8

Tot op het laatste moment, toen James’ limousine om vier minuten over elf kwam voorrijden voor het Hollywood Hotel, had ik een telefoontje van Blake verwacht om het interview af te zeggen. Maar daar kwamen ze aan en daar stond ik met Jenny’s formidabele zonnebril op, een Starbucks in mijn hand en mijn (mooie maar steeds verfomfaaider ogende) Marc Jacobs-tas aan mijn schouder. Na een diepe ademteug opende ik het portier. Als ik Alex gisteren al nijdig had gevonden en Mary zelfs pisnijdig, had ik voor Blake een nog sterker woord nodig om zijn gezichtsuitdrukking weer te geven.

‘Dat is precies waarom ik een tegenstander ben van die stomme formule: een dag in het leven van James Jacobs,’ foeterde hij, terwijl de limo wegreed van het hotel. Hij keek me net zo lang aan tot ik mijn ogen neersloeg. ‘Je houdt je mond tot we terug zijn in het hotel. Daarom had ik het interview in het hotel willen houden onder toezicht van een pr-man en een veiligheidsbeambte. Als ik mijn zin had gehad, was dit nooit gebeurd.’

Ik kon er niets tegen inbrengen.

‘Is er gebotteld water?’ vroeg James.

‘Natuurlijk,’ antwoordde Blake, met een ergernis die voor mij was bestemd.

‘En gebakjes?’

‘Nee, want je staat de hele maand op een caloriearm dieet.’ Hij sloeg zijn armen over elkaar en keek mij intens vuil aan.

‘Blake, rustig maar. Het is Angela’s schuld niet.’ James legde voorzichtig zijn hand op de schouder van zijn assistent. Ik zette mijn zonnebril af en deed mijn best zo onschuldig mogelijk te kijken.

‘Nee, die foto’s waren jouw schuld, dat heb ik je al verteld,’ antwoordde Blake, wiens ogen me geen moment los lieten. ‘En het is jouw schuld dat ze weer hier is. Maar ik zweer dat ik jullie geen moment meer alleen laat.’

‘Ik heb de boodschap begrepen,’ lachte James ongedwongen. ‘We zullen ons aan jouw regels houden, maar als jij het hele uur volpraat, heb ik koffie nodig. Coffee Bean is om de hoek. Kunnen we daar even stoppen? Je weet dat ik de koffie van het hotel niet te drinken vind.’

‘Prima.’ Blake keek me nog steeds strak aan. Ik overwoog mijn zonnebril weer op te zetten. ‘Zij kan wel koffie voor je halen.’

‘Meen je dat nou? Moet Angela uitstappen om mijn lievelings-koffie te bestellen bij mijn vaste koffietent?’James reikte over de bank om mijn hand te pakken. Ik weerstond de neiging tot giechelen. Allemaal zenuwen. ‘Dat is olie op het vuur gooien, want de tent is vergeven van de paparazzi.’

‘Vergeven,’ bauwde ik hem na.

‘Jij zou je mond houden tot we bij het hotel zijn,’ wees Blake me terecht en hij stapte uit.

Ik hield mijn adem in tot hij de deur dicht smeet. ‘Het spijt me,’ zei ik hikkend. ‘Het is niet grappig, maar...’

‘Wacht even.’ James gaf een kneepje in mijn hand en zette de microfoon aan om iets tegen de chauffeur te zeggen. ‘Jack, ik geloof dat er een stelletje fotografen op de loer ligt. Rij maar snel weg, naar Pinkberry op Beverly Drive.’

Door het getinte glas was vaag te zien dat de chauffeur knikte, en weg waren we.

‘Wat een opluchting, hè?’ verzuchtte James. Hij legde zijn armen over de rugleuning. ‘Sinds die foto’s op internet staan is Blake in alle staten.’

‘Dan slaat hij nu helemaal op tilt,’ riep ik panisch. ‘We moeten terug! Hij gaat het tijdschrift bellen. Ik ben op een haartje na ontslagen. Als hij The Look belt...’

