48

 

Alec

 

 

Het bleek dat wachtruimtes in een buitenlands politiebureau er hetzelfde uitzagen als die in een Nederlands politiebureau. Ze roken ook hetzelfde, trouwens. Hij was gaan zitten op een van de ongemakkelijke stoeltjes, legde zijn hoofd tegen de muur en staarde naar het plafond.

Hij wist precies wat er de komende weken, maanden zou gebeuren. Nieuw was dat hij waarschijnlijk zo snel mogelijk naar Nederland werd overgevlogen, om vervolgens ergens in een Huis van Bewaring terecht te komen, om te wachten tot een rechter tijd had om naar de zaak rondom de mishandeling van Mitchell te kijken. Waarschijnlijk kwam er een nieuwe aanklacht bij, gezien het akkefietje met de camera. De kans dat hij thuis zijn zaak mocht afwachten, schatte hij gering in. Hij was immers het land uitgevlucht, had zich hier ook nog eens in de nesten gewerkt en hij had al een flinke aantekening op zijn strafblad. Dit keer zou hij als volwassene worden berecht. Hoe lang zou er staan op mishandeling?

Er klonken zware voetstappen op de kale, betonnen vloer, vlak voor de deur van de wachtruimte openging. Het was niet een agent, zoals hij verwachtte en hij rechtte zijn rug toen hij zag dat Hernando de kleine ruimte binnenstapte.

‘I need to talk to you.’ Hernando ging op een stoel tegenover hem zitten.

Alec zweeg. Hij kon niet bedenken wat hij zou moeten zeggen, duizenden vragen tuimelden over elkaar heen, eisten gesteld te worden.

‘I know who you are.’ Hernando wreef in zijn handen en liet zijn hoofd iets zakken, zijn blik naar de vloer gericht. ‘You are Suzanne’s boy. My boy.’

De woorden leken niet helemaal tot hem door te dringen. Hij knipperde met zijn ogen. Traag vertaalde zijn brein keer op keer de zinnen die uit Hernando’s mond rolden, maar ergens moest er een verbinding op tilt zijn geslagen, want hij kon niet horen wat hij dacht te horen.

‘She wrote me letters about you. Up untill about four years ago.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘I tried to contact her, but...’

‘She died.’

Hernando keek naar hem op. ‘When you sang that Leonard Cohen song…’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Your mother had a beautiful voice. So do you. And so does your friend. It was like she was there, playing that song for me like she did when I first met her. You play her guitar. I recognized it. Your mother played that guitar so many times, you can see the marks and dents from a mile away.’

Emotie hoopte zich op in zijn keel. Als hij wist wat hij moest zeggen, zou hij de woorden waarschijnlijk niet uit zijn strot gekregen hebben. Ook Hernando bleef stil. Het was geen ongemakkelijke stilte tussen hen, eerder een moment waarop ze beiden waarschijnlijk dachten aan Suzanne. De vrouw die hen verbond.

‘She never told me why she left you. Only that you were the only man she ever loved. I never understood why you didn’t...’

‘Why I didn’t save her?’

Hij knikte. Dat was precies wat hij had willen vragen. Hernando was overduidelijk de liefde van zijn moeders leven. Hij had nooit kunnen bevatten hoe zoiets kon voelen, tot Audrey. Tot vandaag. Hij kon zich niet voorstellen dat hij de keuze zou maken om Audrey te laten gaan.

‘Because your mother was the one who saved me.’ De grote man leek een paar centimeter te krimpen, bij iedere godseerlijke waarheid die hij deelde. ‘I was pretty fucked up when I met your mom. Drugs. Bad shit. She used. I knew that. But she wanted me to be clean. She fought for me and just when I had my shit together, she left. I didn’t understand why at first. Later I learned about you and about her not being able to kick the habit. She didn’t want that for me, thought more of me then of herself, I later figured that out. It was because she loved me with all her heart, that she let me go. Because she knew that if she stayed, it would destroy us both.’

