HOOFDSTUK 6
“Wat is er, Edith?” vroeg Gregor toen ze buiten gehoorsafstand van Cécile stonden.
“Ze is er,” fluisterde Edith opgewonden.
Gregor staarde haar aan alsof hij het in Keulen hoorde donderen. “Wat bedoel je?” wilde hij weten, want hij snapte echt niet waar Edith het over had. “Wie is er?”
“Nou, Daisy, jóuw Daisy!” Edith keek hem triomfantelijk aan.
“Daisy?” Gregor kon het niet geloven. “Waar is ze dan? Hier in De Witte Hengst?”
“Ik zal het je nog sterker vertellen,” grinnikte Edith ondeugend. “Ze zit bij Claudia aan tafel!”
Gregors ogen gleden door het zaaltje en bleven rusten op het blonde hoofd van Claudia, die op haar gemak zat te converseren met een knap, donkerharig meisje.
Edith zag zijn gezicht vertrekken.
“Maar dat is ze niet,” zei hij teleurgesteld. “Mijn Daisy is een beetje mollig en heeft steil, zwart haar, maar...” Hij keek nog een keer en Edith bleef hem vol verwachting aankijken.”Alle mensen,” bracht Gregor toen uit. “Ik geloof toch datje gelijk hebt, Edith. Maar wat is ze veranderd, ik herkende haar nauwelijks.”
“Ik eerst ook niet,” bekende Edith. “Maar ze heet echt Daisy en ze is hier gisteren aangekomen met een nichtje van haar. Dus ik gisteravond naar de disco om jouw reactie te zien, maar niks, hoor, geen Gregor!”
“Ik had geen zin,” gaf Gregor eerlijk toe. “Ik was die Cécile meer dan zat. En 's middags had ik vrij. Wat vreemd dat ze me niet even is komen begroeten, vind je ook niet?” voegde hij er verbaasd aan toe. “Ze moet me vanmiddag toch in de eetzaal hebben gezien?”
“Misschien is ze daar niet geweest,” antwoordde Edith schouderophalend. “Nou, Casanova, wat ga je nu doen?”
“Ik ga meteen naar haar toe, wat dacht je,” lachte Gregor. “Alleen...” Hij keek even over zijn schouder. “Wat moet ik nu met Cécile?”
“Die houd ik wel even bezig,” bood Edith aan.
Daisy was nog druk in gesprek met Claudia toen ze opeens hoorde zeggen: “Je bent het dus écht, Daisy. Ik kan mijn ogen niet geloven, hoe gaat het met je?”
Hoewel Daisy's hart als een bezetene tekeerging, slaagde ze er toch in rustig te antwoorden. “Heel goed, hoor, dank je wel. Met jou ook alles goed?” Ze glimlachte Gregor even toe.
Die stond een moment perplex. Waarom reageerde Daisy zo koel? Had de vorige vakantie dan toch geen goede herinneringen bij haar achtergelaten en beantwoordde ze zijn liefde niet? Had ze soms inmiddels een vriend?
Claudia bracht uitkomst. “Jullie willen natuurlijk even herinneringen ophalen,” knikte ze begrijpend. Tot Daisy's grote ontzetting stond ze op en liet hen alleen.
Gregor ging meteen naast Daisy zitten en hij kon zijn ogen niet van haar afhouden. “Wat zie je er geweldig uit,” zei hij. “Maar dat deed je daarvoor ook al.”
“Maak dat de kat wijs,” viel Daisy vinnig uit. “Ik was veel te dik, dat weet je zelf ook wel.”
Gregor staarde haar beduusd aan. Was dit de zachtmoedige Daisy die hij zich herinnerde en die maar niet uit zijn gedachten te bannen was? Ze leek Cécile wel! Gregor trok zich terug. “Nou,” zei hij koeltjes, “dan ga ik maar. Het was leuk je weer eens te zien. Prettige avond verder.”
Oei, dat gaat mis, dacht Edith, die hen van een afstandje had zitten observeren. Ze liet Cécile in de steek en liep naar Gregor toe, die eruitzag alsof hij zijn laatste oortje had versnoept. “Wat ben je nou aan het doen?” vroeg Edith.
“Ze voelt kennelijk niets meer voor me,” antwoordde Gregor geheel van zijn stuk gebracht. “Als je had gehoord hoe hooghartig ze deed. Daar kan Cécile nog wat van leren!” Boos liep hij door.
