13

 

De volgende dag peinsde Justine er niet over om voor even uit haar huis weg te vluchten. Ze had de afgelopen nacht nauwelijks een oog dichtgedaan, maar dankzij haar gepieker had ze zich een helder beeld van de toekomst kunnen vormen. Ze hoopte nu van ganser harte dat Kevin even langs zou komen, want zij had nu nog slechts behoefte aan klaarheid. Ze hoopte dat ze haar emoties onder controle had en dat ze dan heel kalm tegen hem zou kunnen zeggen dat Merels geluk bij haar op de eerste plaats stond. ‘Voor haar welzijn trek ik me terug, want ik weet dat een kind een vader én een moeder nodig heeft.’ Iets dergelijks zou ze tegen hem zeggen, als het haar tenminste lukte. Ze voelde zich zo vreselijk opgelaten; dat ze Merel moest afstaan was het ergste dat haar kon overkomen. Het verdriet ervan overspoelde haar nu al, hoe moest ze daarmee omgaan als ze die kleine schattebout werkelijk had verloren? Wat typisch ook, bedacht ze, dat ik dat tafereeltje van gisteren nou net moest zien. Ze was nota bene naar de stad gegaan om Kevin te ontlopen! In plaats dat zij hem een poets had gebakken, had hij haar ongewild een blik in de toekomst gegeven. Was het een toevallige samenloop van omstandigheden geweest, of had het zo moeten zijn? Ze wist het niet, helder nadenken kostte haar moeite. Ze zou de dag het liefst weggedoken in een hoekje van de bank willen doorbrengen met Merel vast in haar armen. Dat kon ze het kleintje echter niet aandoen; Merel dribbelde in de tuin rond, het was een zegen dat haar zorgen aan Merel voorbijgingen. Zou die mooie donkere vrouw haar toestemming geven als zij vroeg of ze Merel in de toekomst af en toe een dagje bij zich mocht hebben? Het zou een schrale troost zijn, maar iets was beter dan niets. Justine wierp voor de zoveelste keer een blik op de klok. Toen ze zag dat het inmiddels negen uur was geworden, bedacht ze tegelijkertijd dat ze Kevin zo dadelijk zou kunnen verwachten. Hij wist dat zij op zondagochtend graag naar de kerk ging en meestal kwam hij tegen deze tijd bij haar om op Merel te passen zodat zij ongestoord haar ‘geestelijke voer’ kon gaan halen. Waarom zou hij dat vandaag niet doen, vroeg ze zich af. Kevin wist immers niet dat zij gisteren een blik achter de schermen had kunnen werpen en zodoende op de hoogte was van de liefde in zijn leven. Hoe lang was dat al gaande en waarom had hij het voor haar verzwegen? In diep gepeins verzonken merkte Justine niet dat Kevins Mercedes bij haar voor de deur stopte, ze schrok pas op toen ze de bel hoorde. Met lood in haar benen liep ze op de voordeur toe, ze voelde haar hart onregelmatig kloppen. Nadat ze diep adem had gehaald opende ze de deur en met een stalen gezicht jokte ze: ‘Wie ik ook had verwacht, jou niet.’

Een moment zocht Kevin verwonderd haar gezicht af, vervolgens lachte hij breed. ‘Waar haal je dat slechte humeur vandaan! Via je ogen kijk ik in je hart en ik zie dat je daar een ijskorst omheen hebt gelegd. Laat die eens gauw smelten, zo ken ik je niet!’

‘Je kent mij helemaal niet..’Justine draaide zich om en liep naar de huiskamer. Kevin volgde haar en vroeg verbaasd: ‘Zit je met dit mooie weer binnen? En waar is mijn kleine prinsesje?’

‘Merel speelt in de tuin. En waag het niet om te zeggen dat ik haar niet alleen mag laten, want er kan haar daar niets gebeuren.’

‘Oei oei, nog even en ik krijg een draai om mijn oren!’ Kevin lachte. ‘Ik weet toch dat de tuin dermate is afgeschut dat er, bij wijze van spreken, geen vlieg uit kan ontsnappen. Ga maar gauw naar de kerk en vraag Onze-Lieve-Heer of Hij de ijskorst om je hart wil wegnemen. Malle Justientje, wat is er toch met je.’

Doe toch niet zo schijnheilig, dacht Justine gepikeerd. Bokkig zei ze: ‘Ik ga vandaag niet naar de kerk, ik wil met je praten. Ik ben heus niet boos, ik heb alleen maar een bijzonder ontevreden gevoel over me. Ik haat het ongewisse, ik wil weten waar ik aan toe ben.’

‘Ben ik de schuld van jouw onvrede?’ Hij was zich van geen kwaad bewust en keek haar trouwhartig aan.

Die blik bracht Justine uit haar evenwicht en verdrietig mopperde ze: ‘Ja, natuurlijk ligt de schuld bij jou! Je komt bij me als het jou toevallig zo uitkomt, je blijft dagen achtereen weg als dat in je straatje past. Ik heb je al een paar dagen niet gezien en daar kan ik niet tegen.’ Toen ze hoorde dat ze haar mond voorbijpraatte corrigeerde ze zich snel. ‘Ik bedoel dat je best even van tevoren kunt bellen. Dat kan voor jou geen moeite zijn en dan weet ik tenminste waar ik aan toe ben...’

