Armoede
‘Pap, heb je even 50 euro voor me?’ Dochter komt de kamer binnenvallen. Pap zit net gebogen over de nieuwe armoededefinitie van het Sociaal en Cultureel Planbureau: wie maximaal 758 euro per maand te besteden heeft, is officieel arm. Dankzij deze definitie is het aantal armen meteen een stuk gedaald.
‘Waarom?’
‘Ik ga de stad in. En ik krijg nog 50 euro.’
‘Vraag het aan je moeder.’
‘Die is er niet.’
‘Schat, ik zit te werken,’ zegt pap, en opnieuw valt zijn blik op het kille bericht over de armoedegrens. Sigaretten en af en toe een biertje moet de moderne armoedzaaier betalen van het geld dat hij apart legt voor vakanties. Ook het geld voor kranten, tijdschriften en het lidmaatschap van vereniging en bibliotheek kan hij naar de slijterij en de tabaksboer dragen.
‘Hè toe, ik moet zo weg. Kom op.’
‘Schat, ik heb helemaal geen 50 euro.’ Pap graaft in zijn broekzak en er komt een verfrommeld briefje van 5 tevoorschijn. Het doet hem ineens erg denken aan het rijksdaalderbriefje uit zijn jeugd, maar het is vier keer zoveel waard.
‘Hè shit,’ roept de dochter die er helemaal up-to-date uitziet in haar jeans van Diesel en haar T-shirt van Replay. Het haar gewassen en geborsteld, de lippen glinsterend van de nieuwe lipgloss waar ze gisteren mee thuiskwam, 2 euro bij de Etos en het blijft de hele dag zitten.
‘Tsja,’ zegt pap, en even overweegt hij dochterlief het bericht over de armoede voor te lezen. Hij ziet ervan af, om escalatie te voorkomen.
‘Kun je niet even gaan pinnen?’ vraagt ze. Terwijl ze dat doet, verplaatst ze haar gewicht van de ene op de andere voet, een beweging die er onverwacht elegant uitziet, en helemaal omdat ze haar hoofd ook nog even koket schuin houdt.
‘Nee, ik ben aan het werk, dat zie je toch.’
‘Jij ook altijd,’ valt ze uit.
‘Heb je zelf geen geld op je rekening staan?’ vraagt pap.
‘Jawel, maar ik heb meer nodig. Jezus man, hoe dom kun je zijn?!?’
Goede vraag.
En hoe arm?
Ook een goede vraag.
‘Hè toe, pap, ga nou even voor me pinnen,’ dringt de veertienjarige aan. Buiten betrekt de lucht, zoals dat soms gaat, van de ene op de andere minuut kan het donker zijn, en dan een kwartier later weer licht. Het begint te regenen.
‘Als het droog is,’ zegt pap – slappeling die hij is. Terwijl de dochter triomfantelijk de kamer verlaat, slaat hij de krant terug naar de voorpagina waar staat dat de Nederlandse Spoorwegen een tekort heeft aan treinen. Ook een kwestie van definiëren, denkt hij somber: voor hetzelfde geld kun je zeggen dat het aantal reizigers té sterk is gegroeid.
Dan is het droog en kan de reis naar de geldautomaat worden ondernomen. Halverwege begint het opnieuw te regenen. Pap is zijn paraplu vergeten, een tegenslag. Maar hij heeft iets over voor zijn dochter, en zet door. Aangekomen bij de ING-automaat blijkt die buiten werking. Ook een manier om de mensen een handje te helpen met hun budget, af en toe die automaten op non-actief zetten.