Hoofdstuk 8

 

 

 

‘Jianne, wat ben je allemaal van plan?’ vroeg Jake, zich met de grootst mogelijke moeite inhoudend.

‘Dat weet ik zelf ook niet zo goed,’ antwoordde ze, ‘maar ik zie hier toevallig net een keuken die perfect zou passen in de ruimte die jij beschikbaar hebt. Madeline heeft het idee dat ik me aan het settelen ben, en daar zou ze best eens gelijk in kunnen hebben. Het probleem is alleen dat het jouw huis is, en dat ik eigenlijk vind dat ik me niet met de inrichting hoor te bemoeien.’

‘Is het daar al niet te laat voor?’ vroeg hij droogjes.

‘Nou, nee. Ik speel namelijk ook met het idee om een appartement te kopen. Daar zou ik alles wat ik zojuist heb gekocht ook in kwijt kunnen. Dan zijn er in één klap een hele hoop problemen opgelost.’

‘En Zhi Fu dan?’

‘Die zal ongetwijfeld binnen de kortste keren op dezelfde galerij komen wonen. Een vrijstaand huis is misschien een beter idee, maar ja, zoiets ligt hier in Singapore niet echt voor het oprapen. En als er wel iets te krijgen is, zal het heel duur zijn, zelfs naar mijn maatstaven.’

‘En het is nog maar de vraag of je daar dan wel veilig zult zijn,’ zei Jake.

‘Inderdaad. Daarom zei Madeline dat ik jou maar beter even kon bellen. Als jij toevallig behoefte hebt aan een nieuwe keuken, dan scheelt dat de aanschaf van een hoop dingen die straks overbodig blijken te zijn. Het installeren van zo’n keuken kost een dag, en daarbij is het schilderen van de muren en het opknappen van de vloer inbegrepen.’

‘Een dag.’ Jake leek niet overtuigd.

‘Ja,’ zei Jianne. ‘Morgen bijvoorbeeld. Het betekent wel dat de vloer pas de volgende dag betreden mag worden, en tegen die tijd is de verf op de muren ook droog.’

‘Waar zit je in ’s hemelsnaam?’ vroeg hij.

‘In een soort keukenparadijs.’

‘Ga onmiddellijk weg uit die zaak,’ zei hij. ‘Ze maken je daar helemaal gek.’

‘En de keuken dan?’

Jake sloot zijn ogen en schudde meewarig zijn hoofd. ‘Bestel die keuken. Geef me het rekeningnummer van die winkel, dan kan ik meteen een aanbetaling doen.’

‘Jacob…’ Ze aarzelde. ‘Laat mij de keuken en de inrichting van de nieuwe ruimte beneden betalen. Om jou en Po te bedanken, omdat jullie me in huis hebben genomen.’

‘Hoeveel kost dit grapje?’ vroeg hij.

‘Ik ben niet gek geworden, mocht je dat soms denken,’ antwoordde ze, hoewel ze voor de snelle installatie van de keuken flink in de buidel had moeten tasten. ‘Ik zal heus geen keuken uitkiezen met een roestvrij stalen aanrecht en kranen waar niemand aan durft te komen; het is een keuken die volledig in harmonie is met de rest van de dojo. Wat je met de ruimte boven hebt gedaan, zal straks ook beneden terug te vinden zijn. Een van de banken is niet eens nieuw.’

Banken? Meervoud? ‘Heb je soms antiek gekocht? Voor in de dojo? Ik dacht dat je in een keukenzaak stond.’

‘Op dit moment staan we ook in een keukenzaak,’ zei ze liefjes.

‘Zeg even tegen haar dat ze een fornuis met een wokbrander neemt,’ zei Luke. ‘Zo’n ding is grandioos.’

‘Zeg maar dat die er uiteraard in zit,’ zei Jianne. ‘In heel Singapore is geen keuken zonder één of meer wokbranders te vinden. Is er verder nog iets wat je er per se in wilt hebben?’

‘Ja,’ antwoordde Jake. ‘Een nieuwe pastatang zou fijn zijn.’

 

Twee uur daarna was Jianne terug in de dojo. De zelfverzekerdheid waarmee ze Jake vanuit de keukenzaak had gebeld, had inmiddels plaatsgemaakt voor de angst dat ze misschien toch ietwat te ver was gegaan. Toen ze de keuken binnen stapte en de immense ruimte zag die er was ontstaan, bleef ze stomverbaasd in de deuropening staan.

