6
Weken later, het liep tegen eind oktober, werd Justine op een avond gebeld door Fons. Zijn stem klonk een beetje vermoeid, of verbeeldde ze zich dat? ‘Ik heb al een poos het vervelende gevoel dat jij me ontloopt, Justine. Moeder heeft me verteld dat jij niet bij haar op bezoek wilt komen als je weet dat ik er dan ook zal zijn. Ik doe niet anders dan mijn hersens erover breken, maar ik kom er niet achter wat de reden kan zijn voor jouw terughoudendheid. En aangezien ik een mens ben van klaarheid, besloot ik je te bellen en te vragen of ik bij je mag komen om het eens uit te praten.’
‘Ja, dat is goed, mijn deur staat altijd voor je open. Ik ben het met je eens dat als er je iets dwarszit, dat door een goed gesprek moet worden opgelost Ik zie dat het nog geen zeven uur is, wat mij betreft mag je zo dadelijk wel komen. Zal ik vast koffie gaan zetten?’
‘Doe maar kalm aan, ik ben net klaar met melken en afvoeren, nu moet ik me eerst douchen en omkleden. Maar ik zal me haasten. Tot zo, ik ben allang blij dat je niet boos op me bent. Dag!’
Nee, jongen, dacht Justine, boos op jou zal ik niet kunnen zijn. Daarvoor mag ik je te graag. Als vriend wel te verstaan en dat hoor jij te weten, daarom is het goed dat je komt Toen ze bedacht dat de liefde in een mensenleven soms voor een boel rompslomp zorgt, moest ze lachen en tegelijkertijd aan Liese denken. Liese was zichtbaar smoorverliefd, desondanks kon ze soms met een donker gezichtje zeggen: ‘Liefde is mooi, maar het kost energie en zweetdruppels.’
Malle meid, dacht Justine glimlachend, je moet ervan genieten zonder je kopzorgen te maken. Of zou Liese reden tot bezorgdheid hebben? Goedbeschouwd deed Liese de hele tijd al wat geheimzinnig over haar relatie met die jongen. Ze had hem nog aan niemand voorgesteld, zij wist slechts dat hij Kevin Oosterwolde heette. Toen zij onlangs belangstellend had geïnformeerd naar de ouders van haar vriendje en of hij broers en zusters had, antwoordde Liese dat ze dat niet wist. ‘Dat soort bijkomstigheden interesseert me niet. Het gaat mij louter en alleen om Kevin.’
Justine vond dat een beetje vreemd, maar wie was zij dat ze zich ermee mocht bemoeien? Sinds Liese omgang had met die jongen, kwam ze haar jammer genoeg zelden meer opzoeken en spraken ze elkaar alleen nog op kantoor. Liese liet altijd duidelijk blijken dat ze het liever niet over haar vriendje wilde hebben en dat had zij maar te respecteren. Ze was echt blij voor Liese dat het met haar moeder goed bleef gaan. Tot nu toe tenminste, want met iemand die alcoholist was geweest wist je het maar nooit. Liese dacht er net zo over, want onlangs op kantoor had ze haar toevertrouwd dat ze niet meer onvoorwaardelijk in haar moeder kon geloven. ‘Het is alweer een poos geleden dat ik mijn moeder dronken aantrof,’ had ze in dat onderonsje gezegd, ‘maar sindsdien blijf ik achterdochtig en voortdurend op mijn hoede. Diederik Hoving heeft weliswaar een bijzonder gunstige invloed op mama, maar hij is helaas niet dag en nacht bij ons in huis. Gingen ze maar trouwen, dat zou voor mij een hele zorg minder zijn.’
