11 – COUP DE FOUDRE

 

 

Versailles, Frankrijk

14 februari 1723

 

Plons.

Luce kwam onder water uit de Verkondiger.

Ze deed haar ogen open, maar het warme troebele water prikte zo erg dat ze ze meteen weer dichtdeed. Haar drijfnatte kleren trokken haar naar omlaag, dus ze wurmde zich uit de nertsjas. Terwijl die onder haar naar de bodem zakte, trappelde ze in ademnood zo hard ze kon naar de oppervlakte.

Het was nog maar een paar centimeter verder omhoog.

Ze hapte naar adem; toen voelde ze vaste grond onder haar voeten en stond ze. Ze veegde het water uit haar ogen. Ze bevond zich in een badkuip.

Oké, het was de grootste badkuip die ze ooit had gezien, zo groot als een klein zwembad. De kuip was niervormig en gemaakt van heel glad wit porselein. Het bad stond helemaal alleen midden in een gigantisch vertrek dat wel een museumgalerij leek. Het hoge plafond was bedekt met een reusachtige fresco waarop een koninklijk uitziende familie met donker haar geportretteerd stond. Elke buste was omlijst met een guirlande van goudkleurige rozen, en daartussen zweefden mollige cherubijnen die op trompetten bliezen die ze omhoog de lucht in staken. Tegen alle wanden – bedekt met behang met daarop ingewikkelde turkooizen, roze en goudkleurige wervelingen – stonden reusachtige houten kasten, versierd met weelderig houtsnijwerk.

Luce liet zich weer in de badkuip zakken. Waar was ze nu weer? Ze ging met haar hand over het water en duwde een laag schuim van een centimeter of tien weg die de stevigheid van slagroom had. Er plopte een spons ter grootte van een kussen omhoog, en ze bedacht dat ze sinds Helston al niet meer in bad was geweest. Ze was vreselijk vies. Met de spons boende ze haar gezicht schoon en toen ging ze aan de slag om de rest van haar kleren uit te trekken. Ze gooide alle drijfnatte spullen zo over de rand van de badkuip op de grond.

Op dat moment kwam Bill langzaam uit het badwater omhooggedreven. Hij bleef een centimeter of dertig boven het water zweven. Het deel van de badkuip waaruit hij omhoog was gekomen was donker en troebel van het gruis van de gargouille.

‘Bill!’ riep ze uit. ‘Begrijp je niet dat ik even een paar minuten voor mezelf wil hebben?’

Hij schermde met zijn hand zijn ogen af. ‘Ben je klaar met dat wilde gedoe, Jaws?’ Met zijn andere hand veegde hij wat schuim van zijn kale kop.

‘Je had me wel eens kunnen waarschuwen dat ik een duik onder water zou gaan nemen!’ zei Luce.

‘Ik heb je ook gewaarschuwd!’ Hij sprong op de rand van het bad en dribbelde eroverheen tot hij recht voor Luce stond. ‘Net toen we de Verkondiger uit kwamen. Je hebt me alleen niet gehoord, want je zat onder water!’

‘Heel behulpzaam van je, hartelijk bedankt.’

‘Nou, je moest toch nodig in bad,’ zei hij. ‘Dit wordt een belangrijke avond voor je, dame.’

‘Hoezo? Wat gaat er dan gebeuren?’

‘Wat er gaat gebeuren? Wat een vraag!’ Bill greep haar bij haar schouder beet. ‘Het meest luisterrijke bal sinds de Zonnekoning ertussenuit gepiept is, meer niet! En wat maakt het uit dat deze knalfuif door zijn vettige puberzoon gegeven wordt? Dan wordt het nog steeds beneden in de grootste, meest spectaculaire balzaal van Versailles gegeven – en iedereen is van de partij!’

Luce haalde haar schouders op. Hartstikke leuk, hoor, een bal, maar met haar had het niks te maken.

‘Ik zal het je even uitleggen,’ zei Bill. ‘Iedereen komt, zelfs Lys Virgily. De prinses van Savoye? Zegt dat je iets?’ Hij gaf Luce een tikje op haar neus. ‘Dat ben jij.’

‘Hmf,’ deed Luce, en ze liet haar hoofd achteroverglijden, zodat het tegen de met schuim bedekte wand van de badkuip rustte. ‘Zo te horen wordt het een heel belangrijke avond. Voor háár. Maar wat moet ík doen terwijl iedereen aan het feesten is?’

‘Weet je nog dat ik je vertelde…’

De knop van de deur van de enorme badkamer werd omgedraaid. Bill keek ernaar en kreunde. ‘Wordt vervolgd.’

Toen de deur met een zwaai openging, kneep hij zijn spitse neusje dicht en verdween onder water. Luce schopte hem spartelend naar de andere kant van de badkuip. Daar kwam hij weer boven, wierp haar een boze blik toe en ging op zijn rug tussen het schuim liggen drijven.

Bill mocht dan onzichtbaar zijn geweest voor het knappe meisje met de goudgele krullen die in een lange cranberryrode jurk in de deuropening stond, maar voor Luce gold dat niet. Toen het meisje iemand in de badkuip zag liggen, deinsde ze achteruit.

‘O, prinses Lys! Neemt u mij niet kwalijk!’ zei het meisje in het Frans. ‘Ik dacht dat hier niemand was. Ik… ik moest het bad laten vollopen voor prinses Elizabeth’ – ze wees naar de badkuip waarin Luce lag te weken – ‘en ik wilde haar net samen met haar hofdames naar boven laten gaan.’

‘Nou…’ Luce pijnigde haar hersenen en deed haar best om koninklijker over te komen dan ze zich voelde. ‘Ze mag helemaal niet boven komen. En haar hofdames ook niet. Dit is mijn kamer en ik wens hier in alle rust een bad te kunnen nemen.’

‘Neemt u mij niet kwalijk,’ zei het meisje, terwijl ze boog. ‘Duizendmaal excuses.’

‘Het is al goed,’ zei Luce snel toen ze zag dat het meisje oprecht van slag was. ‘Het moet een misverstand zijn geweest.’