Kevin had zich in een van de diepe stoelen laten vallen. Hij schaterde en sloeg geamuseerd met zijn handen op zijn bovenbenen. ‘O, jullie bleekscheten zijn toch ook allemaal hetzelfde! Jullie plukken de dag niet om hem te liefkozen, maar vullen die nauwkeurig van minuut tot minuut in. Om tien uur is het koffietijd, klokslag twaalf moet er geluncht worden, om drie uur is de thee klaar en om zes uur wordt er getafeld. En niemand kan zo maar onverwacht mee-eten, want daar is dan weer niet op gerekend. Jullie laten je door de kleinste kleinigheden van slag brengen, maar dat is zó dom,Justine! Je moet je door het leven laten verrassen, niet alles van tevoren willen vastleggen. Het onverwachte is fascinerend, je moet lak hebben aan de tijd, alleen maar van elke minuut, elke seconde genieten!’

‘Jij hebt makkelijk praten, jouw levensstijl is even dartel als de zon. Ik durf rustig te bekennen dat ik jaloers ben op jouw manier van leven.’

Kevin kon er niet op ingaan, want Merel kwam binnen. De drempel was voor haar nog te hoog, daar kroop ze op handen en voeten overheen, vervolgens dribbelde ze met een stralend snoetje op Kevin toe.

‘Papa-pa-pa.’

Hij ving haar op en hief haar hoog boven zijn hoofd. ‘Dag, mijn schattekind, krijgt papa een dikke kus?’ Daar was Merel altijd gul mee en ook deze keer drukte ze haar lipjes op die van Kevin.

Justine keek toe, zij dacht aan de kus die Kevin gisteren had weggegeven. Waarom had zij daar per se getuige van moeten zijn? Om haar gedachten te verzetten en opkomende tranen te verdringen, schonk ze koffie in en reikte ze Merel haar tuitbekertje met vruchtensap aan. Het meiske nam een paar slokjes en wrong zich daarna uit Kevins armen los. Hij zette haar op de grond en terwijl ze onverstaanbare taal brabbelde zocht Merel de tuin en haar speelgoed weer op.

Kevin keek haar vertederd na en verzuchtte uit de grond van zijn hart: ‘Hoe is het mogelijk dat zo’n klein wezentje je hart zo volledig in bezit kan nemen? Op één na, is Merel mij het meest dierbaar.’ Hij lachte zijn innemende lach.

Justine was de ernst zelve toen ze erop inhaakte en zei: ‘Die ene is een mooie, donkere vrouw. Kom daar toch gewoon voor uit, man! Ik heb jullie gisteren toevallig in de stad zien lopen. Het verbaast me nog steeds dat jij zo geheimzinnig doet over de vrouw van je dromen. Zeg het maar recht in mijn gezicht dat je trouwplannen hebt en dat ik Merel aan haar zal moeten afstaan. Weest gerust, Kevin... ik zal jullie geluk niet in de weg staan, maar dat ik Merel kwijtraak is voor mij een bittere pil. Liefde is niet zoet, zoals het in boeken staat beschreven en in liederen gezongen wordt Liefde verminkt, dat weet ik uit ervaring. Ik moest iedereen die ik liefhad verliezen en die kwelling houdt maar niet op. Nu zal ik Merel weer moeten missen en jou...’Justine zweeg niet omdat ze zich opnieuw had versproken, maar omdat ze een huilbui moest onderdrukken.

Even wist Kevin niet wat hij hoorde, maar hij was snel van begrip. Door wat ze had gezegd kreeg hij opeens sterk het vermoeden dat Justine jaloers was en dat was voor hem een aangename gewaarwording. Hij hield al zo lang van haar. Toonde ze hem dan nu eindelijk het diepste van haar hart? Om zichzelf meer zekerheid te verschaffen besloot hij Justine nog iets verder uit de tent te lokken. Uitermate kalm zei hij: ‘Je hebt gelijk, Justientje; ik wil dolgraag trouwen. En de vrouw van mijn dromen, zoals jij haar noemde, zou dan inderdaad Merels moeder worden. Maar ik twijfel er nog aan of zij wel voldoende in mij ziet. Ze geeft zich niet bloot en houdt mij aan het lijntje.’ Na die uiteenzetting schonk hij haar zijn innemendste lach.

Justine stapte in de uitgezette val. Ze beet verontwaardigd van zich af: ‘Denk je nu werkelijk dat ik gek ben! Je kunt mij niet om de tuin leiden, hoor, Kevin. Ik heb gisteren met eigen ogen gezien dat jullie de meubelzaak binnengingen, voor mij was het toen niet moeilijk te raden dat jullie samen de meubels voor je huis hebben gekocht. Daar had jij een eventuele toekomstige huishoudster niet bij nodig. Waarom draai je er nu zo omheen? Ik heb gisteren mijn ogen niet in mijn zak gehad en zodoende zag ik dat jullie elkaar zoenden. Zomaar op straat en dan probeer je mij wijs te maken dat je aan haar gevoelens twijfelt?’

