Hoofdstuk 19

 

 

 

 

 

‘Nou, wat vinden jullie ervan?’ vroeg Colin aan Bert en Doc. Ze zaten in de huiskamer in Eustace Road.

‘Even alleen namens mezelf gesproken: ik geef toe dat er perspectief in zit,’ begon Bert. ‘Maar ik moet wel veel meer weten voordat ik een beslissing neem. Het idee om met de boksliefhebbers naar Ghana te gaan spreekt me wel aan. Ik heb met een paar mensen gepraat en ze zeggen dat Sports Tours een arrangement heeft en dat de kaartjes goed verkopen. Ik maak me daarentegen wel zorgen over je plannen voor wat er na afloop moet gebeuren. Die plannen moeten wel helemaal waterdicht zijn.’

‘Zo denk ik er ook over,’ voegde Doc daaraan toe. ‘We kunnen daar gemakkelijk genoeg komen, maar de terugweg is heel wat lastiger. Het wemelt daar dan van de smerissen.’

‘Ja, die zullen alarm slaan,’ beaamde Colin, ‘maar ze hebben daar geen vliegende brigade. Ik durf trouwens te wedden dat ze het aan het leger overlaten.’

‘Dus we krijgen met soldaten te maken!’ Bert snoof. ‘Die gaan schieten.’

‘Het is niet gevaarlijk!’ Colin maakte een sussend gebaar. ‘Tegen de tijd dat ze vermoeden dat er iets mis is, zijn jullie alweer in Accra. Dan zijn jullie alleen nog maar een stel boksliefhebbers die naar de grote match gaan.’

‘Het idee van die parachutes spreekt me wel aan. Dat geef ik toe,’ zei Doc. ‘Maar hoe weten we waar we zijn? En hoe verplaatsen we het goud als we eenmaal op de grond zijn?’

‘Ik heb al een ideale plek gevonden om het goud te droppen,’ zei Colin. ‘En ik ben nog aan het uitzoeken hoe we het vliegtuig op het juiste moment op de juiste plaats kunnen krijgen. Ik moet iemand vinden die wat van vliegen weet en me iets over parachutespringen kan vertellen.’

‘Daar heb je misschien geluk mee,’ zei Doc. ‘Toen ik vanmorgen bij je vandaan ging, ben ik bij Eddie geweest. Hij heeft iemand die wel eens voor zijn taxibedrijf werkt, iemand die net uit het leger komt. Eddie denkt dat hij, zoals hij eruitziet en praat, best eens uit een speciale eenheid zou kunnen komen, misschien zelfs uit de SAS.’

‘Heb je die man zelf gesproken?’

‘Nee. Maar hij heeft vanavond om acht uur dienst en Eddie zei dat hij hem hierheen zou sturen, alsof hij een rit maakt.’

‘Dat klinkt goed,’ zei Colin. ‘Heeft Eddie nog iets over die man verteld? Ik bedoel… Denkt hij dat die man iets voor een beetje criminaliteit voelt?’

‘Eddie denkt van wel. Hij is om de een of andere reden uit het leger gegooid.’

‘Dat is misschien net de man die we nodig hebben.’ Colin knikte. ‘Als Eddie gelijk heeft, en als er met die man te praten valt, hebben we misschien geluk.’

‘En als hij nu eens geschikt is?’ Dat was Bert weer. ‘Je hebt nog steeds niet verteld wat je met het goud wilt doen als we het eenmaal op de grond hebben gekregen.’

‘Dat heb ik al uitgedacht. Trouwens, het is mijn probleem. Als jullie beneden zijn, stappen jullie in de auto en rijden regelrecht naar Accra. Dan hebben jullie niets op zak waardoor jullie in de problemen kunnen komen, alleen kaartjes voor de wedstrijd.’

‘Denk je dat je het op die manier kunt regelen?’ Bert keek hem recht aan.

‘Het is te doen!’ Colins stem liet geen enkele ruimte voor twijfel. ‘We hoeven alleen nog maar iemand te vinden die ervaring met parachutes heeft.’

Om vijf over acht claxonneerde er een auto voor Berts huis. Bert knikte de anderen toe, liep naar de voordeur en liet de chauffeur van de taxi binnenkomen. Even later stapte een zwaargebouwde jongeman met een fris gezicht, ongeveer vijfentwintig jaar oud, de kamer in. Hij was blond en tamelijk lang – een meter vijfenzeventig of zoiets – maar door zijn brede, afhellende schouders en een zware borstpartij leek hij kleiner. De omgeslagen manchetten van zijn overhemd lieten sterke polsen zien, en hij had de stevige handen van iemand die ermee werkte. Wie wat beter keek, zag dat hij zijn rechterhand gebald had en dat hij hem telkens even samenkneep, klaar om in actie te komen. 

‘Heeft Eddie je gestuurd?’ vroeg Bert om de spanning weg te nemen.

De ogen van de man stonden nu een beetje milder in zijn ruige, knappe gezicht. Hij ontspande enigszins en zijn lippen vormden een vaag, natuurlijk glimlachje. ‘Ja… Maddren, Eustace Road 26, acht uur vanavond. Dat heb ik doorgekregen.’ Hij sprak kalm, zelfs nonchalant. ‘Ben ik op het goede adres?’

‘Ja, je bent hier goed,’ zei Bert. ‘Heeft Eddie je verder nog iets verteld?’

‘Nee. Maar hij gaf me het adres zelf en dat is meestal het werk van de vrouw op de centrale. Ik vroeg me al af wat er aan de hand was.’

Bert wees hem een stoel. ‘Ga zitten, eh…?’ Hij trok zijn wenkbrauwen op.

De jongeman keek hem met koele, berekenende ogen aan en richtte die ogen toen op Doc en Colin, die er allebei zwijgend bij hadden gezeten. Er verschenen rimpels in zijn voorhoofd, alsof hij eerst even nadacht, en toen stak hij zijn hand uit.

