11
Het meisje dat Lieses plaats op kantoor destijds had ingenomen, heette Mirjam en zij stond deze ochtend even met de mond vol tanden toen er een man op haar balie kwam toe lopen die vroeg of hij Liese Slotegraaf kon spreken. Mirjam vond het gênant om plompverloren te zeggen dat Liese overleden was en bovendien wist ze niet of ze dat tegen een wildvreemde mocht zeggen. Na pijlsnel nadenken besloot ze Justine in te schakelen. Ze wees de man op een bankje onder een kunstpalm. ‘Als u daar even wilt plaatsnemen, zal ik iemand roepen die u verder te woord zal staan.’
De man deed wat hem geadviseerd was en via de huistelefoon nam Mirjam contact op met Justine. ‘Er is hier iemand met wie ik niet goed raad weet. Hij vraagt naar Liese, wil jij even komen?’
Justine reageerde geschrokken. ‘Doe niet zo eng, wie kan er nou naar Liese vragen? Maar goed, ik kom eraan.’
Kort hierna kwam ze nietsvermoedend naar de balie en toen Mirjam op het bankje wees en Justine die stille aanwijzing met haar ogen volgde, verschoot ze van kleur en stokte de adem haar in de keel. Een moment bleef ze als vastgenageld aan de grond staan, vervolgens liep ze op de man toe. Justine was vlak bij hem toen hij opstond en hij hoorde dat ze zijn naam fluisterend uitsprak: ‘Kevin?’
‘U kent mij?’ informeerde hij vriendelijk.
Justine voelde dat het bloed haar naar de wangen steeg, ze haatte haar zenuwachtige gehaspel. ‘Nee... ja. Alleen van gezicht... van horen zeggen, van een foto...’ Ze haalde diep adem en nadat ze zichzelf weer onder controle had, lukte het haar om rustig verder te gaan. ‘Komt u maar even mee naar de spreekkamer, daar kunnen we ongestoord praten.’
‘Dat bedoelt u ongetwijfeld aardig, maar ik kom voor Liese Slotegraaf. Of is zij vandaag niet aanwezig?’
Justine schudde haar hoofd, Kevin vond haar gedrag een beetje vreemd en toen ze van hem wegliep in de richting van de spreekkamer, kon hij niet veel meer doen dan haar volgen.
Voordat Justine in het bewuste vertrek achter het bureau schoof en hem de stoel aanbood die ervoor stond, stak ze haar hand naar hem uit. ‘Laat ik me eerst eens aan u voorstellen, Justine van Egmond.’
Hij lachte zijn spierwitte tanden bloot. ‘Kevin Oosterwolde, maar dat wist je al! Ik neem aan dat ik jij en jou mag zeggen?’
Justine wist van Liese dat Kevin destijds tweeëndertig was geweest en dat hij dus maar vier jaar ouder was dan zij. Met een bevend glimlachje en wijzend op hun leeftijd, zei ze: ‘We zijn van dezelfde generatie, bovendien praat ik gemakkelijker met iemand die ik mag tutoyeren. Zeker als het een bijzonder... ernstig onderwerp betreft.’
Kevin bestudeerde verbaasd haar gezicht voordat hij zei: ‘Ik krijg het gevoel dat er iets met Liese aan de hand is. Werkt ze hier soms niet meer, of is er een breuk in jullie vriendschap ontstaan? Ik herinner me dat Liese het toentertijd vaak over ene Justine had, ze noemde jou haar beste vriendin.’
‘Dat was ook zo. Ik gaf ontzettend veel om Liese, zonder dat zij het wist of zelfs maar in de gaten had, moederde ik een beetje over haar. Ze heeft een tijd lang bij me ingewoond totdat ze... overleed.’ Om te voorkomen dat hij de tranen zou zien die in haar ogen sprongen, boog Justine haar hoofd.
Kevin durfde zijn oren niet te geloven en bracht verbijsterd uit: ‘Dat kan niet waar zijn! Zo’n mooi jong meisje kan toch niet zomaar dood zijn...’
Justine sloeg haar ogen weer naar hem op. ‘Het is de harde waarheid. Liese is overigens niet “zomaar” doodgegaan, ze had longkanker en ze heeft vreselijk geleden. In de tijd dat jij met haar omging kan het je niet zijn ontgaan dat ze altijd hoestte?’
‘Ze had inderdaad veel last van prikkelhoest,’ zei Kevin bedachtzaam. ‘Ik heb haar er eens een bepaald middeltje voor aangeraden. Het waren capsules die de hoest uren achtereen onderdrukken. Wil je beweren dat Liese toen al...’
Verder kwam hij niet, want Justine onderbrak hem. ‘In die tijd dacht niemand eraan dat er meer achter zou kunnen zitten. Liese had een moeilijke periode met haar moeder achter de rug, we meenden allemaal - Liese zelf trouwens ook - dat het de spanningen waren die bij haar kriebelhoesten opriepen. Hoewel menigeen erop aan heeft gedrongen, vertikte Liese het om naar de dokter te gaan. Niemand zag er helaas de ernst van in, totdat Liese op een keer wél een arts raadpleegde. Toen bleek het te laat te zijn, er waren uitzaaiingen, een operatie was niet meer mogelijk. Die zou ze trouwens niet toegestaan hebben, ze weigerde elke behandeling. Tot het laatste toe, toen ze werkelijk helse pijnen leed, wilde ze zelfs geen medicijnen slikken. Haar lijden was vreselijk om aan te zien...’
‘Arme Liese, wat spijt me dit verschrikkelijk voor haar,’ zei Kevin.
Justine zag dat hij het oprecht meende. Haar verstand zei haar dat ze hem over Merel moest vertellen, haar gevoel gebood haar alle voorzichtigheid in acht te nemen. ‘Hoe goed kende jij Liese?’ vroeg ze, terwijl ze op elke verandering van zijn gezicht lette. ‘Liese heeft namelijk nooit veel over jou willen vertellen.’
