Slachtoffer
Wij hebben een nieuw scheldwoord in huis. De jongste dochter die de oudste uitschold voor slachtoffer. Nooit eerder gehoord.
‘Héé slachtoffer!’
Het klonk goed, dat wel. En modern ook, al zijn er natuurlijk veel modernere woorden – kuttenkop, fucker, doos, slet, eikel, muts, noem maar op. Toch vind ik slachtoffer mooier: het treft de tijdgeest recht in het hart.
‘Héé slachtoffer!’
Vroeger was een slachtoffer zielig. Je was ergens de dupe van, of je had een ongeluk gehad. Nou, dan had de omgeving met je te doen, je kon op hulp rekenen. Zolang je tenminste je mond hield, en het moest natuurlijk niet te lang duren.
Het moderne slachtoffer is vaak nergens meer de dupe van, laat staan dat er een ongeluk aan zijn toestand ten grondslag ligt. Maar des te mondiger is hij geworden. Hij mankeert niets, maar klaagt dat het een aard heeft, en eist verzorging, aandacht, of een regeling die alles beter moet maken, liefst ook geld. Hij staat op zijn rechten zonder te weten wat die inhouden. Het slachtofferschap is een geestestoestand geworden. Er zijn veel meer slachtoffers dan gewonden, geestelijk of anderszins.
‘Héé slachtoffer!’ Ik hoor het nog door het trappenhuis galmen. Het is zeker een aanwinst, er zit ook iets ironisch in.
Ik weet trouwens niet wat de reden was om in schelden uit te barsten. Ongetwijfeld iets kleins, zo’n wissewasje dat zich voordoet in de ochtendspits van het gezin, een botsing van humeuren. Ik weet ook helemaal niet of de uitgescholdene zich als een slachtoffer aan het gedragen was, laat staan of ze zich van de moderne of de ouderwetse variant bediende. Ze was niet eens in beeld, ze zat verschanst achter haar kamerdeur te bellen met haar vriendin.
‘Héé slachtoffer!’
Ik informeerde voor de zekerheid toch maar even of de een de ander iets had aangedaan.
‘Nee, pap, ze is gewoon stom.’
Dat was best een geruststelling, en het maakte het nieuwe scheldwoord nog beter, al weet ik natuurlijk best dat schelden eigenlijk helemaal niet hoort, net als pesten, vloeken en door rood rijden. Maar je doet er niets tegen, het gebeurt toch – dan maar zo creatief mogelijk, dat is mijn standpunt.
‘Héé slachtoffer!’
Het is een mooie kreet. Er spreekt iets strijdbaars uit wat me als opvoeder erg bevalt. Je krijgt niets voor niets, overal moet je je best voor doen – dat zijn kennelijk dingen die ze hebben geleerd. Balkenende kan gerust zijn, normen en waarden zijn hier aan het goeie adres.
In de loop van de dag betrapte ik mezelf er een paar keer op dat ik me verheugde op het moment dat de dames uit school zouden komen. Eigenlijk moest ik dan ruzie met ze maken.
Ja. Het lijkt me zo fantastisch om eens voor slachtoffer uitgescholden te worden. Ik wil weten hoe het aankomt, hoe het voelt, wat het met me doet. Ik ben weliswaar nergens het slachtoffer van, maar dat hoeft ook niet, de meeste slachtoffers zijn alleen de dupe van zichzelf.
‘Héé slachtoffer!’
Boos en spottend springt het woord uit de kindermond. Ik vang het op en gooi het de lucht in. Daar beschrijft het een speelse boog, alvorens het voor mijn neus in het water valt. Maar het kan natuurlijk ook heel anders aflopen.