‘Ray… Ray Quarry,’ stelde hij zich voor.

‘Ik ben Bert Maddren. Dit is Joey Docherty, noem hem maar Doc, en dit is Colin Grant. Twee van mijn, eh… compagnons.’

‘Aangenaam kennis te maken.’ Ray drukte hen ieder stevig de hand en liet zich toen in de hem aangewezen stoel zakken. Hij verbaasde zich nog steeds over de ongewone ontvangst.

‘Whisky?’ Bert hield hem een glas voor.

‘Nee, dank je, nu niet,’ zei hij met een zwak glimlachje. ‘Ik werk vanavond.’

Bert drong niet aan, maar liet het glas wel op tafel staan. ‘Nou, Ray, Eddie heeft ons verteld dat je in het leger hebt gezeten. Dat klopt toch?’

‘Ja.’ Blijkbaar verbaasde Ray zich over die vraag, maar hij wilde wel antwoord geven. ‘Ik zat bij de SAS, compagnie B.’ Hij keek op zijn horloge om hen eraan te herinneren dat hij aan het werk was.

‘Maak je maar niet druk om de tijd,’ zei Doc. ‘Ik heb met Eddie gepraat.’

‘Wat is dit dan, een sollicitatiegesprek?’ Ray kwam meteen ter zake. ‘Het is wel duidelijk dat jullie geen taxi willen.’ Hij keek hen met een vriendelijke grijns aan.

Bert ging daar niet op in. ‘Eddie zegt dat je uit het leger bent gegooid.’

‘Ja,’ bromde Ray, en toen besefte hij dat er meer van hem werd verwacht. ‘Ik had een verschil van mening met een officier en toen heb ik me een beetje laten gaan.’ Hij glimlachte grimmig bij de herinnering eraan. ‘Hij loopt de rest van zijn leven met mijn litteken rond. Ze degradeerden me tot gewoon soldaat, stuurden me TNE, zetten me achtentwintig dagen in de nor en gaven me toen OO.’

‘Wat betekent dat alles?’ Colin sprak voor het eerst. ‘TNE… OO?’

‘Terug Naar Eenheid.’ Rays gezicht werd harder. ‘Ik werd uit de SAS gegooid en naar de para’s teruggestuurd, want dan konden ze me voor de krijgsraad slepen terwijl de SAS erbuiten bleef.’

‘En OO?’

‘Oneervol Ontslag.’ Ray klonk bitter toen hij dat toegaf. ‘Die schoften mogen graag blijven trappen als je al op de grond ligt.’

‘Dus het beviel je daar niet… in het leger, bedoel ik?’

‘Of het me niet beviel? Ik vond het geweldig!’ zei Ray vurig, en zijn staalgrijze ogen schitterden. ‘Ik had voor twaalf jaar bij de para’s getekend en ik heb van elke minuut genoten. Na twee jaar werd ik overgeplaatst naar de SAS en dat beviel me zelfs nog beter.’ Hij balde zijn vuisten bij zijn knieën, de knokkels wit. ‘Totdat die klerelijer van een officier over de schreef ging en ík eruit werd gegooid! “Gedrag dat in strijd is met de militaire discipline”, noemden ze het.’

‘Officieren worden nu eenmaal bevoordeeld,’ zei Bert, die met hem meevoelde. ‘Ze laten altijd iemand anders ervoor opdraaien.’

‘Zei je dat je bij de para’s was?’ vroeg Colin. ‘Heb je toen veel sprongen gedaan?’

‘Meer dan driehonderd.’ Er klonk een zekere trots in Rays stem door. ‘Lage hoogte, grote hoogte, vrije val, met een treklijn, dagsprongen, nachtsprongen. Ik heb het allemaal gedaan.’

Colin was onder de indruk van het antwoord. ‘Dus je mist het… dat parachutespringen, bedoel ik?’

‘Ik ben er nog maar een paar maanden uit,’ antwoordde Ray, ‘maar ik moet toegeven dat ik het begin te missen. Het is stomvervelend om de hele dag in die taxi rond te rijden.’

‘Zou je geïnteresseerd zijn in ander soort werk?’ vroeg Colin, met de nadruk op het woord ‘werk’.

Ray keek hem recht aan. Zijn rustige blik getuigde van onuitgesproken kracht. ‘Ik ben bereid ander werk in overweging te nemen.’

‘Weet je over wat voor soort werk we het hebben?’ Bert sprak langzaam en hield zijn blik strak op Ray gericht.

‘Nou, omdat Eddie me zelf stuurde en ik van de andere chauffeurs verhalen over hem heb gehoord, denk ik niet dat jullie van plan zijn een liefdadigheidswinkel te openen.’ Hij keek Bert met half dichtgeknepen ogen aan. ‘Ik ben geïnteresseerd. Maar ik doe niet mee aan echte criminaliteit. Ernstige misdrijven, bedoel ik.’

Colin had een goed gevoel gehad zodra Ray de kamer was binnengekomen, maar nu hij dit hoorde, was hij teleurgesteld. Hij geloofde in eerste indrukken, en Ray had beslist een goede indruk op hem gemaakt. Met zijn militaire achtergrond was hij precies wat Colin zocht. Colin wist ook dat ze goed zouden kunnen samenwerken. Ze zouden een goed team vormen, een winnend team. In een wereld waar eerste indrukken en snelle beslissingen vaak bepaalden of je succes had of niet, of je vrij bleef rondlopen of in de gevangenis terechtkwam, had hij het zeldzame gevoel dat dit de man was die ze moesten hebben. Hij wilde hem niet kwijtraken.

‘Wil je altijd taxichauffeur blijven?’

‘Ik ben er tevreden mee tot er iets beters voorbijkomt.’