Arme Liese, zij gunde het meisje al deze tobberijen niet Liese moest onbevangen door haar jonge leven vlinderen en stralend gelukkig zijn. Maar ondanks haar vriendje Kevin zag ze er niet altijd zo uit. Ze hoestte tegenwoordig weer vaker, zou dat erop duiden dat ze te veel spanningen had? Ze had Liese er laatst over aangesproken en toen had zij gezegd dat ze misselijk werd van de capsules die ze innam en dat ze de dosering had verlaagd. Zo blijf ik in gedachten en soms bezorgd met Liese bezig, dacht Justine. Meer kon ze niet voor Liese betekenen, terwijl ze dolgraag heel veel voor haar zou willen doen. Eens had zij Liese aangeboden om gezellig bij haar te komen wonen. Toen had het erop geleken dat haar aanbod Liese wel aansprak, maar tot nu toe was ze er echter niet op teruggekomen. Jammer...
Terwijl ze zo wat over de dingen had lopen te mijmeren, had Justine zich ondertussen een beetje opgetut en koffie gezet Fons kon komen, bedacht ze, en wat hij met haar wilde bespreken kon zij al wel raden. Ze was zijn zoen nog niet vergeten, en dat was maar goed ook, want vanwege die kus zou zij straks op haar hoede zijn. Justine wierp een blik op de klok, en toch een beetje nerveus opeens, bedacht ze dat ze gelukkig wat bij de koffie had. Verrukkelijke petitfourtjes, daar zou hij wel blij mee zijn! Fons was een liefhebber van zoete lekkernijen. Fons... de goeierd. Wat zag ze plotseling tegen zijn komst op.
Daar kwam Justine echter niet meer onderuit, want Fons was al onderweg naar haar toe en niet zo heel veel later begroette hij haar, ietwat verlegen met de situatie. ‘Hallo, daar ben ik dan.’
‘Gezellig, kom binnen.’ In de huiskamer wees ze hem een stoel en schoof ze het schaaltje met de petitfours vlak voor hem. ‘Maak het je gemakkelijk en beloof me dat je het schaaltje leegsnoept, anders doe ik het morgen en dat is niet best voor mijn lijn.’
Fons nam een minigebakje dat hem toelachte. Om de stilte te verbreken vertelde Justine wat ditjes en datjes die op kantoor waren voorgevallen. Toen Justine zweeg, nam Fons het woord en vertelde hij op zijn beurt over zijn werk op de boerderij. Op een gegeven ogenblik onderbrak hij zichzelf en keek hij Justine indringend aan. ‘Waar zijn we nou eigenlijk mee bezig? Het interesseert jou niets dat een van mijn beste melkkoeien opeens beduidend minder melk geeft en ik de veearts heb laten komen! Ik wil het over ons hebben, over jou. Waar heb ik jouw afwijzende houding aan te danken, Justine, was het de zoen die ik je gaf?’
‘Ja, dat had je niet moeten doen...’
‘Ik ben niet gewend om met vrouwen en met de liefde om te gaan,’ verzuchtte Fons, ‘daardoor zal ik me wel lomp gedragen hebben. Je moet niet vergeten dat ik altijd vrijgezel ben geweest. Je weet hoe er over me gekletst is, wat er over me wordt beweerd. En nu heb ik in jou eindelijk de ware gevonden en gedraag ik me onhandig. Dat spijt me, maar dat ik oprecht van je houd, is de zuivere waarheid. Ik heb je lief, Justine, dat is wat ik je te zeggen had...’
‘Nadat je me had gezoend vermoedde ik het al,’ zei Justine zacht, ‘maar het kan tussen ons niets worden, Fons. Het kost me moeite om dit tegen je te zeggen, toch wil ik er niet omheen draaien. We moeten eerlijk zijn en dan kan ik alleen maar zeggen dat ik me nog altijd met hart en ziel verbonden voel met Allard. Hij heeft mijn hele hart, er is geen plaats in voor een ander. Ook niet voor jou. Het spijt me...’
‘Jij vergist je verschrikkelijk in je eigen gevoelens,’ durfde Fons te beweren. ‘Natuurlijk begrijp ik dat je ontzettend veel van Allard hebt gehouden, maar jij mag je leven niet opofferen aan wat slechts herinneringen zijn. Allard komt niet meer bij je terug, Justine, hij kan niets meer voor je doen of betekenen. Jouw leven gaat verder. Ik smeek je: deel het met mij en je zult opnieuw gelukkig worden.’