Hij trok wat met zijn schouders. ‘Ach, wat zal ik ervan zeggen? Ik beschouwde haar als een lief vriendinnetje, ik vond haar een bijzonder boeiend wezentje. Later, toen ik al een tijdje terug was in Suriname ging ik inzien dat ik meer voor Liese voelde dan ik zelf had verwacht. Vanaf die tijd was ze altijd in mijn gedachten. Om iets wat ik geen naam kon geven, voelde ik me met haar verbonden. Dat was heel merkwaardig, haast een beetje mysterieus.’
Justine keek hem recht in zijn ogen. ‘De verbondenheid die jij met haar voelde, lijkt mij niet zo vreemd en zeker niet mysterieus. Ik ga er tenminste vanuit dat als een man met een meisje naar bed gaat, hij iets voor haar moet voelen. Anders zou het een avontuurtje betreffen en daar was Liese te goed voor!’ Kevin knipperde met zijn ogen. Justine zag dat hij duidelijk even uit balans was, uit de klank van zijn stem proefde ze beschaamdheid.
‘Heeft Liese het intieme tussen haar en mij... aan jou verteld? Dat had ze beter niet kunnen doen.’
‘Ze had geen keuze, Kevin... In die tijd, toen ze te horen kreeg dat ze longkanker had, kwam er nog iets aan het licht. Namelijk... dat ze zwanger was. Voor het welzijn van haar baby weigerde Liese alle medische ingrepen, alle medicijnen. Tot het allerlaatste toe heeft ze als een leeuwin voor haar kindje gevochten...’ Doordat ze in een flits alles herbeleefde, schoot Justine vol en met een snik in haar stem ging ze verder. ‘Zeven maanden heeft ze het vol kunnen houden, toen schonk haar uitgemergelde lichaam het leven aan een gezond kindje. Aan een meisje, dat ze Merel noemde. Een paar dagen heeft ze haar baby mogen liefhebben, toen... stierf ze in mijn armen. Nu weet je alles en... zul je begrijpen dat ik weer aan het werk moet.’ Justine snoot haar neus en veegde tersluiks met de zakdoek langs haar ogen. In plaats van op te staan bleef ze echter als bevroren op haar stoel zitten. Vol verdriet om Liese en bang opeens dat deze man Merel van haar zou willen afnemen, gluurde ze hem van onder haar lange wimpers aan. En toen pas zag ze zijn vertwijfeling.
Hij streek met beide handen door zijn zwarte kroeshaar, zijn mondhoeken trilden verdacht toen hij schorrig herhaalde: ‘Nu weet je alles? Ik weet minder dan de helft, begrijp ik goed dat Liese zwanger was van mij?’
Tergend langzaam bewoog Justine haar hoofd op en neer, met vochtige ogen fluisterde ze: ‘Merel lijkt als twee druppels water op jou, er is geen twijfel mogelijk Jij bent haar verwekker, maar Merel is van mij! Onthoud dat goed, ze is alleen van mij!’
Kevin keek haar doordringend aan en zei met een paar woorden meer dan Justine kon verdragen: ‘Waar is ze, mijn dochter...’
Hij had er geen idee van hoeveel pijn hij Justine met dat laatste deed, hoe bang hij haar daarmee maakte. Toch antwoordde ze: ‘ik ben een werkende moeder en zodoende gaat Merel overdag naar een crèche. Nu heb ik echt geen tijd meer voor je...’
Kevin glimlachte mat ‘Ik begrijp het en zal het je niet moeilijker maken dan je het al hebt. Je bent zichtbaar uit het veld geslagen, maar ik voel me niet veel beter, Justine. Net als jij heb ik tijd nodig om dit te verwerken, maar ik kom terug. Ik wil precies weten wat Liese de laatste maanden van haar leven heeft moeten doorstaan en... ik wil Merel zien. Dat is een eis waaraan jij moet voldoen. Ik hoop dat je dat inziet.’
Hoewel het in haar schreeuwde dat hij niets met het kind te maken had, zei ze toonloos: ‘Kom op een avond maar bij mij thuis. Dan zal ik alles over Liese vertellen en... mag je Merel heel even zien.’ Ze schreef haar adres op een kladblaadje en terwijl ze hem dat toestak zei ze: ‘Het is voor mij belangrijk te weten waarom jij Liese destijds zo plotseling in de steek hebt gelaten. We hebben dus nog wel het een en ander te bepraten.’ Nu stond ze daadwerkelijk op. Kevin zei aangeslagen: ‘Ik lees in je ogen dat jij je een verkeerd beeld van mij hebt gevormd. Dat wil ik graag rechtzetten. Mag ik meteen vanavond bij je langskomen?’ Het klonk zo smekend en hij keek zo trouwhartig dat Justine er niet tegenop kon en toonloos zei: ‘Het is goed. Hoe eerder we hier doorheen zijn hoe beter het is. Ik verwacht je dan tegen acht uur.’
Nadat hij haar de hand had gedrukt en zich had verwijderd bleef Justine een poos als verdoofd op haar stoel zitten. Bange vragen joegen elkaar als molenwieken in haar hoofd na en toen het haar niet lukte om de dingen op een rijtje te zetten besloot ze Evert Jan om raad te vragen. Onderweg naar zijn kantoor werd ze staande gehouden door twee collega’s die nieuwsgierig vroegen wat die donkere man eigenlijk van haar wilde. Zocht hij een huis, waarom was Justine zo zichtbaar aangeslagen? Zij antwoordde geïrriteerd: ‘Ik vertel het nog wel, maar niet nu...’
Justine vervolgde haar weg, de anderen staken de hoofden fluisterend bij elkaar en suggereerden: ‘Gezien de donkere huidskleur van Merel zou de donkere man die daarnet uit de spreekkamer kwam, wel eens iets met haar te maken kunnen hebben! Wat hangt er Justine dan nu weer boven het hoofd?’ Kort daarop zat Justine bij Evert Jan. Ze had hem gejaagd verteld wat er daarnet was voorgevallen en besloot haar relaas met de vraag: ‘Kan hij het me moeilijk maken, moet ik daar op voorbereid zijn, denk je?’