De heren bleken niet één, maar twee muren eruit te hebben getikt. Er was nu niet alleen plaats voor een fatsoenlijke keuken en een gezellig zitje, maar er was ook ruimte voor een eettafel.

Ze wist wel wat ze ermee aan moest, maar dan moest Jacob haar wel de kans geven.

Gerommel in een van de kamers verderop in de gang deed haar vermoeden dat de keukenspullen daar tijdelijk een plaatsje hadden gekregen.

‘Jacob?’ riep ze.

‘Hier!’ riep hij terug. Hij stapte de gang op, een rechtgeaarde bouwvakker bedekt onder het stof. ‘Is Madeline niet meegekomen?’ vroeg hij liefjes.

‘Nee, ze had nog wat te doen op kantoor. Ze heeft me alleen even thuis afgezet. Waar is Po?’

‘Bij Luke.’

‘En de andere leerlingen?’ vroeg ze.

‘Zijn al naar huis.’

‘Wat vroeg.’ Normaal was de laatste les pas tegen zevenen afgelopen. Jianne keek op haar polshorloge. Bijna acht uur al? Ze lachte schaapachtig. ‘Ik heb een nieuwe pastatang voor je meegebracht.’

‘Goh.’ Het geamuseerde lichtje in zijn ogen had iets onheilspellends. ‘En wat heb je nog meer voor me gekocht?’

‘Niets noemenswaardigs.’ Afgezien van een nieuwe keuken en een paar comfortabele banken. En een tafeltje en nog een paar dingen die hij wel te zien kreeg wanneer ze werden bezorgd. ‘Nou ja…’

‘Ik heb nog eens nagedacht over je aanbod om het allemaal te betalen,’ begon Jacob, ‘en over het feit dat ik het heb aangenomen. Het leek me niet meer dan eerlijk dat ik, nu jij de baas mag spelen op een bepaald terrein, de baas mag spelen op een ander terrein. Dan blijft het allemaal een beetje in evenwicht, snap je?’

‘Evenwicht?’

‘Ja.’ Hij glimlachte raadselachtig. ‘Het gaat om het machtsevenwicht.’

‘Nou, volgens mij is jouw machtspositie anders op geen enkele manier in gevaar,’ wierp ze tegen. ‘Je bent heer en meester op de mat, je bent Po’s mentor, je bent mijn beschermer –’

‘En vergeet het bed niet,’ onderbrak hij haar, terwijl hij haar verloste van alle boodschappentassen en haar schoudertas. ‘Ik zal je laten zien dat ik daar ook heer en meester ben…’

‘Ik geloof niet dat ik dat ooit zal vergeten,’ zei ze. ‘Ik heb het twaalf jaar lang geprobeerd, maar het is me niet gelukt.’

Hij drukte zijn lippen tegen haar wang en legde een hand tegen haar rug om haar naar zich toe te trekken. Jianne sloot haar ogen en vergat alles om zich heen. Automatisch liet ze haar handen onder zijn T-shirt glijden.

‘Handen thuis,’ beval hij.

Kennelijk vond hij dat hij de enige was die overal aan mocht zitten, dacht ze.

‘Als dit je wraak is omdat ik het heb gewaagd je een cadeau te geven dat ik me best kan veroorloven,’ bracht ze moeizaam uit, ‘dan wil ik graag nog snel even opbiechten dat ik behalve een pastatang ook nog een garde en een paar houten lepels voor je heb gekocht.’

Jacob beet zachtjes in haar nek, wat haar happend naar adem de rug deed krommen. ‘Douchen,’ zei hij. ‘Nu.’

‘Heb je het tegen mij?’ vroeg ze uitdagend. Hij moest er maar een beetje voor werken, iets waar hij geen bezwaar tegen had, wist ze. ‘Dat was toch geen bevel, of wel soms? Want ik wil niet rot doen, maar ík ben hier niet degene die dringend een wasbeurt nodig heeft.’

Jacob reageerde door haar over zijn schouder te werpen. Comfortabel was anders, maar ze kreeg wel de kans om zijn gespierde rug en achterste aan een nadere inspectie te onderwerpen.

‘Als je nog iets anders nodig hebt, laat je het me wel weten, hè?’ vroeg ze, terwijl hij haar de trap op droeg. ‘Want ik heb zo het idee dat het niet zo vreselijk lang zal duren voor ik weer uit winkelen ga.’ Ze legde haar handen om zijn verrukkelijke billen. ‘Maar dan serieus.’

