XIV

VOORWAARTS!


55


Janov Pelorat keek uit over het vage landschap in de grijze ochtendmist en voelde een vreemd mengsel van spijt en onzekerheid.

'We blijven hier niet lang genoeg, Golan. Het lijkt me een plezierige en boeiende wereld. Ik zou haar beter willen leren kennen.'

Trevize keek met een wrange glimlach op van zijn computer, ik soms niet, dacht je? We hebben drie behoorlijke maaltijden gehad op deze planeet alle drie geheel verschillend, maar uitstekend. Ik zou er nog wel een paar lusten. En de enige vrouwen die we hebben gezien, zagen we maar vluchtig, maar een aantal van hen maakte een opwindende indruk gezien het... het doel dat ik voor ogen heb.'

Pelorat haalde zijn neus lichtjes op. 'Ach, mijn beste makker. Die koeienbellen die zij schoenen noemen! De manier waarop zij zichzelf toetakelen met oogverblindend textiel! En wat ze met hun wimpers doen! Heb jij op hun wimpers gelet?'

'Reken maar dat ik op alles heb gelet, Janov. Jouw bezwaren richten zich op puur oppervlakkige dingen. Ze kunnen gemakkelijk worden overgehaald om hun gezicht te wassen en, als de tijd daar is, hun schoenen en hun kleurige gewaden uit te trekken.'

'Dat geloof ik op je woord, Golan,' zei Pelorat. 'Ik dacht eigenlijk meer aan de mogelijkheid om de kwestie van de Aarde nader te onderzoeken. Wat ons tot nu toe over de Aarde is verteld is zo onbevredigend, zo tegenstrijdig - straling volgens de een, robots volgens de ander.'

'Maar in beide gevallen dood.'

'Waar,' zei Pelorat met tegenzin, 'maar het kan zijn dat het ene waar is en het andere niet, of dat beide tot op zekere hoogte waar zijn, of dat geen van beide waar is. Als jij verhalen hoort die een onderwerp zo dicht in nevelen van twijfels hullen, Golan, moet jij toch zeker ook de kriebels krijgen om die zaak nader te onderzoeken, is het niet?'

'Ja,' zei Trevize, 'bij elke Dwergster van de Melkweg, dat is zo! Ons huidige probleem heet echter Gaia. Als we dat hebben opgelost, kunnen we naar de Aarde gaan of hier naar Sayshell terugkeren voor een langer verblijf. Maar eerst: Gaia!'

Pelorat knikte. 'Ons huidige probleem! Als we aannemen wat Quintesetz ons vertelde, wacht ons daar alleen maar de dood. Moeten we daar echt heen?'

'Dat vraag ik mij af,' zei Trevize. 'Ben je bang?'

Pelorat aarzelde alsof hij zijn gevoelens even terdege aan het onderzoeken was. Toen zei hij op een onopgesmukte, zakelijke toon: 'Ja. Verschrikkelijk.'

Trevize leunde achterover in zijn stoel en draaide zich om de ander recht aan te kijken. Op dezelfde onopgesmukte, zakelijke toon zei hij: 'Janov, er is voor jou geen enkele reden om dat risico te lopen. Je hoeft het maar te zeggen, en ik laat je op Sayshell achter met je persoonlijke bezittingen en de helft van onze kredieten. Ik haal je op als ik terugkom, en dan gaan we naar de Sirius Sector, als je wilt, en naar de Aarde, als die zich daar bevindt. Als ik niet terugkom zullen de Foundationmensen op Sayshell ervoor zorgen dat jij terug kunt naar Terminus. Even goede vrienden als jij hier blijft, oude makker!'

Pelorat knipperde snel met zijn ogen en perste zijn lippen enkele momenten strak op elkaar. Nogal schor zei hij toen: 'Oude makker? Hoe lang kennen we elkaar eigenlijk? Een week of zo? Is het niet heel vreemd dat ik nu ga weigeren het schip te verlaten? Ik ben bang, maar ik wil bij jou blijven.'

Trevize maakte met zijn handen een beweging die onzekerheid uitdrukte. 'Maar waarom dan? Eerlijk, ik verlang het helemaal niet van je!'

'Ik weet ook niet precies waarom, maar ik vraag het gewoon van mijzelf. Het is... het is... Golan, ik heb vertrouwen in jou. Volgens mij heb jij altijd precies geweten wat jij deed. Ik wilde naar Trantor gaan, maar zoals ik het nu zie, zou daar waarschijnlijk niets gebeurd zijn. Jij drong aan op Gaia en Gaia moet zoiets als een gevoelig zenuwplekje in de Melkweg zijn. Rondom die planeet gebeuren er dingen. En alsof dat nog niet genoeg was, Golan, was ik getuige hoe jij Quintesetz dwong informatie over Gaia te verschaffen. Dat was zo'n knap staaltje van pure bluf, dat ik mijn adem inhield van bewondering.'

'Je hebt dus vertrouwen in mij.'

'Ja, dat heb ik,' zei Pelorat.

Trevize legde zijn hand op de bovenarm van de ander en scheen een moment naar de juiste woorden te moeten zoeken. Tenslotte zei hij: 'Janov, wil je mij bij voorbaat vergeven voor het geval dat mijn oordeel fout is, en jij op de een of andere manier geconfronteerd wordt met... met iets onplezierigs dat ons misschien te wachten staat?'

'O, mijn beste, waarom vraag je dat?' zei Janov. 'Ik neem de beslissing in volle vrijheid wegens mijn eigen redenen, niet wegens de jouwe. En laat ons alsjeblieft snel vertrekken. Ik sluit anders niet uit dat mijn lafheid alsnog de overhand krijgt en ik mij de rest van mijn leven moet schamen.'

'Zoals je wilt, Janov,' zei Trevize. 'We zullen meteen vertrekken zodra dat volgens de computer mogelijk is. Deze keer zullen wij per gravitatiekracht en recht naar boven opstijgen zodra we er zeker van kunnen zijn dat er zich in de atmosfeer boven ons geen schepen bevinden. Naarmate de atmosfeer rond de planeet ijler wordt, zullen wij steeds meer snelheid krijgen. Na minder dan een uur zullen we in de open ruimte zitten.'

'Goed,' zei Pelorat. Hij verwijderde het lipje van een plastic bekertje met koffie. Uit de vrijgemaakte opening kwam bijna meteen stoom. Pelorat zette het tuitje aan zijn mond en nam een teugje. Hij liet net genoeg lucht zijn mond binnen om in staat te zijn de temperatuur van de koffie tot een draaglijk niveau te koelen.

Trevize grijnsde. 'Je hebt al aardig goed met die dingen leren omgaan. Je bent een ruimteveteraan, Janov!'

Pelorat staarde even naar het plastic bekertje en zei: 'Nu we over schepen beschikken die naar believen gebruik maken van zwaartekrachtvelden kunnen we toch zeker ook wel gewone bekertjes gebruiken?'

'Natuurlijk wel, maar ruimtevaarders zijn niet in staat dingen op te geven waaraan ze van oudsher gewend zijn. Hoe moet een oude ruimtebonk afstand weten te bewaren tussen hemzelf en oppervlaktekiemen als hij een open kopje gebruikt? Zie je die ringen daar aan de wand en tegen het plafond? Ze zijn al meer dan twintigduizend jaar standaard in elk ruimteschip, maar ze zijn volstrekt overbodig in een gravitatieschip. Toch zijn ze er nog steeds en ik verwed dit hele schip tegen een kopje koffie dat die ruimtebonk zal veinzen dat hij last heeft van verstikkingsverschijnselen bij de start en vervolgens zijn lichaam als een aap heen en weer zal slingeren aan die ringen alsof er een zwaartekracht was van nul-G, terwijl het in werkelijkheid stand-G, dus een-G, is.'