Toen Evert Jan de tijd nam om erover na te denken, rebbelde Justine van de zenuwen: ‘Hij kan mij niks maken, het staat zwart op wit dat Merel aan mijn zorgen is toevertrouwd! Daar is geen speld tussen te krijgen, hoor! Toe nou,’ fluisterde ze smekend, ‘help me door te zeggen dat ik gelijk heb...’
Evert Jan Lambeek trok een bedenkelijk gezicht ‘Als hij werkelijk de biologische vader is en het kind opeist, vrees ik dat het wel eens een hele touwtrekkerij kan worden waarbij jij uiteindelijk aan het kortste eind zult trekken. Wat er nu bij de notaris staat beschreven kan hij volgens mij ongeldig laten verklaren, bijvoorbeeld als hij door een bloedtest kan aanwijzen dat Merel zijn dochter is. Ik wil je niet bang maken, maar je vraagt mij om raad en dan kan ik alleen maar zeggen wat ik denk: dat het er voor jou zorgwekkend uitziet. Ik wens je onnoemelijk veel sterkte en mocht het een juridische strijd worden, dan kun je altijd op mijn steun rekenen.’
‘Dank je...’ mompelde Justine en na een stotend zuchtje vervolgde ze: ‘Vind je het goed dat ik wat eerder naar huis ga? Als hij vanavond komt wil ik dat Merel slaapt en dat ik mijn zenuwen weer de baas ben.’
Evert Jan keek haar bestraffend aan. ‘Jij weet deksels goed dat je hier op kantoor je eigen gang kunt gaan en dat je mij niet om een gunst hoeft te vragen. Zorg maar dat je thuiskomt en laat je door die man niet intimideren! Nodig anders je vader en zijn vrouw ook uit, dan sta je er niet alleen voor.’
Justine schudde haar hoofd. ‘Nee, ik mag geen anderen voor dit karretje spannen, ik moet het zelf trekken. Het zal wel loslopen, hoop ik...’
Zo bezwaard als ze dat laatste had gezegd, zo voelde ze zich die avond toen ze gespannen op Kevin zat te wachten. Ze had de koffie klaar, Merel sliep als een roosje. Ze had het waaklampje in Merels kamer laten branden, dat zwakke licht moest voor hem voldoende zijn, ze was niet van plan om meer licht te maken. Hoe minder hij van Merel zag, hoe beter het was. Ze wierp voor de zoveelste keer een blik op de klok, zag dat het tien minuten voor acht was en besefte dat hij nu elk ogenblik kon komen. Was ze maar minder nerveus, minder opgejaagd. Merel had ook gemerkt dat zij zichzelf niet was, ze had er huilerig op gereageerd, een lachje had er niet af gekund. Ze had zichzelf wel voor het hoofd kunnen slaan toen ze Merel klaarmaakte voor de nacht en ze tegen haar had gefluisterd: ‘Mama krijgt straks bezoek van een man die jouw papa is.’ Hoe kwam ze erbij om dat te zeggen! Kevin Oosterwolde moest vooral niet denken dat hij zich tussen haar en Merel kon wringen, hoor! Het was toch zeker voldoende dat ze Allard en Liese had verloren, ze mocht toch wel wat houden om voor te leven? Nadat ze de opstandige gedachten in haar had beteugeld, vroeg ze deemoedig aan God of Hij haar wilde helpen en bijstaan.
Om precies klokslag acht stopte er een taxi voor de deur en nadat ze elkaar, allebei wat beschroomd, hadden begroet en ze achter het eerste kopje koffie zaten, verbrak Justine de gespannen stilte door op de taxi te wijzen. ‘Het zal wel stom klinken, maar ik had verwacht dat jij met een of andere grote slee zou komen voorrijden.’
Kevin glimlachte en net als Justine was hij blij dat er een aanloopje voor een gesprek was ontstaan. ‘Ik ben gisteravond pas in Nederland aangekomen, en ik moet nog heel wat regelen voordat ik mijn zaken weer een beetje op de rails heb. Morgen ga ik wat rondneuzen bij verschillende garages en met wat geluk vind ik een auto die me aanstaat. De keuze van een huis levert meer moeilijkheden op. Destijds heb ik mijn kamer in het studentenhuis aan iemand anders afgestaan, ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om die knaap nu pardoes op straat te zetten. Hij mag de kamer met alles erop en eraan van me hebben, ik voel me eerlijk gezegd wat te oud voor een studentenkamer. Voorlopig heb ik onderdak gevonden in een prima pension en daar zal ik wel een poos blijven. Ik zou bij mijn vader kunnen intrekken, hij woont namelijk ook in Groningen, maar daar voel ik weinig voor. Toen ik ging studeren heb ik het ouderlijk huis verlaten omdat ik op eigen benen wilde staan. Ik mag graag even bij mijn vader gaan “buurten” maar na al die lange jaren pas ik niet meer als het zoontje bij hem thuis. Het is mijn bedoeling om zelf een huis te laten bouwen.’
Hij noemde de naam van een dorp onder de rook van Groningen en vertelde: ‘Daar beginnen ze binnenkort met de bouw van een aantal villa’s waarvan er slechts een nog niet is verkocht. Daar moet ik dus ook snel achteraan.’
‘Ik begrijp dat je dus voorgoed naar Nederland bent teruggekomen,’ zei Justine, en in één adem door knoopte ze er een vraag aan vast: ‘Waarom ben je destijds zo halsoverkop naar Suriname vertrokken?’ Kevin zei: ‘Ik had toentertijd net gehoord dat ik cum laude geslaagd was en een halfuur later kreeg ik een alarmerend telefoontje uit Suriname dat mijn moeder een beroerte had gehad. Haar toestand leek uiterst kritiek en ik had toen nergens anders tijd voor dan te zorgen dat ik een ticket kreeg zodat ik kon afreizen. Het geluk was met me en zo zat ik binnen de kortste keren aan het ziekbed van mijn moeder. Ze krabbelde er wonder boven wonder weer een beetje bovenop, maar ze bleef een zwak kasplantje. De artsen gaven haar hooguit nog enkele weken, en toen moeder mij smeekte om tot haar dood bij haar te blijven, heb ik haar mijn belofte gegeven. In plaats van enkele weken heeft ze echter nog maandenlang geleefd, ze is twee weken geleden heel vredig gestorven.’