‘Afblijven.’

Voordat ze iets terug kon zeggen, werd ze van achteren geraakt door een krachtige waterstraal. Ze gaf een gil.

Jacob liet haar lachend zakken en trok haar, gekleed en wel, mee onder de douche. Toen kuste hij haar.

‘Ik sta niet te juichen om die keuken, maar vooruit,’ zei hij, zich uit zijn natte T-shirt wurmend, waarna hij de rits van haar broek omlaagtrok. ‘En een nieuwe pastatang kan er ook nog wel bij, maar dat je me ook nog een garde en paar houten lepels in de maag splitst, prinses…’

Haar broek, kousen, shirt en beha belandden kort na elkaar op de badkamervloer. Jacob staarde naar haar lippen en trok glimlachend zijn broek uit. ‘Dat komt je duur te staan.’

 

‘Iemand houdt de dojo in de gaten,’ zei Po, toen hij later die avond via het steegje aan de achterzijde de keuken binnen kwam.

‘Vanwaaruit?’ wilde Jacob weten. Hij wierp een snelle blik op Jianne, die het maar matig vond dat Po nog zo laat over straat zwierf. Jake was het met haar eens, maar kon zijn ongenoegen beter verbergen dan zij.

‘Vanuit het kantoorgebouw verderop in de straat. Hij zit op de vijfde verdieping, het tweede raam van rechts.’

‘Vast iemand die nog laat aan het werk is,’ zei Jake.

Po schudde echter zijn hoofd, heel zeker van zijn zaak. ‘Nee.’

 

Er was bijna een week verlopen sinds de ontmoeting met Zhi Fu op het liefdadigheidsfeest. De nieuwe keuken was intussen geïnstalleerd; in het leefgedeelte ernaast stonden twee banken, en op de vloer prijkte een zijden kleed in lichte tinten. De nachten bracht Jake steevast door met Jianne. Ze kookte elke dag, vaak samen met Po, en Jake genoot in stilte van de gezelligheid. Aan een huis vol bewonderaars had hij niet zo’n behoefte, maar dit vond hij heerlijk. Ze bracht orde en structuur in zijn leven.

Tot dan toe was hij altijd heel tevreden geweest met het bestaan dat hij hier in Singapore had opgebouwd, maar dit was een stuk beter – afgezien dan van een enkel detail, zoals een verliefde stalker en Jiannes angst voor wat de man nog meer voor haar in petto had.

‘Zijn de jaloezieën boven dicht?’ vroeg hij, maar ze reageerde niet. ‘Ji. Wat is er?’

‘Niets.’ Ze glimlachte, maar haar ogen stonden zorgelijk. ‘Nee, ze zijn nog niet dicht, en ook de ramen staan wijd open. Het was daar vanmiddag zo warm, dat ik de boel een beetje wilde laten doorwaaien.’

Hij trok een wenkbrauw op. ‘Was er dan wind?’ Beneden niet in elk geval. Het was een van die warme, klamme, windstille dagen die het lichaam zwaar en de geest loom maakten.

‘Nou, nee.’ Jianne glimlachte weer; deze keer lachten haar ogen wel mee. ‘Wat doen we met die voyeur?’

‘Het hangt ervan af wat we willen dat hij ziet.’

Po trok zich die avond vroeg terug in zijn kamer, hoewel hij een nachtmens was. Hij sliep gewoonlijk nooit meer dan een paar uur achtereen, een overblijfsel van het zwervend bestaan dat hij tot voor kort had geleid. Jake had het vermoeden dat hij van plan was om die nacht zijn ogen goed de kost te geven, maar besloot er maar niets over tegen Jianne te zeggen.

‘Wat denk je, zou dat Zhi Fu zijn die ons zit te bespieden?’ vroeg ze onderweg naar boven op gedempte toon.

‘Ik zou het niet weten.’ Het kon hem niets schelen ook. ‘Doe maar niet,’ zei hij toen ze naar het raam liep om op het knopje te drukken waarmee ze alle jaloezieën tegelijk kon laten zakken.

Verschrikt keek ze hem aan.

Hij lachte. ‘Stel dat Zhi Fu ons nu op dit moment zit te bespieden, wat zou je hem dan willen laten zien?’ vroeg hij.

‘Ik zou hem willen laten zien dat ik hem nooit zal toebehoren.’

Jake liep naar het nachtkastje en pakte de afstandsbediening waarmee de jaloezieën gesloten en geopend konden worden. ‘Hier.’