Het meisje maakte een knikje en wilde de deur al dichtdoen. Bill stak zijn gehoornde kop boven water en fluisterde: ‘Kleren!’ Luce duwde hem met haar blote voet weer onder.

‘Wacht even!’ riep Luce het meisje na, die de deur langzaam weer openduwde. ‘Ik heb je hulp nodig. Om me te kleden voor het bal.’

‘Maar uw andere kamermeisjes dan, mademoiselle? Dat kan Agatha of Eloïse…’

‘Nee, nee. De meisjes en ik hebben ruzie gehad,’ ging Luce snel verder. Ze probeerde niet al te veel te zeggen, uit angst dat ze zichzelf dan zou verraden. ‘Ze hebben de eh… de lelijkste jurk voor me uitgekozen die je maar kunt verzinnen. Dus heb ik ze weggestuurd. Het is een belangrijk bal, moet je weten.’

‘Ja, mademoiselle.’

‘Kun jij iets voor me pakken?’ vroeg Luce aan het meisje, en ze wees met haar hoofd in de richting van de kast.

‘Ik? Moet ik u helpen aankleden?’

‘Verder is hier niemand, toch?’ zei Luce, in de hoop dat er iets in de kast zou hangen wat haar zou passen en waarmee ze er een beetje behoorlijk zou uitzien voor een bal. ‘Hoe heet je?’

‘Anne-Marie, mademoiselle.’

‘Mooi zo,’ zei Luce, en ze probeerde de Lucinda uit Helston tevoorschijn te toveren door zich maar gewoon te gedragen alsof ze heel belangrijk was. Ze deed er nog een schepje Shelby met haar houding alsof ze alles wist bovenop. ‘Hup, hup, Anne-Marie. Ik wil niet door jouw sloomheid te laat komen. Kom, doe me een plezier en haal een jurk.’

Tien minuten later stond Luce voor een reusachtige driedelige spiegel en bewonderde ze het stiksel op het lijfje van de eerste jurk die Anne-Marie uit de kast tevoorschijn had gehaald. De jurk was gemaakt van verschillende lagen zwarte tafzijde. Hij was in de taille strak gerimpeld en viel vervolgens in een prachtige wijde klokvorm naar de grond. Luce’ haar zat opgestoken in een gedraaide wrong en was toen onder een zware donkere pruik met allemaal ingewikkelde krullen gestopt. Haar gezicht was met een laagje poeder en rouge bedekt. Ze had zo veel onderkleren aan dat ze het gevoel had dat iemand een stuk stof van wel vijfentwintig kilo over haar lichaam had gedrapeerd. Hoe bewogen die meisjes in dit soort kleren? Om nog maar te zwijgen over hoe je erin moest dansen.

Terwijl Anne-Marie het korset strakker om haar bovenlichaam trok, keek Luce met open mond naar haar spiegelbeeld. Met die pruik op zag ze er wel vijf jaar ouder uit. En ze kon zich niet heugen ooit zo’n decolleté gehad te hebben. In geen enkel vorig leven.

Ze stond zichzelf heel even toe haar zenuwen over de ontmoeting met haar vorige ik in de gedaante van een prinses te vergeten en even niet te denken aan de vraag of ze Daniël zou vinden voordat ze hun liefde weer in het honderd wist te schoppen – en ze stond zichzelf toe gewoon te voelen wat elk ander meisje dat die avond naar dat bal ging ongetwijfeld gevoeld moest hebben: ademen was er in zo’n beeldschone jurk als deze niet bij.

‘U bent klaar, mademoiselle,’ fluisterde Anne-Marie eerbiedig. ‘Ik ga nu, als u mij toestaat.’

Anne-Marie had de deur nog niet achter zich dichtgedaan of Bill werkte zich uit het water omhoog, waardoor er een koude sproeiregen van schuimvlokken door het vertrek spetterde. Hij vloog over de kledingkast heen en landde op een met turkooizen zijde bekleed voetenbankje. Hij wees op Luce’ jurk, op haar pruik en toen weer op haar jurk. ‘Olala! Dat is niet mis.’

‘En dan heb je mijn schoenen nog niet eens gezien.’ Ze tilde de zoom van haar rok op om te kunnen pronken met haar puntige smaragdgroene schoenen met hoge hakken, ingelegd met bloemen van jade. Ze pasten mooi bij het smaragdgroene kant waarmee het lijfje van haar jurk was afgezet en het waren met afstand de mooiste schoenen die ze ooit had gezien, laat staan die ze ooit aan haar voeten had geschoven.

‘Ooo!’ gilde Bill. ‘Heel rococo.’

‘Dus ik ga dit echt doen? Ik ga gewoon naar beneden en doe alsof…’

‘Niet doen alsof,’ zei Bill, en hij schudde zijn hoofd. ‘Je moet erin gelóven. Dat decolleté is van jou, meid. Je zou er een moord voor doen.’

‘Oké, ik doe net alsof ik dat niet heb gehoord.’ Luce lachte kreunend. ‘Dus ik ga naar beneden en ik “geloof” erin, of wat dan ook. Maar wat moet ik doen als ik mijn vorige ik tegen het lijf loop? Ik weet niets over haar. Moet ik dan gewoon…’

‘Dan pak je haar hand,’ zei Bill cryptisch. ‘Ze zal vast erg ontroerd zijn door dat gebaar. Dat weet ik zeker.’

Bill gaf een hint, dat was wel duidelijk, alleen begreep Luce niet wat hij bedoelde. Toen moest ze denken aan wat hij had gezegd vlak voordat ze de vorige Verkondiger in gedoken waren.

‘Vertel eens over dat 3D.’