'Je overdrijft.'

'Een beetje, misschien, maar er is altijd sprake van een zekere sociale inertie, zelfs binnen de technologische vooruitgang. Die nutteloze ringen zijn er en de kopjes die we gebruiken hebben tuitjes.'

Pelorat knikte peinzend en nam nog een teugje van zijn koffie. Tenslotte zei hij: 'En wanneer vertrekken we nu?'

Trevize lachte hartelijk en zei: 'Nu heb ik je te pakken! Ik begon te praten over die ringen aan de wand en jij had niet eens in de gaten dat wij op datzelfde moment omhoog gingen. We zijn nu al bijna op twee kilometer hoogte.'

'Dat meen je niet!'

'Kijk maar naar buiten.'

Pelorat deed dat en zei: 'Maar ik heb absoluut niets gevoeld.' 

'Dat is ook niet de bedoeling.'

'Maken wij geen inbreuk op de regels? We hadden toch zeker een opwaarts gericht radiosignaal als baken moeten gebruiken, net zoals we bij onze spiraal naar beneden hebben moeten doen?'

'Nergens voor nodig, Janov. Niemand zal ons tegenhouden. Helemaal niemand.'

'Toen we neerdaalden zei je...'

'Dat is iets anders. Ze zagen ons niet bijster graag komen, maar ze zijn nu dolblij dat wij vertrekken.'

'Waarom zeg je dat, Golan? De enige die met ons heeft gesproken over Gaia was Quintesetz en hij heeft ons dringend verzocht daar niet heen te gaan.'

'Geloof het maar niet, Janov. Dat was alleen voor de vorm. Hij zorgde ervoor dat wij beslist naar Gaia zouden gaan. Janov, jij bewonderde de manier waarop ik door bluf die informatie uit Quintesetz loskreeg. Het spijt me, maar die bewondering verdien ik niet. Als ik helemaal niets had gedaan, zou hij die informatie toch hebben aangeboden. Als ik had geprobeerd mijn oren dicht te stoppen, zou hij haar hebben uitgeschreeuwd.'

'Hoe kom je daar nu bij, Golan? Dat is onzin!'

'Paranoïde? Ja, ik weet het.' Trevize wendde zich tot de computer en verruimde het bereik van zijn zintuigen. 'We worden niet tegengehouden,' zei hij. 'Er zijn geen schepen in de nabijheid om ons te onderscheppen, en geen waarschuwingsberichten van enigerlei soort.'

Hij draaide zijn stoel weer naar Pelorat toe en zei: 'Zeg me eens, Janov, hoe ben jij die dingen over Gaia te weten gekomen? Jij wist al van het bestaan van Gaia toen we nog op Terminus waren. Je wist dat zij zich in de Sayshell Sector bevindt. Je wist dat de naam op de een of andere manier iets met de Aarde te maken heeft. Waar heb je dat allemaal vernomen?'

Pelorat leek te verstijven. 'Thuis, op Terminus, zou ik in mijn kantoor de archieven kunnen raadplegen. Ik heb niet alles meegenomen - en zeker niet de gegevens over de vraag waar ik dit of dat brokje informatie voor het eerst heb aangetroffen.'

'Wel, denk er eens over na,' zei Trevize grimmig. 'Overweeg daarbij dat de Sayshellianen zelf hun mond zo stijf gesloten houden over dit onderwerp. Zij hebben zoveel afkeer om over Gaia te praten dat zij in feite wel degelijk een bijgeloof aanmoedigen volgens hetwelk de gewone mensen in de sector zijn gaan geloven dat die planeet in de gewone ruimte niet bestaat. Sterker nog, ik zal je eens iets anders vertellen. Kijk eens!'

Trevize wendde zich tot de computer en zijn vingers gleden over de handgrepen voor de bediening met een gemak en gratie die langdurige ervaring verrieden. Toen hij zijn handen in de grepen legde, werden zij door warme aanraking en omsluiting verwelkomd. Zoals steeds voelde hij een gedeelte van zijn wil naar buiten afdrijven.

Hij zei: 'Dit is de Melkwegkaart van de computer zoals die voor onze landing in zijn geheugen was opgeslagen. Ik ga je nu dat deel van de kaart laten zien dat de nachthemel van Sayshell toont zoals we die gisteravond hebben gezien.'

De kamer werd donker en op het scherm verscheen de afbeelding van een nachtelijke hemel.

Met zachte stem zei Pelorat: 'Even mooi als toen we hem op Sayshell zagen.'

'Mooier nog,' zei Trevize ongeduldig. 'Er zijn nu absoluut geen atmosferische storingen, geen wolken, geen absorptie aan de horizon. Maar wacht, ik zal het beeld even bijstellen.'

Het beeld kantelde geleidelijk en gaf daarbij het tweetal het onaangename gevoel dat zij kantelden. Pelorat klampte zich instinctief vast aan de leuningen van zijn stoel op zoek naar zekerheid.

'Daar!' riep Trevize. 'Herken je die aanblik?'

'Natuurlijk. Dat zijn de Vijf Zusters - de vijfhoek van sterren die Quintesetz ons heeft aangewezen. Er is geen twijfel mogelijk.' 

'Precies. Maar waar is Gaia?'

Pelorat knipperde met zijn ogen. Er was geen vage ster in het centrum.

'Zij is er niet,' zei hij.

'Dat klopt. Zij is er niet. En dat komt omdat haar coördinaten niet aanwezig zijn in de geheugenbanken van onze computer. Aangezien het uiterst onwaarschijnlijk is dat deze geheugenbanken opzettelijk onvolledig zijn gemaakt om ons in dit opzicht te misleiden, concludeer ik dat voor de galactografen van de Foundation die de geheugenbanken vulden en - die over enorme hoeveelheden informatie beschikten - dit Gaia onbekend was.'

'En jij denkt dat als we naar Trantor waren gegaan...' begon Pelorat.

'Ik vermoed dat wij ook daar geen gegevens over Gaia zouden hebben aangetroffen. Haar bestaan wordt geheim gehouden door de Sayshellianen en, naar ik verwacht, in nog sterkere mate door de Gaianen zelf. Jijzelf zei een paar dagen geleden dat het niet helemaal ongebruikelijk is dat sommige werelden met opzet uit het zicht willen blijven om belastingheffing of andere inmenging door buitenstaanders te voorkomen.'

'Als kaartenmakers en statistici een dergelijke wereld tegenkomen,' zei Pelorat, 'blijken die in de regel te bestaan in dun bevolkte gebieden van de Melkweg. Door hun geïsoleerde ligging kon het die werelden lukken zich te verbergen. Maar Gaia is niet geïsoleerd.'

'Dat is juist. Dat maakt het alleen maar des te vreemder. Laat ons dus deze kaart op het scherm houden om ons aan te zetten tot verdere bespiegelingen over de onwetendheid van onze galactografen - en laat mij mijn vraag herhalen. Gezien in het licht van de kennelijke ignorantie van onze meest gekwalificeerde geleerden - hoe ben jij aan je wetenschap gekomen?'

'Ik heb materiaal verzameld over Aardse mythen, Aardse legenden en andere verhalen over de Aarde, Golan, en ik heb dat dertig jaar lang gedaan. Hoe kan ik nu, zonder te beschikken over mijn complete gegevens...'

'We kunnen ergens beginnen, Janov. Heb je er iets over vernomen tijdens, laten we zeggen, de eerste vijftien jaar van je studies, of tijdens de tweede vijftien jaar?'

'O, nou, als je het zo globaal wilt bekijken, het was in de tweede helft.'