‘Moet je horen, Ray, je hebt te lang in het leger gezeten. In het echte leven krijg je het niet op een presenteerblaadje. Je moet zelf de wereld bij zijn strot grijpen en ervoor zorgen dat je kansen krijgt,’ zei Colin. ‘Je moet risico’s nemen. Mensen als wij… Wij maken onze eigen rijkdom.’

Rays grijze ogen keken Colin doordringend aan. ‘Bedankt voor het aanbod, Colin, maar ik doe het niet.’ Ray maakte aanstalten om op te staan. ‘Ik denk dat ik in wezen een brave burger ben. Sorry, jongens.’ Hij stond op en torende boven hen uit, een toonbeeld van kracht en stabiliteit. ‘Ik kan wel een paar jongens aanbevelen, ex-SAS-leden net als ik, die misschien geïnteresseerd zijn,’ bood hij aan. ‘Maar dan moeten jullie het verder zelf maar regelen.’

‘Je verandert absoluut niet van gedachten?’

‘Wie kan dat ooit over iets zeggen?’ Ray glimlachte. ‘Als je in de problemen komt, of als er voldoende reden is… Wie weet wat je dan nog doet?’

‘Als je in de problemen komt, is het misschien te laat om er iets aan te doen,’ merkte Colin op.

‘Ik heb wel vaker moeilijke tijden meegemaakt.’ Ray draaide zich om naar de deur.

‘Ik dacht dat jullie bij de SAS wel van een beetje actie hielden?’ Bert leunde achterover en zag er weer helemaal als een buldog uit. Hij keek vragend op naar Ray.

‘Ik heb mijn portie actie gehad,’ snauwde Ray. Bij de herinnering daaraan veranderden zijn ogen in harde stukjes vuursteen. ‘Ik heb dingen gezien en gedaan die ik liever niet had meegemaakt.’ Hij bleef aarzelend bij de deur staan. ‘In het leger heb je niet veel keus, weet je.’

‘Bij ons zou je een keuze hebben,’ merkte Colin op. ‘Je zou tot niets gedwongen worden.’

‘Echt waar, Colin, ik stel het aanbod op prijs, maar…’ Ray schudde zijn hoofd en keek weer op zijn horloge. ‘Tijd om verder te gaan.’

‘Je rijdt liever in een taxi door Londen dan dat je een lading goud in Ghana in handen krijgt?’ Doc negeerde Colins woedende blik.

Ray draaide zich meteen om. ‘Goud!’

Toen Colin zag hoe levendig Rays gezicht opeens werd, was hij plotseling niet kwaad meer op Doc. ‘Het brengt al hun zonden aan de oppervlakte,’ hoorde hij Fred O’Hara’s stem weer zeggen.

Ray draaide zich om naar de kamer. ‘Goud!’ zei hij. ‘Goud in Ghana… De oude Goudkust?’

Doc keek Colin aan en haalde zijn schouders op. Hij had nog nooit van de Goudkust gehoord.

‘Dat klopt,’ antwoordde Colin in zijn plaats. ‘Ghana in West-Afrika.’

‘Het kerkhof van de blanke man.’ Ray glimlachte. ‘Willen jullie daar iets gaan doen?’ Hij keek Colin recht aan.

‘Ik kom er net vandaan.’

Ray knikte begrijpend. ‘Op verkenning… en nu de troepen verzamelen.’

‘Min of meer,’ gaf Colin toe. ‘Ik ben daar op iets gestuit en het is te mooi om het te laten lopen.’

‘Kom bij de criminelen en zie iets van de wereld,’ grapte Bert, die voelde dat de atmosfeer veranderde.

‘Je hebt meer gehoord dan je had moeten horen,’ zei Colin met een blik op de berouwloze Doc, ‘maar het is waar. We zijn van plan een zending goudstaven te stelen in Ghana.’

‘Dat klinkt in elk geval interessanter dan al dat geklungel waar we tegenwoordig over horen,’ zei Ray. ‘Voor een lading goudstaven zou ik me misschien wel interesseren.’

‘Maar het is wel criminaliteit,’ voegde Colin eraan toe. ‘Ik heb het over het zwaardere werk. Je moet ervoor reizen en er komen vuurwapens aan te pas. Het zouden weliswaar nepwapens zijn, maar dan wordt het nog steeds als een gewapende overval beschouwd. Meer kan ik je niet vertellen, zolang je niet zegt of je meedoet. Maar als je meedoet, ga je in het diepe.’ Hij wilde Ray overhalen zich vast te leggen.

Ray keek elk van hen met scherpe, intelligente ogen aan. ‘De andere chauffeurs zeggen dat Eddie op die manier aan het geld voor zijn bedrijf is gekomen. Hij heeft mij hierheen gestuurd, dus ik neem aan dat hij weet waar het om gaat.’

‘Hij weet alleen dat we iemand nodig hebben om de firma weer compleet te maken,’ zei Colin.

‘En ik moet zijn plaats innemen,’ concludeerde Ray hardop. ‘Nou, hij schijnt zelf niet slecht te hebben geboerd.’ Hij bleef peinzend staan en liet zijn blik over hen drieën gaan voordat hij weer iets zei.

‘Ik heb bijna vijf jaar met een vuurwapen rondgelopen voor mijn land. Ik nam risico’s voor een legersalaris en kijk wat dat me heeft opgeleverd: voor de krijgsraad gekomen en in de bak gegooid. En nu kar ik in een taxi door Londen.’ Hij balde zijn vuist en maakte een pompende beweging. ‘Ik ben van gedachten veranderd. Als er plaats voor mij is, wil ik best met jullie achter dat goud aan.’ Hij liet weer een intense, harde blik over hen gaan en stak agressief zijn kin naar voren.

Colin was immens opgelucht. Hij stak zijn hand uit. ‘Welkom in de firma, Ray. We kunnen het vast heel goed met elkaar vinden.’