‘Dat doet hij niet.’ James pinkte een onzichtbaar pluisje van zijn donkerblauwe overhemd. ‘Hoe vaak moet ik het je nog vertellen? Blake kan het interview niet afzeggen. En het tijdschrift kan je niet ontslaan. Gisteren heb ik ze gemaild zodra die foto’s gepubliceerd werden. Ik heb ze duidelijk gemaakt dat ik me alleen door jou laat interviewen.’

‘Je weet niet wat je zegt.’ Ik wreef over mijn slapen en probeerde er niet bij stil te staan dat zijn overhemd dezelfde kleur had als zijn ogen. ‘Tot nu toe heb ik je alleen maar problemen bezorgd. Je zou een echte interviewer kunnen krijgen. Je zou jezelf al die ophef kunnen besparen met een andere opzet, waar Blake het over had: een interview van een uur onder strikte voorwaarden in het hotel. En hoe zit het met die foto’s? Ben je niet boos, of op zijn minst geërgerd?’

‘Je hebt toch wel research naar me gedaan?’ James schudde zijn hoofd. ‘Er zijn wel ergere foto’s van me in omloop. En niet alleen foto’s, hele video’s. Rotzooi die mijn moeder hopelijk nooit te zien krijgt. Dus waarom zou ik het eeuwige riedeltje willen afdraaien over mijn volgende film, wat ik fijn vind van mijn leven in LA, wat ik mis uit Engeland, bla, bla, bla, als ik met jou een hamburger kan eten en over zinnige dingen kan praten?’

‘Daar zit wat in,’ gaf ik toe. ‘Maar heb je geen last van die foto’s?’

‘Alleen omdat jij er last van hebt.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik ben eraan gewend. De vrouwen die erop staan zijn er meestal ook aan gewend.’

Hij bloosde niet eens, dus bloosde ik voor twee.

‘En het spijt me, ik had je moeten waarschuwen. Als je fotografen ziet, is het vaak te laat.’ Hij tuurde door het raam. Ik keek ook naar buiten en zag het bord van Beverly Hills afsteken tegen een onberispelijk glad gazon. Het was niet het Hollywood-teken, maar het had evengoed allure. ‘Hoe ging het met je vriendin toen je terugkwam?’

‘Met Jenny? Die was witheet van woede,’ bekende ik. ‘Maar door het winkelen knapte ze op. Dank je wel. Het was echt te gek. Dat had je niet moeten doen.’

‘Laat maar zitten.’ James wimpelde mijn dankwoorden weg. ‘En hoe gaat het met je vriend Joe?’

‘Ik heb hem niet gezien. Sorry, hij was ontzettende lomp.’ Ik kon er nog steeds niet over uit dat Joe zich zo had misdragen. ‘En ik zei het gisteren al: hij is geen echte vriend van me.’

‘Ja, hij was nogal...’ James zweeg. ‘Laat maar zitten. Alle problemen verdwijnen met een bak yoghurtijs.’

‘God, je bent net een vrouw,’ zei ik. ‘Dat hoor ik je in Sheffield nog niet zeggen.’

‘Hou je mond en pak je portemonnee,’ zei hij, terwijl de wagen tot stilstand kwam. ‘Jij trakteert.’

‘Op yoghurtijs?’ Ik stapte na hem uit de limousine. ‘Geen slechte ruil voor wat ik gisteren allemaal van jou heb gekregen.’

‘Maar dat kost me geen cent en dit yoghurtijs is behoorlijk prijzig.’

‘Jim Jacobs, je bent je afkomst vergeten,’ zei ik afkeurend.

Het yoghurtijs van Pinkberry bleek magisch spul te zijn. Terwijl James zijn ijs vol schepte met ananas en aardbeien, deed ik hetzelfde met Coco Pebbles en chocoladestrooisel. Ik kreeg nog wisselgeld terug van mijn tien dollar. Fijn.