'Jij kunt beter dan dat. Stel dat ik suggereer dat je pas tijdens de laatste paar jaar voor het eerst van Gaia gehoord hebt?'

Trevize staarde Pelorat aan, merkte dat het niet mogelijk was om een ongeziene gezichtsuitdrukking te interpreteren en verhoogde het verlichtingsniveau in de kamer enigszins. De pracht van de afbeelding van de nachthemel op het scherm ging navenant teloor. Pelorats gezichtsuitdrukking was als die van een steen en onthulde niets.

'Wel?' vroeg Trevize.

'Ik denk na,' zei Pelorat mild. 'Misschien heb je gelijk. Ik zou het niet durven zweren. Toen ik Jimbor van de Ledbet Universiteit schreef heb ik Gaia niet vermeld, hoewel een vermelding in dat geval zeker op zijn plaats zou zijn geweest. Dat was, even denken, in '95, dus drie jaar geleden. Ik denk dat je gelijk hebt, Golan.'

'En hoe ben je het aan de weet gekomen?' vroeg Trevize. 'In een lezing? Een boek? Een wetenschappelijk artikel? Een oud liedje? Hoe? Denk goed na!'

Pelorat leunde naar achteren en kruiste zijn armen over elkaar. Hij verzonk diep in gedachten en bewoog zich niet. Trevize zei niets en wachtte.

'In een privé-gesprek,' zei Pelorat tenslotte. 'Maar het heeft geen zin mij te vragen met wie, mijn beste, want dat herinner ik mij niet.'

Trevize streek met zijn handen over zijn ceintuur. Zij voelden ietwat klam aan. Hij zette zijn pogingen de ander informatie te ontlokken voort zonder hem daarbij al te zeer woorden in de mond te leggen. 'Van een historicus?' vroeg hij. 'Een kenner van de mythologie? Een galactograaf?'

'Het heeft geen zin. Ik kan gewoon geen naam koppelen aan dat gesprek.'

'Misschien omdat er helemaal geen naam was?'

'O, nee. Dat lijkt me nauwelijks mogelijk.' 'Waarom? Zou jij anoniem verstrekte informatie hebben verworpen?'

'Ik denk van niet.'

'Is je dat ooit overkomen?'

'Een enkele keer. De laatste jaren was ik in bepaalde academische kringen behoorlijk bekend als verzamelaar van specifieke soorten mythen en legenden. Sommige correspondenten waren van tijd tot tijd zo vriendelijk mij materiaal toe te sturen dat zij uit niet-academische bronnen hadden vergaard. En soms werd zo'n bron dan niet met name genoemd.'

Trevize zei: 'Ja, maar heb je ooit rechtstreeks anonieme informatie ontvangen, dus zonder tussenkomst van een correspondent?'

'Dat gebeurde wel eens, maar hoogst zelden.'

'En je bent er zeker van dat dit niet zo was in het geval Gaia?' 

'Zulke anonieme mededelingen waren zo zeldzaam dat ik mij nauwelijks kan voorstellen dat ik dat vergeten zou kunnen zijn. Niettemin kan ik niet met honderd procent zekerheid zeggen dat ik de informatie over Gaia niet van een anonieme bron heb ontvangen. Let wel, ik zeg dus niet dat dat wel zo was.'

'Dat begrijp ik. Maar het blijft een mogelijkheid, nietwaar?'

'Ik neem aan van wel,' zei Pelorat met grote tegenzin. 'Maar wat heeft dit allemaal te betekenen?'

'Ik ben nog niet klaar,' zei Trevize op een toon die geen tegenspraak duldde. 'Waar kwam die informatie vandaan anoniem of niet? Van welke wereld?' Pelorat haalde zijn schouders op. 'Kom nou, ik heb geen flauw idee.'

'Kan dat mogelijkerwijs Sayshell geweest zijn?'

'Ik zei je al: ik weet het niet.'

'Ik suggereer dat de informatie inderdaad van Sayshell kwam.'

'Je kunt suggereren wat je maar wilt, maar daardoor is het nog niet per se de waarheid.'

'Nee? Toen Quintesetz de vage ster in het centrum van de Vijf Zusters aanwees, wist jij meteen dat dat Gaia was. Jij hebt dat later zelf tegen Quintesetz gezegd, en je noemde de naam voordat hij het deed. Weet je nog?'

'Ja, natuurlijk.'

'Hoe was dat mogelijk? Hij kon jij terstond zeggen dat die vage ster Gaia was?'

'Omdat in de gegevens die ik had over Gaia maar zelden onder die naam naar de planeet werd verwezen. Meestal werden eufemismen gebruikt, vele verschillende. Een van de eufemismen die diverse malen terugkeerden luidde "Broertje van de Vijf Zusters". Een ander was "des Vijfhoeks Kern" en soms werd zij ook wel genoemd "OPentagon". Toen Quintesetz de Vijf Zusters en de centrale ster aanwees, kwamen die verwijzingen spontaan in mij op.'

'Jij hebt die verwijzingen tegenover mij nooit genoemd.'

'Ik wist niet wat zij betekenden en ik dacht niet dat het belangrijk was die dingen met jou te bespreken omdat jij geen...'

Pelorat aarzelde. 'Specialist bent?'

'Ja.'

'Je begrijpt, hoop ik, dat de vijfhoek van de Vijf Zusters een volstrekt relatieve vorm is?'

'Hoe bedoel je?'

Trevize lachte hartelijk. 'Jij landrot! Denk je dat de hemel een onveranderlijke, vaste vorm heeft? Dat de sterren zijn vastgespijkerd aan het uitspansel? De vijfhoek heeft die specifieke vorm als men ze bekijkt vanaf de werelden van het planetaire systeem waartoe Sayshell behoort maar alléén van daaruit gezien! Vanaf een planeet die om een andere ster draait zien de Vijf Zusters er geheel anders uit. Om te beginnen zie je ze dan vanuit een andere gezichtshoek. Voorts bevinden de vijf sterren van de vijfhoek zich op verschillende afstanden van Sayshell, en als je ze vanuit een andere hoek ziet hebben ze misschien totaal geen waarneembaar visueel onderling verband meer. Een of twee van de sterren zouden in de ene helft van de hemel kunnen staan, en de overige in de andere helft. Kijk maar eens...'

Trevize verduisterde de kamer weer en boog zich over de computer. 'De Sayshell Unie omvat zesentachtig bewoonde planetaire systemen. Laten we Gaia, of althans de plaats waar Gaia moet zijn, fixeren' (terwijl hij dat zei verscheen er in het centrum van de Vijf Zusters een klein, rood cirkeltje) 'en daar omheen de hemel projecteren zoals die wordt gezien vanaf de andere zesentachtig planeten, in willekeurige volgorde.'

De geprojecteerde sterrenhemel veranderde en Pelorat knipperde met zijn ogen. Het rode cirkeltje bevond zich nog steeds in het midden van het beeldscherm, maar de Vijf Zusters waren verdwenen. Er waren wel heldere sterren in de buurt van het cirkeltje, maar geen regelmatige vijfhoek. En weer veranderde de sterrenhemel, en nogmaals, en nogmaals. Telkens opnieuw veranderde het beeld. Het rode cirkeltje bleef steeds op zijn plaats, maar in geen enkel geval verscheen er een vijfhoek van allemaal even heldere sterren om het cirkeltje. Soms was er iets te zien wat leek op een vervormde vijfhoek van sterren van ongelijke helderheid, maar nooit een fraaie asterisk zoals Quintesetz hun had gewezen.

'Genoeg gezien?' vroeg Trevize. 'Ik verzeker je dat de Vijf Zusters alleen vanaf de werelden van het Sayshell systeem precies zo gezien worden als wij ze hebben gezien.'