‘Aha.’ Bill zweefde in de lucht en deed alsof hij tegen een onzichtbare muur geleund stond. Terwijl hij voor haar fladderde, vormden zijn vleugels een waas. ‘Je weet toch dat sommige dingen gewoon zo bizar zijn dat ze zich niet in saaie oude woorden laten vatten, hè? Bijvoorbeeld zoals jij altijd in katzwijm valt als Daniël naar je toe komt voor een lange kus of zoals het warme gevoel dat zich door je lichaam verspreidt als hij op een donkere avond zijn vleugels ontvouwt…’

‘Niet zeggen.’ Luce’ hand ging onwillekeurig naar haar hart. Woorden schoten tekort om uit te drukken wat voor gevoel Daniël haar gaf. Bill dreef de spot met haar, maar dat betekende niet dat ze minder naar Daniël hunkerde nu ze zo lang van hem gescheiden was.

‘Voor 3D geldt hetzelfde. Je moet het zelf meemaken om te begrijpen wat het inhoudt.’

Zodra Bill de deur voor Luce had opengedaan stroomden uit de verte de geluiden van een orkest en het beleefde gemompel van een groot gezelschap de kamer binnen. Ze voelde dat ze door iets omlaaggetrokken werd. Misschien was het Daniël. Of misschien Lys.

Bill maakte in de lucht een buiging. ‘Na u, prinses.’

Ze liep op het geluid af, twee brede, rond lopende goudkleurige trappen af, en met elke stap werd de muziek luider. Ze liep de ene lege galerij na de andere door en rook al de verrukkelijke geuren van geroosterde kwartels, gestoofde appeltjes en aardappelgratin, die haar het water in de mond deden lopen. En ze rook parfum – zoveel dat ze bijna geen adem kon halen zonder te moeten hoesten.

‘Ben je blij dat ik je gedwongen heb een bad te nemen of niet?’ vroeg Bill. ‘Dat scheelt weer één fles eau de stankette voor de ozonlaag.’

Luce gaf geen antwoord. Ze was een lange zaal met spiegels in gelopen en voor haar staken twee vrouwen en een man die over, naar de ingang van een grote zaal toe. De vrouwen liepen niet, maar schreden. Hun gele en blauwe jurken zoefden als het ware over de vloer. De man liep tussen hen in, met onder zijn lange zilverkleurige jas een keurig wit overhemd met ruches en met hakken die bijna net zo hoog waren als die van Luce’ eigen schoenen. Alle drie droegen ze een pruik die wel een centimeter of dertig hoger was dan de pruik die Luce op had, die al reusachtig groot voelde en loodzwaar was. Luce keek naar ze en voelde zich vreselijk onhandig, met haar rokken die onder het lopen van links naar rechts zwaaiden.

Ze draaiden zich om om naar haar te kijken, en de drie paar ogen knepen zich iets samen, alsof ze in een oogopslag wisten dat zij niet van huis uit aan bals in de hoogste kringen gewend was.

‘Niet op letten,’ zei Bill. ‘Dat zijn snobs; die heb je in elk leven. Uiteindelijk kunnen ze je toch niets maken.’

Luce knikte en liep achter het drietal aan, dat de met spiegels belegde deuren door liep, de balzaal in. De ultieme balzaal. De balzaal waarbij elke andere balzaal in het niet viel.

Luce kon er niets aan doen. Ze bleef stokstijf staan en fluisterde: ‘Wauw.’

Het was een en al pracht en praal: aan het hoge plafond hingen wel tien kroonluchters tot heel laag in de zaal, glinsterend van de spierwitte kaarsen. Waar de muren niet van spiegels waren gemaakt, waren ze bedekt met goud. De parketvloer die dienstdeed als dansvloer leek zich tot in de volgende stad uit te strekken, en om de dansvloer heen stonden lange tafels met witte tafelkleden, gedekt met prachtig porseleinen servies, vol schalen met taart en koekjes, en vol enorme kristallen glazen met robijnkleurige wijn. Op de tientallen eettafels stonden honderden donkerrode vazen waar duizenden witte narcissen uit gluurden.

Helemaal aan de andere kant van de zaal vormde zich een rij van beeldig geklede jongedames. Ze waren met een stuk of tien en stonden dicht bij elkaar te fluisteren en te lachen, voor een grote goudkleurige deur.

Rond een reusachtige kristallen punchbowl, vlak bij het orkest, was een ander groepje samengekomen. Luce schonk een glas voor zichzelf in.

‘Neem me niet kwalijk,’ zei ze tegen twee vrouwen die vlak naast haar stonden. Hun kunstige grijze krullen waren als twee torens boven op hun hoofd vastgemaakt. ‘Waar staan die meisjes voor in de rij?’

‘Om de koning te behagen, natuurlijk.’ Eén vrouw grinnikte. ‘Die demoiselles zijn hier om te kijken of ze genoeg bij hem in de smaak vallen om hem tot een huwelijk te verleiden.’

Een huwelijk? Maar ze zagen er nog hartstikke jong uit! Plotseling kreeg Luce het gloeiend heet en haar huid begon te jeuken. Toen wist ze het: Lys staat in die rij.

Luce hapte naar adem en bekeek alle jonge vrouwen stuk voor stuk heel goed. Dat was ze, de derde in de rij, met een beeldschone lange zwarte jurk aan die slechts een klein beetje verschilde van de jurk die Luce nu zelf droeg. Haar schouders waren bedekt met een capeje van zwart fluweel en ze hield haar ogen onafgebroken op de grond gericht. Ze lachte niet met de andere meisjes mee. Ze zag er net zo gefrustreerd uit als Luce zich op dat moment voelde.

‘Bill,’ fluisterde Luce.

Maar de gargouille kwam pal voor haar neus vliegen en legde haar met een vinger tegen zijn dikke stenen lippen het zwijgen op. ‘Alleen gekken praten tegen hun onzichtbare gargouilles,’ fluisterde hij sissend. ‘En gekken worden niet voor veel bals uitgenodigd. Geen woord verder.’

‘Maar hoe moet het dan met…’

‘Sst.’

Maar hoe moet het dan met dat 3D?

Luce haalde diep adem. De laatste instructie die hij haar had gegeven was dat ze Lys’ hand moest vastpakken…

Ze liep haar kant op, stak de dansvloer over en passeerde de bedienden met hun dienbladen vol foie gras en chambordlikeur. Ze botste bijna tegen het meisje op dat achter Lys stond, die in de rij probeerde voor te dringen door net te doen alsof ze een vriendin iets in het oor wilde fluisteren.