‘Dit is fantastisch,’jubelde ik met mijn mond vol overheerlijk yoghurtijs. ‘Nooit gedacht dat gezond eten ook lekker kon zijn.’

‘Met al die troep die je erop gooit, is het niet meer gezond,’ zei James plagerig. De stoep stond vol knappe, gebruinde mannen in sportkleren en meiden met de onvermijdelijke Ugg-laarzen.

‘Ik stel voor dat ik verderga met mijn rondleiding langs favoriete plaatsen in LA,’ zei James, terwijl hij over straat beende, langs meiden die hem onbeschaamd aanstaarden en mannen die nadrukkelijk deden alsof ze hem níét zagen. Het verschil met vorige keer was dat ik even openlijk werd aangegaapt als James. ‘Zullen we naar de Grove gaan om te winkelen? Lijkt dat je wat? Misschien knap je ervan op.’

‘Sorry, James.’ Ik sloeg mijn armen om me heen. Waarom was het in LA overal zo onbeschut? Ik verlangde naar een schaduwrijke straat of een metrostation. ‘Ik snap dat je me niet meeneemt naar een plaats waar we kunnen gaan zitten, maar is er misschien iets wat, eh... beslotener is?’

‘Het Beverly Center?’James schepte zijn beker leeg en gooide die in de afvalemmer. ‘Of Melrose, al denk ik dat er in Melrose ook paparazzi zitten.’

‘Zijn er overal fotografen?’ Ik negeerde openlijk de twee meiden die een klein hondje en een grote koffiebeker in hun hand klemden en ons vanaf de overkant met ogen als schoteltjes aanstaarden.

‘Zou kunnen.’ James haalde zijn schouders op. ‘Ik heb toch gezegd dat het geen probleem is.’

‘Maar voor mij wél.’ Ik kreeg een groepje pubers in het oog. Ze waren van top tot teen gehuld in Juicy Couture en vergeleken blèrend de echte James Jacobs en zijn mystery girl met de foto’s op hun Sidekicks. ‘Sorry, voor mij is het echt een probleem.’

James sloeg zijn arm om mijn schouders. Ik kon bijna horen hoe iedereen op straat zijn adem inhield. ‘Jouw probleem is net zo goed het mijne. Dus waar wil je het liefst naar toe als je een wens mocht doen?’

‘New York.’

James glimlachte. ‘Daar kan ik je helaas niet heen rijden, maar ik weet wel iets wat erop lijkt.’

Toen we weer in de limousine zaten, verlieten we Beverly Hills, doorkruisten Hollywood en bleven doorrijden tot James op de glazen scheidingswand klopte om Jack, de chauffeur, een teken te geven dat hij moest stoppen. Zodra we uitstapten, had ik het gevoel dat ik thuis was gekomen. Geen gebruinde gezichten, lompe laarzen en piepkleine broekjes, maar baarden, afgetrapte gympen en a-modieuze geruite hemden. De Starbucks hadden plaatsgemaakt voor buurtcafeetjes die door relaxte hippies werden gedreven, de Urban Outfitters waren vervangen door zaken met tweedehands kleding en de grote bioscoopcomplexen door artistieke filmhuizen. Hoewel ik de zee niet kon zien, was de lucht boven ons stralend blauw en werden we omringd door heuvels en bergen.

‘Hou je hiervan?’ vroeg James, leunend tegen de belachelijk opzichtige limousine. Ik kon nauwelijks bevatten dat we op tien minuten afstand van Hollywood zaten.

‘Nou en of.’ Ik knikte en schouderde mijn (geliefde) tas kruiselings over mijn borst. ‘Waar zijn we?’

‘Los Feliz. Het lijkt op New York, en je hoeft er niet voor in het vliegtuig te stappen.’

‘Ik wed dat ze hier lang niet zulke goede pizza’s hebben als in Brooklyn.’ Ik keek om me heen. Niemand lette op ons. ‘Kom, we gaan aan het werk. Weet je een goede plek voor het interview?’

‘Hier.’ Hij wees naar een kleine, donkere ingang achter mij. ‘Jij eerst.’