Pelorat zei: 'De manier waarop Sayshell ze zag kan geëxporteerd zijn naar andere planeten. Er waren heel wat spreekwoorden in de tijden van het Imperium - waarvan er sommige trouwens nu nog steeds bestaan - die uitgingen van Trantor.'

'Ondanks de geheimzinnigeheid waarmee Sayshell Gaia omringt? En waarom zouden de werelden buiten de Sayshell Unie daar belangstelling voor hebben? Waarom zouden zij zich interesseren voor een "Broertje van de Vijf Zusters" als er in hun nachthemel niets is waar zij naar kunnen wijzen?'

'Misschien heb je gelijk.'

'Zie je dan niet in dat je informatie oorspronkelijk van Sayshell afkomstig moet zijn geweest. Van Sayshell zelf, niet ergens anders uit de Unie vandaan, maar precies uit het planetaire systeem waartoe de hoofdwereld van de Unie behoort.'

Pelorat schudde zijn hoofd. 'Jij doet het klinken als iets wat logisch noodzakelijk is, maar ik kan het me niet herinneren. Ik weet het gewoon niet.'

'Maar je ziet wel de logica van mijn redenering, is het niet?'

'Ja, die zie ik.'

'Goed, verder dan. Wanneer, denk je, kan die legende zijn ontstaan?'

'In alle tijden. Ik zou haast denken dat zij al lang geleden in het tijdperk van het Imperium moet zijn ontstaan. Zij heeft iets antieks...'

'Je hebt het mis, Janov. De Vijf Zusters bevinden zich relatief dicht bij Sayshell Planeet; daarom zijn ze ook zo helder. Vier van hen hebben daardoor een grote relatieve snelheid ten opzichte van Sayshell en aangezien ze allemaal tot verschillende systemen behoren, bewegen ze zich in verschillende richtingen. Kijk maar eens wat er gebeurt als ik de hemel afbeeld en langzaam terugga in de tijd.'

Opnieuw bleef het rode cirkeltje dat de plaats van Gaia aangaf op zijn plaats, maar de vijfhoek verbrokkelde langzaam doordat vier van de sterren in verschillende richtingen wegdreven en de vijfde enigszins van plaats veranderde.

'Bekijk dat eens, Janov,' zei Pelorat. 'Zou je dat een regelmatige vijfhoek kunnen noemen?'

'Nee, hij is duidelijk scheef,' zei Pelorat. 'En bevindt Gaia zich in het midden?'

'Nee, nogal dicht bij de rand.'

'Goed. Welnu, zo zag de asterisk er honderdvijftig jaar geleden uit. Nog maar anderhalve eeuw geleden dus. De gegevens die jij kreeg over "des Vijfhoeks Kern" en zo waren tot aan deze eeuw overal zinloos, zelfs op Sayshell. De gegevens die jij kreeg moeten op Sayshell ontstaan zijn, ergens in de loop van deze eeuw, en misschien pas in de afgelopen tien jaar. Sayshell is zo gesloten als een oester over Gaia, maar toch kreeg jij die gegevens.'

Trevize deed de verlichting weer aan, liet de sterrenkaart van het scherm verdwijnen en zat Pelorat strak aan te kijken.

'Je brengt me in verwarring,' zei Pelorat. 'Waar heb je het over?'

'Dat moet jij vertellen! Denk na! Op de een of andere manier kreeg ik het idee in mijn hoofd dat de Tweede Foundation nog steeds bestaat. Ik liet daar iets van doorschemeren tijdens een dag in mijn verkiezingscampagne. Ik wekte wat emotionele gevoelens op om wat stemmen te trekken van onzekere kiezers die zouden denken "als die Tweede Foundation werkelijk nog zou bestaan dan...", maar later op die dag begon ik zelf te denken: stel nu eens dat ze inderdaad nog bestaat? Ik begon geschiedenisboeken te lezen en binnen een week was ik overtuigd. Er waren geen echte bewijzen, maar ik heb altijd de ervaring gehad dat ik het talent heb om de juiste conclusie te trekken op basis van een hele rits speculaties. Maar deze keer...'

Trevize keek even broedend voor zich uit en vervolgde toen: 'En kijk eens wat er sindsdien allemaal is gebeurd. Ik koos uitgerekend Compor als mijn vertrouweling en hij heeft mij verraden. Vervolgens liet Burgemeester Branno mij arresteren en ze stuurde mij in ballingschap. Waarom ballingschap in plaats van gewone opsluiting in een gevangenis, of dreigementen om mij de mond te snoeren ? En waarom mij een ultramodern schip gegeven dat mij buitengewone mogelijkheden biedt om Sprongen door de Melkweg te maken? En waarom heeft ze er in hemelsnaam op aangedrongen dat ik jou meeneem en doe alsof ik jou help bij het zoeken van de Aarde?

En waarom was ik er zo zeker van dat we niet naar Trantor moesten gaan? Ik was er zeker van dat jij een beter doel zou hebben voor onze naspeuringen, en jawel hoor: meteen kwam jij voor de dag met de mysterieuze wereld Gaia, waarover jij gegevens had gekregen, zoals nu blijkt, onder buitengewoon merkwaardige omstandigheden.

Dan gaan we naar Sayshell, de eerste logische halteplaats, en daar komen we onmiddellijk Compor tegen die ons een speculatief verhaal over de Aarde en haar dood opdist. Hij verzekert ons vervolgens dat zij zich in de Sirius Sector bevindt en dringt er bij ons op aan daarheen te vertrekken.'

'Aha,' zei Pelorat, 'daar heb je het. Jij schijnt te willen suggereren dat alle omstandigheden ons richting Gaia dwingen, maar, zoals je zelf zegt, Compor probeerde ons over te halen ergens anders heen te gaan.'

'En van de weeromstuit was ik vastbesloten onze oorspronkelijke plannen door te zetten omdat ik de man absoluut niet vertrouwde. Denk jij niet dat hij daar wel eens op gerekend kan hebben? Hij kan ons met opzet hebben verteld dat we ergens anders heen moesten gaan met de bedoeling ons daar juist van te weerhouden.'

'Dat zijn pure verzinsels,' mopperde Pelorat.

'O ja? Laten we eens verder gaan. We komen in aanraking met Quintesetz omdat die toevallig bij de hand was...'

'Helemaal niet,' zei Pelorat. ik herkende zijn naam.'

'Die kwam je bekend voor. Jij had nog nooit iets gelezen van wat hij had geschreven, niets wat je je kon herinneren. Waarom kwam zijn naam jou bekend voor? In elk geval bleek hij een artikel van jou te hebben gelezen en daar diep van onder de indruk te zijn en hoe waarschijnlijk is dat feit? Jij geeft zelf toe dat je werk niet algemeen bekend is.

En wat meer zegt: de jongedame die ons naar hem toe bracht noemde helemaal uit zichzelf de naam Gaia en vertelde vervolgens dat die planeet zich in de hyper-ruimte bevindt, als om er voor te zorgen dat wij ons dat vooral goed in de oren zouden knopen. Als we er Quintesetz naar vragen doet hij alsof hij er niet over wil praten, maar hij zet ons niet de deur uit, ook niet als ik tamelijk grof tegen hem word. Hij neemt ons daarentegen mee naar zijn huis en op weg daarheen neemt hij de moeite ons de Vijf Zusters aan te wijzen. Hij zorgt er zelfs voor dat wij de zwakke ster in het centrum daarvan niet over het hoofd zien. Waarom? Is dit alles niet een buitengewone samenloop van toevalligheden?'

'Als je het op die manier achter elkaar zet...' zei Pelorat.

'Kies maar een andere manier, als je wilt,' zei Trevize. ik geloof niet in buitengewone samenlopen van toevalligheden.'