Nadat ze hem had gecondoleerd stelde Justine vast: ‘Je hebt in elk geval van een lange vakantie kunnen genieten.’ Kevin schudde zijn hoofd. ‘Ik was nog maar kort terug in Suriname toen ik het verzoek kreeg om wegens ziekte van een collega tijdelijk als anesthesist in het ziekenhuis van Paramaribo te komen werken. Dat heb ik gedaan en het beviel me goed. Mijn dagen waren goed gevuld, mijn leven plezierig en ik dacht niet meer aan de mensen die ik in Nederland achter had gelaten. Behalve Liese, aan haar ging ik juist meer en meer denken en na het overlijden van mijn moeder ging ik naar Liese verlangen. Het is achteraf net alsof het allemaal zo moest zijn, want mijn moeder was nog niet begraven toen ik een fax vanuit een ziekenhuis in Groningen kreeg met de melding dat men een opengevallen plaats als anesthesist voor me vrijhield en dat ik snel moest reageren. Toen werden mij twee dingen duidelijk: dat ik Liese in elk geval nog een keer wilde zien en spreken en dat ik diep in mijn hart toch meer een Nederlander was geworden dan ik tot dan toe had vermoed. Zo kwam ik ertoe om terug te keren, dat ik Liese nooit meer zou zien... kwam geen moment bij me op.’
‘Nee, natuurlijk niet, aan zoiets ergs denk je niet. Ik snap nog steeds niet waarom je haar niet een keer gebeld of geschreven hebt.’
‘Je zou eens moeten weten hoe vaak ik in de verleiding heb gestaan om contact met haar te zoeken,’ verzuchtte Kevin. ‘Maar voor mijn gevoel hadden we niet echt iets met elkaar gehad, we waren slechts kort bevriend geweest. Gezien haar jonge leeftijd vond ik dat ik geen beslag op haar mocht leggen. Liese moest zich naar eigen inzicht kunnen ontplooien, ik kon slechts hopen dat ze bij mijn terugkeer niet verliefd op een ander was geworden.’ Hij sloeg zijn donkere ogen op naar Justine, zijn stem klonk hees van ingehouden emoties toen hij verder ging. ‘Het is begrijpelijk dat jij aan mijn woorden twijfelt, want als je niets met elkaar hebt doe je niet wat ik heb gedaan. God is mijn getuige als ik je zweer dat ik daar ontzettend veel wroeging en spijt van heb gehad. Nu Liese er niet meer is en ik niets meer kan goedmaken, zullen die gevoelens mij blijven achtervolgen. Ik ging te ver met een te jong meisje en ik begrijp nog steeds niet hoe ik zo schofterig kon zijn...’ Er drupte een traan uit zijn ooghoek die Kevin driftig wegveegde en die Justine vol medelijden deed zeggen: ‘Liese heeft me de hele toedracht bijna tot in de details verteld. Ze zei nadrukkelijk dat jij er geen schuld aan had, omdat zij jou bewust had verleid. Ze deed het om in jouw ogen volwassen over te komen. Ze zei toen: “Kevin zal nooit weten dat hij met een uilskuiken te maken had dat zich voordeed als een vrouw van de wereld.” Ik vertel je dit zodat het misschien een troost voor je kan zijn, ik kan er nog bij zeggen dat Liese de pil niet gebruikte. Dat maakte ze jou wijs omdat ze zo verschrikkelijk graag groot en volwassen wilde zijn. Ze had niet in de gaten dat ze bezig was haar eigen geluk te vernietigen,’ besloot Justine verdrietig.
Hoewel Kevin schrok van wat Justine hem vertelde, schudde hij zijn hoofd en zei dof: ‘Ik had wijzer moeten zijn. Spijt komt helaas altijd te laat... Heb jij er enig idee van waarom Liese geen contact zocht met mij toen ze wist dat ze mijn kind bij haar droeg?’
‘Ze wilde jouw carrière niet in de war schoppen. Ze was zich er heel scherp van bewust dat zij jou had verleid en als een soort boetedoening wilde ze de volle verantwoording alleen dragen.’
‘Hield ze van me, heeft ze jou dat gezegd?’ Het klonk hoopvol en om hem geen extra teleurstellingen te bezorgen zei Justine dat ze hem daar geen antwoord op kon geven. Kevin knikte alsof hij haar begreep en na een korte stilte vroeg hij bewogen: ‘Mag ik haar nu zien, mijn dochter?’
Hoewel dat laatste haar een pijnlijk steekje gaf, knikte ze. ‘Ja, dat heb ik je beloofd.’Justine stond met grote tegenzin op en met een bezwaard hart ging ze hem voor naar de kinderkamer. Ze opende de deur op een kiertje als verwachtte ze dat Kevin daar door zou gluren.
Hij duwde de deur echter open en liep regelrecht op het ledikantje toe waar Merel in lag sinds ze de wieg was ontgroeid. Voordat hij zich vooroverboog keek hij om zich heen en toen zijn zoekende blik het lichtknopje naast de deur vond bedacht hij zich geen moment en knipte hij de grote lamp aan. Opnieuw liep hij naar het bedje en terwijl Justine het tafereeltje met ingehouden adem gadesloeg keek Kevin minutenlang naar het slapende kind. Met een vinger streek hij behoedzaam liefkozend over Merels wangetje en onverstaanbaar voor Justine fluisterde hij schorrig: ‘Wat ben je mooi en lief...’ Op dat ogenblik sloeg Merel plotseling haar oogjes op. En heel ernstig als drong de situatie van het moment tot haar door, bestudeerde ze het gezicht vlak boven zich. Opeens opende ze haar tandeloze bekje en schonk ze Kevin een allerliefst lachje. Dat ontroerde hem tot in het diepste van zijn ziel en voordat Justine er iets aan kon verhelpen tilde hij Merel uit bed en drukte haar liefdevol tegen zich aan. Zijn ogen zochten en vonden die van Justine en gesmoord zei hij tegen haar: ‘Ze gaf me het liefste van wat ze heeft... Liese kon precies zo lief lachen. O, God dank U voor dit prachtige schepseltje.’