James hield een deur voor me open, die vanaf de zonnige straat uitkwam op een klein, donker café. Knipperend met mijn ogen liep ik door een kralengordijn. Net als gisteravond in Teddy’s zag ik een rij rode zitjes, alleen was de bekleding niet van fluweel maar van gebarsten vinyl. Hier ontbrak de hoogglans van nagemaakte glamour uit het vroegere Hollywood in combinatie met accessoires van Jessica Simpson. Dit interieur was werkelijk oud met de bijbehorende verschraalde lucht van tientallen jaren nachtelijk slempen. Op een klein podium midden in de zaak stonden een drumstel, een paar gitaren en een piano.

‘Ha, James,’ riep iemand van achter de bar. Die besloeg de hele achterwand en werd verlicht door schemerlampen, die er niet alleen ouderwets uitzagen maar dat ook werkelijk waren. Ik had het idee dat ze uit elkaar zouden vallen als je ze aanraakte. Het meisje achter de bar had een prachtige bos vuurrood haar en een met zwarte eyeliner aangebrachte cat look. ‘Bedien jezelf. Ik ben zo terug.’

‘Dank je, Marina.’ James ging achter de piano zitten. ‘Welkom in The Dresden, mijn favoriete café in LA. Geen fotografen.’

‘Speel je piano?’

‘Ja.’ James tilde de klep op en sloeg zacht een paar akkoorden aan. Terwijl ik in de gedempte zaak toekeek hoe hij speelde, leken alle problemen mijlenver weg: de foto’s op de website, Alex en Mary. Ik zette mijn vingers op de koele toetsen en keek naar het toetsenbord.

‘Speel jij?’

‘Nee, zelfs geen blokfluit.’

‘Kun je zingen?’

Ik keek in zijn donkerblauwe ogen en schoot in de lach. ‘Nee, ik kan niet zingen,’ sputterde ik. ‘Hou op. We zijn hier toch voor het interview?’

‘O ja.’ Hij sloot de klep. ‘Weet je, zo’n interview geeft me een onbehaaglijk gevoel met dat opgeklopte gedoe van ik-ben-een-grote-ster. De journalisten maken van iemand een persoonlijkheid. Door het soort vragen dat ze stellen krijg je lulkoek als: “Ik hou van de geur van de zee rond middernacht.”’

‘Mag ik die uitspraak citeren?’ vroeg ik. ‘Ik heb dat soort vragen namelijk niet op mijn lijstje staan, maar het klinkt erg mooi wat je zojuist zei.’

‘Ik heb een idee,’ zei James. ‘We mogen elkaar om de beurt een vraag stellen. Dat haalt de druk eraf.’

‘En het brengt mij op ideeën voor andere vragen,’ zei ik instemmend, terwijl ik mijn tas doorzocht (vol spullen maar nooit een pen als ik die nodig had). ‘Omdat jij mijn dictafoon in de Grote Oceaan hebt gegooid, ben ik op steno aangewezen, dus niet te snel graag.’

‘Ik ga even snel of langzaam als jij wilt.’

Ik weigerde te blozen. Niet blozen!

‘Goed, Jim Jacobs.’ Ik schraapte mijn keel en trok mijn meest professionele gezicht. ‘Als je naar een onbewoond eiland gaat, welke drie muziekalbums neem je mee?’

‘Makkelijke vraag en niet erg origineel.’ James begon quasi te gapen. ‘The Smiths van The Smiths, Nevermind van Nirvana en Different Class van Pulp. Dat zeg ik om je te helpen, want je wilt vast benadrukken dat ik uit Sheffield kom.’

‘Je had Def Leppard moeten kiezen,’ zei ik, terwijl ik zijn antwoorden noteerde en me afvroeg of deze albums, net als bij mij, op de lijst meest gespeelde muziek zou staan als ik zijn iPod nakeek.

