Nora is niet op school. Lia ook niet. Na schooltijd moet Benny naar de tandarts. Pas daarna kan ze naar tante Jeanne. Ze is benieuwd of die al een oplossing weet. Als ze na het eerste uur samen met haar klas naar een ander lokaal moet wandelen, ziet ze op het grote bord in de hal dat Mansen ziek is. Zijn lesuur valt dus uit. Daarna is het pauze. Benny rekent snel uit hoeveel tijd ze heeft. Ruim anderhalf uur. Als ze hard fietst kan ze misschien net even heen en weer naar Jeanne. Maar het is wel dinsdag, dat betekent dus: Keesjan-dag. Nou ja, die wil Nora laten zitten waar ze zit. Hij ziet het wel dat ze er niet is. Ze eet haar brood wel bij Jeanne.

18 november

Dit is de laatste keer dat ik schrijf. Ik. ben niet naar school. Ik. wil afscheid nemen. Ik. ben alleen thuis, pa en ma zijn er niet. Ik. schrijf hun straks een brief. Ik. heb de hele nacht gehuild. Zacht... Ik wil eigenlijk niet dood. Maar zo kan ik niet meer. Ik wil geen hoer zijn... Het gaat niet goed met me, er komt steeds bloed. Ik weet hoe ik het ga doen. Frank loopt 's middags vaak even naar de bar aan de voorkant van de club. Dat zegt hij tegen me. Hij heeft een pieper bij zich voor geval van nood. Ik weet inmiddels waar de pillen liggen. Ik. neem drinken mee. Jenever van pa. Als Frank terugkomt, ben ik weg. Ik. doe de gordijnen dicht, dan denken de klanten dat ik bezet ben. Ik. weet precies hoe ik het ga doen... alleen... ik vind het zo erg... Volgens mij ben ik verslaafd. Ik tril de hele tijd tot ik mijn pil krijg. Ik. moet ook een briefje schrijven aan Benny en ook een aan Lia. Arme

Lia... Hoe erg zal het met haar zijn? Zou Benny ook op mijn begrafenis komen?Ik. wil dit niet...

'Goed volk, Jeanne!' roept Benny. Ze neemt twee treden tegelijk. Met een zwaai vliegt de deur open. 'Oeps, er is bezoek!' verontschuldigt Benny zich als ze de kamer van Jeanne binnenvalt.

'Is dit dat domme kotertje dat in onze buurt is geweest?' dreunt een zware vrouwenstem. Het ziet blauw van de rook in de kleine woonkamer. Jeanne zit in haar oude stoel. Ze hebben koffie, ziet Benny meteen. Koffie met iets lekkers erbij. Dan komt de onbekende vrouw omhoog. Ze steekt haar hand uit:

'Kom eens hier wijffie en stel je eigen eens voor.'

Benny blikt even naar tante Jeanne: 'Ook uit je gemeente?'

vraagt ze met een olijk gezicht.

'Wat gemeente?' dendert de zware stem. 'Krijg ik nou een hand van je of heb je geen fatsoen?'

'Ik ben Benny, moet u nog meer weten?'

'Volledige naam, graag!'

'Bernadette Doissat!'

'Zo heet je niet. Ik houd het maar op Benny. Nou, ik ben Annie. En ik ben gebeld door die goede ouwe Jeanne. Wij moeten samen vanmiddag een klussie klaren,' spreekt de donkere waterval. 'En dat wordt meteen de laatste keer dat jij mij ziet en ik jou! Is dat gesnopen?' 'Wat ben je vroeg, Benny?' vraagt tante Jeanne. 'Mansen was ziek. Ik moet zo terug. Ik heb na de pauze nog één uur les en daarna heb ik een afspraak met de tandarts.'

'Bel die tandenprikker maar af!' klinkt het onduidelijk uit Annie's volle mond. 'We gaan iets anders doen.' 'Hang je jas maar op Benny, en schenk jezelf even iets in,' zegt tante Jeanne. 'We hebben iets belangrijks te bepraten.'

Terwijl Benny wegloopt, hoort ze Annie's harde stem: 'Dat kind is nog niet droog achter de oren. Je moet d'r beter aanpakken, Jeanne. Nog even en die loopt helemaal over je heen.

'Pull!' sist Benny. Hoe komt die Annie erbij? Dat zal ze nooit doen.