Justine had tranen in haar ogen toen ze heel langzaam haar hoofd schudde en heel zacht zei: ‘Ik vergis me niet in mijn gevoelens jegens Allard, het spijt me dat ik jou moet teleurstellen. Desondanks hoop ik dat we vrienden voor het leven kunnen blijven.’
Tot haar verbijstering schudde Fons beslist zijn hoofd. ‘Het is bij mij alles of niks, zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Voortaan zal ik ervoor zorgen dat we elkaar niet meer ontmoeten, want die zielenpijn moet ik mezelf besparen. Ik hoop dat jij eens inziet dat het een waanidee is om halsstarrig van iemand te blijven houden die dood is. Als jij je realiteitszin terugkrijgt en je hart weer open kunt zetten voor de werkelijkheid, hoop ik dat je aan mij zult denken... Tot zo lang zal ik geduld oefenen en op je wachten.’ Toen stond hij op en stak zijn hand uit naar Justine waar zij die van haar in legde.
‘Het spijt me, Fons... dat ik je het geluk niet kan geven en je vriendschap erdoor heb verspeeld.’
Hij glimlachte flauwtjes. ‘Ik neem je niets kwalijk, ik ben nuchter genoeg om te weten dat jij ook maar een mens bent en jouw hart niet naar willekeur kan sturen. Het ga je goed, wees ervan overtuigd dat ik je het allerbeste wens wat het leven te bieden heeft. Dag... meisje.’ Toen hij zag dat Justine hem uit wilde laten zei hij schorrig: ‘Laat maar, voor mijn gevoel hebben we al afscheid genomen.’
‘Afscheid voorgoed,’ prevelde Justine, maar toen was de deur van de huiskamer al achter Fons dichtgevallen en hoorde hij niet meer dat die paar woordjes van haar bedoeld waren om hem al zijn hoop te ontnemen.
Ik kon niet anders, dacht Justine toen ze de voordeur dicht hoorde vallen. We zijn geen kinderen meer, daarom moest ik eerlijk zijn. Maar het spijt me verschrikkelijk dat ik een goed mens zoals jij pijn moest doen. Dat had ik je onzegbaar graag willen besparen. Waarom bleef zij almaar zo nauw met Allard verbonden en hoe kon het bestaan dat een jong meisje als Liese de liefdesperikelen zo duidelijk kon verwoorden? Liese had gewoon gelijk, de liefde vreet energie en bezorgt je zweetdruppels. Die parelden nu tenminste op haar voorhoofd. Ze veegde ze met een zakdoek weg en wiste daar vervolgens mee langs haar ogen die nat waren. Het waren tranen van spijt om een medemens wiens vriendschap zij graag had willen behouden.
Liese Slotegraaf had vandaag een snipperdag genomen. Dat wist Vera en hoewel het al bijna halfelf in de ochtend was, stoorde zij haar dochter niet, maar liet ze haar lekker uitslapen. Wat Vera echter niet wist, was dat Liese al een tijdje klaarwakker op haar rug naar het plafond lag te staren en dat ze de vele gedachten over de liefde nauwelijks bij kon benen. Ze hield inmiddels zoveel van Kevin, bedacht ze, dat ze hem geen dag meer kon missen. En toch had ze hem al een aantal dagen niet gezien. Als ze eerlijk was, mocht ze daar niets achter zoeken, want deze week studeerde Kevin af en dat bracht voor hem vanzelfsprekend de nodige spanningen mee. Hij zou haar meteen bellen als hij geslaagd was en daarna, had hij beloofd, zou hij een knalfeest geven voor studiegenoten, vrienden en vriendinnen. ‘Natuurlijk mag mijn kleine vriendinnetje niet op het feest ontbreken,’ had hij lachend gezegd. Tot zover leek er niets aan de hand te zijn, maar zij wist dat dat schijn was. Gisteren was het Kevins grote dag geweest, maar hij had haar niet gebeld dat hij was geslaagd, laat staan dat ze een officiële uitnodiging voor zijn feest had gekregen. En het was allemaal haar schuld, ze had alles aan zichzelf te danken.