'Wat heeft dit alles dan te betekenen? Dat we naar Gaia gemanoeuvreerd worden?'

'Ja.'

'Door wie?'

'Daarover kan geen misverstand bestaan,' zei Trevize. 'Wie is er in staat een geest te manipuleren, kleine duwtjes naar de ene of de andere kant te geven, of voortgang in een bepaalde richting af te remmen of te bevorderen?'

'Jij gaat me zeggen dat het de Tweede Foundation is.'

'Wel, wat is ons over Gaia veteld? Zij is onaantastbaar. Vloten die erheen gaan worden vernietigd. Mensen die er belanden keren niet terug. Zelfs het Muildier durfde er niet tegen op te treden, sterker nog: waarschijnlijk was hij daar zelfs geboren. Het lijkt er bepaald wel op dat Gaia de Tweede Foundation is - en dat uit te vinden is tenslotte mijn einddoel.'

Pelorat schudde zijn hoofd. 'Maar sommige historici zeggen dat de Tweede Foundation het Muildier uiteindelijk gestopt heeft. Hoe zou hij dan een van hen hebben kunnen zijn?'

'Een afvallige, misschien.'

'Maar waarom zouden wij uitgerekend door de Tweede Foundation zo doelgericht naar de Tweede Foundation worden gemanipuleerd ?'

Trevize staarde met opgetrokken wenkbrauwen in een eindeloze verte. 'Laten we eens logisch nadenken,' zei hij. 'Het heeft altijd belangrijk geschenen voor de Tweede Foundation dat er zo weinig mogelijk informatie over haar bestaan bekend was in de Melkweg. Het liefste zien zij dat hun bestaan in het geheel niet bekend is. Dat weten wij van hen. Honderdtwintig jaar lang werd inderdaad gedacht dat de Tweede Foundation niet meer bestond en dat moet hun enorm veel plezier hebben gedaan. Maar toen ik begon te vermoeden dat zij toch nog bestonden, hebben zij niets ondernomen. Compor wist het. Zij hadden hem kunnen gebruiken om mij op de een of andere manier het zwijgen op te leggen, of me zelfs te laten vermoorden. Toch hebben zij niets ondernomen.'

'Ze hebben je gearresteerd,' zei Pelorat, 'als je dat tenminste de Tweede Foundation in de schoenen wilt schuiven. Volgens wat jij me hebt verteld heeft dat ertoe geleid dat de mensen van Terminus je opvattingen nu niet kennen. De mensen van de Tweede Foundation hebben dat dus weten te bereiken zonder geweld, en het kan zijn dat zij Salvor Hardins adagium onderschrijven dat zegt: "Geweld is de laatste toevlucht van hen die incompetent zijn".'

'Door de bevolking van Terminus onwetend te houden heb je nog niets bereikt. Burgemeester Branno kent mijn mening en zal zich toch op zijn minst moeten afvragen of ik misschien gelijk heb. Daarom is het nu te laat voor hen om ons kwaad te doen, zie je. Als ze mij meteen uit de weg hadden geruimd, was er niets aan de hand geweest. Als ze me gewoon hadden genegeerd, zou er misschien ook niets aan de hand zijn geweest, want ze zouden er Terminus misschien wel van hebben kunnen overtuigen dat ik een zonderling was, een waanzinnige. Het vooruitzicht dat mijn politieke carrière geruïneerd zou worden, zou mij wellicht tot zwijgen hebben gedwongen zodra ik zag welke effecten het uitspreken van mijn opvattingen zouden hebben.

Maar nu is het voor hen te laat om nog iets te doen. Burgemeester Branno vond de situatie bedenkelijk genoeg om Compor achter mij aan te sturen en aangezien zij - wijzer dan ik - hem ook niet vertrouwde bracht zij een hyper-verbinding aan in Compors schip. Derhalve weet zij nu dat wij op Sayshell zijn. En vannacht, toen jij sliep, heb ik onze computer een boodschap laten overbrengen rechtstreeks in de computer van de ambassadeur van de Foundation hier op Sayshell, en meegedeeld dat we nu op weg gaan naar Gaia. Ik heb zelfs de moeite genomen ook de coördinaten daarvan op te geven. Als de Tweede Foundation nu iets tegen ons onderneemt, weet ik zeker dat Branno de zaak zal laten onderzoeken. En doelgerichte aandacht van de kant van de Foundation moet wel het laatste zijn wat zij willen.'

'Zou aandacht van de Foundation hen wel iets kunnen schelen, als zij zo machtig zijn?'

'Ja,' zei Trevize vol overtuiging. 'Zij houden zich verborgen omdat zij in bepaalde opzichten zwak moeten zijn en omdat de Foundation in technisch opzicht misschien wel verder is gekomen dan Seldon zelf heeft kunnen voorzien. De heel subtiele, zelfs slinkse manier waarop zij ons naar Gaia hebben gemanipuleerd lijkt mij onomstotelijk te bewijzen dat ze dolgraag alles willen nalaten wat de aandacht zou trekken. En als dat zo is, hebben zij al verloren, ten dele tenminste, want zij hebben de aandacht getrokken en ik betwijfel of zij iets kunnen doen om dat weer ongedaan te maken.'

'Maar waarom nemen zij al die moeite?' vroeg Pelorat. 'Waarom ruïneren zij zichzelf - als jouw analyse juist is - door zo nadrukkelijk in de hele Melkweg naar ons te vissen? Wat willen zij van ons?'

Trevize keek Pelorat aan en bloosde. 'Janov,' zei hij, 'wat dat betreft heb ik een voorgevoel. Ik heb dat rare talent om een conclusie te kunnen trekken op basis van nagenoeg niets. Er is een soort zekerheid in mij die zegt wanneer ik het bij het rechte eind heb, en die zekerheid voel ik nu. Er is iets wat ik heb en zij willen hebben, en zij willen het graag genoeg om er hun hele bestaan voor op het spel te zetten. Ik weet niet wat het kan zijn, maar ik zal dat moeten uitvinden, want als ik het heb en het is zo machtig, dan wil ik in staat zijn het te gebruiken voor wat ik goed vind.' Hij haalde zijn schouders lichtjes op. 'Wil je nog steeds met me mee, oude makker, nu je hoort wat voor een dwaas ik ben?'

'Ik heb je gezegd dat ik je vertrouw,' zei Pelorat. 'En dat doe ik nog steeds.

Trevize voelde zich zeer opgelucht en lachte. 'Prachtig! Ik heb namelijk nog een ander voorgevoel, en dat is dat jij, om de een of andere reden, in dit alles eveneens een essentiële rol vervult. Laten we in dat geval met volle kracht op weg gaan naar Gaia, Janov! Voorwaarts!'


56


Burgemeester Harla Branno zag er beduidend ouder uit dan haar tweeënzestig jaar. Dat was niet altijd het geval, maar nu wel. Zij was zozeer in gedachten verzonken geweest dat zij vergeten had uit de buurt van de spiegel te blijven. Op weg naar de kaartenkamer had zij haar spiegelbeeld gezien. En daardoor wist zij nu dat zij er afgetobd uitzeg.

Ze zuchtte. Het zoog het leven uit je weg. Vijf jaar Burgemeester en daarvóór twaalf jaar lang de werkelijke macht achter twee stromannen. Dat was allemaal heel stilletjes gegaan, heel succesvol geweest - en slopend. Hoe zou het geweest zijn, vroeg zij zich af, als zij te maken had gehad met spanningen - mislukkingen - rampen?

Voor haar persoonlijk niet zo slecht, besloot ze plotseling. Actie zou haar nieuwe krachten hebben gegeven. Juist de verschrikkelijke wetenschap dat het goed ging en dat alles dus alleen maar slechter kon gaan, dat besef had haar afgemat.