‘Nu is het mijn beurt.’ James stak zijn arm op en bouwde de spanning een tijdje op. ‘Angela Clark, waarom maak je je zo druk over wat andere mensen van je vinden?’

‘Waarom vraag je niet gewoon naar mijn drie favoriete films?’ vroeg ik ontwijkend.

‘Je moet antwoord geven.’

‘Makkelijk zat. Sorry dat ik het zeg, maar ik vind het geen originele vraag.’ Net als hij probeerde ik tijd te rekken door mijn haar in een paardenstaart te binden en het weer los te laten hangen. ‘Ik maak me nergens druk over. Nu ben ik.’

‘O nee!’James schudde zijn hoofd. ‘Ik heb het echt wel gezien. Toen die meiden voor die ijstent naar ons keken, werkte dat op je zenuwen. En al heb ik je al vele malen bezworen dat je baan geen gevaar loopt, toch blijf je je zorgen maken over het interview en het tijdschrift. Dus maak je mij niet wijs dat je je nergens druk over maakt.’

‘Je had niet gezegd dat ik eerlijk moest zijn.’ Ik trok een verdwaalde haar uit mijn lipgloss. Het zou me nooit lukken een dame te worden. ‘Je hebt alleen maar gezegd dat ik je vraag moest beantwoorden en dat heb ik gedaan.’

‘Jouw beurt.’

‘Oké,’ zei ik verbaasd. Ik had niet verwacht er zo makkelijk onderuit te komen en besloot me een beetje op de vlakte te houden. ‘Drie dingen die je altijd meeneemt als je op reis gaat.’

‘Een ezeltje, Michael Caine en een teennagelknipper.’ James keek me bloedserieus aan. ‘Mijn beurt.’

‘Dat is niet grappig.’

‘De vijftig miljoen mensen die mijn laatste film hebben gezien, zouden het niet met je eens zijn.’

‘Ik schrijf alles op, ook als je geen serieuze antwoorden wilt geven.’

‘Dan moet jij eerst een serieus antwoord op mijn vraag geven.’

Ik zuchtte. ‘Je hebt gelijk, ik maak me wel druk.’

‘Dank je. Vertel me eens waarom.’

‘Vertel me eens waarom níét. Hoe kun jij zo rustig blijven onder al die aandacht? Misschien ben je eraan gewend omdat het dagelijks wel een paar keer gebeurt, maar zelfs dan begrijp ik niet dat je erom kunt lachen en verwacht dat anderen hetzelfde doen.’

James boog naar me toe om een verdwaalde lok achter mijn oor te strijken.

‘Omdat het niet echt is,’ antwoordde hij rustig. ‘Ik weet dat de foto’s niet echt zijn en de mensen om wie ik geef, weten dat ook. Het is gewoon een rol. Neem dit interview. Ik vind het niet erg en trek graag met je op, maar straks verschijnt in jullie tijdschrift een artikel over een fictief persoon. De vragen die je stelt zijn niet bedoeld om erachter te komen wie James Jacobs werkelijk is. Het gaat er niet om de echte feiten te ontdekken, alleen om wat de lezers willen weten over de man die ze in die onbenullige romantische films hebben zien spelen.’

Ik wist niet hoe ik moest reageren. James had gelijk.

‘Angela, het maakt niet uit of de hele stad denkt dat we hier als konijnen tekeer gaan. Wij weten dat het niet zo is en daar gaat het om. Geen verstandig mens gelooft wat er op die roddelsites staat.’

‘Ja, dat dacht ik eerst ook.’ Ik kauwde op mijn pen en keek naar de bar. ‘Zullen we iets te drinken nemen?’

‘Is er soms iemand die denkt dat het waar is?’

Geheel in strijd met mijn nette opvoeding klom ik onder de bar door en schonk mezelf een drankje in.

‘Ben je bang wat je moeder ervan vindt?’

‘O, help. Daar had ik niet eens aan gedacht.’ Ik verdubbelde de hoeveelheid drank. ‘Nog niet.’

‘Je vriend?’