‘Neem me niet kwalijk,’ zei Luce tegen Lys, die grote ogen opzette en haar lippen iets vaneen deed om een heel zacht verward geluidje aan haar mond te laten ontsnappen.

Maar Luce kon niet wachten hoe Lys zou reageren. Ze pakte snel haar hand vast. Die paste als een puzzelstukje in de hare. Ze kneep erin.

Luce voelde haar maag golven alsof ze net de eerste afdaling in een achtbaan had genomen. Haar huid begon te trillen en er maakte zich een doezelige, zacht heen en weer wiegende sensatie van haar meester. Ze voelde haar oogleden trillen, maar op de een of andere manier wist ze intuïtief dat ze Lys’ hand goed moest vasthouden.

Ze knipperde met haar ogen, Lys knipperde ook met haar ogen, en toen knipperden ze allebei tegelijkertijd met hun ogen – en na die knippering kon Luce zichzelf in Lys’ ogen zien… en toen kon ze Lys vanuit haar eigen ogen zien… en toen…

Zag ze helemaal niemand meer voor zich staan.

‘O!’ riep ze uit, en haar stem klonk zoals die altijd al had geklonken. Ze keek omlaag naar haar handen, die eruitzagen zoals ze altijd al hadden gedaan. Ze voelde aan haar gezicht, haar haar, haar pruik, en die voelden allemaal zoals ze daarnet ook hadden gevoeld. Maar toch was er iets… verschoven.

Ze tilde de zoom van haar jurk op en gluurde naar haar schoenen.

Die waren vuurrood. Met ruitvormige hoge hakken, en rond de enkel met een elegante zilverkleurige strik vastgebonden.

Wat had ze gedaan?

Toen begreep ze wat Bill had bedoeld toen hij had gezegd dat ze ‘3D zou gaan’.

Ze was letterlijk ín Lys’ lichaam gestapt.

Luce keek dodelijk geschrokken om zich heen. Tot haar grote afgrijzen stonden alle andere meisjes in de rij er doodstil bij. Iedereen naar wie Luce keek stond zelfs als aan de grond genageld. Het was alsof het hele gezelschap in de pauzestand was gezet.

‘Zie je wel?’ Bills stem klonk warm in haar oor. ‘Daar zijn geen woorden voor, hè?’

‘Wat gebeurt er, Bill?’ Haar stem ging omhoog.

‘Op dit moment heel veel. Ik moest het feest even op de rem zetten, voor het geval jij zou freaken. Zodra we dat 3D goed op de rails hebben, start ik het feest weer op.’

‘Dus… dus niemand kan dit nu zien?’ vroeg Luce, en ze zwaaide langzaam met haar hand voor het gezicht van een knap meisje met bruin haar dat de hele tijd voor Lys had gestaan. Het meisje verroerde zich niet. Ze knipperde niet met haar ogen. Haar gezicht stond stil in een oneindige grijns met open mond.

‘Nee, niemand ziet iets.’ Bill demonstreerde het door vlak bij het oor van een oudere man met zijn tong te wiebelen. De man stond doodstil met een escargot tussen zijn vingers, op een paar centimeter van zijn mond. ‘Pas als ik met mijn vingers knip.’

Luce zuchtte; ze was vreemd genoeg opnieuw opgelucht dat Bill er was om haar te helpen. Ze had even een paar minuten nodig om aan het idee te wennen dat ze… dat ze echt…

‘Dus ik zit ín mijn oude ik?’ zei ze.

‘Ja.’

‘Maar waar ben ík dan gebleven? Waar is míjn lichaam?’

‘Jij zit daar ergens.’ Hij tikte tegen haar sleutelbeen. ‘Je komt wel weer tevoorschijn als… Nou ja, als de tijd daar rijp voor is. Maar voorlopig ben je gewoon helemaal in je oude ik gegleden. Als een schattig schildpadje in een geleend huisje. Alleen komt er wel meer bij kijken dan dat. Als je in het lichaam van Lys zit, raken jullie wezens met elkaar vervlochten, dus je krijgt er op de koop toe van allerlei leuks bij. Haar herinneringen, haar passies, haar manieren – heb jij effe mazzel. Je moet natuurlijk ook met haar tekortkomingen dealen. Als ik me goed herinner begaat deze dame nogal eens een blunder. Dus pas maar op.’

‘Ongelooflijk,’ fluisterde Luce. ‘Dus als ik Daniël zou weten te vinden zou ik precies kunnen voelen wat zij voor hem voelt?’

‘Dat lijkt me wel, ja, maar besef je wel dat Lys, zodra ik met mijn vingers knip, verplichtingen op dit bal heeft waar Daniël niets mee te maken heeft? Dit is niet echt zijn omgeving, en daarmee bedoel ik dat het uitgesloten is dat de wachters een arme stalknecht hier binnen zullen laten.’

Dat kon Luce allemaal niets schelen. Arme stalknecht of niet, ze zou hem vinden. Ze kon haast niet wachten. Nu ze in het lichaam van Lys zat kon ze hem zelfs vasthouden, en misschien zelfs kussen. Dat was zo’n heerlijk vooruitzicht dat het haar bijna te veel werd.

‘Hallo?’ Bill tikte met een harde vinger tegen haar slaap. ‘Ben je er al klaar voor? Duik erin, geef je ogen de kost, en als het echt leuk wordt, als je begrijpt wat ik bedoel, neem je weer de benen.’

Luce knikte. Ze trok de zwarte jurk van Lys recht en hield haar hoofd iets hoger. ‘Knippen maar.’

‘Klaar voor de start… áf!’ Bill knipte met zijn vingers.

Het gezelschap bleef gedurende een fractie van een seconde hangen als een plaat met een kras erop. Toen werden alle lettergrepen die halverwege een conversatie waren afgebroken weer opgepikt, woeien alle flarden parfum weer door de lucht, gleden alle druppels punch weer door alle met edelstenen behangen kelen, klonken alle muzieknoten bij alle muzikanten in het orkest weer op, vergleden en gingen verder alsof er niets, maar dan ook niets was gebeurd.