Haar trillende lippen, haar vochtige ogen, bevestigden Kevins hoopvolle vermoedens. Zijn stem klonk teder van liefde toen hij zei: ‘Myron en ik hebben al heel wat afgezoend. Zodra we elkaar zien wordt er geknuffeld en gezoend, we gaan nu eenmaal heel close met elkaar om. Wist je overigens dat de naam Myron betekent: zoet geurend als olie? Mijn moeder heeft die naam voor haar bedacht en ik moet zeggen dat die precies past bij mijn jongste zusje.’ Kevin zweeg en keek Justine verwachtingsvol aan.

Zij moest naar adem happen voordat ze stotterend uitbracht: ‘Je... zzzusje?’

‘Ja, dom gansje, ik liep gisteren met mijn zusje in de stad! Myron is een paar dagen geleden voor een korte vakantie naar Nederland gekomen. Ze logeert bij mijn vader en ik probeer zoveel mogelijk bij haar te zijn. Dat was de reden dat ik jou een beetje verwaarloosde. We hebben helemaal geen meubels uitgezocht, ik heb Myron alleen maar laten zien wat jij en ik samen voor mijn huis hebben gekocht Ze vond de vloerbedekking die op de slaapkamers komt prachtig, ze prees jou om je goede smaak. Ben je nu gerustgesteld en niet meer jaloers?’

Justine hakkelde met hoogrode kleur: ‘Hoe kóm je erbij dat ik jaloers zou zijn? Ik was alleen maar bang dat ik Merel aan haar zou verliezen...’

Kevin kon niet nalaten te zeggen: ‘Jullie noorderlingen passen er altijd voor op om niet het achterste van je tong te laten zien. Maar het is niet goed, Justine, om tere gevoelens zo moedwillig te verbergen. Je blokkeert er je eigen geluk door en ik kan toch niet raden wat er in jou omgaat? Ik had het daarstraks over jou, toen ik zei dat ik twijfelde aan de gevoelens van de vrouw van mijn dromen. Jij geeft je niet bloot, jij houdt mij aan het lijntje. Ik hou al zo hopeloos lang van je, hoe lang laat je me nog in het ongewisse, Justientje?’

Nog was ze voorzichtig en fluisterde ze: ‘Ik wist niet dat jij... van mij hield.’

‘Volgens mij heb ik anders al wel duizend keer tegen je gezegd: ik hou van je!’

‘Jawel, maar... Zoiets zeg je ook tegen Siska en je slaat soms ook zomaar een arm om de schouders van mijn vader. Dan zeg je ook tegen hem: goede man, ik geef om je. Door jouw manier van optreden dacht ik dat het slechts woorden waren zonder diepe inhoud...’

Kevin haalde ietwat hulpeloos zijn schouders op. ‘Ik kan er niets aan doen dat ik ben die ik ben. Ik moet de mensen om wie ik geef aanraken en tegen ze zeggen wat ik voor ze voel. Je zou eens moeten weten hoe dolgraag ik jou hartstochtelijk had willen zoenen, het bleef echter bij een vriendschapskusje. Omdat jij een muurtje tussen ons bouwde dat ik niet omver durfde te duwen. Waarom deed je toch de hele tijd zo afstandelijk, Justine?’

‘Ik wist niet beter dan dat jij... in mij slechts je toekomstige huishoudster zag. Dat beschouwde ik als een aalmoes die vernederend was en pijn deed. Het is lang geleden dat je mij dat voorstel deed, maar ik kon het niet vergeten. Later, toen je wat terugkrabbelde en me beloofde dat je Merel niet bij me weg zou nemen, bleef dat eerste mij almaar bang maken. Je stelde me toen voor een keuze... Maar ik kon niet kiezen, ik wilde Merel wel met je delen, maar niet als je huishoudster. Begrijp je me een beetje, Kevin?’

‘Ja meisje, ik realiseer me nu dat we allebei geworsteld hebben met onze gevoelens voor elkaar.’ Nadat hij een ogenblik had gezwegen sloeg Kevin zijn ogen weer naar Justine op en ernstig zei hij: ‘Ik heb mijn allerbelangrijkste keuze gemaakt, ik weet dat ik mijn leven met jou wil delen. Jij hebt echter nog steeds niet gezegd dat je ook van mij houdt. Zeg het, Justientje, zeg dat je me liefhebt,’ smeekte hij met zijn typisch Surinaamse accent, dat Justine als altijd als muziek in de oren klonk. Er biggelde een traan van ontroering over haar wang toen ze haar armen naar hem uitstrekte en fluisterde: ‘Ik hou van je, Kevin... Met heel mijn hart en ziel hou ik van jou.’ Ze lachte en huilde tegelijk en toen ze Kevins armen om zich heen voelde, en zijn mond die de hare omsloot met een hartstochtelijke kus vol liefde, voelde ze zich verlost van de zorgen die ze zich nodeloos had gemaakt. Ze nam een eerdere opmerking terug toen ze tegen zijn borst fluisterde: ‘Waarachtige liefde verminkt niet, maar brengt louter geluk.’