Nee, nee, kermde het in Justine, jij mag God niet voor haar bedanken. Hij heeft Merel aan mij toevertrouwd. Ze is van mij, alleen van mij! Ze liep op hem toe, nam Merel van hem over en alsof hij een zonde had begaan, zo donker keek ze hem aan. ‘Je hebt haar wakker gemaakt, daar kan ik niet blij mee zijn!’ Tegen het kindje in haar armen praatte ze verder: ‘Kom maar schattekind, dan geeft mama je een schone broek en ga je weer lekker slapen.’ Toen ze de natte luier voor een droge verwisselde trilden haar handen. Ze wist dat dat kwam doordat Kevin er met zijn neus bovenop stond. Ze durfde Kevin niet aan te kijken toen ze Merel behoedzaam onderstopte en vervolgens een kus op haar voorhoofdje drukte. ‘Ga maar lekker slapen, de stoute meneer mag je niet nog eens wakker maken.’
Terug in de huiskamer keek Kevin haar bestraffend aan. ‘Was het nou per se nodig om mij een stoute meneer te noemen? Ik kreeg de indruk dat jij nu al begint om haar tegen mij op te stoken. Ik ben voor Merel niet zomaar een “meneer”, ik ben haar vader, Justine! Toen ik haar in mijn armen had, vertelde elke vezel van mijn lichaam me dat ik me niet eerder zo nauw met iemand verbonden heb gevoeld. Het was heel teer en tegelijkertijd overweldigend groot Ik ben er ondersteboven van...’ Hij snoot zijn neus en toen hij zijn ogen naar Justine opsloeg, zag hij dat zij huilde. Uit medelijden met haar vroeg hij: ‘Wat is er, heb ik iets verkeerds gezegd of gedaan?’
Justine knikte heftig van ja en zielsverloren zei ze zacht: ‘Je hebt me bang gemaakt... Beloof me dat je geen beslag op Merel zult leggen, want ik... kan haar niet meer missen. Ze is inmiddels volop mijn kindje geworden, ik hou van haar. Liese wilde dat ik voor haar zou zorgen, die wens van haar moet jij respecteren. Begrijp je dat dan niet!’ zei ze toen opstandig.
‘Het spijt me dat ik het moet zeggen, maar het is zo dat jullie samen alles hebben bekokstoofd en geregeld, zonder mij erbij te betrekken. Alles gebeurde achter mijn rug om, was het anders gegaan, dan zou Merel nu mijn naam dragen. Net als Liese, heb ik ook wensen, Justine. Eén ervan is dat ze mijn achternaam moet krijgen.’
‘Daar was ik al bang voor,’ bekende Justine met een stem die niet van haar was. Ze zuchtte diep en vroeg fluisterend: ‘Wat zijn je andere wensen, Kevin?’ Voordat hij het antwoord kon geven besefte Justine dat ze ondanks alles toch gastvrij moest blijven. ‘Ik zal eerst nog eens koffie inschenken,’ zei ze moedeloos, ‘of heb je liever iets anders?’
Kevin wierp een blik op zijn horloge. ‘Ik lust eerlijk gezegd wel een wijntje, maar wordt het niet te laat, zit ik je niet hinderlijk in de weg?’ Ja, flitste het verdrietig door haar heen, je bent als een enorme hinderpaal op mijn weg gekomen. Ze deed haar best een lachje te voorschijn te toveren dat daar in de verste verte niet op leek ‘Ik wil graag dat je blijft In mijn hoofd zijn duizenden vragen die om antwoord schreeuwen en mij straks uit de slaap zullen houden.’
‘Het was allerminst mijn bedoeling jouw leven overhoop te halen,’ zei Kevin en hij meende elk woord. ‘Als jij voor de wijn zorgt, zal ik er ondertussen over nadenken hoe ik het weer goed kan maken.’
Justine haalde een fles wijn uit de keuken die Kevin van haar overnam om hem te ontkurken. Even later hief hij zijn glas naar Justine op en ernstig zei hij: ‘Op het leven. Laten we vooropstellen dat we allebei Merels welzijn op het oog hebben, en we moeten ervoor waken dat we niet als twee kemphanen tegenover elkaar komen te staan. Ben je dat met me eens?’
Justine knikte werktuiglijk van ja, waarna ze hem hielp herinneren: ‘Je zou je wensen kenbaar maken. Zeg het maar...’
Kevin nam de tijd om na te denken, vervolgens stak hij van wal. ‘Ik begrijp dat het in jouw situatie moeilijk anders kan, maar het stuit me erg tegen de borst dat zo’n klein kindje als Merel overdag aan de zorg van vreemden wordt overgeleverd. Zoiets is bij ons in Suriname ondenkbaar.’
‘Dat is best mogelijk,’ reageerde Justine kattiger dan haar bedoeling was, ‘maar we zijn hier in Nederland en jij zult je moeten aanpassen aan onze gewoontes. Merel ondervindt er geen schade van, ik breng haar elke ochtend naar een crèche die als uitmuntend te boek staat, en die overigens ook behoorlijk duur is. Heb je nog meer noten op je zang?’
Hij zond haar een gekwelde blik. ‘Laten we niet gaan katten, in het belang van Merel zouden we beter vrienden kunnen worden. Je moet me geloven als ik zeg dat ik haar niet abrupt bij je weg kom halen. Dat zou een rotstreek zijn en bovendien heb ik daarnet zelf kunnen zien dat Merel gebaat is met wat jij haar geeft aan moederliefde. Daar ben ik je dankbaar voor, Justine!’
‘O, nou... dat is dan in elk geval iets.’ Ze zweeg even en ging dan weer verder. ‘Ook al zou je het nog zo graag willen, jij kunt niet eens voor haar zorgen! Je hebt je werk in het ziekenhuis en in een pension zit men volgens mij echt niet te springen om de zorg voor een baby!’