Alleen Luce was veranderd. Haar hoofd werd bestookt door duizend woorden en beelden. Een enorm landhuis met rieten dak in de voetheuvels van de Alpen. Een kastanjebruin paard, Gauche genaamd. Overal de geur van stro. Eén enkele witte pioenroos met lange steel op haar kussen. En Daniël. Daniël. Daniël. Die met vier zware emmers water, hangend aan een stok die over zijn schouders lag, terugkwam van de bron. Die elke ochtend als eerste Gauche verzorgde, zodat Lys op hem uit rijden kon gaan. Als het op kleine, lieve dingen voor Luce aankwam, zag Daniël niets over het hoofd, ondanks al het werk dat hij voor haar vader deed. Zijn paarsblauwe ogen die haar overal vonden. Daniël in haar dromen, in haar hart, in haar armen. Het waren net de flitsen van Luschka’s herinneringen die ze in Moskou had gezien toen ze de kerkdeur had aangeraakt, maar dan sterker, een meer overweldigend, onlosmakelijk onderdeel van haar.

Daniël was hier ergens. In de stallen of de dienstvertrekken. Hij was hier. En zij zou hem vinden.

Vlak bij Luce’ hals ritselde iets. Ze schrok op.

‘Ik ben het maar.’ Bill vloog boven haar capeje. ‘Je doet het fantastisch.’

De indrukwekkende goudkleurige deuren aan het begin van de zaal werden voorzichtig opengedaan door twee lakeien die aan weerskanten in de houding stonden. De meisjes in de rij vóór Luce begonnen opgewonden te kwebbelen, en toen daalde er een stilte over de zaal neer. Luce keek ondertussen hoe ze hier zo snel mogelijk weg kon komen – hier weg, Daniëls armen in.

‘Bij de les blijven, Luce,’ zei Bill, alsof hij haar gedachten kon lezen. ‘Je kunt elk moment in actie moeten komen.’

De strijkers van het orkest begonnen de barokke openingsakkoorden van het Ballet de Jeunesse te spelen, en iedereen in de zaal verschoof zijn aandacht. Luce volgde de blikken en hapte naar adem: ze herkende de man die daar in de deuropening stond en met een lapje voor één oog het gezelschap in zich opnam.

Het was de Duc de Bourbon, de neef van de koning.

Hij was lang en mager, net zo verlept als een bonenplant die op de tocht staat. Zijn slecht zittende blauwfluwelen pak was versierd met een lichtpaarse sjerp, die mooi paste bij de lichtpaarse kousen aan zijn stakerige benen. Zijn overdreven bepoederde pruik en zijn melkwitte gezicht waren allebei uitzonderlijk lelijk.

Ze herkende de hertog niet van een foto uit een geschiedenisboek. Ze wist veel te veel over hem. Ze wist alles. Dat de koninklijke hofdames onder elkaar ondeugende grapjes maakten over de bedroevende afmetingen van de scepter van de hertog. Hoe hij dat oog was kwijtgeraakt (een ongeluk op de jacht, tijdens een reis waaraan hij had meegedaan om de koning gunstig te stemmen). En dat de hertog op dit moment de meisjes naar binnen zou sturen die hij van tevoren had uitgekozen als geschikt huwelijksmateriaal voor de twaalf jaar oude koning die binnen zat te wachten.

En Luce – nee, Lys – was al van begin af aan een favoriet van de hertog. Ze paste precies in het plaatje dat hij voor ogen had. Dat was waarom ze zo’n zwaar, pijnlijk gevoel in haar borst had: Lys kon niet met de koning trouwen, want ze hield van Daniël. Ze hield al jarenlang met heel haar hart van hem. Maar in dit leven was Daniël een bediende, en ze zagen zich beiden genoodzaakt hun liefde geheim te houden. Luce voelde de verlammende angst van Lys; namelijk dat ze, als ze die avond bij de koning in de smaak viel, alle hoop op een leven samen met Daniël wel kon laten varen.

Bill had haar al gezegd dat het een heel heftige ervaring was om 3D te gaan, maar Luce had er op geen enkele manier op voorbereid kunnen zijn dat de emoties zó hevig zouden toeslaan. Luce werd overstelpt door elke angst en twijfel die Lys ooit had gevoeld. Door iedere hoop en droom. Het was gewoon veel te veel.

Ze hapte naar adem en keek om zich heen naar de feestgangers – ze keek overal, maar niet naar de hertog. En ze realiseerde zich dat ze alles wist wat er maar over deze tijd en deze plek te weten viel. Ze begreep plotseling waarom de koning een vrouw zocht, ook al was hij al verloofd. Ze herkende de helft van de gezichten die ze om zich heen in de balzaal zag, kende hun geschiedenis, en wist wie van die mensen ze benijdde. Ze wist welke houding ze in een jurk met korset moest aannemen om goed adem te kunnen halen. En aan het kundige oog waarmee ze naar de dansende mensen keek, wist ze blijkbaar ook dat Lys van kinds af aan de kunst van het stijldansen was bijgebracht.

Het was een griezelig gevoel om zo in het lichaam van Lys te zitten, alsof Luce zowel het spook was als degene die door een spook werd lastiggevallen.

Het orkest kwam aan het eind van het nummer en een man die bij de deur stond, deed een stap naar voren om iets van een rol voor te lezen. ‘Prinses Lys van Savoye.’

Luce bracht haar hoofd met veel meer elegantie en zelfvertrouwen omhoog dan ze voor mogelijk had gehouden, en aanvaardde de hand van de jongeman in het lichtgroene gilet, die erbij was komen staan om haar te begeleiden naar de ontvangstkamer van de koning.

Zodra Luce in de volledig pastelblauwe kamer stond, moest ze haar best doen om de koning niet aan te staren. Zijn torenhoge grijze pruik stond heel stom boven zijn betrokken gezichtje. Met zijn lichtblauwe ogen keek hij wellustig naar de rij hertoginnen en prinsessen – allemaal mooi, allemaal in een beeldschone jurk – zoals een man die al heel lang niet gegeten heeft naar een varken aan het spit kan loeren.

