Hoofdstuk 22
Er waren drie weken verstreken sinds Colin uit Londen was teruggekomen. Hij haalde tegenwoordig elke dag de post van het postkantoor in het stadje en zocht dan verwachtingsvol tussen de ongeveer tien brieven die per dag arriveerden naar die ene brief waar hij op hoopte. Eindelijk zag hij het logo van British Airways op een envelop en hij haalde ongeduldig de inhoud eruit. Er zat het bericht in dat het vrachtkantoor van de luchtvaartmaatschappij in Accra een kist voor de Ghana Cocoa Company naar Takoradi had doorgestuurd, een kist die door de heer Colin Grant moest worden afgehaald.
Bang dat een ijverige medewerker van het vliegveld al naar het kantoor had gebeld, reed hij meteen naar de vrachtterminal. Daar had hij geen problemen. Hij toonde de brief aan een medewerker en die liet hem tekenen voor de ontvangst van één houten kist, inhoud: sportmateriaal. Tien minuten later sjouwde hij de kist naar de tuinschuur achter de bungalow van zijn oom, waar hij de plastic banden doorsneed en met een dikke schroevendraaier aan de bovenkant wrikte. Even later zag hij drie kleine tassen en twee geruite plunjezakken als sardientjes tegen elkaar aan liggen in de kist. Hij trok het koord van een van de plunjezakken los en zag een web van canvasbanden strak om een olijfgroen pak zitten. Tevreden glimlachend keek hij op een wandkalender en zag de datum: 22 april. Nog geen drie weken voor de grote gebeurtenis. De tijd vloog en hij moest nog voorbereidingen treffen op de dropzone.
De volgende twee weken reed hij elke dag naar het leegstaande dorp, waar hij de nodige voorbereidingen trof. Elke middag zwoegde hij in de grond om twee lange greppels in de stugge, korrelige aarde te maken, en het kostte hem twee hele dagen en meer dan twintig liter verf – waarvan het meeste de grond in ging – om de gevel van het half ingestorte stenen gebouw te verven, zodat die fel wit afstak tegen het kale landschap. Toen hij klaar was, stond er een ruwe pijl op het gebouw en vormden de greppels lange schuine dwarsstrepen die vanuit de glanzende witte gevel naar de kust in het zuiden wezen.
Na een laatste inspectie bleef hij een volle minuut naar het noorden staan kijken, waar een rij heuvels uit de vlakte verrees. Voor zijn geestesoog zag hij het vliegtuig naderen. Ja. Hij knikte in zichzelf. Ja! Het zou gebeuren. Hij zou het laten gebeuren. Ze zouden het Ashanti-goud stelen.
Een week voordat het zover was nam hij nog een keer het vliegtuig met het goud. Hij zat gespannen van opwinding te wachten toen de oude Dakota voor het kleine terminalgebouw bij Kumasi tot stilstand kwam. Dit was zijn laatste kans om het goud te zien voordat het bij Uturri in zijn handen viel en hij wilde heel graag constateren dat er niets aan de procedure was veranderd. Hij hoorde een klik toen de intercom werd aangezet.
‘Hier spreekt de gezagvoerder.’ De stem van de piloot klonk soepel en professioneel. ‘Willen passagiers voor Kumasi het toestel verlaten en zich naar het terminalgebouw begeven? Ik hoop dat u een aangename vlucht hebt gehad en dank u voor het vliegen met Ghana Airways.’
De bekendmaking was enigszins afwijkend, maar Colin maakte zich geen zorgen en wachtte tot aan de overige passagiers werd meegedeeld dat ze het toestel ook moesten verlaten. Hij zag de Kumasi-passagiers uitstappen en het gebouw in gaan. Nog steeds zweeg de intercom. Colin voelde zich niet meer op zijn gemak. Hij keek gespannen naar de luidspreker, alsof hij het ding kon dwingen geluid te maken. Die stomme piloot was zeker vergeten de opdracht tot uitstappen te geven. Colin wilde opstaan en weggaan, alsof hij daarmee de zaak zou beïnvloeden, maar hij bleef zitten, zachtjes kreunend in zichzelf, en kneep zijn ogen stijf dicht, vurig hopend dat de piloot iets zou zeggen. Hij keek de stewardess aan in de hoop dat ze iedereen glimlachend naar de deur zou dirigeren. In plaats daarvan zag hij haar een professionele glimlach opzetten voor de instappende passagiers die al boven aan de trap verschenen en het vliegtuig binnengingen.
Het goud! wilde hij uitroepen. Jullie zijn het goud vergeten!
‘Neemt u me niet kwalijk.’ Hij hoorde een stem, en toen hij opkeek, zag hij een zakenman in het gangpad staan. De man maakte aanstalten op de stoel naast hem te gaan zitten.
‘Eh… O ja… Die stoel is vrij.’ Hij zette zijn warrige gedachten uit zijn hoofd, terwijl de passagier plaatsnam. Het goud? dacht hij. Waar is dat verrekte goud? Misselijk van teleurstelling liet hij zich in zijn stoel zakken, starend naar de ruimte waar het goud had moeten staan. Toen klapte de deur van het vliegtuig dicht. Dat geluid sloeg het laatste beetje hoop dat het goud toch nog zou komen de bodem in. De man naast hem pakte een krant uit zijn koffertje, sloeg hem met veel geritsel open en vouwde hem precies op bij de aandelenkoersen. Colin herkende de Financial Times en ook de man die hem voor het eerst over het goud had verteld.
Hij sprak zo nonchalant als hij kon. ‘Geen goud deze keer, hè?’
‘Pardon?’
‘U hebt me een paar weken geleden daarover verteld, weet u nog wel? Ik dacht dat het munitie was en u zei dat het goud was. U zei dat ze dat altijd met dit vliegtuig vervoerden.’
De zakenman hield zijn hoofd schuin om Colin te bekijken en knikte even toen hij hem herkende.
‘En dat deden ze ook, tot drie weken geleden.’ Hij zei dat op nogal scherpe toon, alsof hij verontwaardigd was over de suggestie dat hij zich misschien had vergist. ‘Maar de militaire autoriteiten hebben hier tegenwoordig een helikoptereenheid, en die heeft de taak overgenomen.’ Hij boog zich naar voren en keek langs Colin uit het klein raam. ‘Daar,’ zei hij, en hij wees met zijn vinger om te laten zien dat hij gelijk had.
Colin keek in de richting van de wijzende vinger. Tot aan dat moment had hij de vage hoop gekoesterd dat er deze week iets was misgegaan: een eenmalige gebeurtenis, waarna de dingen de volgende keer weer normaal zouden zijn. Maar er kon geen enkele twijfel bestaan over wat hij daar op het vliegveld zag. Met grote ogen van schrik en ongeloof zag hij een kordon van soldaten dat het gepantserde busje bewaakte, terwijl de partij goudstaven in het agressieve haaiensilhouet van een zwaarbewapende Lynx-gevechtshelikopter werd geladen.