Op een avond, een aantal dagen geleden, had zij Kevin blijkbaar aan het schrikken gebracht, terwijl ze met haar gedrag van toen alleen maar had willen bewerkstelligen dat Kevin inzag dat hij met een echte vrouw te doen had. Niet met een jong meisje dat van toeten noch blazen wist, en zeker niet met een puriteintje. Dat hij dat tegen haar had gezegd, was voor haar een vernedering geweest die ze niet kon verwerken. Na die keer hadden ze elkaar als gewoonlijk weer tussen de middag getroffen en ze was nog een keer bij hem thuis geweest. Elke keer hadden ze volop gespreksstof. Soms sneden ze diepgaande onderwerpen aan, maar het gebeurde ook dat ze allebei in een deuk lagen van het lachen. De laatste keer dat ze op zijn kamer was, had hij foto’s laten zien van ouders en familieleden die haar niet interesseerden. Ze had op een foto gewezen van hemzelf en gezegd dat ze die prachtig vond. ‘Ben je eraan gehecht of mag ik hem hebben?’ had ze gevraagd. Kevin had haar verwonderd aangezien. ‘Als je hem niet aan Jan en alleman laat zien, mag je hem hebben’ Hij had de foto uit het album gehaald en hem haar toegestoken. ‘Nogmaals, Liese, ga niet van de daken schreeuwen dat het een afbeelding is van je partner, want zo is het tussen ons niet gesteld. Toch?’
Ze had van nee geschud, maar ja gedacht Ja, ja! Ik houd van je en jij durft je gevoelens voor mij geen naam te geven omdat je denkt dat ik nog maar een meisje ben. Op dat moment had ze het plan dat eens in haar was opgekomen in de praktijk gebracht. Kevin had een telefoontje gekregen van een studiegenoot en terwijl hij daarmee zat te praten, was zij de kamer uitgeslopen. In zijn slaapkamer had ze zich uitgekleed tot op haar slipje en zo had ze even later voor hem gestaan. Aan het telefoongesprek was toen al een eind gekomen.
Kevin had haar een moment met grote, verbaasde ogen aangekeken voordat hij zichtbaar geschrokken mompelde: ‘Liese... meisje toch, wat doe je nou dan met me?’
Zij had al haar vrouwelijke wapens in de strijd geworpen en dat ze hem had kunnen verleiden, beschouwde ze nog steeds als een overwinning op zichzelf. Het was wel heel vreemd en een beetje beangstigend geweest. Net alsof het een roes betrof, een droom, waarvan ze zich pas veel later de details herinnerde. Want pas toen ze die avond thuis was en in bed lag, hoorde ze Kevin in haar verbeelding weer vragen of ze de pil gebruikte. ‘Ja, wat dacht jij dan!’ had ze verontwaardigd en uit de hoogte gejokt Later herinnerde ze zich ook dat Kevin had gebromd dat ze desondanks toch veilig zouden vrijen. Hij was een heel ander iemand geweest dan de Kevin die ze kende. Toen hij op haar nadrukkelijke wens het licht uitdeed, had hij toch weer gelachen en haar een preuts puriteintje genoemd. Op dat moment raakte die uitspraak haar niet, maar naderhand had Kevin haar toch weer wat onzeker gemaakt.
Hij had zijn handen zwaar op haar schouders gelegd en haar indringend aangezien. ‘Jij lacht en ziet er betoverend lief uit,’ had hij met een donkere stem gezegd, ‘maar ik schaam me diep, Liese! Wat moet jij nou van me denken, dat ik met elk willekeurig meisje naar bed ga als dat zo uitkomt? God is mijn getuige dat dat zeer zeker niet waar is. Ik schaam me in de eerste plaats voor Hem, vervolgens voor jou en niet minder voor mezelf. Ik begrijp het niet dat ik mezelf zo schandelijk kon verliezen.’
Ze vond het heel erg dat Kevin zich zo schaamde voor wat er was gebeurd; ze had hem getroost ‘Ik zie mezelf niet als een willekeurig meisje, ik houd van je en wilde dit per se. Jij hoeft jezelf dus niets te verwijten. Ik heb je ertoe verleid.’