‘Ja.’ Ik schonk een cola-light bij de wodka, een derde van het flesje maar. Daarna was mijn glas vol.

‘Hoe durft hij je een leugenaar te noemen?’James kwam ook achter de bar staan.

‘O, maar dat heeft hij niet gezegd.’ Met een rietje mixte ik mijn drankje.

‘Als hij het verhaal bij die foto’s gelooft en jij zegt dat het niet zo is, betekent het dat hij je voor leugenaar uitmaakt.’

‘Niet precies.’ Ik nam een grote slok, trok een vies gezicht en gooide er nog wat cola bij. ‘Hij is er gewoon niet erg... eh, gelukkig mee. Maar dat begrijp ik wel.’

‘Jij zei dat er niets aan de hand was en toch geloofde hij je niet,’ drong James aan en hij ging op een barkruk zitten. ‘Een biertje graag.’

‘Ben ik aangesteld als barmeisje?’ mompelde ik en ik pakte een flesje uit de koelkast. ‘Ik heb inderdaad gezegd dat die foto’s een vertekend beeld gaven. Hij geloofde me wel, maar was nogal van streek. Zijn ex heeft hem vroeger bedrogen. Daardoor is hij een beetje wantrouwend geworden.’

‘Maar jij bent zijn ex niet.’ James perste een schijfje citroen in zijn bierflesje. ‘En jij hebt hem niet bedrogen.’

‘Nou ja, in het begin van onze relatie had ik nog een andere date, maar ik heb hem nooit bedrogen. Niemand trouwens. Ooit.’ Ik schoof een servetje onder zijn flesje. Als ik mijn baan bij The Look zou kwijtraken, kon ik altijd nog in een bar werken. ‘Ik zou Alex nooit bedriegen.’

‘Dan mag hij je geen rotgevoel aanpraten over die sensatiefoto’s,’ betoogde James. ‘Hij zou je op je woord moeten geloven en zichzelf gelukkig prijzen met zo’n geweldige vriendin.’

‘Geweldig is te veel eer.’ Ik nipte aan mijn drankje. ‘Het komt eerder in de buurt van een dikke voldoende.’

‘Steek je altijd de draak met jezelf?’James zette zijn flesje op de bar. ‘Ik vind je geweldig, weet je. Het is een slechte zaak dat je door je vriend aan het twijfelen wordt gemaakt over jezelf.’

‘Ik steek niet de draak met mezelf en ik ben niet geweldig.’ Het was zo stil in het café dat ik mijn hart hoorde kloppen. Dit droeg weinig bij aan het interview. ‘Echt waar. Ik heb trouwens nog veel meer vragen voor je.’

‘Je bent lief, je bent intelligent, je bent grappig en je houdt blijkbaar van die stommeling, al verdient hij het niet,’ vervolgde James, terwijl hij het citroenschijfje door de hals van zijn bierflesje duwde. ‘Als je mijn vriendin was, zou ik je nooit ongelukkig maken. Nooit.’

‘Ik weet het niet,’ zei ik, mijn nagels bestuderend. ‘Niemand kan me verzoenen met het idee dat ik nooit America’s Next Top Model word.’

‘Ik hoor het al. Je steekt de draak niet met jezelf,’ antwoordde James.

Hoe langer we daar in stilte zaten, des te onbehaaglijker begon ik me te voelen.

‘Heeft hij je ooit bedrogen?’ vroeg James. ‘Je vriend.’

‘Natuurlijk niet,’ zei ik snel. ‘Dat zou hij nooit doen.’

James zweeg en keek me onderzoekend aan, terwijl hij een slok van zijn bier nam.

‘Kunnen we verder gaan met het interview?’ vroeg ik met een wee gevoel in mijn maag.

‘Want als je mijn vriendin was...’ zei James weer.

‘Het interview,’ onderbrak ik hem. Te veel, het werd me te veel.

‘Mijn iPod met video, loopschoenen en een exemplaar van The Great Gatsby.’ Hij sloeg de rest van zijn bier achterover.