Kevin lachte. ‘Die zet is voor jou!’ Hij was de ernst zelve toen hij zijn plannen uit de doeken deed. ‘Alles moet voorlopig blijven zoals het is, later zien we wel weer. Als mijn huis klaar en ingericht is, denk ik dat ik mijn kind toch graag bij me zal willen hebben. Ik heb dan uiteraard een vrouw nodig die voor Merel kan zorgen, in dat geval zou ik maar al te graag een beroep op jou willen doen. Wil je daar vast eens over nadenken, Justine?’
‘Ik hoor het al,’ zei Justine schamper, ‘het wordt voor mij kiezen of delen. Als ik ervoor kies om jouw huishoudster te worden, zal ik Merel niet helemaal verliezen, maar haar met jou mogen delen. Je zet me afschuwelijk voor het blok, weet je dat!’
‘Dat was niet mijn bedoeling, het was slechts een voorstel. Begrijp je dan niet, Justine, dat ik er op het ogenblik ook geen gat in zie? Ik wil jou niet kwetsen, maar Merel is mijn dochter. Daar kunnen we allebei niet omheen.’
Justines stem kwam van heel ver, ze had niet in de gaten dat ze haar gedachten hardop uitsprak: ‘Evert Jan attendeerde mij er al op dat ik aan het kortste eind zou trekken als jij door middel van een bloedtest zou kunnen bewijzen dat Merel inderdaad jouw kind is. Omdat ik van tevoren weet dat ik het altijd zal verliezen, hoeft het wat mij betreft niet zover te komen...’
Kevin had met haar te doen en besloot niet op het zwaarwegende onderwerp door te gaan. In plaats daarvan vroeg hij belangstellend: ‘Is Evert Jan je vriend, je levenspartner?’
Justine schoot in de lach om het malle idee, vervolgens vertelde ze wie Evert Jan was en in welke relatie zij tot hem stond. ‘Ik heb geen levenspartner,’ zei ze en daarna vertelde ze hem over Allard en hoe wreed hij, samen met andere dierbaren, bij haar was weggerukt.
Ze was lang aan het woord en toen ze eindelijk zweeg zei Kevin met zijn typisch Surinaamse accent: ‘Arm meisje, je hebt je portie wel gehad. Dat spijt mij echt voor je.’Justine schokschouderde, Kevin ging erop door. ‘Je had het daarnet over ene Fons Kloosterhuis die meer om je geeft dan jou lief is, omdat jij vanwege Allard zijn liefde niet kan beantwoorden. Is het nog steeds zo, Justine, dat je niet los kunt komen van je eerste, grote liefde?’
Justine glimlachte nu vertederd. ‘Sinds Merel aan mijn zorgen is toevertrouwd, geef ik aan haar wat ik al die tijd voor Allard had bewaard. Allard zal me altijd dierbaar blijven, maar mijn liefde is nu louter bestemd voor Merel. Ik heb me van Allard kunnen losmaken toen ik me met hart en ziel aan Merel bond. Als ik haar moet missen... zal mijn leven opnieuw instorten.’ Justine boog haar hoofd, ze huilde geluidloos om het bange vooruitzicht dat ze al voor zich zag.
Kevin had inmiddels nagedacht. Hij besefte dat hij veel te hard van stapel liep en dat hij Justine de stuipen op het lijf had gejaagd met zijn voortvarendheid. Hij moest haar geruststellen en zelf een grote stap terug doen. Hij wist dat hij een heetgebakerd persoon kon zijn, maar op dit moment stak hij de hand in eigen boezem en vroeg zich af óf hij ten opzichte van Merel wel rechten had. Was het niet eerder zo dat hij Lieses keuze moest respecteren? Kevin zuchtte diep en zei aangeslagen: ‘Overdonderd door mijn eigen emoties gedroeg ik me tegenover jou als een grote egoïst Ik zie nu plotseling in dat jij meer recht hebt op Merel. Ik moet Lieses wensen respecteren, zij wilde het zo, mijn verlangens mogen niet de overheersende rol gaan spelen. Kan ik het weer een beetje goedmaken als ik beloof dat ik me terug zal trekken zodat alles voorlopig bij het oude kan blijven, Justine?’
Zij sloeg haar betraande ogen naar hem op en nauwelijks verstaanbaar bracht ze moeizaam uit: ‘Dank je... dit is werkelijk een pak van mijn hart. Merel is in alle opzichten mijn kindje geworden, zonder haar zou ik me geamputeerd voelen...’
‘Dat begrijp ik nu niet alleen, ik voel met je mee.’
In zijn donkere ogen lag pijn en dat deed Justine begripvol zeggen: ‘Jij voelt exact hetzelfde en daarom zul jij zonder Merel ook slechts voor de helft kunnen functioneren. Het is voor jou evengoed verschrikkelijk moeilijk, ik zou een hart van steen hebben als ik dat niet aanvoelde.’ Er viel een gespannen stilte die Justine op een gegeven moment verbrak. En even zacht als welgemeend beloofde ze hem toen wat haar hart haar ingaf. ‘Je mag Merel zo vaak komen bezoeken als je wilt, de deur van mijn huis zal voor jou openstaan. Meer kan ik niet voor je doen, meer... mag jij niet van mij vragen.’
‘Dank je, Justine, voor deze lieve geste.’ Hij zond haar dezelfde lach die Liese vroeger dweperig en week maakte.
Justine dacht alleen maar: hij is niet met kwade bedoelingen gekomen, daar is het een te aardig mens voor.
Kevin wierp een blik op zijn horloge. ‘Ik denk dat het nu de hoogste tijd wordt om een taxi te bestellen. Mag ik gebruikmaken van je telefoon?’
Terwijl ze zaten te wachten op de komst van de taxi, zei Justine: ‘We zijn nog lang niet uitgepraat, ik zou je immers nog vertellen over Lieses leven en over de dappere strijd die zij leverde voor Merels welzijn. Ook moet ik je nog vertellen waarom zij voor de naam Merel koos. Dat zullen we dan moeten bewaren voor een volgende keer.’