Terwijl ze het apparaat met een bedenkelijk gezicht van hem aannam, liet hij zijn hand over haar arm omhoogglijden tot aan haar schouderbandje. Hij ging achter haar staan, zodat hij eveneens met zijn gezicht naar het raam gekeerd stond en schoof het schouderbandje langzaam omlaag.

‘Nee,’ fluisterde ze kreunend, toen hij haar tegen zich aantrok. ‘Ik wil liever niet dat hij ons bezig ziet…’

‘Druk dan maar op het knopje.’

Ze draaide haar hoofd half naar hem om, waarop hij haar mond bedekte met de zijne. De gretigheid waarmee ze reageerde, was een aanslag op zijn zelfbeheersing. Ze drukte op het knopje op de afstandsbediening en wierp het apparaat op de stoel. Heel langzaam kwamen de jaloezieën omlaag.

Ze pakte de onderkant van zijn T-shirt, trok het kledingstuk over zijn hoofd en liet het op de vloer vallen. Daarna legde ze haar handen tegen zijn buik en drukte haar lippen op de zijne. Hij, op zijn beurt, liet zijn vingers door haar haren gaan.

Vlak voordat de ramen volledig geblindeerd waren, liet hij zijn hoofd tegen haar slaap rusten, en terwijl hij langzaam de rits van haar rok omlaagtrok, richtte hij zijn hoofd op en keek demonstratief in de richting van het raam op de vijfde verdieping van het gebouw iets verderop.

Zijn boodschap was duidelijk: ze behoort mij toe.

 

De volgende dag leek een doodgewone dag te worden. Jake begon de ochtend met lesgeven en ontbeet samen met Po en met Jianne, die daarna per taxi naar haar werk vertrok. Hij schreef het trainingsrooster uit op het schoolbord, dat hij vervolgens door Po en zijn bijlesleraar op het stuk bord ernaast in het Chinees liet vertalen.

Halverwege de middag begon het zo zwaar en benauwd te worden, dat alleen een paar toegewijde leerlingen voor de les van drie uur kwamen opdraven: drie vaste leerlingen, Po en een nieuweling, die zich inschreef onder de naam Tup en een adres in Thailand opgaf.

De naam Tup zei Jake niets; het opgegeven adres des te meer. De plaats waar Tup beweerde vandaan te komen, was bekend om de boksgala’s die door een of ander goksyndicaat werden georganiseerd; gevechten op leven en dood.

Nadat Jake Tup had laten zien waar hij zich kon omkleden, nam hij Po even apart. ‘Kijk of je Luke ergens kunt vinden,’ zei hij. ‘Zeg tegen hem dat hij als de bliksem hierheen moet komen’.

Terwijl Po Luke ging halen, liet Jake de rest van de klas warming-upoefeningen doen. Binnen twee minuten was het duidelijk dat Tup geen beginneling was, want hij bewoog zich met de gratie en de moeiteloosheid van iemand die al heel lang met de beginselen van de oosterse vechtsport bekend was.

Jakes dojo had een vlekkeloze reputatie. Hij wist het beste uit zijn leerlingen te halen, en het respect dat hij wereldwijd genoot, was mede te danken aan feit dat hij zelf meer dan eens het wereldkampioenschap op zijn naam had geschreven. De kennis die hij zijn leerlingen meegaf, was niet overal te krijgen. Het gebeurde hem dan ook niet vaak dat zich iemand aanmeldde die hem evenaarde, maar deze Tup viel werkelijk niets meer bij te brengen.

Misschien was hij toevallig in deze buurt verzeild geraakt, was hij op de bonnefooi binnengelopen, omdat hij zin had om te trainen. Daar was natuurlijk niets mis mee, maar professionele vechters van het kaliber van Tup liepen over het algemeen niet onaangekondigd een dojo binnen, laat staan dat ze dat deden zonder details te geven over hun ervaring.

Tien minuten nadat de les begonnen was, kwam Po binnen met Luke in zijn kielzog. Luke knikte bij binnenkomst, en terwijl Po zich bij de anderen voegde, bleef Luke hen vanaf de zijkant gadeslaan. Een kwartier later kregen de heren gelegenheid om water te drinken en hun doorweekte T-shirts uit te trekken.

De vele littekens – oude en recente – op Tups lichaam bevestigden Jakes vermoeden: hij was een prijsvechter, en als hij niet zo bedreven was geweest, zou hij allang het loodje hebben gelegd.

