Drie maanden later

Amsterdam, 4 maart, Lieve Nora en Lia,

Wat was bet fijn om jullie weer te zien. Ik vond bet zo gaaf dat Annie mij en Keesjan nog wel een keer heen en weer naar Friesland wilde rijden. Ze heeft een sportwagen, mensenlief dat is me een ding. Hard dat die kan. En die Annie weet ook van scheuren. Ze zegt dat ze harder kan dan de politie.

Ik. mis tante Jeanne heel erg. Haar huis is nu helemaal ontruimd. Tante Jeanne had in een brief geschreven wat er na haar dood moest gebeuren met de spullen uit haar huis. Alles ging naar baar kerk. Gelukkig kwam niet Gonny Vlietstroom, maar een man de spullen van Jeanne opruimen. Het was een aardige man. Hans de Groot. Heel anders dan Gonny. Hij vroeg steeds aan me hoe het met me ging. Ook tegen Keesjan was hij aardig. Ik mocht hem altijd bellen als ik over tante Jeanne wilde praten. Hij kende haar heel goed. Al jarenlang. Hij wist ook van ons. Hij had baar regelmatig aan de telefoon. Hans zei dat er een paar dingen voor mij bestemd waren en ook nog iets voor Keesjan. Dat stond allemaal beschreven in een brief. 'Ze heeft ontzettend van je genoten, Benny,' zei Hans. Nou ja, ik werd er verlegen van. Ik heb iets van Jeanne gekregen. Iets waar ze heel zuinig op was en dat veel voor haar betekende. Het is raar om iets te hebben van iemand waar je zo veel van hebt gehouden en die er nu niet meer is... maar toch ook wel fijn. Ik heb Jeanne haar Bijbel gekregen. Ze heeft er nog iets voorin geschreven: 'Voor mijn lieve Benny, mijn kind. Hier heb je mijn spiegel: kijk. er af en toe in!' Ik zal tante Jeanne nooit vergeten!

Maar nu moet ik. ook iets anders vertellen. Iets heel leuks. Oh meiden, ik wilde dat ik even bij jullie kon zijn. Dit geloof je niet. Houd elkaar maar vast. Nadat Keesfan en ik bij jullie zijn geweest, zette Annie ons af bij de metro. Vandaar moesten Keesfan en ik nog een klein stukje samen reizen. Toen we instapten in de metro, keek die Keesfan ineens zo raar naar me. Ik zei: 'Word je niet goed?' 'Nee, 'zei hij.

'Heb ik dan wat van je an?' 'Ook niet, zei hij.

'Nou, wat kijk je dan?' zei ik weer.

Weet je wat hij toen zei?En ik lieg niet:

'Benny, ik ben verliefd!'

Ik schoot meteen in de lach.

'Oh ja, op wie dan wel?'

'Ik ben het al heel lang, 'zei hij toen.

'En? Is het een hij of een zij en knap of lang en slank?' riep

ik. jullie begrijpen het wel, ik dacht nog...

'Nee, niet erg knap.'

'Oh, jammer voor je... en is... '

Hij viel mij in de rede en zei dat tante Jeanne er alles van wist. Ze had het zo graag nog meegemaakt. Toen dacht ik meteen terug aan die kaart die ik gevonden had, van Jeanne voor Keesjan.

'Nou joh. dat vind ik leuk voor je,' zei ik. 'Zeg het dan maar... '

En toen zei Keesjan, nu moeten jullie elkaar goed vasthouden en niet heel SnakkerBuorren bij elkaar gillen, hij zei doodleuk:

'Benny, ik ben verliefd op jou!'