Bert beperkte zich tot een stevige handdruk en een stijf knikje. Toen hij weer ging zitten, schoof hij de nog niet aangeraakte whisky naar Ray toe en vulde hij de andere glazen bij. Hij pakte zijn eigen glas op en stak het naar voren.

‘Op de nieuwe firma. Moge die tot bloei en wasdom komen.’ Bert proostte even met zijn glas naar elk van hen, en toen ze zijn saluut allemaal hadden beantwoord, dronk hij het in één keer leeg. Ray aarzelde, keek even peinzend in zijn glas en sloeg toen vastbesloten zijn whisky achterover, bijna alsof hij zijn verleden wegslikte. 

‘Zo,’ zei Colin tegen het nieuwe lid. ‘Je kunt die taxi nou wel even vergeten, tenminste de komende paar weken.’

‘Ik heb het geld nodig,’ merkte Ray op. ‘Ik moet evengoed eten en de huur betalen.’

‘Je zit bij de firma,’ zei Colin. ‘We helpen je tot het eerste karwei.’

Rays gezicht verstijfde. ‘Met alle respect,’ zei hij, ‘maar ik neem geen fooien aan. Alles wat ik krijg, wil ik verdienen.’

‘Maak je geen zorgen,’ verzekerde Colin hem. ‘Je gaat het verdienen. Waarom denk je dat we zo in je legercarrière geïnteresseerd zijn?’

‘Zeker vanwege de reputatie van de SAS.’

‘Dat is niet alles.’ Colin keek hem onderzoekend aan. ‘Meer dan driehonderd parachutesprongen, zei je?’

‘Driehonderdzeventien, om precies te zijn. Tweeënvijftig bij het leger, de rest bij parachuteclubs. Ik heb een instructeursbevoegdheid en we moeten elke sprong registreren.’

‘Dus je bent veel in de lucht geweest. Vliegen, bedoel ik?’

‘Nou…’ Ray lachte. ‘Je moet naar boven voor je naar beneden kunt. Ja, ik heb mijn portie vliegtijd erop zitten.’

‘Heb je ooit zelf gevlogen? Achter de stuurknuppel gezeten, bedoel ik?’

Ray schudde zijn hoofd. ‘Ik ben een paar keer als teamleider in de lucht geweest, en toen liet de piloot de besturing wel eens een paar minuten aan me over, maar echt zelf gevlogen heb ik nooit.’

‘Hmm.’ Colin knikte peinzend en keek Bert en Doc aan. ‘We mogen dus aannemen dat Ray een expert is op het gebied van parachutespringen.’ De anderen knikten instemmend. ‘Dat betekent dat hij ons kan adviseren en ik een definitief plan kan maken voor het karwei waarover we het hebben.’

Ray onderbrak hem. ‘Als jullie iets aan mij willen hebben, moeten jullie me volledig op de hoogte stellen. Het is me wel duidelijk dat we iets met parachutes gaan doen, maar jullie zullen me meer bijzonderheden moeten vertellen.’

Colin knikte. ‘Je hebt gelijk. Je moet worden ingelicht.’ Hij keek de twee anderen aan en wachtte tot beiden instemmend hadden geknikt. Toen keek hij Ray weer aan.

‘Je had het helemaal goed,’ zei hij. ‘Voor het karwei waaraan we denken willen we met parachutes werken. Maar dat is nog niet alles.’ Hij haalde diep adem voordat hij verderging. ‘We denken erover een vliegtuig te kapen.’ Hij zag dat Ray rechtop ging zitten in zijn stoel, zijn ogen groot van verbazing. ‘Ik weet dat het erg ambitieus klinkt, maar als je de bijzonderheden hebt gehoord, zie je vast wel in dat het mogelijk is.’

Bert onderbrak hem. ‘We hebben nog geen besluit over die kaping genomen,’ bracht hij Colin in herinnering, en toen keek hij Ray aan: ‘We hebben ander werk op het oog, Ray. Dus zelfs als we dat vliegtuig niet gaan kapen, kun je nog meedoen met andere karweien.’

Ray haalde zijn schouders op. ‘Ja, nou, bedankt, Bert, maar ik heb al gezegd dat ik niet geïnteresseerd ben in… eh… gewone criminaliteit. Dat goud is een andere zaak. Daar wil ik wel op af. Je moet trouwens wel bedenken dat kapingen tot nu toe niet veel succes hebben gehad. Heeft iemand ooit met succes een roofoverval in de lucht gepleegd?’

‘D.B. Cooper,’ zei Colin zachtjes. Hij wist dat Ray de naam zou kennen.

Bert en Doc keken verbaasd toen ze Ray langzaam zagen knikken en glimlachen. ‘Ja… Die was ik vergeten. Dat is er zeker een.’

‘Zeker wat voor een?’ vroeg Bert.

‘Een kaper die wegkwam met de buit,’ zei Colin tegen hem.

‘Hoe dan?’ De vraag bleef even in de lucht hangen.

‘Hij ging als passagier aan boord en trok een pistool,’ zei Ray. ‘Hij dwong ze zelfs om met het vliegtuig te landen, zodat hij een half miljoen dollar losgeld kon oppikken. Toen liet hij de passagiers gaan en dwong hij de bemanning om weer op te stijgen.’

‘Het was in Amerika,’ nam Colin het verhaal over. ‘Cooper sprong met een parachute uit het vliegtuig en niemand heeft daarna nog iets vernomen van hem of het geld. En weet je wat zo bijzonder is?’ zei Colin nadrukkelijk. ‘Hij heeft geen schot gelost. Wie weet, had hij alleen maar een waterpistool.’

‘Er was er nog een,’ begon Ray.

‘Dat weet ik,’ onderbrak Colin hem. ‘Maar ze hebben sporen van bloed op het staartvlak van dat vliegtuig ontdekt en denken dat hij is omgekomen toen hij sprong. Er is trouwens nooit een lijk gevonden, dus ze weten nog steeds niet zeker wat er is gebeurd.’