Suzanne had inderdaad vrij snel na zijn geboorte haar oude gewoontes weer opgepakt. Hij had haar nooit willen vragen waarom ze wel clean kon blijven toen ze hem bij zich droeg, maar het niet kon volhouden toen hij was geboren. Hij wilde het ook niet vragen, omdat hij haar daarvoor dankbaar was. Ze had tenminste genoeg van hem gehouden om te zorgen dat hij gezond werd geboren. Voor de rest had ze haar best gedaan.

‘I tried to contact her, to find you, after I was strong enough. But she didn’t want me in her life. Not in this life, at least.’ Hernando keek hem aan, maar hij had het gevoel dat de man niet hem zag, maar zijn moeder. ‘If there was one thing in this life I would do different, it would be that I would have come for you. But I was a coward.’

Hij probeerde zich voor te stellen hoe zijn leven eruit had gezien als zijn vader hem had weggehaald bij Suzanne. Als hij hier was opgegroeid. Hoe hij het ook probeerde, het lukte hem niet er een beeld bij te vormen. ‘I don’t blame you for anything that has happened to me.’ Het was de waarheid. Alles wat hij had meegemaakt, had niets te maken met Hernando.

‘I know. You don’t seem like a person who blames others for what went wrong in life. I think you are like me in that way.’ Hernando zuchtte en klapte zijn handen in elkaar. ‘Now for the mess we have on hand right here, right now...’

Behoedzaam keek hij om zich heen. Hernando had de deur van het kamertje opengelaten. Er was ook geen agent met hem meegelopen.

‘I talked to some people and we all agreed that it’s better for you to come with me. Stay with me, at least until the whole mess is solved back home.’

De adem die hij blijkbaar had ingehouden, verliet in een lange zucht zijn longen. Hernando keek hem afwachtend aan. Er was nog een ding dat hij moest vragen. ‘What about Audrey?’

Hernando kwam overeind. ‘If she is important to you, then she is welcome in my home.’

Hij schraapte zijn keel. ‘She is.’

 

Hij verwachtte Audrey te zien bij de uitgang van het politiebureau. Maar ze zat niet op een van de stoeltjes en ze stond ook niet buiten de deur op hem te wachten, zoals ze had gedaan die keer voor het hotel.

Misschien was ze in het hotel. Hernando reed hem in een oude jeep naar het hotel, waar hij de kamer binnenstapte om hun spullen te halen. Om haar te halen. Ook daar was het leeg. Audreys tas was weg.

Het meisje bij de receptie wist hem te vertellen dat hij Audrey net had gemist. Ze had een uurtje of twee geleden haar spullen opgehaald en was vertrokken met een oudere vrouw. Verward probeerde hij te bedenken waar ze heen kon zijn gegaan. Tot het tot hem doordrong dat er niemand op het eiland was die Audrey kende en dat het dus iemand moest zijn geweest uit Nederland.

Bij de jeep van Hernando bleef hij staan. Het was al laat, of eigenlijk vroeg. De horizon kleurde oranje en op het strand waren een paar jongens bezig de strandstoelen af te stapelen en klaar te zetten. ‘I need to go to the airport.’

‘Your friend isn’t here?’ Hernando was snel van begrip, godzijdank. ‘I’ll drive you.’

 

Toen ze op het vliegveld aankwamen, begon de zon haar kracht te ontdekken en was de hemel niet meer oranje van de ochtend, maar blauw met hier en daar een paar wolken, waarin de belofte van regen verborgen zat.

Hernando parkeerde de jeep voor de ingang, op een van de witte kruizen met ervoor een bordje met een plaatje van een auto die werd weggetakeld. ‘You go. I’ll wait for you.’

Hij sprong uit de auto en speurde in de vertrekhal de borden af voor vluchten die naar Nederland vertrokken. Er was er eentje die over minder dan een uur zou opstijgen. Het toestel was inmiddels aan het boarden bij Gate 9.

Zo goed als het ging ontweek hij de andere reizigers terwijl hij naar de juiste gate rende, waar hij stuitte op een lange rij van passagiers die met getrokken ID-bewijs en paspoort stonden te wachten tot de stewardess hun tickets had gecontroleerd. In het midden van de rij herkende hij Audrey. Net op dat moment draaide ze zich om en zag hem.