De verwijfde figuur op de troon was nog maar een kind.

Lodewijk XV werd tot koning gekroond toen hij pas vijf jaar oud was. Naar de wens van zijn stervende vader had hij zich verloofd met de Spaanse prinses, de infante, maar zij was nog maar een peuter. Slechter konden twee mensen niet bij elkaar passen. Men dacht dat de jonge koning, die heel fragiel en ziekelijk was, niet lang genoeg zou blijven leven om bij de Spaanse prinses een erfgenaam te produceren, en bovendien kon zij zelf ook wel doodgaan voordat ze de leeftijd had om een kind ter wereld te brengen. Dus moest de koning een echtgenote zien te vinden die voor een erfgenaam kon zorgen. Vandaar het uitzinnige feest, vandaar de jongedames die in een rij opgesteld stonden om gekeurd te worden.

Luce frunnikte met het kant van haar jurk en voelde zich bespottelijk. De andere meisjes waren zo te zien een en al geduld. Misschien wilden zij wel echt met de ernstig aan acne lijdende koning Lodewijk, twaalf jaar oud, trouwen, al leek dat Luce vrijwel uitgesloten. Ze waren allemaal heel elegant en mooi. Van de Russische prinses Elizabeth, wier saffierkleurige fluwelen jurk een kraag had die was afgezet met konijnenbont, tot Maria, de prinses uit Polen, die er met haar minuscule wipneusje en volle rode mond duizelingwekkend aantrekkelijk uitzag – ze staarden de jeugdige koning allemaal met grote hoopvolle ogen aan.

Maar hij had alleen maar oog voor Luce. Met een tevreden grijns op zijn gezicht, waar haar maag van omdraaide.

‘Die daar.’ Lui wees hij naar haar. ‘Die wil ik wel van dichtbij zien.’

De hertog kwam naast Luce staan en duwde haar voorzichtig met zijn lange ijskoude vingers tegen haar schouders naar voren. ‘Stelt u zich maar voor, prinses,’ zei hij zacht. ‘Deze kans krijgt u maar één keer in uw leven.’

De Luce in haar kreunde inwendig, maar aan de buitenkant had Lys de leiding, en zij dreef als het ware naar voren om de koning te begroeten. Ze maakte een reverence met precies de juiste buiging van het hoofd en stak haar hand naar voren om zijn kus in ontvangst te nemen. Dat verwachtte haar familie zo van haar.

‘Wordt u dik?’ vroeg de koning ongegeneerd aan Luce, terwijl hij naar haar in een korset geperste taille keek. ‘Ik vind haar mooi zoals ze er nu uitziet,’ zei hij tegen de hertog. ‘Maar ik wil niet dat ze dik wordt.’

Als ze in haar eigen lichaam had gezeten had Luce de koning misschien wel precies verteld wat ze van zijn onappetijtelijke voorkomen vond. Maar Lys was de beheersing zelve, en Luce hoorde zichzelf antwoorden: ‘Ik hoop dat ik altijd bij de koning in de smaak zal vallen, met mijn uiterlijk en met mijn karakter.’

‘Ja, natuurlijk,’ spinde de hertog, die in een krap rondje om Luce heen liep. ‘Ik weet zeker dat zijne majesteit de prinses het dieet van zijn keuze zou kunnen laten volgen.’

‘En jagen? Houdt ze van jagen?’ vroeg de koning.

‘Majesteit,’ begon de hertog, ‘dat past een koningin niet. U hebt genoeg andere mensen die u op de jacht kunnen vergezellen. Ik ben bijvoorbeeld…’

‘Mijn vader kan heel goed jagen,’ zei Luce. Ze pijnigde haar hersenen, op zoek naar iets – het maakte niet uit wat – waarmee ze uit deze situatie kon ontsnappen.

‘Moet ik dan maar het bed delen met uw vader?’ vroeg de koning sarcastisch.

‘Omdat ik weet dat uwe majesteit van wapens houdt,’ zei Luce, die haar best deed om beleefd te blijven klinken, ‘heb ik een geschenk voor u meegebracht: het kostbaarste jachtgeweer van mijn vader. Hij had me gevraagd het op deze avond voor u mee te nemen, maar ik wist niet wanneer ik het genoegen zou hebben kennis met u te mogen maken.’

De koning was meteen een en al aandacht. Hij zat op het randje van zijn troon.

‘Hoe ziet het eruit? Zitten er edelstenen in de kolf?’

‘De… de geweerlade is uit kersenhout gesneden,’ zei ze. Ze diste gewoon de details voor de koning op die Bill haar toeriep vanaf zijn plekje naast de stoel van de koning. ‘De loop is uitgefreesd door… door…’

‘O, wat zou nou indrukwekkend klinken? Door een Russische metaalbewerker die sindsdien voor de tsaar werkt.’ Bill boog zich over de pasteien van de koning heen en snoof er hongerig aan. ‘Die lijken me lekker.’

Luce herhaalde wat Bill had gezegd en voegde er nog aan toe: ‘Ik zou het voor uwe majesteit kunnen gaan halen, als u mij toestaat dat ik even naar mijn kamers ga…’

‘Laat dat geweer morgen maar door een bediende naar beneden brengen,’ zei de hertog.

‘Ik wil het nú zien.’ De koning sloeg zijn armen over elkaar en zag er daarmee nog jonger uit dan hij was.

‘Alstublieft.’ Luce draaide zich om naar de hertog. ‘Het zou mij een groot genoegen zijn om zijne majesteit het geweer persoonlijk te overhandigen.’

‘Ga maar.’ De koning knipte met zijn vingers ten teken dat Luce kon gaan.

Luce wilde zich op haar hakken omdraaien, maar Lys wist wel beter – geen mens toonde de koning ooit zijn rug –, dus boog ze en liep ze achterwaarts het vertrek uit. Ze legde een uiterst elegante zelfbeheersing aan den dag en gleed weg alsof ze helemaal geen voeten had – totdat ze aan de andere kant van de spiegeldeur stond.