‘Dat is waar,’ beaamde Ray. ‘Als ik het me goed herinner, sprong hij uit een Boeing 707, en je kunt niet veilig wegkomen uit dat vliegtuigtype. De snelheid is te hoog. Ze denken dat hij naar achteren is getrokken en toen tegen het staartvlak kwam.’

Colin tikte met een gestrekte vinger op de tafel. ‘Het blijft een feit dat ze allebei een vliegtuig hebben gekaapt en eruit zijn gekomen zonder zelfs maar een schot te hebben gelost!’

Dat was Ray met hem eens. ‘Ik geloof niet dat iemand ooit een schot heeft gelost bij een kaping, in elk geval niet in de lucht. Geloof me: in een vliegtuig doet iedereen wat een gewapende man zegt.’

‘Dus zelfs met nepwapens,’ zei Colin nadrukkelijk, ‘kun je je gang gaan. Als de kaping goed is voorbereid, is het een makkie, net als voor die twee kerels in Amerika.’

‘Je zei net dat een van die twee is omgekomen,’ wierp Bert tegen.

‘Dat weet niemand zeker. En als hij is omgekomen, kwam dat doordat hij zijn huiswerk niet goed had gedaan,’ zei Colin. ‘Niet omdat het in het vliegtuig misging. Maar wij hebben Ray, en die kan ons precies vertellen hoe we moeten springen. Als ik Doc en jou heb overgehaald om dit te doen, worden jullie lid van een parachuteclub. Met wat ze jullie leren, en met Ray als extra instructeur, wordt het een fluitje van een cent.’

‘Geen twijfel mogelijk,’ zei Ray. ‘Als je met een pistool in een vliegtuig stapt, of met iets wat op een pistool lijkt, kan een kaping niet meer misgaan. En begrijp ik goed dat jullie niet van plan zijn echte vuurwapens te gebruiken?’

‘We schieten niet op mensen, Ray,’ zei Colin tegen hem. ‘En zoals je zelf weet, zijn vuurwapens gevaarlijke dingen. Als ik mag afgaan op wat ik heb gelezen en wat jij zojuist hebt gezegd, heb je bij een kaping net zoveel aan een nepwapen als aan een echt wapen, behalve dat je niet het risico loopt dat je iemand doodschiet. Zo willen we het.’

‘Ja.’ Bert leek al wat overtuigder. ‘Ja, zo moet het gaan. En ik vind dat het erg goed klinkt. Oké, Colin. Laat het voor drie miljoen pond nog maar eens horen, ouwe jongen.’

Colin zette opnieuw de brede contouren van zijn plan uiteen. Elke keer dat hij het opnieuw uitlegde raakte hij meer vertrouwd met het plan en beviel het hem beter. En nu ze Ray erbij hadden, wist hij dat de firma heel goed tot het karwei in staat was.

‘Als ik het goed begrijp,’ zei hij tot slot, ‘dan is het ons grootste probleem om het vliegtuig op de juiste plaats te krijgen voor het droppen van het goud. Daarom hebben we iemand met ervaring nodig. We hebben de extra informatie nodig die Ray ons kan geven over het springen onder de omstandigheden die daar heersen.’ Hij leunde achterover. Hij wist dat er vragen zouden komen.

‘Over welk type vliegtuig hebben we het?’ vroeg Ray. ‘Sommige types zijn erg lastig voor parachutesprongen, weet je. Daarmee ging die vent in de Verenigde Staten in de fout.’

‘Het is een oude Dakota, een DC-3, geloof ik,’ zei Colin. ‘Tweemotorig, en de passagiersdeur is een heel eind bij de propellers vandaan. Daar heb ik speciaal op gelet.’

‘Ik ken dat toestel. Ik heb ze op vliegvelden zien staan. En je hebt gelijk wat de passagiersdeur betreft. Het leger gebruikte altijd DC-3’s voor parachutesprongen, totdat de Hercules kwam. Omdat het een langzaam vliegtuig is, zal het springen geen probleem zijn.’

‘Nou, het is een vlucht van ruim tweehonderd kilometer en daar doen ze iets meer dan een uur over. Hij moet dus zo’n tweehonderdtwintig kilometer per uur gaan, als je de snelheden bij het opstijgen en landen buiten beschouwing laat,’ zei Colin.

‘Je kunt uit een vliegtuig met die snelheid springen als je ervaring hebt, Colin. Maar die ervaring krijg je niet op een parachuteclub. Daar werken ze eerder met Cessna’s, die vijfenzeventig knopen vliegen.’

‘We kunnen niet verwachten dat alles precies zo is als we willen,’ merkte Colin op. ‘Zolang het geen onredelijk risico is, moeten we het nemen. Je verdient geen drie miljoen pond als je op je kont blijft zitten!’

‘Nou, zelfs amateurs moeten met een snelheid tot zo’n honderdvijftig knopen veilig kunnen springen,’ gaf Ray toe. ‘Maar bij hogere snelheden wordt de kans op een ongeluk groter.’

‘Hoe lang doe je erover om een parachute te leren gebruiken?’ vroeg Doc. ‘Ik heb er nog nooit een gezien, behalve op tv.’

‘Het stelt niks voor.’ Ray keek hem aan. ‘Ik geef in het weekend wel eens les bij een club bij Aldershot. Mensen komen daar ’s morgens aan, doen diezelfde ochtend twee tandemsprongen en maken in de loop van de middag hun eerste sprong met een treklijn. Heel simpel. Sommigen maken op hun eerste dag al twee of drie sprongen.’

‘Is het zo gemakkelijk?’

‘Jij leert het zo, Doc! Jij ook, Bert,’ bevestigde Ray, en hij knikte nadrukkelijk.