Wat succesvol was, was het Seldon Plan en het was de Tweede Foundation die ervoor zorgde dat het zo zou blijven. Zij, de krachtige hand aan de helmstok van de Foundation (of liever gezegd, de Eerste Foundation, al dacht niemand op Terminus eraan dat bijvoeglijk naamwoord toe te voegen), dreef gewoon mee op de toppen van de golven.

De geschiedenis zou weinig over haar te melden hebben. Zij zat alleen maar achter het besturingspaneel van een ruimteschip en de eigenlijke besturing vond plaats vanaf afstand.

Zelfs Indbur in die ten tijde van de rampzalige verovering van de Foundation door het Muildier aan de macht was geweest, had iets gedaan. Hij had zich overgegeven.

Maar voor Burgemeester Branno zou er niets zijn!

Tenzij deze Golan Trevize, deze onnadenkende Raadsheer, deze bliksemafleider, mogelijk maakte dat...

Peinzend bekeek zij de kaart. Deze was niet van het type zoals dat door moderne computers werd gemaakt. Het was veeleer een driedimensionaal cluster van lichtpunten die de Melkweg holografisch afbeeldde en in de vrije ruimte hingen. Je kon het cluster niet bewegen, draaien, vergroten of verkleinen, maar je kon er omheen lopen en er vanuit elke hoek naar kijken.

Een groot deel van de Melkweg, misschien een derde van het geheel (afgezien van de kern die 'levenloos terrein' was), werd rood toen zij op een bepaalde knop drukte. Dat was de Foundation Federatie: de meer dan zeven miljoen bewoonde planeten die door de Raad en door haarzelf werden bestuurd, de zeven miljoen bewoonde werelden die mochten stemmen voor het Huis der Werelden en daarin vertegenwoordigd waren, het Huis dat zaken van ondergeschikt belang besprak en daarover stemmingen hield en dat zich absoluut nooit bezig hield met iets wat wezenlijk betekenis had.

Een andere knop en nu verspreidde zich vanaf de randen van de Federatie hier en daar een lichtroze gloed naar buiten. De invloedssfeer! Dit was geen gebied van de Federatie, maar deze regio's, hoewel nominaal onafhankelijk, zouden zich nooit wagen te verzetten tegen iets wat de Foundation ondernam.

Zij twijfelde er volstrekt niet aan dat er geen macht in de Melkweg in staat was zich tegen de Foundation te verzetten (zelfs de Tweede Foundation niet, als men maar wist waar die zich bevond) en dat de Foundation desgewenst haar vloten van ruimteschepen op pad kon sturen om simpelweg een Tweede Imperium te stichten.

Maar er waren pas vijf eeuwen voorbijgegaan sinds het begin van het Plan. Het Plan eiste dat er tien eeuwen voorbij moesten gaan voordat het Tweede Imperium kon worden gesticht en de Tweede Foundation zou ervoor zorgen dat het Plan werd aangehouden. De Burgemeester schudde haar droeve, grijze hoofd. Als de Foundation nu in die zin optrad, zou het op de een of andere manier mislopen. Ook al waren zijn schepen onoverwinbaar, toch zou het misgaan.

Tenzij Trevize, de bliksemafleider, de bliksem van de Tweede Foundation zou weten aan te trekken - en de bliksemstraal tot aan zijn oorsprong getraceerd zou kunnen worden.

Zij keek om zich heen. Waar was Kodell ? Dit was een goed moment om te laat te komen.

Het was alsof haar gedachte hem had opgeroepen, want hij kwam met een opgewekte glimlach naar binnen gelopen. Met zijn grijswitte snor en zijn gebronsde huidskleur zag hij er meer dan ooit als een grootvader uit. Een grootvader, maar niet een oude. Hij was maar liefst acht jaar jonger dan zijzelf.

Hoe kwam het dat hij geen tekenen van spanning vertoonde? Lieten vijftien jaar Hoofdschap van Veiligheid dan geen enkel spoor na? 


57


Met een trage hoofdknik gaf Kodell haar de formele begroeting die noodzakelijk was voorafgaande aan een gesprek met de Burgemeester. Het was een traditie die was blijven voortbestaan sinds de beroerde dagen van de Indburs. Bijna alles was sindsdien anders geworden, maar de etiquette nog het minst.

Hij zei: 'Het spijt mij dat ik te laat ben, Burgemeester, maar uw arrestatie van Raadsheer Trevize begint eindelijk door te dringen tot de olifantshuid van de Raad.'

'O ja?' zei de Burgemeester onaangedaan. 'Kunnen we een paleisrevolutie tegemoet zien?'

'Geen sprake van. We hebben de zaak onder controle. Maar er zal kabaal zijn.'

'Laat ze maar kabaal maken. Dan zullen ze zich wat opgeluchter voelen en ik - ik zal uit de buurt blijven. Ik neem aan dat ik mag rekenen op de publieke opinie?'

'Ik denk van wel. Speciaal buiten Terminus. Niemand buiten Terminus kan het iets schelen wat er gebeurt met een dissidente Raadsheer.'

'Mij wel.'

'Zo? Is er nieuws?'

'Liono,' zei de Burgemeester, ik wil alles weten over Sayshell.'

'Ik ben geen wandelend geschiedenisboek,' zei Liono Kodell met een glimlach.

'Ik wil geen geschiedenis. Ik wil de waarheid. Waarom is Sayshell onafhankelijk? Kijk eens!' Zij wees naar de rode kleur van de Foundation in de holografische kaart en naar de kleine enclave van wit, diep in de binnenste spiralen.

'Wij hebben ze bijna volledig omsloten, bijna opgezogen, en toch is ze wit. Onze kaart laat haar niet eens zien als een loyale bondgenoot, in roze kleur.'

Kodell haalde zijn schouders op. 'Het is niet officieel een loyale bondgenoot, maar zij vallen ons nooit lastig. Zij zijn neutraal.'

'Oké. Kijk dan hier eens naar.' Zij drukte een paar knoppen in. De rode kleur verspreidde zich aanzienlijk verder. Zij nam nu ruim de helft van de Melkweg in beslag. 'Dat,' zei Burgemeester Branno, 'was het rijk van het Muildier ten tijde van zijn dood. Als je goed kijkt zul je zien dat de Sayshell Unie deze keer volledig omringd is door rood, maar zelf nog steeds wit is. Het is de enige enclave die door het Muildier vrij gelaten is.'

'Ook toen waren zij neutraal.'

'Het Muildier had weinig ontzag voor neutraliteit.'

'Wel in dit geval, kennelijk.'

'Kennelijk! Wat is er bijzonder aan Sayshell?'

'Niets!' zei Kodell. 'Geloof me, Burgemeester, ze zijn van ons zodra wij dat willen.'

'O ja? En waarom zijn ze dan niet van ons?'

'Omdat er geen reden is om hen te willen hebben.'

Branno leunde achterover in haar stoel en veegde met een handbeweging over de knoppen de kaart van de Melkweg uit de kamer. 'Ik denk dat wij ze nu willen hebben.'

'Pardon, Burgemeester?'

'Liono, ik heb die dwaas van een Trevize als een bliksemafleider de ruimte ingestuurd. Ik had het gevoel dat de Tweede Foundation hem voor gevaarlijker zou houden dan hij in feite is en daardoor de Foundation zelf als gevaar zou gaan onderschatten. De bliksem zou hem treffen en daardoor zijn herkomstplaats aan ons verraden.'

'Ja, Burgemeester.'