Toen zette ze het op een lopen.

De balzaal door, langs de oogverblindende dansparen en het orkest, van het ene pastelgele vertrek het volgende in, dat helemaal in donker chartreuse was ingericht. Ze rende langs kreetjes slakende dames en mopperende heren, over hardhouten vloeren en dikke, weelderige Perzische tapijten, tot de lichten minder hel werden en ze minder feestgangers tegenkwam. Eindelijk vond ze de met verticale stijlen versierde deuren waardoor ze naar buiten kon. Ze gooide ze open en zoog in haar korset de frisse lucht van de vrijheid haar longen in. Ze liep een reusachtig balkon op dat van schitterend wit marmer was gemaakt en dat de hele eerste verdieping van het paleis besloeg.

De sterren straalden aan de hemel. Luce wilde maar één ding, en dat was in Daniëls armen liggen en naar die sterren vliegen. Was hij maar bij haar, zodat hij haar kon meenemen, hier ver vandaan…

‘Wat doe jij hier buiten?’

Ze draaide zich als gestoken om. Hij was haar komen zoeken. Hij stond aan de andere kant van het balkon, in de eenvoudige kleren van een bediende, en keek verward, geschrokken en ontzettend, hopeloos verliefd.

‘Daniël.’ Ze vloog naar hem toe. Hij liep ook naar haar toe, en zijn paarsblauwe ogen lichtten op. Hij opende stralend zijn armen. Toen ze elkaar eindelijk aanraakten en hij Luce in zijn armen nam, was ze bang dat ze uit elkaar zou barsten van geluk.

Maar dat gebeurde niet.

Ze bleef gewoon zo staan, met haar hoofd tegen zijn heerlijke brede borst. Ze was thuis. Hij hield zijn armen om haar rug geslagen, rustend in haar middel, en hij trok haar zo dicht tegen zich aan als maar mogelijk was. Ze voelde hem ademen en rook de gortdroge geur van stro in zijn hals. Luce kuste hem vlak onder zijn linkeroor, en toen onder zijn kaak. Zachte, voorzichtige kussen, tot ze bij zijn lippen kwam, die uiteengingen toen ze de hare voelden. Toen werden de kussen langer, vervuld van een liefde die vanuit het diepst van haar ziel leek te stromen.

Na een poosje maakte Luce zich van hem los en keek Daniël diep in de ogen. ‘God, wat heb ik je gemist.’

Daniël grinnikte. ‘Ik heb jou ook gemist… de afgelopen… drie uur. Is… is alles goed met je?’

Luce ging met haar vingers door Daniëls zijdezachte blonde haar. ‘Ik moest even frisse lucht hebben, ik moest even naar je toe.’ Ze drukte hem stevig tegen zich aan.

Daniël kneep zijn ogen tot spleetjes. ‘Ik geloof dat we hier beter weg kunnen gaan, Lys. Ze vragen zich in de ontvangstruimte vast af waar je blijft.’

‘Kan mij het schelen. Ik ga niet meer naar binnen. En ik trouw van mijn leven niet met dat varken. Ik trouw met niemand, behalve met jou.’

‘Sst.’ Daniël kreunde en streelde haar over haar wang. ‘Straks hoort iemand je nog. Ze hebben al voor minder iemands kop afgehakt.’

‘Iemand heeft je al gehoord,’ riep een stem uit de deuropening. De Duc de Bourbon stond met zijn armen over elkaar te grijnzen toen hij Lys in de armen van een doodgewone bediende zag. ‘Dit moet de koning weten.’ En weg was hij, het paleis in.

Luce’ hart ging als een gek tekeer, aangedreven door Lys’ angst en haar eigen angst. Had ze de geschiedenis nu veranderd? Had het leven van Lys anders moeten verlopen?

Maar dat kon Luce met geen mogelijkheid weten, toch? Dat had Roland haar immers gezegd: mocht zij veranderingen in de tijd aanbrengen, dan zouden die ogenblikkelijk deel uitmaken van wat er was gebeurd. Toch was Luce hier nog steeds, dus als zij de loop van de geschiedenis had veranderd door de koning te dumpen, nou ja, dan was dat voor Lucinda Price in de eenentwintigste eeuw blijkbaar niet zo belangrijk.

Toen ze het woord tot Daniël richtte, klonk haar stem heel rustig. ‘Het maakt me niet uit of die slechterik van een hertog me doodt of niet. Ik ga nog liever dood dan dat ik jou opgeef.’

Er sloeg een golf van hitte over haar heen, zodat ze ter plekke op haar benen stond te zwaaien. ‘O,’ zei ze, en ze sloeg een hand tegen haar hoofd. Ze herkende het ergens wel, als iets wat ze al duizend keer meegemaakt had, maar waar ze nog nooit echt aandacht aan had besteed.

‘Lys,’ fluisterde hij. ‘Weet je wat er gaat gebeuren?’

‘Ja,’ fluisterde zij.

‘En weet je dat ik tot het einde bij je zal zijn?’ Daniël keek haar doordringend aan, vol tederheid en bezorgdheid. Hij loog niet tegen haar. Hij had nog nooit tegen haar gelogen. Dat zou hij ook nooit doen. Dat wist ze nu, dat kon ze zien ook. Hij liet net genoeg van zichzelf zien om haar nog een paar tellen langer in leven te houden, om alles te laten doorschemeren wat Luce inmiddels op eigen houtje begon te ontdekken.

‘Ja.’ Ze sloot haar ogen. ‘Maar er is nog heel veel wat ik niet begrijp. Ik weet niet hoe ik ervoor moet zorgen dat dit niet meer gebeurt. Ik weet niet hoe ik deze vloek moet doorbreken.’

Daniël glimlachte, maar er stonden tranen in zijn ogen.

Luce was niet bang. Ze voelde zich vrij. Vrijer dan ooit tevoren.