‘Oké.’ Bert keek Colin aan. ‘We willen wel geloven dat het niet moeilijk is om te leren parachutespringen, maar er komt bij dit karwei veel meer kijken dan dat we alleen maar met een parachute uit een vliegtuig springen.’ Hij drukte zijn sigaret uit en stak er meteen weer een aan, een teken dat hij diep nadacht. ‘We moeten de piloot dwingen naar de plaats te vliegen waar we het goud willen dumpen. Dat betekent dat hij daarna aan de politie kan vertellen waar dat was. Ze zouden ons binnen een paar minuten te pakken hebben.’

‘Wees daar maar niet bang voor!’ zei Colin. ‘Ik heb jullie al verteld over de politie daar. Die zijn niet getraind op zoiets als dit. Binnen tien minuten nadat we op de grond zijn neergekomen, rijden we weg. Tegen de tijd dat ze zelfs maar beginnen te reageren, zijn wij al op kilometers afstand. We hebben een voorsprong, als ik het zo mag zeggen.’

‘Als jullie zeggen “het goud dumpen”,’ zei Ray, en hij keek Bert aan, ‘bedoelen jullie dan dat jullie het min of meer de deur uit gooien?’

‘Eh, ja. Dat was de bedoeling. We doen het in een paar zakken, gooien het naar buiten en gaan er met de parachutes achteraan.’

Ray schudde zijn hoofd. ‘Dat gaat niet,’ zei hij. ‘Als het vliegtuig een snelheid van tweehonderd kilometer per uur heeft, komt het verspreid over een groot gebied terecht. Intussen zweven jullie met jullie parachutes door de lucht en komen jullie kilometers bij het goud vandaan op de grond neer. Jullie zouden blij mogen zijn als jullie het ooit terugvinden, en jullie zouden er uren over doen om alles te verzamelen, als jullie het al vinden. Geloof me, Colin: je kunt het goud echt niet gewoon naar beneden gooien.’ 

‘Nou, het plan is toch om over problemen en ideeën te praten?’ zei Colin. ‘Daarom zijn we hier.’ Hij keek Ray aan. ‘Jij bent de deskundige. Hou zou jij het goud droppen?’

‘Er is maar één oplossing.’ Ray sprak zelfverzekerd. ‘Het goud moet ook met parachutes naar beneden. Dan blijft het bij elkaar en landen wij er vlak naast. Dat betekent dat we vlugger uit de DZ – sorry, de dropzone – weg kunnen zijn.’

‘Goed. Goed.’ Colin knikte. ‘Daar zit wat in.’

‘Ik ben niet blij met de tijdfactor,’ zei Bert twijfelend. ‘Ik weet niet veel van Ghana, maar daar zijn vast niet veel wegen. Als de piloot eenmaal heeft doorgegeven waar we zijn, staan er binnen de kortste keren wegversperringen, ook als ze daar smerissen van niks hebben. Ik zou me veel beter voelen als de piloot niet wist waar we zijn gesprongen.’

Colin stak zijn vinger op en bewoog hem heen en weer. ‘Daar heb ik ideeën over.’

‘O ja?’ Drie paar ogen keken hem aan.

‘We leveren onze eigen piloot.’

‘Godskelere!’ Bert hief zijn armen ten hemel. ‘Wees nou redelijk, Colin. Eerst moeten we leren parachutespringen. Nu wil je dat we verdomme ook nog een vliegtuig leren besturen!’

‘Jíj hoeft niets te leren besturen,’ zei Colin tegen hem. ‘En Doc ook niet. Jullie hebben het al druk genoeg met parachutespringen.’ Hij leunde achterover, tevreden over zichzelf. ‘Maar Ray is al een expert op het gebied van parachutes. Hij kan leren vliegen.’ Colin klapte in zijn handen, bijna alsof hij voor zichzelf applaudisseerde. ‘Jezus,’ zei hij, ‘hij heeft zelfs al een beetje ervaring.’

Drie paar ogen richtten zich op Ray.

‘Wat denk je ervan om een vliegtuig te besturen?’ vroeg Colin.

Ray trok een verbaasd gezicht en hield zijn hoofd schuin. ‘Leren vliegen, bedoel je?’

‘Dat klopt.’ Colin knikte.

‘Nou.’ Ray wreef over zijn kin. ‘Ik heb vaak genoeg anderen zien vliegen om te weten dat het geen groot mysterie is. Sommige particuliere piloten die ik heb gekend, waren zo stom als het achtereind van een varken. Dus ja, ik denk dat ik wel kan leren vliegen.’

‘Goed!’ Colin keek Bert en Doc aan. ‘Dus dat is afgesproken.’ Hij keek triomfantelijk. ‘Jullie twee gaan leren parachutespringen en Ray wordt lid van een vliegclub.’

‘Dat wil ik best doen,’ zei Ray, ‘maar bij de eerste de beste vliegclub leer ik niet met een DC-3 te vliegen. Ze hebben daar meestal Cessna’s en Pipers, kleine eenmotorige toestellen.’

‘Je hoeft niet met een DC-3 te vlíégen,’ zei Colin. ‘Je moet alleen op een koers kunnen blijven en de snelheid kunnen veranderen. Het moeilijkste van het vliegen is het opstijgen en landen, en dat hoef je niet te doen.’

Ray glimlachte. ‘Ja.’ Hij knikte instemmend. ‘Dit bevalt me wel!’ Hij boog zich enthousiast naar voren. ‘Als ik mag afgaan op wat ik heb gezien, denk ik niet dat het een probleem voor mij zou zijn om een vliegtuig op koers te houden.’

‘En als we onze eigen man in de cockpit hebben, kunnen we de piloot vastbinden in de passagierscabine. Dan weet hij niet waar we het spul hebben gedumpt,’ merkte Colin op.

Bert zette een domper op het enthousiasme. ‘En zodra hij weer in de cockpit zit, hoeft hij alleen maar een herkenningspunt te vinden. Dan kan hij onze positie alsnog over de radio doorgeven.’