Telkens opnieuw kusten ze elkaar totdat Justine aan Merel dacht. Toen nam ze Kevins hand, trok hem mee naar buiten en kort hierop tilde ze Merel uit de zandbak en sloot haar vast in haar armen. Ze kuste het wondermooie kindje dat niet wist waarom mama moest huilen en al evenmin begreep wat mama bedoelde met: ‘Ik zal je niet verliezen, kleine lieveling. Je bent nu van ons samen. Ons kindje... O, goede God, dank U voor dit overweldigend geluk,’ liet ze er met ogen vol gelukstranen op volgen.

Een tijdje later, toen ze buiten in de tuinstoelen zaten en ze Merels spel volgden, leek het voor Kevin net alsof Justine nog niet volledig gerustgesteld was. Want toen vroeg ze: ‘Ik geloof nu wel dat jij niet achter mijn rug om samen met Myron meubels hebt gekocht, maar waarom blijf je daar zo geheimzinnig vaag over doen? Je huis is bijna klaar, en als je er intrekt zul je toch ergens op moeten zitten. Denk je er wel aan, Kevin, dat er soms sprake is van een lange levertijd?’

Hij lachte zijn brede charmante lach. ‘Ik heb overal aan gedacht, ik prakkiseerde er niet over om nieuwe meubels aan te schaffen, want ik liet me almaar voortstuwen door hoop. Ik hoopte dat ik jouw hart voor me zou kunnen winnen en in dat geval hadden we enkel maar de stoffering voor het huis nodig, de rest staat hier immers in jouw huis! In de eerste plaats is deze inrichting helemaal jouw smaak en ten tweede is alles nog zo goed als nieuw. Ik mag dan een levensgenieter zijn, ik heb ook zuinige, praktische kanten!’

‘Je bent een schat,’ zei Justine warm. ‘Terwijl jij al bezig was ver vooruit te denken, zag ik geen gat in de toekomst. Wat is het een heerlijk gevoel om zo zorgeloos gelukkig te mogen zijn! Als Liese dit nou eens wist...’ liet ze er zacht op volgen.

Nadat ze allebei in dierbare gedachten een poos bij Liese hadden vertoefd, sneed Kevin de realiteit van alledag weer aan. ‘Jij zult je huis moeten verkopen, zal dat gepaard gaan met tranen van heimwee?’

Ze hadden hun stoelen dicht tegen elkaar aan geschoven. Justine liet haar hoofd rusten tegen Kevins schouder toen ze gelukzalig murmelde: ‘Bij jou zal ik nooit meer hoeven te huilen, lieverd. Al zou ik met jou in een blokhutje op de heide moeten wonen, dan nog zou ik me als vrouw bevoorrecht voelen. Ik zou het liefst morgen al met je willen trouwen, maar dat zal helaas niet gaan.’ Kevin opperde: ‘Gezien onze leeftijd moeten we er wel vaart achter zetten! Merel verdient een zusje of broertje, en ik wil van jóu een kind!’ Justine keerde hem verlangend vragend haar mond toe en nadat ze de begeerde kus van hem had gekregen, wees ze hem terecht ‘Jij hebt niets te willen, Kevin Oosterwolde! Elk kind is een godsgeschenk. Maar dat wil niet zeggen dat we er niet om mogen vragen en naar mogen verlangen. Ik wil ook niets liever dan een kindje van jou. Een meisje, dat we Liese zullen noemen, als een hommage aan Merels echte moeder. Was het maar zo dat je dit soort dingen allemaal zelf eventjes kon regelen.’

‘We zullen de komende tijd nog heel veel moeten regelen,’ voorspelde Kevin en op Justines vragende blik vervolgde hij: ‘Merel moet vanzelfsprekend mijn achternaam krijgen en daar zullen heel wat juridische formaliteiten aan voorafgaan. Mijn vader is echter al jaren bevriend met een kantonrechter en die zal ons precies kunnen zeggen welke wegen we moeten bewandelen. Zo’n kruiwagentje kan heel nuttig zijn; het is nog altijd zo dat degene die het dichtst bij het vuur zit, de meeste warmte opvangt. Nu we het overigens over mijn vader hebben, schiet me te binnen dat hij jou graag wil leren kennen en Myron popelt ook van ongeduld om jou te ontmoeten. Als ik thuis ben, heb ik het vaak over jou en zo weet vader, evenals Myron, dat ik al heel lang van jou houd. Ze zullen in de wolken zijn als ze horen dat mijn liefde nu eindelijk wordt beantwoord!’

Justine zei quasimeewarig: ‘Arme jongen, wat heb ik jou aangedaan?’ Vervolgens zei ze dat ze zich graag door Kevin aan zijn vader en zusje liet voorstellen. ‘Mijn pa en Siska zullen net zo goed blij voor ons zijn, Diederik zal ook geen problemen geven, met Vera ligt het echter wat gevoeliger. Je weet dat zij je tot dusver niet heeft willen ontmoeten en als ze bij haar standpunt blijft, zal zij niet op onze trouwdag aanwezig zijn. Dat zou ik heel erg vinden voor Merel, maar ik denk daarbij ook aan Liese. In gedachten en gebeden zullen wij haar die dag eren en wat zou het dan mooi zijn als er geen gevoelens waren van wrok en rancune. Nu ik zelf opeens zo gelukkig ben wil ik graag dat anderen het ook zijn.’