‘Dat lijkt mij een uitstekend plan,’ zei Kevin lachend, ‘want in dat geval heb ik een goede reden om nog eens bij je aan te bellen!’
Justine bleef ernstig. ‘Je kunt het beste op een zaterdag of zondag komen, want dan is Merel bij mij thuis. Ik weet niet of jij weekeinddiensten hebt?’
‘Zeer sporadisch,’ zei Kevin. ‘In de weekeinden wordt er alleen in uiterste noodgevallen geopereerd, anders zouden we het trouwens niet volhouden. Ik heb een prachtig beroep, maar dat mag niet overbelast worden.’
Justine kon niet nalaten om op te merken: ‘Dat geldt volgens mij voor elk beroep. Als ik in de weekeinden door moest werken, zou ik ook op mijn tenen lopen en van oververmoeidheid grove fouten maken. Maar ik snap wel wat jij bedoelde, want in mijn geval zijn er geen mensenlevens mee gemoeid.’
Op dat moment reed de taxi voor en namen ze afscheid. Kevin nam haar beide handen tussen die van hem en hield haar blik gevangen.
‘Het was een voorrecht jou te mogen leren kennen. Tot ziens en... bedankt.’ Voor jouw lieve zorg om mijn dochter, had hij willen zeggen, maar precies op het juiste moment realiseerde hij zich dat zij dat nu net niet wilde horen.
In de taxi dreunde het in zijn hoofd: ik ben vader van een prachtige dochter, maar ik mag niet hardop zeggen dat zij mijn vlees en bloed is. Dat was dan waarschijnlijk zijn welverdiende straf. Arme Liese, peinsde hij, hij vond het meer dan verschrikkelijk dat zij zo geleden had. Hij had haar gezien als een boeiend, mysterieus wezentje, als een ontluikende bloem. Jawel, maar het was zijn schuld dat die niet volop gebloeid had, maar nog in de knop was verdord. Als Liese niet zwanger was geweest, had ze misschien geholpen en gered kunnen worden. In gedachten schudde hij zijn hoofd, want hij wist beter. Iemand die aan longkanker leed met vergaande uitzaaiingen was ten dode opgeschreven. Door de juiste medicijnen had Lieses leven slechts een tijdje gerekt kunnen worden, haar lijden hooguit wat verzacht door het toedienen van morfine. Arm, dapper meisje. Vanwege haar enorme vechtlust had ze zijn kind het leven geschonken. Zijn kind... Toen hij Merel in zijn armen had gehad, was er een vreemde rilling door hem heen gegaan. Op dat moment had hij geweten dat het de zuiverste soort van liefde was die hem doortintelde. Vaderliefde betekende onvoorwaardelijk: voor altijd. Later, toen Justines verdriet en haar angst voor de toekomst hem de ogen openden, was het tot hem doorgedrongen dat Liese het kind niet aan hem, maar aan de zorgen van Justine had toevertrouwd. Die wens van haar moest hij respecteren, hoe moeilijk hem dat ook viel.
Justine had niet hoeven te zeggen, peinsde hij verder, dat Liese hem destijds had verleid, dat wist hij zelf. Zijn schuld kon er echter niet door worden vereffend, want op dat ogenblik had hij de sterkste moeten zijn. Hij had zijn zinnen echter volledig verloren, het oerinstinct van de man in hem had het gewonnen. Later had hij gemerkt wat er met het condoom was gebeurd, maar daar had hij laconiek op gereageerd. Hij had immers geen aids en Liese gebruikte de pil. Liese, dom meisje, waarom wilde je toch zo graag groot en werelds zijn? Begreep je dan niet dat juist de prilheid van je jonge jaren je zo mysterieus maakte? En nu was ze er niet meer, dat wondermooie wezentje, ze had haar kindje gegeven aan een vrouw die ze volkomen moest hebben vertrouwd. Justine van Egmond had ook op hem een betrouwbare indruk gemaakt, ze bezat niets van Lieses prilheid.
Justine was wat Liese zo graag had willen zijn: een volwassen vrouw. En volop moeder... Over zijn kind. Als hij Merel niet had gezien, niet in zijn armen had gehad, zou hij niet kunnen geloven dat hij zo volkomen onverwacht vader was geworden. Het leed echter geen twijfel, Merel leek op hem en op de kinderen van zijn zusjes. Hij had echter ook trekken van Liese in het kleine poppenkopje ontdekt Het deed hem ontzettend veel dat hij vader was, en dat hij die mooie rol niet mocht vervullen deed meer pijn dan hij als man kon verdragen. Eigen schuld, jawel, maar dat besef verzachtte niet de pijn in hem, het droogde evenmin de tranen waarmee zijn hart volliep. Dat vertelde hem dat hij vader was en... wilde zijn.
Terwijl Kevin worstelde met zijn gevoelens, vroeg Justine zich af of het nog niet te laat was om haar vader te bellen. Hoewel Kevin haar op het laatst toch weer wat had gerustgesteld, voelde ze zich belabberd. Ze had er behoefte aan om haar verwarde gevoelens met een vertrouwd iemand te delen, pa was daarvoor de aangewezen persoon. Ze wist dat hij een nachtmens was. Siska verkondigde daarentegen altijd dat zij het best te spreken was als ze het klokje rond kon slapen. Als zij naar bed ging, pakte pa een goed boek of hij boog zich nog een paar uur over een cryptogram dat hem bezighield totdat hij alle opgaven had opgelost. Toen ze zag dat het halftwaalf was en je feitelijk niet over nachtelijke ontij kon spreken, aarzelde ze niet langer en toetste ze het nummer in.
‘Met Gerard van Egmond.’
‘Met mij, Justine.’
Het ontging Gerard dat haar stem somber klonk. Hij had in een spannend boek zitten lezen en was daar nog niet helemaal los van. Hij lachte en grapte: ‘Hoe later op de avond, hoe schoner het volk! Dag, meisje-van-me!’
‘Stoor ik je niet, pa?’