Er ontrolde zich een vreemd, diep besef in haar herinnering. In de nevel in haar hoofd begon iets zichtbaar te worden. Eén kus van Daniël zou een deur openen, haar verlossen van een liefdeloos huwelijk met een snotaap van een jongen, uit de kooi van dit lichaam. Dit lichaam was niet wie zij echt was. Het was maar een schil, onderdeel van een straf. En dus was de dood van dit lichaam helemaal geen tragische gebeurtenis – er werd gewoon een hoofdstuk afgesloten, meer niet. Een mooie, noodzakelijke verlossing.

Op de trap achter hen klonken voetstappen. De hertog, die terugkwam met zijn manschappen. Daniël greep haar bij haar schouders beet.

‘Lys, luister…’

‘Kus me,’ smeekte ze. Daniël keek meteen heel anders, alsof dit precies was wat hij wilde horen. Hij tilde haar van de grond en plette haar tegen zijn borst. Terwijl ze hem nog heftiger kuste en ze zich helemaal liet gaan, joegen er warme tintelingen door haar lichaam. Ze trok haar rug hol, hield haar hoofd achterover en kuste hem tot ze duizelig was van geluk. Tot er donkere sporen van schaduwen boven haar hoofd rondwervelden en de sterren verduisterden. Een symfonie in obsidiaan. Maar daarachter: het licht. Voor het eerst voelde Luce het licht erdoorheen schijnen.

Het was echt adembenemend mooi.

Het was tijd om te gaan.

Als het echt leuk begint te worden, neem je de benen, had Bill nog zo tegen haar gezegd. Als ze nog in leven was.

Maar ze kon nog niet weg. Niet nu alles zo warm en heerlijk was. Niet nu Daniël haar nog steeds kuste, uitzinnig van hartstocht. Ze deed haar ogen open en de kleuren van zijn haar, zijn gezicht en de nacht zelf gloeiden nog vuriger en mooier op. Er ging een intense straling van uit.

Die straling kwam uit Luce zelf, heel diep uit haar binnenste.

Met elke kus ging haar lichaam iets dichter naar het licht toe. Dit was de enige echte weg terug naar Daniël. Het ene alledaagse leven uit en het volgende in. Luce zou met alle plezier wel duizend keer willen sterven, zolang ze aan de andere kant maar weer bij hem kon zijn.

‘Blijf bij me,’ smeekte Daniël, maar ze voelde al dat ze vlam vatte.

Ze kreunde. De tranen stroomden haar over de wangen. Er speelde een heel flauw glimlachje om haar lippen.

‘Wat is er?’ vroeg Daniël. Hij weigerde op te houden met haar te kussen. ‘Lys?’

‘Het is… zo veel liefde,’ zei ze, en net op het moment dat het vuur door haar borst naar buiten laaide, deed ze haar ogen open. Er explodeerde een reusachtige zuil van licht, die hitte en vlammen hoog de lucht in slingerde en waardoor Daniël onderuitging en Luce uit de dood van Lys het donker in werd gegooid, waar ze het ijskoud had en geen hand voor ogen kon zien. Ze werd plotseling overspoeld door een golf van duizeligheid.

Toen: een heel kleine lichtflits.

Ze onderscheidde het gezicht van Bill, die met een bezorgde blik boven Luce kwam zweven. Ze lag languit op een plat oppervlak. Ze voelde aan het gladde steen onder haar, hoorde ergens vlak in de buurt water druppelen en snoof de koele, muffe lucht op. Ze was in een Verkondiger terechtgekomen.

‘Je hebt me de stuipen op het lijf gejaagd,’ zei Bill. ‘Ik wist niet… Ik bedoel, toen ze doodging, wist ik niet hoe… wist ik niet of jij misschien toch op de een of andere manier in haar zou blijven steken… Ik wist het niet zeker.’ Hij schudde zijn hoofd alsof hij de gedachte van zich af wilde zetten.

Luce probeerde te gaan staan, maar haar benen waren slap en ze had het echt steen- en steenkoud. Ze ging in kleermakerszit tegen de stenen muur zitten. Ze had de zwarte jurk met de smaragdgroene biesjes weer aan. Haar smaragdgroene schoentjes stonden naast elkaar in de hoek. Bill had ze blijkbaar uitgetrokken en had haar neergelegd nadat ze… nadat Lys… Luce kon het nog steeds niet geloven.

‘Ik kon dingen zíén, Bill. Dingen die ik nooit eerder heb geweten.’

‘Zoals daar zijn?’

‘Zoals dat ze gelukkig was toen ze doodging. Ík was gelukkig. Extatisch van geluk. Het was echt zo mooi allemaal.’ Haar hoofd tolde. ‘Doordat ik wist dat hij er aan de andere kant voor me zou zijn, doordat ik wist dat ik eigenlijk gewoon aan iets ontsnapte wat verkeerd en onderdrukkend was. Dat de schoonheid van onze liefde de dood overwint, alles overwint. Het was echt ongelooflijk.’

‘Ongelooflijk gevaarlijk, ja,’ zei Bill kortaf. ‘Dat gaan we niet nog een keer doen, oké?’

‘Snap je het dan niet? Sinds ik Daniël in het heden heb achtergelaten is dit het beste wat me is overkomen. En…’

Maar Bill was alweer verdwenen in het donker. Ze hoorde het gedruppel van de waterval. Even later hoorde ze het geluid van water dat kookte. Toen Bill zich weer liet zien, had hij thee gezet. Hij droeg de pot op een dun metalen blad en gaf Luce een dampende beker.

‘Hoe kom je daar nou aan?’ vroeg ze.

‘Ik zei: dat gaan we niet nog een keer doen, oké?’

Maar Luce ging zo volledig op in haar eigen gedachten dat ze niet echt naar hem luisterde. Ze was nog nooit zo dicht in de buurt van enige helderheid van zaken geweest. Ze zou zo weer 3D gaan. Hoe had hij het ook alweer genoemd? Aanhechten? Ze zou haar levens tot het eind toe meemaken, het ene na het andere, al die levens lang, totdat ze precies begreep waarom het gebeurde.

En dan zou ze deze vloek verbreken.