‘Kon ik me maar witwassen,’ verzuchtte Kevin, ‘dan zou Vera vermoedelijk de helft minder moeite met me hebben.’

Justine opperde bedachtzaam: ‘Ik denk dat Vera zich maar inbeeldt dat ze aan rassenwaan lijdt. Ze houdt zielsveel van Merel en haar huidje is even donker als dat van jou. Jullie zijn gewoon prachtige mensen waar wij bleekscheten - zoals jij ons zo graag plagend noemt - jaloers op mogen zijn. Het zou zo jammer zijn,’ ging ze bezorgd verder, ‘als Vera haar stellingname ook in de toekomst blijft handhaven. Merel is haar kleinkind, waar Vera volop van zou moeten genieten. Als ze ginder daadwerkelijk van haar drankzucht wordt genezen en de dingen in hun werkelijke proporties kan zien, komt het misschien toch nog goed. Gerard schreef op een kaart die ik van hem ontving: hoop doet leven, en zo is het ook.’

Op dat moment kwam Merel op hen toe dribbelen. Ze stak haar armpjes naar Justine en toen zij het minivrouwtje bij zich op schoot trok, keek Merel haar vragend aan. ‘Happie, happie?’

Justine schoot weliswaar in de lach, maar zei berouwvol: ‘Arm kind, laten we jou zowat verhongeren? Jij had je prakje allang moeten hebben, wat zijn wij voor ouders dat we vergeten te bedenken dat een kind niet van de liefde kan leven. Ga maar naar papa, dan schiet mama de keuken in.’ Ze gaf Merel over aan Kevin en zei tegen hem: ‘Ik heb een kop soep en een salade, vanavond kook ik uitgebreid, hoor! Wil jij Merels toetje en handjes ondertussen even wassen, ze zit onder het zand!’

Met een schoongewassen kindje wiens snaterstemmetje bleef klinken, zaten ze niet veel later aan tafel en trots als ze zich voelde kon Justine haar ogen niet van man en kind afhouden. En heel stil in zichzelf, maar o zo dankbaar, beloofde ze beiden: ik zal jullie gelukkig maken, en elke nieuwe dag voorzien van een gouden randje. Dat zal een denkbeeldige penseelstreek zijn van een dankbare vrouw die mag liefhebben. Die zonder vrees voor de toekomst, vrouw en moeder mag zijn. Moeder... Als een zeldzame lekkernij liet ze de naam genotvol op haar tong smelten.

Kevin zag de warme, dromerige blik in haar ogen en zei quasiwaarschuwend: ‘Waar denk je aan? Pas op en verstop je gevoelens niet nog eens voor mij!’

Justine verzuchtte zacht: ‘Er is opeens zoveel om dankbaar voor te zijn, dat kan ik niet in een paar woorden uitdrukken. Daar heb ik een lang gebed voor nodig en daarom ga ik straks naar de middagdienst.’

‘Ik zou graag met je meegaan,’ zei Kevin.

Justine wees lachend op Merel. ‘Dat handenbindertje heeft jouw toezicht nodig,jij moet je vaderlijke plicht vervullen!’

‘Het is nog niet te bevatten,’ zei hij ernstig, ‘dat ik binnen afzienbare tijd niet alleen maar een keertje hoef te komen om op te passen, maar dat ik dan daadwerkelijk vader zal mogen zijn. Ik ben even dankbaar als jij, Justine.’

Deze bewoog haar hoofd op en neer. ‘We hebben er alle reden toe, jongen.’

 

Het was een halfjaar later en op de vooravond van haar huwelijk kon Justine de slaap niet vatten. Dat kwam deels vanwege het voor haar vreemde bed waar ze in lag, maar voornamelijk doordat ze voor het eerst gescheiden was van Merel. Voor slechts één nachtje, toch was het een vreemd idee. Pa had haar een poos geleden gevraagd of ze vanuit het huis van Siska en hem wilde trouwen, en zodoende logeerde ze hier een nachtje. Ze vond het een romantisch idee dat Kevin haar morgenochtend uit haar ouderlijk huis kwam ophalen. Bovendien was het voor haar gemakkelijk, want ze trouwden in het dorp waar pa zijn jeugdliefde had teruggevonden. De reden van die keuze was dat zij het kleine kerkje van dit dorp zo prachtig vond. Het was een wit, pittoresk kerkje, met een rode torenspits die voor haar gevoel veelzeggend naar de hemel wees. Morgen zou ze in dat mooie godshuis Kevins vrouw worden. Morgen... Nadat ze daar in stil verlangen een poosje over droomde vroeg ze zich af hoe Merel haar eerste logeerpartijtje zou ervaren. Omdat de kapster morgenochtend al om halfnegen kwam en Siska haar vervolgens moest helpen bij het aantrekken van haar bruidsjapon, zou Merel hen voor de voeten lopen en zodoende sliep zij deze nacht bij Vera. Zij en Diederik waren destijds vier weken in Davos gebleven, na hun terugkeer had Vera het woord ‘kuuroord’ niet genoemd, ze had het gehad over ‘onze vakantie’, die haar goed was bevallen. Veel meer wilde ze er niet over loslaten.