‘Maar waarom, Liese?’ had hij getergd uitgeroepen. ‘Jij kunt dan wel zeggen dat je van me houdt, ik weet zeker dat ik daar geen aanleiding toe heb gegeven. Ik heb je nooit iets beloofd, Liese...’
Ze had lief naar hem gelachen. ‘Ik had dat wat er tussen ons is gebeurd, aan mezelf beloofd, Kevin. Om jou te laten zien dat ik geen meisje, maar volop vrouw ben. Eerlijk gezegd hoopte ik ermee te bereiken dat jouw hart zich voor mij zou openstellen. Geef je dan helemaal niks om me?’
‘Jawel, je bent me heel dierbaar, maar dat is geen liefde, geen verbintenis voor het leven. Ik breng je thuis, Liese. Zo klein en jong als je bent, heb je mij helemaal uit mijn evenwicht gebracht. Ik moet hierover nadenken... en er met een speciaal iemand over praten. Begrijp je?’
Ze had geknikt en laten blijken dat ze hem begreep. ‘Nu de roes voorbij is, wil ik hetzelfde. Ik moet het aan God uitleggen hoe ik ertoe kwam, om vergeving vragen zal moeilijker zijn. Ik wilde het immers zo heel bewust en dat wist God al de hele tijd. En zo weet Hij ook dat ik er geen spijt van heb.’
‘Ik dacht dat ik je kende,’ had Kevin verzucht, ‘maar je bent nu één groot raadsel voor me.’ Hij had vertwijfeld zijn hoofd geschud.
Dat gebaar van hem zag ze nog steeds voor zich, de gekwelde blik die hij erbij in zijn ogen had gehad, stond op haar netvliezen gebrand. Om die blik van hem te vergeten, zat ze herhaaldelijk met de foto in haar handen die ze van hem had gekregen. Op de foto keek hij haar stralend lachend aan, net alsof hij haar de warmte van zijn hart toezond. Ze was dolblij met de foto, op de achterkant had ze geschreven: ‘Kevin Oosterwolde, mijn held voor het leven.’ Maar in werkelijkheid was hij dat nog niet, want sinds het gebeurde hadden ze elkaar niet meer gezien. Elke middagpauze hoopte ze vurig dat hij weer op zijn vaste plaatsje zou zitten, maar ze kwam elke keer opnieuw bedrogen uit Hij had beloofd dat hij haar zou bellen zodra hij wist of hij geslaagd was. Gisteren was het voor hem misschien wel de belangrijkste dag van zijn leven geweest. Zij had in stilte met hem meegeleefd en gespannen op een telefoontje zitten wachten. Ze had echter geen belletje van hem mogen ontvangen. Wilde hij niets meer van haar weten, was ze die avond dan zo ver gegaan dat hij nu vol walging op haar neerkeek? Dan had ze niet haar doel, maar het tegenovergestelde bereikt.
Nadat ze daar een poos zwaarmoedig over na had gedacht, probeerde ze zichzelf moed in te spreken. Je moet niet meteen zo wantrouwend zijn, Liese Slotegraaf! Het kon immers best zijn dat Kevin ziek was geworden en zich te beroerd voelde voor het geven van een feest en evenmin de puf had om haar te bellen. Het was zelfs niet onmogelijk dat hij een ongeluk had gehad en nu in het ziekenhuis lag. O, God, laat dat niet waar zijn, bad ze stil maar vurig. Het vreselijke idee liet haar niet meer los en toen ze even later onder de douche stond besloot ze heldhaftig: ik ga zo meteen naar zijn huis, een van zijn kamergenoten zal me kunnen vertellen wat er aan de hand is. En mocht hij zwaargewond in het ziekenhuis liggen, dan zal ik aan zijn bed staan en hem met al mijn liefde troosten.
Kort hierna zei ze tegen Vera dat ze de stad nog even inging. Zij antwoordde hartelijk: ‘Je hebt gelijk, kindje, je moet genieten van een vrije dag. Of zal ik met je meegaan? Het is lang geleden dat we samen gezellig hebben gewinkeld.’