'Het was mijn bedoeling dat hij naar de vervallen ruïnes van Trantor zou gaan om daar wat rond te snuffelen in de eventuele restanten van de Bibliotheek, op zoek naar de Aarde. Dat is die wereld, zoals je misschien nog weet, waarvan die vermoeiende mystici ons vertellen dat hij de bakermat van de mensheid is - alsof dat van enig belang is, zelfs al was het waar. De Tweede Foundation kan onmogelijk hebben geloofd dat dat zijn werkelijke doel was en zij zouden in actie zijn gekomen om na te gaan wat hij echt in zijn schild voerde.'

'Maar hij ging niet naar Trantor.'

'Nee. Totaal onverwacht ging hij naar Sayshell. Waarom?'

'Ik weet het niet. Vergeef het een oude speurhond wiens plicht het is alles te betwijfelen en vertel mij hoe u weet dat hij en die Pelorat werkelijk naar Sayshell zijn gegaan. Ik weet dat Compor dat heeft gerapporteerd, maar in hoeverre kunnen wij Compor vertrouwen?'

'De hyper-verbinding zegt ons dat Compors schip werkelijk op Sayshell is geland.'

'Ongetwijfeld, maar hoe weet u dat Trevize en Pelorat dat eveneens hebben gedaan? Compor kan terwille van zijn eigen oogmerken naar Sayshell zijn gegaan en weet misschien niet - of het interesseert hem niet eens - waar de anderen zijn.'

'Het is een feit dat onze ambassadeur op Sayshell ons heeft ingelicht over de aankomst van het schip dat wij Trevize en Pelorat hebben gegeven. Ik ben niet bereid aan te nemen dat dit schip daar is gearriveerd zonder hen. Bovendien zegt Compor dat hij op Sayshell met hen heeft gesproken. Ook als we hem niet vertrouwen, we beschikken over andere berichten die zeggen dat zij de Sayshell Universiteit hebben bezocht en daar een historicus van irrelevant belang hebben geraadpleegd.'

'Niets van dit alles,' zei Kodell op milde toon, 'heeft mij bereikt.'

Branno snoof. 'Voel je maar niet gepasseerd. Ik bemoei mij persoonlijk met deze zaak en de informatie heeft je nu bereikt, en bovendien met maar heel weinig vertraging. Het laatste nieuws, net binnen, komt van de ambassadeur. Onze bliksemafleider is weer op pad. Hij is twee dagen op Sayshell Planeet gebleven en toen vertrokken. Hij zegt dat hij op weg is naar een ander planetair systeem, tien parsecs verder. Hij gaf de naam en de galactische coördinaten van zijn bestemming door aan de ambassadeur en die heeft ze aan ons doorgegeven.'

'Zijn er bevestigende berichten van Compor?'

'Compors bericht dat Trevize en Pelorat Sayshell hadden verlaten bereikte ons zelfs nog eerder dan de mededelingen van de ambassadeur. Compor heeft nog niet vastgesteld waar Trevize heengaat. Waarschijnlijk zal hij hem volgen.'

'Wat wij missen is het waarom van de situatie,' zei Kodell. Hij stopte een snoepje in zijn mond en begon er peinzend op te zuigen. 'Waarom ging Trevize naar Sayshell ? Waarom ging hij weer weg?'

'De vraag die mij het meest boeit is: waarheen? Waar gaat Trevize heen?'

'U zei, Burgemeester, als ik mij niet vergis, dat hij de naam en de coördinaten van zijn bestemming heeft doorgegeven aan de ambassadeur. Wilt u suggereren dat hij tegenover de ambassadeur gelogen heeft? Of dat de ambassadeur tegenover ons liegt?'

'Zelfs als ik aanneem dat iedereen de volle waarheid spreekt en dat niemand zich heeft vergist, dan blijft het voor mij nog een intrigerende naam. Trevize heeft de ambassadeur laten weten dat hij op weg ging naar Gaia. Gespeld G-A-I-A. Trevize heeft zelfs de moeite genomen die naam te spellen.'

'Gaia?' zei Kodell. 'Die naam heb ik nog nooit gehoord.'

'O nee ? Dat is niet verwonderlijk.' Branno wees naar de lege plek in de lucht waar de kaart van de Melkweg was geweest. 'Binnen de kaarten in deze kamer kan ik in een oogwenk elke ster - zo wordt beweerd - laten verschijnen die bewoonde planeten heeft plus nog een hele massa sterren zonder bewoonde planeten. Als ik de knoppen correct bedien kan ik aldus meer dan dertig miljoen sterren afzonderen - individueel, in paren, in clusters. Ik kan ze naar keuze een van vijf mogelijke kleuren geven, stuk voor stuk, of allemaal samen. Maar wat ik niet kan is Gaia tevoorschijn brengen. Voor zover het de kaarten betreft, bestaat Gaia niet.'

'Voor elke ster die de kaart bevat,' zei Kodell, 'zijn er tienduizend die zij niet bevat.'

'Toegegeven, maar de ontbrekende sterren hebben geen bewoonde planeten en waarom zou Trevize naar een onbewoonde planeet willen gaan?'

'Hebt u de Centrale Computer al geprobeerd? Die heeft een lijst van alle driehonderd miljard sterren van de Melkweg.'

'Dat heb ik mij ook laten vertellen, maar is het waar? We weten allebei, jij en ik, dat er duizenden bewoonde planeten zijn die op geen enkele van onze lijsten voorkomen niet alleen niet in de kaarten van deze kamer, maar zelfs niet in die van de Centrale Computer. Gaia is kennelijk éen van die werelden.'

Kodells stem bleef kalm, haast vleiend. 'Burgemeester, misschien is er helemaal niets om ons zorgen over te maken. Trevize is wellicht gewoon uit op een jachtpartijtje naar wilde ganzen. Of anders liegt hij ons iets voor en is er gewoon geen ster die Gaia heet, of zelfs helemaal geen ster met de coördinaten die hij ons opgaf. Hij probeert ons van zijn spoor te brengen nu hij Compor heeft ontmoet en misschien vermoedt dat hij wordt gevolgd.'

'Hoe zou dit ons van zijn spoor moeten brengen? Compor zal hem nog steeds volgen. Nee, Liono, ik heb een heel andere mogelijkheid in mijn hoofd, éen die ons mogelijk veel grotere problemen kan bezorgen. Luister naar mij...'

Zij pauzeerde even en vervolgde: 'Deze kamer is afgeschermd, Liono. Hou dat goed voor ogen. We kunnen door niemand worden afgeluisterd, dus praat volkomen vrijuit. Ook ik zal vrijuit praten.

Als wij ervan uitgaan dat de verstrekte informatie juist is, bevindt dit Gaia zich op tien parsecs afstand van Sayshell Planeet en moet het daarom deel uitmaken van de Sayshell Unie. De Sayshell Unie is een goed doorvorst deel van de Melkweg. Alle sterrensystemen daar, bewoond of niet bewoond, zijn geregistreerd en de bewoonde systemen zijn tot in detail bekend. Gaia is de enige uitzondering. Bewoond of niet: niemand heeft er ooit van gehoord. In geen enkele kaart komt zij voor. Voeg hieraan toe dat de Sayshell Unie een merkwaardige staat van onafhankelijkheid heeft bewaard tegenover de Foundation Federatie, en daarin zelfs slaagde ten opzichte van het rijk van het Muildier. De Unie is onafhankelijk gebleven sinds de val van het Imperium.'

'Wat bedoelt u met dit alles?' vroeg Kodell voorzichtig.