Diederik had haar in een onbewaakt moment een keer in vertrouwen genomen. Hij had haar toen verteld dat de individuele therapieën die Vera dagelijks had gekregen, ontzettend zwaar en ingrijpend waren geweest. Diederik had in die moeilijke dagen vele wanhoopstranen van zijn vrouw moeten drogen. Vera had zich er echter helemaal alleen doorheen moeten vechten. Na elke therapie, die een paar uur en soms nog langer duurde, werd Vera naar een klein kamertje gebracht waar alleen een tafel en een stoel in stonden In dat schemerige vertrek, niet veel meer dan een cel, had Diederik verteld, werd Vera vervolgens uren achtereen aan haar lot overgelaten en volledig op zichzelf teruggeworpen. Hoewel het wreed leek, wist zij - Justine - van Diederik dat die uren in volstrekte afzondering voor Vera doorslaggevend waren geweest. Ze werd als het ware gedwongen tot een grondige zelfanalyse en toen haar kuurtijd erop zat en ze weer wilden afreizen, had Vera gezegd dat ze nog eenmaal naar het kamertje wilde om er afscheid van te nemen.

Later, toen ze onderweg naar huis waren, had ze tegen Diederik gezegd: ‘Die eenzame cel is me dierbaar geworden. Het was er halfdonker, kil en koud en toch raakte ik niet verkleumd. En ik voelde me niet eenzaam omdat ik er niet alleen was. Niet eerder dan in die uren van gedwongen opsluiting, heb ik God zo dichtbij gevoeld. Het verleden trok er keer op keer aan mijn geestesoog voorbij, ik zag en voelde aan den lijve wat ik Liese en jou in mijn dronkenschap heb aangedaan. De grootste afkeer van mezelf kreeg ik toen ik leerde inzien dat ik zondags in de kerk vroom zat te wezen, maar er niet naar leefde. Ik durfde het wagen om een mens van een ander ras te veroordelen vanwege zijn huidskleur, zonder de hand in eigen boezem te steken. Ik heb Liese veel meer verdriet aangedaan dan Kevin Oosterwolde, maar hoe ik hem dat moet duidelijk maken, weet ik niet. Ik ben nu werkelijk genezen van mijn drankprobleem, maar ik ga nu diep gebukt onder schaamte.’

Diederik zou Diederik niet zijn, mijmerde Justine ongestoord verder, als hij Vera niet opnieuw de helpende hand had toegestoken. Ze waren nog maar kort weer thuis geweest toen Diederik haar had gebeld en had gevraagd of Kevin soms toevallig bij haar was. Dat was niet het geval geweest, zij had Diederik toen het nummer gegeven van zijn pension. Later had Kevin haar verteld dat Diederik hem had gevraagd of hij een keertje bij hen langs wilde komen om kennis te maken met Vera. Over die ontmoeting had Kevin gezegd: ‘De goede vrouw durfde me niet aan te kijken, dat ging mij te ver, het raakte me diep. Want wie ben ik dat iemand zich schaamt voor mij? Door een arm om haar heen te slaan heb ik haar aangeraakt en gevraagd of zij me wilde accepteren als Merels vader en als medemens. Ze kon geen antwoord geven, want ze huilde. Pas toen ik mijn zakdoek trok en haar tranen droogde, fluisterde zij: “Dank je, Kevin...” Ze sprak mijn naam uit en dat was voor mij voldoende. Meer is er niet gezegd, zonder omhaal van woorden hebben zij en ik vrede gesloten. Later komen de nodige gesprekken wel. Als de tijd er rijp voor is, zal ik haar vertellen over mijn gevoelens jegens Liese.’

Lieve Kevin, dacht Justine vertederd, Diederik had haar verteld hoe ontroerd hij was geweest toen Kevin het voor Vera zo gemakkelijk maakte. Vanmiddag hadden ze Merel samen naar Vera gebracht en totaal onverwacht had zij toen tegen Kevin gefluisterd: ‘Dat jij Lieses kind aan mij toevertrouwt, is meer dan ik aan je verdien. Ik weet niet hoe ik je ervoor moet bedanken.’

Kevin had breed gelachen. ‘Geef me er dan maar een kus voor, dan zul je meteen merken dat ik niet afgeef!’ Hij had Vera’s reactie niet afgewacht, maar had zelf het initiatief genomen. Hij had Vera omhelsd en gekust en bewogen gezegd: ‘Geef je enige echte kleinkind wat je Liese niet meer kunt geven. En lieve vrouw, wanhoop niet langer, kijk liever om je heen en zie hoe gelukkig we allemaal zijn geworden.’

Daarop had Vera zacht gezegd: ‘Je hebt gelijk, we hebben allemaal onze eigen strijd moeten strijden en dankzij Gods hulp kunnen we nu in harmonie met elkaar verder.’

Ze konden alleen maar hopen dat Vera niet nog eens in de drank zou wegvluchten. Ze had letterlijk en figuurlijk haar lesgeld betaald en het leek erop dat ze er eindelijk de juiste lering uit had getrokken.