Nu was Gerard weer volkomen bij de les, Justine had die vraag timide gesteld en dat riep meteen zijn bezorgdheid op. ‘Zeg het maar, wat is er aan de hand?’ Na een korte aarzeling vertelde Justine uitvoerig hoe plotseling Kevin in haar leven was gekomen en hoe bang hij haar had gemaakt. Ze besloot het ellenlange relaas met ‘Op het laatst bond hij weer een beetje in, maar ik kan het niet van me afzetten dat hij eerder het recht op zijn vaderschap opeiste. Hij zei toen dat als zijn huis klaar was, hij zijn kind bij zich zou willen hebben. Mij bood hij een baan als zijn huishoudster aan, maar daar ben ik toch zeker niet voor in de wieg gelegd! Sorry, pap, dat ik je lastigval met mijn problemen, maar ik moest het gewoon even van me af praten. Ik ben zo ontzettend bang dat ik Merel zal verliezen. Die kans is griezelig groot, denk jij dat ook?’ Toen het volgens Justine te lang stil bleef aan de andere kant van de lijn, drong ze aan: Toe, pa, zeg iets! Je hoeft het niet met me eens te zijn, ik wil alleen maar graag horen hoe jij erover denkt.’
Tja, meisje,’ verzuchtte Gerard hardop, ‘ik begrijp jouw bezorgdheid, maar nu ik de dingen voor mezelf een beetje op een rijtje heb gezet, moet ik je bekennen dat ik ook met die man te doen heb. Het zal je maar gebeuren, Justine, dat je totaal onverwachts te horen krijgt dat je een kind hebt. Je vertelde daarstraks dat hij hevig ontroerd was geweest toen hij Merel in zijn armen had. Dat vind ik positief. Stel je eens voor dat hij totaal anders zou hebben gereageerd. Dat hij bijvoorbeeld ten stelligste had ontkend dat hij de vader van het kind was en er niets mee te maken wilde hebben. Zou jij dat prettig hebben gevonden?’
‘Je stelt me een gewetensvraag,’ constateerde Justine en nadat ze erover na had gedacht zei ze: ‘Ik ken mezelf, in dat geval zou ik hem een regelrechte rotzak hebben gevonden.’
‘Welke indruk maakte hij vanavond op je?’ vroeg Gerard.
Justine antwoordde: ‘Ik kan me voorstellen dat een jong meisje als Liese hopeloos verliefd wordt op een man als Kevin. Behalve dat het een bijzonder knappe man is, is hij bovendien erg aardig. Het is zeker geen avonturier, want hij vond het heel erg dat hij te ver was gegaan met Liese. Maar ja, daar koop ik weinig voor.’
‘Hij achteraf bezien ook, Justine! Die man heeft naar mijn gevoel een ijskoude douche over zich heen gekregen. Ik zou het tenminste ervaren als een film die romantisch begon, maar bizar slecht eindigde. Wat hij te verwerken heeft gekregen, is geen peulenschilletje.’
‘Je neemt het nogal voor hem op, dat had ik eerlijk gezegd niet van je verwacht, pa...’
Gerard attendeerde haar op een feit. ‘Je vroeg mijn mening, meisje! Zou je dan willen dat ik eromheen draaide? Vanuit mijn man-zijn heb ik met Kevin te doen, maar ik sta volledig aan jouw kant. Ik kan je helaas slechts alle mogelijke sterkte wensen en als je mijn hulp nodig hebt, ben ik dag en nacht voor jou bereikbaar. Volgens mij zal deze kwestie zich op eigen kracht oplossen, vertrouw maar op God, Justine. Dan komt het altijd goed.’
‘Je hebt gelijk,’ verzuchtte Justine en nu toch wat hoopvoller gestemd voegde ze eraan toe: ‘Dank je, pa... voor je luisterend oor en je wijs inzicht Ik hou je op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.’
‘Welterusten voor straks en probeer in het verdriet van je eigen zorgen die van de ander niet over het hoofd te zien. Dat deed Liese destijds toen ze haar kindje aan jou gaf, zonder ook maar een moment stil te staan bij de eventuele wensen van de vader. Begrijp je wat ik bedoel?’
‘Ja... Diep in mijn hart weet ik dat een kind beter af is met een echte vader dan een voogd. Die wetenschap verzacht mijn angst voor de toekomst echter niet. Nu hang ik op. Nogmaals bedankt, nu voor het geduld dat je had met een lastige dochter die net doet alsof ze haar eigen boontjes niet kan doppen. Dag, pa... dag, lieve man.’
Maar ik kan het echt niet alleen aan, dacht Justine toen de verbinding verbroken was. Ze had pa een paar keer bedankt, maar was ze in haar hart wel zo dankbaar voor de feiten waar haar vader haar op had gewezen? Als vader had Kevin ongetwijfeld meer recht op Merel dan zij; die wetenschap maakte haar echter niet blij, maar juist intens verdrietig. Er zou een tijd aanbreken waarin zij moest kiezen of delen. Als ze zijn huishoudster werd, zou ze voor Merel kunnen blijven zorgen, maar die keuze durfde ze niet te maken. Omdat alleen de term huishoudster al weerzin bij haar opriep, en omdat die baan haar geen enkele waarborg voor de toekomst bood. Want het was absoluut niet uitgesloten dat Kevin Oosterwolde op een keer een vrouw ontmoette van wie hij ging houden en met wie hij zijn leven zou willen delen. Dan kon zij - de huishoudster - haar biezen pakken, maar ze zou Merel moeten achterlaten. Het was overduidelijk dat, hoe zij het ook wendde of keerde, ze op een dag met lege handen zou staan. Ze zou Merel verliezen en weer even ongelukkig zijn als toen Allard bij haar weg werd gerukt. Mijn levenslot hangt gewoon van rampzaligheden aan elkaar, dacht ze verongelijkt En dan kon pa haar nog zo vaak op het hart drukken dat ze op God moest blijven vertrouwen, maar dat maakte alles alleen maar ingewikkelder. Het was allemaal zó oneerlijk!
Justine gaf zich over aan zelfmedelijden en tegen haar gewoonte in bad ze die avond, voor het naar bed gaan, niet.