'Ongetwijfeld moeten de twee constateringen die ik deed met elkaar in verband worden gebracht. Sayshell bevat een planetair systeem dat volledig onbekend is en Sayshell is onaantastbaar. Die twee dingen kunnen niet los staan van elkaar. Wat Gaia ook is, zij beschermt zichzelf. Zij ziet erop toe dat haar bestaan niet bekend is buiten haar directe omgeving en zij beschermt deze directe omgeving zodat buitenstaanders er niet aan de macht komen.'

'Wilt u mij daarmee zeggen, Burgemeester, dat Gaia de zetel is van de Tweede Foundation?'

'Ik zeg je dat Gaia nader onderzoek verdient.'

'Mag ik u wijzen op een merkwaardig punt dat door deze theorie maar moeilijk te verklaren zou zijn?'

'Ga gerust je gang.'

'Als Gaia de Tweede Foundation is en als zij zichzelf eeuwenlang fysiek heeft verweerd tegen indringers, daarbij de hele Sayshell Unie beschermend als een groot, diep schild voor haarzelf, en als zij zelfs heeft voorkomen dat de kennis van haar bestaan uitlekte naar de Melkweg - hoe komt het dan dat al deze bescherming nu plotseling verdwenen is? Trevize en Pelorat verlieten Terminus en hoewel u hen had geadviseerd naar Trantor te gaan reizen zij onmiddellijk af naar Sayshell, zonder aarzeling, en nu naar Gaia. En wat nog meer zegt: u kunt over Gaia praten en erover speculeren. Waarom wordt u niet op de een of andere manier verhinderd dat te doen?'

De Burgemeester zweeg een hele poos voordat zij antwoord gaf. Zij had haar hoofd gebogen en haar grijze haren glommen dof in het licht. Toen zei ze: Omdat ik denk dat Raadsheer Trevize de dingen op de een of andere manier in de war heeft gestuurd. Hij heeft iets gedaan - of is iets aan het doen dat op onbekende manier het Seldon Plan in gevaar brengt.'

'Dat lijkt mij beslist uitgesloten, Burgemeester.'

'Ik denk dat iedereen en alles wel een paar zwakke plekken heeft. Zelfs Hari Seldon zal beslist niet honderd procent volmaakt zijn geweest. Ergens heeft het Plan een zwakke plek en daar is Trevize tegenaan gelopen, misschien zonder het zelf te weten. We moeten weten wat er gebeurt en we moeten ter plekke zijn.'

Kodell keek nu eindelijk ernstig. 'Neem geen beslissingen op eigen houtje, Burgemeester. We moeten dit soort dingen niet doen voordat er grondig over is nagedacht.'

'Houd mij niet voor een idioot, Liono. Ik ben niet van plan oorlog te voeren. Ik ga niet een onderzoeksexpeditie laten landen op Gaia. Ik wil alleen ter plekke zijn - of in de buurt, als je dat liever hebt. Liono, zoek voor mij uit - ik haat het te praten met een oorlogsdepartement dat na honderdtwintig jaar vrede zo belachelijk bekrompen is geworden als maar te verwachten was, maar jij schijnt daar geen last van te hebben - zoek voor me uit hoeveel oorlogsschepen er precies gestationeerd zijn in de buurt van Sayshell. Kunnen we hun bewegingen op routine doen lijken in plaats van een mobilisatie?'

'Ik ben er zeker van dat er in deze kalme tijden van vrede niet veel schepen in de buurt zullen zijn, maar ik zal het nagaan.'

'Twee of drie zouden al genoeg zijn, vooral als er een bij is van de Supernova klasse.'

'Wat wilt u ze laten doen?'

'Ik wil dat ze zich zo dicht mogelijk bij Sayshell ophouden als maar mogelijk is zonder een incident te veroorzaken en ik wil dat ze dicht genoeg bij elkaar zijn om elkaar zo nodig te kunnen bijstaan.'

'Wat wilt u daarmee bereiken?'

'Flexibiliteit. Ik wil in staat zijn aan te vallen als dat moet.'

'De Tweede Foundation ? Als Gaia zichzelf verborgen weet te houden en zelfs door het Muildier met rust is gelaten, dan zal zij nu ongetwijfeld geen moeite hebben met een handvol schepen.'

Met een strijdlustige glinstering in haar ogen zei Branno: 'Mijn vriend, ik heb je gezegd dat niets en niemand volmaakt is, zelfs Hari Seldon niet. Toen hij zijn Plan opstelde, was hij onvermijdelijk een kind van zijn tijd. Hij was een wiskundige uit de dagen van de ondergang van het Imperium, toen ook de technologische wetenschappen zieltoogden. Daaruit volgt dat hij in zijn Plan onvoldoende rekening gehouden kan hebben met technische vooruitgang. Zo is bijvoorbeeld de gravitatie een wezenlijke vooruitgang in een geheel nieuwe richting die hij onmogelijk voorzien kan hebben. En ook op andere terreinen is er grote voortgang geboekt.'

'Ook Gaia kan vooruitgang hebben geboekt.'

'In haar isolement? Kom nou! Er zijn tienduizend triljoen menselijke wezens binnen de Foundation Federatie en die kunnen in potentie allemaal bijdragen aan onze technologische vorderingen. Het kennisreservoir van een geïsoleerde planeet valt daarbij volledig in het niet. Onze schepen zullen oprukken en ik zal aan boord zijn.'

'Pardon, Burgemeester? Wat zei u?'

'Ik zal zelf meegaan met de schepen die zich in de nabijheid van Sayshell posteren. Ik wil de situatie met eigen ogen beschouwen.'

Kodells mond bleef even open hangen. Hij slikte en deed dat op luid hoorbare wijze. 'Burgemeester, dat is niet... niet verstandig.' Als ooit een man moeite had gehad om een krachtiger term in te slikken, dan nu Kodell wel.

'Verstandig of niet,' zei Branno heftig, 'ik wil het doen. Ik heb schoon genoeg van Terminus en zijn eindeloze politieke gestrubbel, zijn machtsstrijd, zijn coalities en intriges, zijn verraad en zijn loze beloftes. Ik heb mij zeventien jaar lang in het middelpunt van die konkelarijen bevonden en ik wil nu iets anders - het kan me niet schelen wat. Daar buiten' (zij wees met haar hand een willekeurige richting aan) 'kan de hele geschiedenis van de Melkweg wel op het spel staan en aan dat proces wil ik deelnemen.'

'U bent niet op de hoogte van dat soort dingen, Burgemeester.'

'Wie wel, Liono?' Met stramme bewegingen ging zij rechtop staan. 'Zodra je mij de noodzakelijke informatie over de schepen hebt gebracht en zodra ik regelingen heb getroffen inzake de voortgang van de dwaze bezigheden hier, wil ik meteen vertrekken. En, Liono, doe maar geen pogingen om mij op de een of andere manier van deze beslissing af te brengen, want dan maak ik in éen klap een einde aan onze lange vriendschap en breek je de nek. Dat kan ik nog!'

Kodell knikte. 'Dat weet ik, Burgemeester. Maar voordat u besluit: mag ik u vragen nog eens na te denken over de kracht van het Seldon Plan? Wat u van plan bent zou wel eens zelfmoord kunnen zijn.'

'Wat dat betreft ben ik niet bang, Liono. Het Plan was fout ten opzichte van het Muildier; hem had het niet voorzien. En als het éen keer een fout kan maken door iets niet te voorzien, dan betekent dat automatisch dat er ook andere fouten van dat type gemaakt kunnen worden.'

Kodell zuchtte. 'Wel, als uw besluit dan werkelijk vaststaat zal ik u naar mijn beste vermogen en met de grootste loyaliteit ondersteunen.'

'Goed. Ik waarschuw je nogmaals dat je die opmerking maar beter van harte en letterlijk kunt menen! En nu dat duidelijk is, Liono, laat ons op weg gaan naar Gaia. Voorwaarts!'