‘Ja.’ Colin tikte met zijn vingers tegen zijn glas. ‘Dat is een van de problemen die we moeten oplossen.’

‘We kunnen de radio vernietigen,’ stelde Ray voor. ‘Dan kan hij pas iets rapporteren als hij op een vliegveld is geland.’

‘En het dichtstbijzijnde vliegveld is daar ongeveer tachtig kilometer vandaan,’ mompelde Colin.

‘Dat zou vijftien tot twintig minuten vliegen zijn,’ rekende Ray voor hem uit.

‘Dat is niet genoeg!’ protesteerde Bert. ‘Dat is lang niet genoeg! Al zijn de smerissen allemaal debiel, dan nog hebben ze ons binnen een uur omsingeld. Vergeet niet…’ Hij stak een waarschuwende vinger in de lucht. ‘We zouden in hun richting gaan.’

‘Als ik het goed begrijp,’ zei Ray, en de redelijke toon van zijn stem bracht de gemoederen tot bedaren, ‘hebben we meer tijd op de grond naarmate we het vliegtuig langer beheersen.’ De anderen reageerden met een hoofdknikje op die woorden. ‘We moeten dus een manier bedenken om de piloot uit de cockpit te houden als we uit het vliegtuig zijn gesprongen.’

‘Maar het vliegtuig dan?’ vroeg Bert. ‘Het kan zichzelf niet besturen, en ik laat het niet neerstorten. Echt niet!’ Hij maakte een afwijzend gebaar.

‘Maar het vliegtuig kan zichzelf wél besturen,’ zei Ray nadrukkelijk. ‘Met de automatische piloot! Toen ik teamleider was, heb ik gezien dat piloten hem inschakelden. Ik kan er wel achter komen hoe dat werkt. Ik kan zelfs aan boord van een DC-3 komen en het in het echt bekijken. Als ik kan leren de automatische piloot aan te zetten…’

‘Zo mag ik het horen!’ riep Bert bemoedigend uit. ‘Zo moeten we denken, anders gaat het gewoon niet door.’

‘En wat Ray zegt, is de oplossing,’ zei Colin. ‘Als we de piloot een bepaalde tijd na de sprong uit de cockpit kunnen houden, hebben we alle tijd die we nodig hebben.’

‘Als dat zou kunnen.’ Berg knikte. ‘Wat vind jij ervan, Doc?’

‘Het lijkt me wel wat,’ antwoordde hij. ‘Als we die extra tijd krijgen, wordt het een makkie.’ Hij keek Ray met een grijns aan. ‘Jij zit vol trucjes, jongen.’

‘Dat noemen ze initiatief, Doc. Initiatief.’ Ray keek hem grijnzend aan, blij dat hij zo gemakkelijk in de groep werd opgenomen.

‘Oké,’ zei Colin tegen Bert en Doc. ‘Ray kan jullie in contact brengen met een parachuteclub, hoe eerder hoe beter. En oefen dan zo veel mogelijk.’

‘Ja,’ beaamde Ray. ‘De meeste van die clubs zijn alleen in het weekend open, zodat het moeilijk is een heleboel sprongen te maken, maar er is een fulltime parachuteschool bij een plaats die Langer heet, richting Nottingham. Omdat ze daar zeven dagen per week professionele opleidingen van topklasse geven, krijg je de kans om een heleboel sprongen te maken.’ Hij keek Colin aan. ‘En jij, ga jij het ook leren?’

‘Ik niet!’ Colin lachte. ‘Denk maar niet dat ik uit een vliegtuig ga springen. Nee, serieus,’ zei hij, ‘ik ben de man op de grond. De komende weken ga ik de dingen aan mijn kant regelen. Maar ik heb nog heel wat te doen voordat ik terugga. En je zult een lijst moeten maken van wat we aan materieel nodig hebben.’

‘Wanneer moet je terug?’ vroeg Ray.

‘Aanstaande vrijdag word ik in Lagos door een schip opgepikt. Ik heb hier dus nog vier hele dagen.’

‘Even denken. Ik moet uitzoeken wat de beste parachutes voor ons zijn, en dan hebben we nog wat meer dingetjes nodig. Ik kan je morgen een volledige lijst geven. Uiterlijk woensdag.’

‘Dat is goed. Zolang ik maar weet wat je naar me toe stuurt.’

Ray maakte een vaag handgebaar. ‘Wat die vlieglessen betreft, Colin. Ik heb daar zelf niet het geld voor.’ Hij vond het blijkbaar een beetje gênant om dat toe te geven.

Colin stak zijn hand op. ‘Sorry, Ray, dat hadden we meteen moeten bespreken.’ Hij wendde zich tot de twee anderen. ‘De vlieglessen komen uit de pot.’ Hij ging ervan uit dat ze het daarmee eens waren. ‘En als Ray niet meer kan werken, kan hij een toelage krijgen.’ Hij keek hem weer aan. ‘Je kunt parttime voor Eddie blijven werken, als je dat wilt. Dat levert je wat extra geld op.’

‘Ja, dat komt me goed uit, Colin. En, jongens…’ Hij keek hen een voor een aan. ‘Jullie kunnen op mij vertrouwen. Ik zal jullie niet teleurstellen.’ Hij stak zijn kin uitdagend naar voren, nog steeds een beetje gegeneerd omdat ze hem zo gemakkelijk accepteerden. Aan de andere kant liet hij blijken dat ze het niet moesten wagen hem uit te lachen om het toespraakje dat hij had gehouden. 

 

Op woensdag zaten ze weer in Berts huiskamer en luisterden naar Ray, die een schrijfblok voor zich had en daaruit oplas wat hij nodig had.