Edith bleef stomverbaasd achter. Ze snapte er niets van. Waarom zou Daisy zo onaardig tegen hem doen? Opeens ging haar een lichtje op. Zou het komen omdat hij met Cécile was? Ja, dat moest het zijn! Edith dacht even na. Moest ze zich er wel mee bemoeien? Het was misschien beter als Daisy en Gregor zelf hun zaakjes oplosten.
Claudia dook naast haar op. De meisjes zagen hoe Daisy ten dans werd gevraagd en Claudia keek Edith vragend aan. “Ik geloof niet dat Daisy blij was dat ze Gregor terugzag, of wel?” begon ze.
“Dat is vast Céciles schuld. Dat is toch om misselijk van te worden?”
“Of ze vond Gregor niet zo leuk als hij haar,” veronderstelde Claudia. “Dat zou ook nog kunnen. Heb je al aan die mogelijkheid gedacht, Edith?”
Edith knikte. “Ja,” gaf ze toe. “Gregor was daar zelf ook bang voor. Alleen geloof ik dat niet. Als dat zo was, dan had ze Gregor beleefd kunnen afpoeieren, maar als ik hem moet geloven, deed ze nogal vinnig tegen hem. En dat doen meisjes alleen maar als ze zich gekwetst voelen.” Edith wist waar ze het over had, want ze sprak uit eigen ervaring. Ze had zoiets weleens meegemaakt met Yoran en daar dacht ze liever niet aan terug.
“Ze moeten nu verder hun eigen boontjes maar doppen, hoor,” vond Claudia. “We hebben ze een kans gegeven. Zouden de jongens al terug zijn?”
“Laten we gaan kijken,” zei Edith en ze verheten de discotheek.
Brigitte verscheen niet meer die avond, maar Daisy had het ook zonder haar prima naar haar zin. Ze had een trouwe danspartner gevonden in de donkere Harold en keurde Gregor, die nog steeds met Cécile aan de bar zat, geen blik meer waardig.
Maar Gregor kon zijn ogen niet van Daisy afhouden. Hoe anders had hij zich dit allemaal voorgesteld en wat een desillusie was het geworden.
“Wie is dat meisje eigenlijk?” vroeg Cécile op zure toon. “Je zit maar naar haar te staren. Ik ben er ook nog, hoor.”
“Ze is hier al eens eerder geweest,” antwoordde Gregor nonchalant. “Vandaar dat ik haar even ging begroeten.” Hij voelde plotseling hoe moe hij was. Morgenavond had hij avonddienst en moest hij achter de bar van de discotheek staan. Na hetgeen vanavond was voorgevallen, zag hij er als een berg tegenop. Telkens vroeg hij zich af waarom Daisy zo afstandelijk tegen hem had gedaan. “Ik ga weg,” kondigde hij plotseling aan.
“Het is pas tien uur!” pruilde Cécile. “Ik wil nog niet weg.”
“Nou, dan blijf jij toch nog lekker?” antwoordde Gregor laconiek en voordat Cécile nog iets kon zeggen, was hij verdwenen.
Daisy had natuurlijk af en toe stiekem gegluurd naar de plek waar Gregor samen met het meisje zat, al zou ze dat nooit aan iemand hebben toegegeven. Ze was niet boos op hem, ze was alleen ontzettend teleurgesteld toen ze had gezien dat hij een ander meisje had. Men zei weleens dat je nooit moest teruggaan naar de plek waar je heel fijne herinneringen aan had. Zou daar dan toch een kern van waarheid in zitten? Het leek er verdraaid veel op! Maar opeens leek Gregor van de aardbodem verdwenen. Daisy zag hem nergens meer, ook al zat het meisje nog steeds aan de bar. Een halfuur later was hij nog steeds niet verschenen en toen besefte Daisy dat hij moest zijn weggegaan. Waarom had hij dat meisje dan niet meegenomen? vroeg ze zich verbaasd af, terwijl ze zich door Harold naar haar plaats liet terugbrengen. Het was haar een groot raadsel...
Brigitte was nog wakker toen Daisy om een uur of halftwaalf terugkwam op hun kamer. “Wat ben je vroeg?” zei ze verbaasd. “Was het niet gezellig?”