‘Nu man tegen man,’ zei Jake tegen Tup. ‘Je krijgt telkens een andere tegenstander tegenover je; probeer het lichamelijke contact tot het minimum te beperken. Zodra je tegenstander op de grond ligt, stop je. Dit is geen klas voor gevorderden, dus pas je een beetje aan.’

‘En die knul dan?’ wilde Tup weten.

‘Hij leert snel,’ antwoordde Jake. ‘En van jou kan hij een hoop leren. Laat hem wel heel, wil je?’

De eerste tegenstander van Tup lag binnen een minuut op de grond, de tweede in minder dan de helft van die tijd. Hij was fel, hield de afstand tot zijn tegenstander klein en bewoog zich vloeiend. Hij kostte hem niet de minste inspanning. Toen hij Po tegenover zich kreeg, bestudeerde hij de jongen een ogenblik, waarna hij hem eerst liet zien hoe hij zich het best kon verdedigen tegen een uithaal van dichtbij. Hij nam de volgorde van de bewegingen twee keer met hem door, liet hem zien waar het zwaartepunt van zijn lichaam zich bevond en in welke richting de energie stroomde. Bij de derde keer deed Tup een stap naar voren en haalde onverhoeds uit. Po reageerde goed, weliswaar niet erg elegant en zeker niet zoals hij zo-even gedemonstreerd had gekregen, maar hij wist de klap te ontwijken.

‘En wat doe ik nu?’ vroeg hij.

Tup liet zijn blik op de jongen rusten, alsof hij zijn lengte, zijn kracht en zijn potentie probeerde in te schatten. ‘Daar waar ik vandaan kom,’ zei hij, ‘zou je nu moeten maken dat je wegkwam.’

‘Die regel kennen we hier ook,’ merkte Jake op, terwijl hij pal voor Po ging staan. ‘Nu ben ik aan de beurt.’

‘Ik moet je eerst iets zeggen,’ zei Tup.

‘Dat dacht ik al.’

‘Overigens zal ik, als ik hier straks de deur uit loop, die knul en je broer daar met rust laten. Mits ze mij met rust laten natuurlijk.’

‘En wat had je me te vertellen?’ vroeg Jake.

‘Vaarwel.’

En dat was het startsein voor een gevecht op leven en dood. De klappen die Tup uitdeelde, waren hard en volgden elkaar in hoog tempo op. Jake wist zijn aanvallen te pareren, instinctief. Een moment van onachtzaamheid, wist hij, zou onherroepelijk de dood tot gevolg hebben.

Want het was duidelijk dat dat was waar Tup op uit was. Jake was weliswaar tegen hem opgewassen, maar het scheelde niet veel. Zo heel lang zouden ze deze intensiteit niet volhouden, wist hij. Als hij niet gauw het initiatief overnam, zou hij de strijd geheid verliezen. En dat alleen maar omdat een andere man zijn vrouw wilde hebben…

Diep in zijn binnenste kwam een oerdrift tot leven. Hij voelde zich overspoeld worden door een golf van razernij, die zich uitte in een staat van verhoogde concentratie, een ijzige kalmte, waarin geen plaats meer was voor mededogen of rede.

Uiteindelijk slaagde Jake erin door de verdediging van zijn tegenstander heen te breken, die vervolgens op de mat belandde. Vaag drong het tot hem door dat hij Tup in een houdgreep had en dat hij op het punt stond zijn nek te breken. Hij hoorde het gesmeek van Luke en het geschreeuw van Po, die probeerde zijn handen van Tup af te trekken. Uiteindelijk liet hij Tup los. Deze bleef roerloos op de grond liggen, niet dood, maar het scheelde niet veel.

Jake stond op eigen kracht op, maar toen hij zich over Tup boog om iets te zeggen, werd hij onmiddellijk bij zijn armen vastgegrepen door Luke en Po.

‘We zullen je oplappen,’ zei hij tegen zijn verslagen tegenstander. ‘En dan kun je vertrekken. Zeg maar tegen je opdrachtgever dat ik niet van plan ben om ergens heen te gaan, en mijn vrouw ook niet.’

Hij hield woord. Hij belde Ji op om te zeggen dat ze nog maar even op haar werk moest blijven of anders uitsluitend onder begeleiding van haar oom en haar neven de deur uit mocht. Tegen Po zei hij dat hij niet zonder Luke naar buiten mocht.

Toen verloor hij het bewustzijn.