Hoofdstuk 20
Het laatste hoofdstuk
Daarna werd er nooit meer iets van Bruno vernomen.
Een paar dagen later, toen de soldaten het hele huis hadden doorzocht en alle steden en dorpen in de buurt waren afgeweest met foto’s van de kleine jongen, ontdekte een van hen het stapeltje kleren en het stel laarzen dat Bruno bij het hek had achtergelaten. Hij raakte ze niet aan, maar liet ze liggen en ging de commandant halen, die het gebied afspeurde en naar links en naar rechts keek precies zoals Bruno had gedaan maar van zijn leven niet kon bedenken wat er met zijn zoon was gebeurd. Het was alsof hij van de aardbodem was verdwenen en zijn kleren had achtergelaten.
Moeder keerde niet zo snel naar Berlijn terug als ze had gehoopt. Ze bleef een paar maanden in Oudwis wachten op nieuws van Bruno tot ze bedacht dat hij misschien in zijn eentje de weg naar huis had gevonden, en toen onmiddellijk terugkeerde naar hun oude huis, waar ze half en half verwachtte hem op de stoep te zullen vinden.
Daar was hij natuurlijk niet.
Gretel ging met moeder mee terug naar Berlijn en bracht veel tijd huilend alleen in haar kamer door, niet omdat ze al haar poppen had weggegooid en niet omdat ze al haar kaarten in Oudwis had gelaten maar omdat ze Bruno zo miste.
Vader bleef nog een jaar in Oudwis en maakte zich erg impopulair bij de soldaten, die hij meedogenloos afblafte. Elke avond ging hij naar bed denkend aan Bruno en elke morgen werd hij met dezelfde gedachte wakker. Hij vormde een theorie over wat er gebeurd zou kunnen zijn en ging terug naar de plek bij het hek waar een jaar geleden de stapel kleren was gevonden.
De plek had niets bijzonders, maar hij ging zelf een beetje op onderzoek uit en ontdekte dat de onderkant van de afrastering niet stevig in de grond verankerd zat zoals overal elders en dat als je het oplichtte er een opening vrij kwam, groot genoeg voor een heel klein iemand (bijvoorbeeld een kleine jongen) om onderdoor te kruipen. Hij keek in de verte en redeneerde stap voor stap logisch verder, en toen hij dat deed merkte hij dat zijn benen het niet meer deden – alsof ze zijn lichaam niet meer overeind konden houden – en hij kwam zittend op de grond terecht in bijna dezelfde houding als Bruno een jaar lang elke middag had gezeten, hoewel hij zijn benen niet onder zich kruiste.
Een paar maanden daarna kwam er een stel soldaten naar Oudwis en moest vader met hen mee, en hij ging zonder protest, graag zelfs, want het kon hem niet echt meer schelen wat ze met hem deden.
En dat is het einde van het verhaal over Bruno en zijn familie. Natuurlijk gebeurde dit allemaal heel lang geleden en kan zoiets nu niet meer gebeuren.
Niet in onze tijd.