Het is gewoon fantastisch, dacht Justine vergenoegd, hoe wonderbaarlijk alles is goed gekomen. Ze hadden de wind nu in de zeilen; haar huis had maar enkele weken te koop gestaan toen er mensen kwamen die er - net als zij destijds - meteen verliefd op werden en het kochten. Op een paar kleine dingetjes na stond haar voormalige minilandhuisje nu leeg en stond het huis van Kevin volledig ingericht op hen te wachten. Omdat het vele malen groter was, hadden ze er wel meubels, kasten en wat andere spullen bij moeten kopen. Zij had het alleen maar mee ingericht en toch was het al helemaal haar huis. Vanaf morgen zouden ze er als gezin wonen! Man, vrouw en kind en alle drie zouden ze dan dezelfde naam dragen! Het is toch zeker geen wonder, dacht Justine, dat ik van louter geluk en opwinding niet in slaap kan komen! Ze zou nooit vergeten hoe ontroerd Kevin was geweest toen Merel officieel zijn achternaam mocht dragen. Hij had gehuild en haar telkens weer Merel Oosterwolde genoemd. Het was geen eenvoudige procedure geweest, er was een hele papieren rompslomp aan te pas gekomen, maar dankzij de relaties van zijn vader waren er geen onoverkomelijke moeilijkheden geweest. Vanaf morgen zou zij zich ook Justine Oosterwolde laten noemen.

Zou Kevin haar bruidsjapon mooi vinden? Ze was er zelf helemaal weg van; de warme, rode kleur stond haar goed, vond ze zelf. Aan de voorkant viel de lengte van de rok net over haar knieën, aan de achterkant raakte het de grond aan. Vanwege de eenvoud wees de jurk op smaak en raffinement, had de verkoopster met stelligheid verkondigd. Ze had er schoentjes in dezelfde kleur bij gekocht, in haar haar zou een bloem worden gestoken. Ze wilde geen hoed, geen sluier, want die pasten niet bij de jurk. Ze had haar bruidstooi samen met Siska en Vera gekocht en terwijl ze aan het passen was geweest waren haar gedachten naar een andere bruidsjurk gedwaald.

Toen ze haar spullen overbracht naar Kevins huis, had ze een hele tijd met de schitterende witte trouwjurk in haar handen gestaan die al die tijd in een kast had gehangen. Ze was echter geen moment in de verleiding geweest om hem te dragen. Ze had hem zorgvuldig ingepakt en in haar nieuwe huis had ze hem een nieuw plekje gegeven. Ze kon er geen afstand van doen, ze wilde hem bewaren als een kostbaar aandenken, dat overeenstemde met de dierbare herinneringen die ze in haar hart voor Allard bewaarde. Ze wist dat hij haar dit nieuwe geluk gunde en morgen zou ze wis en zeker ontroerd aan hem moeten denken, evenals aan Liese. Ze had Kevin nog niet verteld over het huldebetoon... Verder kwam Justine niet, de slaap vond het blijkbaar welletjes en ontfermde zich over haar.

 

Het was een gemêleerd gezelschap van wit en zwart dat het pittoreske kerkje vulde. Kevins vader was uiteraard aanwezig en zijn zusjes waren met man en kinderen uit Suriname overgekomen. Myron was ongetrouwd en zij nam de niet geringe taak op zich om Merel tijdens de huwelijksplechtigheid wat in toom te houden. Het kindje begreep niet waarom ze almaar stil moest zijn en ze vond het blijkbaar niet eerlijk dat de predikant wel mocht praten. Tijdens zijn preek, die even ontroerend als diepgaand was, liet Merel haar heldere stemmetje een paar keer horen: ‘Ssst, jij stil zijn!’

Zij kreeg menige vertederde blik toegeworpen, er werden echter ook tranen van ontroering weggepinkt. Toen de predikant het bruidspaar zijn zegen gaf had vooral Gerard van Egmond het te kwaad. Mannen mogen niet huilen; Gerard kon de droge snik die in hem opwelde echter niet tegenhouden en schaamde zich niet voor zijn emoties. Veel later, toen iedereen voor de receptie binnen was en voorzien van hapjes en drankjes, liep Justine op haar pa toe. Gerard stond achter in de zaal het geheel met een vergenoegde blik te overzien toen Justine haar arm door die van hem schoof. ‘Ik zag je alleen staan en vroeg me af wat er in je omging,’ zei ze zacht. ‘Je maakt je nu toch geen zorgen meer om mij, pa?’

Gerard begreep dat Justine op de snik doelde die hoorbaar door de kerk was gegaan. ‘Het werd me in de kerk allemaal even te veel,’ bekende hij schor, ‘ik dacht terug aan de tijd toen jij ook in het huwelijk zou treden. In plaats van gelukkig te worden kregen wij toen samen onmenselijk veel verdriet te verwerken. Ik was al een hele tijd weer gelukkig met Siska, maar het bleef me dwarszitten dat jij alleen voort moest. Nu jij, net als ik, het geluk in de liefde hebt teruggevonden, ben ik daar zo onzegbaar dankbaar voor dat ik er een beetje van moest huilen. Wat jij en anderen hoorden was niets anders dan een snik van een overgelukkige vader. Vergeet nooit, mijn meisje, dat ik ontzettend veel van je hou...’