“O, jawel,” antwoordde Daisy mat. “Ik had alleen geen zin meer en ik voelde me toch ook wel moe na die rit van vanmiddag.”
Ze liet zich op haar bed zakken en plotseling stond haar gezicht zo wanhopig, dat Brigitte geschrokken zei: “Daisy, je bent toch niet ziek? Wat is er toch, meid? Je doet al sinds gisteren zo vreemd.”
Daisy zocht snel naar een tissue, want ze voelde dat er tranen in haar ogen sprongen.
Brigitte vergat een moment haar spierpijn en klauterde naast Daisy op het bed, waarna ze haar arm om de schokkende schouders van haar nichtje sloeg.
“O, Brigit, ik heb er een puinhoop van gemaakt,” snikte Daisy, want het had nu toch geen zin meer het hele verhaal voor Brigitte verborgen te houden.
“Vertel het me maar,” drong die aan. “Misschien lucht het op. Want echt, ik begreep niet veel van je, de afgelopen twee dagen. Het ene moment leek je ontzettend gelukkig en even later betrapte ik je er weer op dat je zielig voor je uit zat te staren. Vertel het dus maar aan tante Brigitte,” eindigde ze met een lachje. “Ernst zegt altijd dat ik zo goed kan luisteren.”
Daisy begon te vertellen over haar vorige vakantie in De Witte Hengst, samen met haar vriendinnen Sabina, Patty en Kelly. “Je weet dat Sabien en Kei al snel door Amors pijlen werden getroffen. Patty en ik deden het wat rustiger aan. Pat zag wel wat in Mark, de zwemleraar, maar die zag helaas niets in Patty. Dat heb ik je ook al eens verteld. En ik?” Daisy slaakte een zucht. “Ik werd smoorverliefd op Gregor, die Jantien in de keuken assisteert.”
“Dat werd zeker ook niets?” veronderstelde Brigitte.
“Wat zal ik zeggen?” Daisy fatsoeneerde haar haren en depte de laatste tranen van haar gezicht. “We vonden elkaar aardig en hadden een avond lang veel plezier. Maar het eind van onze vakantie was in zicht en daardoor kregen we niet de kans elkaar beter te leren kennen.”
“En toen?” vroeg Brigitte, nadat het even stil was gebleven.
“Toen?” Daisy keek haar aan. “Toen niets. Ik ging naar huis en hij bleef hier, maar ik moest steeds aan hem denken en hoe het zou zijn geweest als we samen meer tijd hadden gehad. Daarom besloot ik nog een keer naar De Witte Hengst te gaan. in de hoop hem opnieuw te ontmoeten en er dan achter te komen of hij er ook zo over dacht.” Weer kwamen de waterlanders. Brigitte had medelijden met Daisy. Wist ze maar een manier om haar te troosten. Maar veel meer dan een luisterend oor kon ze haar niet bieden. “Werkt hij hier niet meer?” vroeg ze toen zacht.
“Jawel,” antwoordde Daisy. “En jij hebt hem inmiddels ook ontmoet.”
Brigitte keek haar verbaasd aan. “Ik?” vroeg haar nicht toen.
“Ja.” Daisy keek somber voor zich uit. “Hij was degene die vanmorgen ruzie stond te maken met dat meisje. Je vond hem nog zo'n stuk!”
“Dat was hij ook,” stamelde Brigitte beduusd. Ze kon zich voorstellen dat haar nicht hals over kop verliefd was geworden op de aantrekkelijke Gregor. “Was dat meisje zijn vriendin?” vroeg ze aan Daisy.
“Eerst dacht ik van wel, maar nu weet ik het niet meer.” Daisy zuchtte triest. “Hij zat de hele avond bij haar, maar is toch uiteindelijk alleen weggegaan. Ik weet echt niet meer wat ik ermee aan moet. Ik heb erg onaardig tegen hem gedaan toen hij naar me toe kwam en vroeg hoe het met me ging. Hij is dan ook beledigd weggegaan.”
“O, Daisy.” Brigitte schudde haar hoofd. “Dat was heel dom van je, maar ik kan me levendig voorstellen datje zo reageerde. Dat was gewoon de teleurstelling omdat je je dat weerzien met hem zo heel anders had voorgesteld. Je reactie was alleen maar menselijk.”
Daisy liet het hoofd hangen. Ze zag het niet meer zitten.