Ik keek verbaasd.

‘De drie dingen die ik altijd meeneem op reis.’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Wat wil je nog meer van me weten?’

We gingen nog een uur door met het bespreken van James’ favoriete modeontwerpers, favoriete vakantiebestemmingen, favoriete restaurants en alles wat de lezers van The Look graag zouden willen weten over hun favoriete acteur, totdat ik kramp in mijn hand kreeg en mijn blocnote vol was.

‘Weet je wat?’ Ik noteerde wat zijn favoriete zaak was om bagels te kopen. ‘Ik heb geen vragen meer. Je bent klaar.’

‘Stuur je me terug naar Blake?’ vroeg James, met wat op gespeelde afschuw leek. In zijn plaats was ik doodsbang geweest. ‘Zullen we vanavond nog iets doen? Ik heb tijd voor je ingeruimd.’

Glimlachend schudde ik mijn hoofd. ‘Eerlijk gezegd wil ik het liefst naar het hotel en op tijd naar bed. Het is de afgelopen dagen erg laat geworden. Ik moet dit interview nog uitwerken en naar The Look sturen om te laten zien dat er serieus wordt gewerkt.’

‘Goed, dan spreken we morgen iets af.’ James stond op en rekte zich uit. Hij was echt waanzinnig lang. ‘Als je tenminste moet werken en je niet gaat verstoppen. Beloof me dat je je door niemand in de put laat praten vanwege die foto’s.’

Ik salueerde. ‘Mijn woord als padvinder. Je hebt gelijk. Ik zie het veel te somber in.’

‘Goed zo. Als je straks op je kamer komt en er geen grote bos rozen van je vriend staat, krijgt hij met mij te maken.’ Hij deed de deur open. Buiten scheen de zon uitbundig. ‘Ik vind het geen stijl dat jij je door hem zo rot voelt.’

‘Als me niet was verteld dat je een vervelende, egomane filmster was, zou ik je bijna sympathiek gaan vinden.’ Ik schermde mijn ogen af om hem aan te kijken. ‘Je kunt vast heel goed acteren.’

‘Zet dat maar in je interview,’ zei James en hij belde zijn chauffeur. ‘Ik kan goed acteren, maar ik meen het ook. Niemand mag je het gevoel geven dat je waardeloos bent. Dat soort mensen wil ik niet meer om me heen hebben.’

‘Nee, jij hebt alleen positieve mensen om je heen. Blake bijvoorbeeld,’ zei ik, terwijl de limousine de hoek om kwam. ‘Heb je nou veel profijt van hem?’

‘Ik weet dat hij een nogal stugge indruk maakt, maar ik zou niet weten wat ik zonder hem moest beginnen. Al vrees ik dat hij nu witheet van woede is omdat we hem vandaag opnieuw buiten spel hebben gezet.’

‘Maak je geen zorgen. Hij zal mij weer de schuld geven,’ antwoordde ik.

‘Dat weet ik wel zeker,’ beaamde James. ‘Bedankt dat je zoveel geduld met hem hebt, én met mij.’

‘Ik moet jou bedanken dat je zo’n geduld met míj hebt.’ Ik zette mijn zonnebril op om een stiekeme blik op hem te kunnen werpen.

‘Je zult het misschien niet geloven,’ zei hij, terwijl hij zijn eigen zonnebril afzette, ‘maar ik heb er zelf ook plezier in. Als ik met jou optrek, besef ik wat ik lang geleden ben kwijtgeraakt.’

‘Overtollig buikvet?’

‘Ik weet het niet precies.’ James schoof mijn zonnebril omhoog en keek me aan. Ik kon zijn intense blik tot diep in mijn maag voelen. ‘Het is er gewoon.’

‘Dan neem ik aan dat het iets goeds is.’ Ik zette mijn zonnebril weer op mijn neus toen de limousine naast ons stopte. Hoe was het mogelijk dat deze knappe en sympathieke man, zo lief voor me was, terwijl Alex me zo slecht behandelde?