Hier had Liese niet op gerekend, ze haastte zich te zeggen: ‘Als je het niet erg vindt, ga ik liever alleen...’
De blos die op haar wangen verscheen, deed Vera vertederd lachen en begripvol zeggen: ‘Ik begrijp het al, je hebt een afspraak met je vriendje. Nou, en daar heb jij je moeder niet bij nodig. Ga maar gauw en veel plezier hoor, schat!’
Liese gaf Vera een kus en even later sprong ze op haar fiets en koerste ze, doelbewust een bepaalde richting uit Toen ze bij het studentenhuis aankwam was ze buiten adem en moest ze eerst een hoestbui de baas worden. Daarna beklom ze de stoep en drukte ze op de bel. Het duurde even voordat de deur openging en ze in het vragende gezicht keek van een jongeman. ‘Dag, ik ben Liese Slotegraaf, ik moet Kevin Oosterwolde even spreken, is hij aanwezig?’
Een moment keek de jongen haar verbaasd aan, vervolgens vroeg hij: ‘Weetje dan niet dat Kevin vanochtend in alle vroegte naar Schiphol is vertrokken?’
‘Na... naar Schiphol?’ stotterde Liese. ‘Wat moet hij daar doen?’
De jongen lachte. ‘De meeste mensen stappen daar in een vliegtuig, weet je! Kevin is onderweg naar Suriname. Kort nadat hij cum laude was geslaagd kreeg hij een alarmerend telefoontje dat het niet goed ging met zijn moeder. Hij is halsoverkop vertrokken.’
Liese dacht een moment koortsachtig na en vroeg toen, bijna smekend: ‘Mag ik even op zijn kamer kijken of hij soms een brief voor mij heeft achtergelaten?’
‘Wat mij betreft wel, maar je brengt me wel een beetje in verlegenheid met je vraag. Het is namelijk zo dat Kevin zijn kamer met alles erop en eraan beschikbaar heeft gesteld aan een student die naarstig op zoek was naar onderdak. Hij is zich er momenteel aan het installeren, maar ik wil wel even voor je vragen of hij een brief van Kevin aan jou heeft gevonden. Wacht je even?’ Liese knikte, de jongen verdween de gang in en was binnen de kortste keren terug. ‘Het spijt me, we hebben allebei gezocht, maar geen brief gevonden. Zelfs geen haastig neergeschreven krabbeltje.’ Hij trok hulpeloos zijn schouders hoog op. ‘Hij heeft ons een feestje door de neus geboord en jou een teleurstelling bezorgd, zie ik.’
Liese glimlachte flauwtjes. ‘Dat valt wel mee. Bedankt voor de informatie. Dag...’ Zij keerde zich om en hij sloot de deur.
Terneergeslagen fietste ze naar het centrum waar ze haar fiets in een stalling zette. Vervolgens slenterde ze doelloos door de stad totdat ze in het restaurant van de HEMA een kop koffie kocht en een plaatsje zocht aan een leeg tafeltje. Daar liet ze haar gedachten de vrije loop en kon ze haar tranen nauwelijks bedwingen. Dat hij ijlings naar zijn zieke moeder was gegaan, kon ze zich best voorstellen, maar dat hij zijn kamer had afgestaan begreep ze niet. Zou hij dan van plan zijn om zich weer in zijn geboorteland te vestigen? Daar waren vanzelfsprekend ook ziekenhuizen waar men zijn hulp zou kunnen gebruiken. Maar waarom? Wilde hij haar soms nooit meer zien? Was hij op de vlucht geslagen om datgene waartoe zij hem had overgehaald? Was dat dan zo erg geweest? Ze had er immers alleen maar zijn liefde voor haar mee willen winnen! En vooral willen aantonen dat ze volwassen en volop vrouw was.
Liese peinsde en piekerde haar hersens suf, maar ze besefte niet dat ze zich had verdronken in wat zij liefde noemde, zoals Vera zich eens in de drank had verloren.