‘Oké, we hebben twee reserveparachutes van zeven meter nodig om het goud te droppen. Die zijn ontworpen om ongeveer honderdtwintig kilo te dragen, maar dan hebben we het over een mens die veilig moet landen. Ze kunnen veel meer aan als de lading uit materieel bestaat, of uit…’ Ray hield zijn hoofd schuin om naar hen te grijnzen. ‘… of uit goudstaven. Dan hebben we twee parachutes van acht meter nodig voor Bert en Doc. De rechthoekige matrastypes met lage porositeit zijn het best. Dat is het elementaire model dat je gaat gebruiken als je lid wordt van een club, en daar zul je tegen die tijd gemakkelijk mee kunnen werken. De andere parachute,’ zei hij, en hij keek op, ‘die ik zelf ga gebruiken, is een geavanceerder Ram Air-type.’

‘We willen niet beknibbelen op het materieel,’ waarschuwde Colin. ‘Alles hangt af van goed materieel.’

‘Deze dingen zijn ideaal voor dit doel,’ hield Ray vol. ‘De reserveparachutes nemen minder ruimte in dan het standaardtype en zijn toch ruimschoots goed genoeg voor het goud. Daar komt nog bij dat ze in kleine plunjezakken passen. De persoonlijke parachutes passen in niet al te grote handbagage.’

‘En valhelmen?’ vroeg Colin. ‘Die zijn toch nogal groot?’

‘Ja, daar zat ik eerst een beetje mee,’ beaamde Ray, ‘maar we kunnen de ouderwetse helmen gebruiken die baanwielrenners vroeger hadden. Die zijn van leer en je kunt ze inklappen tot er bijna niets overblijft.’

‘Ik zei al dat je je geld zou opbrengen.’ Colin keek hem grijnzend aan. ‘Heb je nog meer ideeën?’

‘Nou, we zitten met het probleem dat de reserveparachutes, waar het goud aan hangt, open moeten. Dat doen ze meestal met treklijnen, maar die nemen te veel ruimte in. Ik ga automatische openers gebruiken, die werken met een mechanische timer die het scherm uitwerpt. Tsjechisch fabricaat, goed spul!’ Ray had blijkbaar aan alles gedacht. Met zijn grote kennis maakte hij veel indruk op hen. Ze kregen er steeds meer vertrouwen in.

‘Dus nu hoef je alleen nog maar de spullen te kopen en per vliegtuig naar het adres te sturen dat ik je heb opgegeven,’ zei Colin, toen Ray klaar was met zijn verslag.

‘Ik moet toegeven dat het er goed uitziet,’ zei Bert. Hij keek Ray met zijn buldoggezicht aan. ‘Hopelijk is dat parachutespringen echt zo gemakkelijk als jij zegt.’

‘Je zult het geweldig vinden, Bert; en Doc ook. Ik durf te wedden dat jullie ermee doorgaan als dit achter de rug is!’ Ray keek hem grijnzend aan.

‘We zullen zien,’ mompelde Bert.

‘Nou, en jijzelf?’ vroeg Colin aan Ray. ‘Heb je nog geïnformeerd naar vlieglessen?’

‘Er zijn een heleboel clubs, Colin. Op sommige scholen kun je in drie weken tijd een volledige particuliere licentie halen! Dat wordt geen probleem.’

‘Nou, je weet wat we willen. Zo’n opleiding volgen en zo veel mogelijk leren. We hebben voor dit karwei alle troefkaarten nodig. En vergeet niet,’ voegde hij er nadrukkelijk aan toe, ‘je hebt maar zo’n vijf weken de tijd om je voor te bereiden.’

 

Op vrijdagmorgen kwamen ze voor een laatste bespreking bij elkaar, voordat Colin naar het vliegveld zou vertrekken. Zodra ze gingen zitten, nam hij het woord.

‘Alles verloopt soepel en jullie hebben allemaal een boeking voor de boksreis.’ Hij keek Ray aan. ‘Het was een goed idee van je dat ieder voor zich zijn reis regelde. Nu is er niets wat jullie drieën met elkaar in verband brengt. Dat was slim.’ Hij glimlachte. Hij had al grote waardering voor Rays bijdrage aan de firma. ‘Ray heeft de inkoop van het materieel goed in de hand. Als jullie in Ghana aankomen, heb ik daar ook alles geregeld. Het enige wat jullie moeten doen, is er zo onopvallend mogelijk heen gaan. Ga op in de menigte, maar zorg er wel voor dat je niet te goede vriendjes met mensen wordt, want dan merken ze later misschien dat je er opeens niet meer bij bent. Zolang je je niet bij een groepje aansluit, moet het lukken weg te komen zonder dat iemand het in de gaten heeft. En vergeet niet: vanaf het moment dat jullie in Accra aankomen, zijn jullie druk bezig. Jullie hebben elke minuut nodig tot alles voorbij is en jullie bij de boksmatch zitten.’ 

Ze knikten alle drie ernstig.

‘Jullie retourvliegtuig vertrekt op de ochtend na de bokswedstrijd uit Accra. Waarschijnlijk zullen ze iedereen dan grondig controleren, maar jullie zullen niets verdachts bij jullie hebben, ongeveer dezelfde dingen als de andere passagiers. Daar op het vliegveld zijn jullie volkomen veilig.’

‘Dat moet ook!’ Bert snoof. ‘Dat moet ook! Ik heb geen zin om daar de bak in te gaan.’

‘Maak je daar maar geen zorgen over,’ verzekerde Colin hem. ‘Je zou toch niet zo lang hoeven te zitten.’

‘O nee?’ Bert keek in Colins onschuldig glimlachende gezicht. ‘Hebben ze daar niet zulke lange straffen?’

‘Nee,’ zei Colin met een uitgestreken gezicht. ‘Je zou maar een paar maanden zitten.’

‘Wat?’ Bert keek hem ongelovig aan. ‘Een paar maanden?’

‘Ja,’ zei Colin met een grijnslachje. ‘En dan halen ze je eruit en schieten ze je dood!’