is daarom van belang altijd voldoende warme kleren en regenkleding mee te nemen. Mist komt vaak voor en zelfs in de zomer kan de temperatuur tot onder het vriespunt dalen. In de zomer regent het behoorlijk en kunnen rivieren plotseling ondoorwaadbaar worden, terwijl water in de winter juist schaars kan zijn. Proviand voor een tocht kan je het beste in Maseru of Zuid-Afrika inslaan.

common2 LITERATUUR. Er zijn verschillende boeken over wandelingen in Lesotho beschikbaar, bijvoorbeeld: Hill Walks in and around Maseru van Gary en Veronica Taylor, waar ook wandelingen in andere delen van het land in staan; Guide to Lesotho van David Ambrose en The Complete Guide to Walks and Trails in Southern Africa van Jaynee Levy.

Het zuiden van Lesotho

De zuidelijke hoofdweg, de A2, komt door plaatsjes als Morija, Mafeteng en Moyeni. Vanuit Moyeni kun je met de A4 Qacha’s Nek en het Sehlabathebe National Park bereiken.

Morija

Morija ligt ongeveer 40 km ten zuiden van Maseru. In dit plaatsje vind je het Morija Museum and Archives, een interessant museum waar de geschiedenis van het land en de gewoontes en gebruiken van de lokale bevolking centraal staan. Bij het museum zijn een theetuin en een winkeltje met kunstnijverheid. Je kunt er bovendien wandelen en picknicken. In de eerste week van oktober organiseert het museum een cultureel festival.

common2 MORIJA MUSEUM AND ARCHIVES, tel. +266-22360308, www. morijafest.com. Geopend: ma.–za. 8–17, zo. 12–17 uur.

Malealea

Vanuit Motsekuoa, ongeveer 10 km ten zuiden van Morija, leidt de weg naar Malealea. Malealea, ook wel ‘Juweel van Lesotho’ genoemd, is prachtig gesitueerd in een bergachtig gebied. In de valleien hebben Bosjesmannen in de vorm van rotsschilderingen hun erfgoed achtergelaten. Op de wandel- of ponytrektochten die je vanuit de Malealea Lodge kunt maken, zijn zeldzame aloë’s (Aloe Polyphylla) te bewonderen ( p. 206).

Moyeni

De meest zuidelijke plaats van Lesotho is Moyeni, ook wel bekend als Quthing. De Britten vestigden hier in 1877 een bestuurscentrum, dat in de Eerste Boerenoorlog tijdelijk verlaten werd. In de omgeving van Moyeni zijn rotsschilderingen van de Bosjesmannen bewaard gebleven, onder meer bij Masitise Mission, 5 km ten westen van Moyeni, en bij Qomoqomong, 10 km ten zuidoosten van Moyeni.

Even buiten Moyeni leidt een onverharde weg in noordelijke richting naar de vallei van de Oranjerivier, die in Lesotho de Senqurivier heet. Vanaf deze weg is het een kleine wandeling naar de voetafdrukken van dinosaurussen. De weg gaat door het dal van de Oranjerivier naar Mount Moorosi. In dit rustige oord herinnert niets meer aan de strijd die hier in de tweede helft van de 19de eeuw woedde tussen de lokale bevolking en de Britten.

Qacha’s Nek

Naar het oosten toe wordt de weg steeds minder goed begaanbaar, met uitzondering van de afslag naar de grensplaats Qacha’s Nek. Het uit 1888 daterende stadje ligt in een gebied waar graan wordt verbouwd.

Sehlabathebe National Park

Verder naar het oosten ligt Sehlabathebe National Park, Lesotho’s enige nationale park (65 km2), dat in 1970 werd gesticht. Het onderscheidt zich van andere nationale parken in de Zuid-Afrikaanse regio door het nagenoeg afwezig zijn van wild. Daar tegenover staan een onbeschrijflijke verlatenheid en een fascinerend berglandschap, een combinatie om rillingen van te krijgen.

Het park is over de weg alleen bereikbaar vanuit Qacha’s Nek, Thaba-Tseka en Matatiele in Zuid-Afrika. Zelfs met een auto met vierwielaandrijving kan het in het regenseizoen moeilijk zijn om de wegen naar het park te berijden. In de winter zijn ze soms door de sneeuwval afgesloten. De gemakkelijkste manier om het park te bereiken is eigenlijk te voet of te paard vanaf Bushman’s Nek in Zuid-Afrika. Bij goed weer kun je vanuit Maseru of Qacha’s Nek ook vliegen naar het nabijgelegen Ha Paulus, vanwaar je kunt worden opgehaald.

common2 SEHLABATHEBE NATIONAL PARK. Informatie en reserveringen bij de Conservation Division, Ministry of Agriculture, Raboshabane Road, Maseru.