‘Dat gevoel is wederzijds, pa! Eens hebben we besloten om elkaar los te laten, in werkelijkheid zijn wij onlosmakelijk met elkaar verbonden. Tot in lengte van dagen zal dat zo blijven en dat is een zalig vooruitzicht Word alsjeblieft stokoud, pa... blijf heel lang bij me.’Justines ogen vulden zich met tranen.

Gerard haastte zich te zeggen: ‘Kom, meisje, jij mag op de mooiste dag van je leven niet huilen! Lach het leven en deze dag toe!’

‘Je hebt gelijk,’ snifte Justine en nadat ze zich weer had hersteld zei ze: ‘Je weet ervan, hè, pa, dat jij en de overige gasten straks na de receptie ruim een uur de tijd krijgen voordat we voor het diner aan tafel gaan. Die tijd kan iedereen naar eigen inzicht invullen, ik heb hier en daar al opgevangen dat sommigen een wandeling gaan maken en dat anderen gezellig bij elkaar zullen schuiven voor een gesprek om elkaar beter te leren kennen. Kevin en ik piepen er zo dadelijk even stilletjes samen tussenuit. Als we gemist worden zeg dan maar dat we iets te doen hadden, maar zo terug zijn.’

‘Je maakt me nieuwsgierig,’ zei Gerard.

Op zijn vragende blik lachte Justine geheimzinnig. ‘Dat was niet de bedoeling, maar ik kan je evenmin verklappen wat we gaan doen. We hebben echter even een auto nodig, mogen we die van jou lenen, wil je me de sleutels geven?’ Gerard tastte in zijn broekzak en toen Justine de autosleutels aannam zei ze: ‘Dan ga ik nu nog even rondlopen en hier en daar een praatje maken. Dag, lieve man, we zien elkaar nog!’

Justine verwijderde zich en iets verderop botste ze zowat tegen Fons Kloosterhuis op. Hij verzuchtte lachend: ‘Hè, hè, eindelijk kan ik even beslag op je leggen!’ Hij omvatte met beide handen haar gezicht en keek haar trouwhartig in de ogen. ‘Het is waarschijnlijk overbodig, maar voor mijn gevoel moet ik nog even tegen je zeggen dat ik je dit grote geluk als geen ander gun. Je krijgt aan Kevin een bovenste beste man, daar had ik niet tegenop gekund.’

‘Dat is onzin,’ vond Justine. ‘Jij verklaarde destijds je liefde aan de verkeerde vrouw. Je moet de moed niet opgeven, want de ware loopt ook heus ergens voor jou rond. Je moet haar willen zoeken en dan weet je maar nooit wat ervan komt!’

Fons’ gedachten flitsten naar Beatrijs van Zomeren. Hij herhaalde Justines stellingname: ‘Je hebt gelijk, je weet het maar nooit.’

Op dat moment kwam Kevin op hen toe lopen. Justine had hem inmiddels allang verteld wat ze deze dag van plan was en nu sloeg hij verliefd een arm om haar heen. ‘Ben je zover? Het wordt tijd, anders zijn we niet op tijd terug voor het diner.’

Justine knikte. Fons informeerde nieuwsgierig: ‘Moeten jullie weg? Wat is er dan aan de hand?’

‘Dat is voor jou een vraag, voor ons een weet.’

Justine lachte. Ze wipte op haar tenen en gaf hem een kus. ‘Dag, lieve vriend!’ Kort hierop startte Kevin de auto van zijn schoonvader en met hoge snelheid lieten ze het dorp achter zich en reden ze naar de stad. Allebei vol van wat ze gingen doen, werd er onderweg nauwelijks een woord gewisseld. Kevin hield zijn aandacht gericht op de weg, Justines blik rustte op het bruidsboeket dat op haar schoot lag. Haar hand ging onophoudelijk naar de linten die ze gladder leek te willen strelen dan ze waren. Toen er een zuchtje aan haar lippen ontsnapte, drukte Kevin haar hand. ‘Rustig maar, lieveling, het is goed.’

Toen ze bij het kerkhof uitstapten, legde hij een arm om haar middel en zo, heel dicht tegen elkaar aan, liepen ze naar het graf van Liese. Samen knielden ze ervoor neer en nadat ze voor Liese gebeden hadden, legde Justine in een plechtig gebaar haar bruidsboeket op het graf en fluisterde ze tegen Kevin: ‘Dit gebaar moest ik maken als een eerbetoon aan Liese. Voor mijn gevoel laat ik haar op deze manier delen in ons geluk van deze dag en alle dagen die hierna komen. Uit dankbaarheid voor veel, waar woorden voor tekortschieten, geef ik mijn bruidsboeket aan haar. Ze was me zo onnoemelijk dierbaar...’

Kevin was niet minder geëmotioneerd dan Justine, zijn stem klonk er hees door. ‘We zullen haar niet vergeten, dat mooie, mysterieuze kindvrouwtje.’ Hij doelde op Liese toen hij aangeslagen verder ging: ‘Ze is te jong gestorven, maar ze heeft niet voor niets geleefd. Liese liet ons het allermooiste van haarzelf na...’ Eerbiedig bleven ze nog een poos aan het graf staan, toen verlieten ze het kerkhof waar op een van de graven een bruidsboeket lag als een veelzeggend symbool.

 

~~~