Haar blik hield hem gevangen en hij kon alleen maar kijken hoe de verbazing op haar gezicht overging in berusting en verdriet. Ze was niet vrijwillig naar het vliegveld gegaan. Met grote passen beende hij langs de rij, tot hij voor haar stond en haar arm greep, haar tegen zich aan trok met de intentie haar niet meer los te laten. ‘Wat denk jij dat je in godsnaam aan het doen bent?’ Hij fluisterde de woorden, alleen bestemd voor haar.

Ze probeerde zich los te maken, maar hij weigerde haar te laten gaan, sloot zijn handen op haar gezicht en kantelde haar hoofd, dwong haar naar hem te kijken voor hij zijn gezicht op haar liet neerdalen, zijn lippen haar mond opeisten. Hij kuste haar met alles wat hij in zich had, met alles wat hij haar wilde zeggen en tot nu toe niet gedaan had omdat hij bang was dat de intensiteit van zijn gevoelens voor haar, Audrey zou afschrikken. Had afgeschrokken, want anders zou ze hier nu niet staan, op het vliegveld.

‘Alec...’ Ze fluisterde zijn naam tegen zijn lippen en door de manier waarop wist hij dat ze hetzelfde voor hem moest voelen.

‘Wat doe je hier?’ fluisterde hij terug. Het kon hem niets schelen dat iedereen naar hen keek, dat er mensen in de rij begonnen te morren dat ze moest doorlopen.

‘Audrey. Je bent een scène aan het schoppen.’

Hij richtte zich op naar de vrouw die nu ook uit de rij was gestapt. Ze leek op Audrey, maar toch ook niet. De lijnen in haar gezicht waren onnatuurlijk en er lag een berekendheid in haar ogen die totaal misplaatst was.

‘Mama, alsjeblieft.’ Audrey klonk uitgeput en niet alleen van het feit dat ook zij de hele nacht niet had geslapen. ‘Geef me alsjeblieft een moment de tijd om afscheid te nemen.’

De vrouw zuchtte en eiste haar plek in de rij weer op. De manier waarop ze naar degene keek die achter haar stond, maakte duidelijk dat ze geen tegenspraak zou dulden over of ze nu wel of niet haar plek had afgestaan.

‘Afscheid?’

Audrey trok hem mee, weg bij de mensen en weg bij haar moeder. Ze bleef voor een van de grote ramen staan, die uitzicht boden op de gereedstaande vliegtuigen. Een ervan was het toestel dat klaarstond voor vertrek naar Nederland.

‘Hernando weet dat hij je vader is.’ Ze glimlachte maar er lag treurigheid in de manier waarop haar lippen bewogen, waarop haar blik over zijn gezicht gleed, in de manier waarop ze haar hand tegen zijn wang legde en haar duim over zijn onderlip liet glijden. ‘Hij lijkt op jou. Of, jij op hem. Jullie zijn allebei volhardend.’

In dat moment interesseerde het hem niet wie op wie leek en waarom. ‘Audrey, alsjeblieft… Wat doe je hier?’

Ze schudde haar hoofd en liet zijn gezicht los. ‘Ik moet terug.’

‘Je moet helemaal...’

‘Je weet dat dat niet zo is. Ik moet terug,’ onderbrak ze hem. ‘Dit, tussen ons… De timing is gewoon verkeerd.’

Hij wilde zeggen dat het bullshit was, dat er helemaal niets mis was met hun timing en dat het hem ook geen ene moer kon interesseren als dat wel zo was, maar ze hield haar hand omhoog en smeekte hem naar haar te luisteren. ‘Ik… Ik kan je niet geven wat je verdient, Alec. Jij bent op een plek waar ik nog niet ben. Ik heb nog te veel onafgemaakte zooi en als ik nu geen dingen oplos, als ik nu de confrontatie niet aanga met … met alles, dan kom ik zeker weten nooit op die plek.’ Ze legde haar hand op zijn borst, spreidde haar vingers over zijn hart.

Hij legde zijn hand over die van haar heen. De woorden van Hernando zongen door zijn hoofd, dwars door de opkomende pijn in zijn hart heen.

Het was juist omdat ze van me hield, compleet en totaal van me hield, dat ze me liet gaan. Omdat ze wist dat als ze zou blijven, wij daar beide aan kapot zouden gaan.