'Benny is geen doetje en zeker geen baby! Ze heeft al een achtervolging van een tasjesdief op haar naam staan,' vertelt tante Jeanne op het moment dat Benny er bij komt zitten. Als Annie Benny nog een keertje opneemt, verschijnt er een brede lach op het gezicht van Benny. 'Nou, dat had u zeker niet van mij gedacht?' schept ze niet zuinig op.

Je haalt de woorden uit mijn mond.'

Benny's gezicht wordt meteen donker.

'Jullie moeten niet bekvechten, maar samenwerken,' komt

Jeanne tussenbeide.

'Oh hiero, de wijsheid spreekt, Benny,' buldert Annie weer. Benny schiet nu in de lach. Die Jeanne houdt er wel heel bijzondere vrienden op na.

'Het is de bedoeling dat ik jou om halfvier tref bij de ingang van de parkeergarage van de Bijenkorf. Je zet daar je fiets maar ergens neer en je zorgt dat je er op tijd bent. Niet te vroeg en niet te laat. Wij gaan samen de buurt in. Jij wijst me aan waar je die Nora hebt gezien. Die halen we samen op. Ik breng haar met de auto hierheen. Van hieruit gaat ze verder. Daar bemoei ik me niet mee, dat regelt Jeanne allemaal.'

'Benny, kun je mij nog aan de adressen van de ouders van Nora en van Lia helpen? Ik ben bang dat Lia er nog slechter aan toe is dan Nora. Vooral omdat je me verteld hebt dat Lia amper meer op school is. We moeten haar ook zien te vinden,' zegt tante Jeanne. 'En Keesjan... Vraag hem of hij vanavond wil koken voor een man of zes.' 'Ik praat niet meer tegen hem.' Annie lacht om het boze gezicht van Benny.

'Als je ruzie met hem hebt, is het jouw schuld!' beweert tante Jeanne.

'Hoe komt u daar nu bij? Helemaal niet. Die Keesjan is zo'n bangerik, hij wilde...'

'Stop maar met je geklaag. Keesjan is niet bang, hooguit wat verstandiger clan jij.'

Terwijl Annie's lach de kamer vult, trekt Benny een verongelijkt gezicht. Maar Jeanne is nog niet klaar: 'Je vergeet al dat gebekvecht maar, er is nu werk aan de winkel. Teamwerk! Iedereen doet een stukje. En uiteindelijk zijn het jouw vriendinnen. Ik heb vanavond Keesjan dringend nodig. Zie je mij al voor zoveel mensen boodschappen halen en koken? We krijgen een hele drukke dag en het wordt laat. Reken daar maar op. Want alles moet in één keer goed gaan. Johnny zal, als ik mijn zin krijg, die meiden voorlopig niet meer zien.' 'Maar hoe dan? Wat wilt u dan doen?'

'Geen vragen stellen, wijffie. Bel die tandenstoker af, anders wacht die man voor noppes op je. Dat is onfatsoenlijk. Alleen maar bederf van goede zeden. Tante Jeanne schiet nu in de lach. Haar buik begint weer gevaarlijk te schudden.

'Jij met je goede zeden! Annie, je had zedenmeester moeten worden in plaats van bordeelhoudster.' 'Hè, wil je je mond houden! Moet dat kind alles van me weten...' roept Annie kwaad.

Benny kijkt van de één naar de ander. Maar Annie gooit haar het telefoonboek van Amsterdam toe: 'Bellen, jij!' Nu durft Benny die Annie bijna niet meer aan te kijken. Die kon wel echt kwaad zijn. Een bordeelhoudster? Tante Jeanne lijkt zich er weinig van aan te trekken. Die schudt nog helemaal na en vraagt: 'Zeg, krijgen we maar één bakje koffie, Annie? Je weet: het is hier zelfbediening. En schenk mij dan ook gelijk nog een keertje in!'

'Westerveld. Tandarts, Noordersingel...' Lieve... ?

Johnny heeft me opgehaald. Normale tijd: halfvier. Vreemd dat je daarop let. De laatste keer dat het drie uur is. De laatste keer dat ik de deur van mijn slaapkamer dichtdoe. De laatste keer achterop de motor. De laatste keer door Amsterdam. De laatste keer buitenlucht. Nu ben ik in mijn bordeel. De pillen heb ik te pakken. Een doosje vol en het gordijn is dicht. Ik heb nog niets verdiend, maar dat hoeft ook niet. Na vandaag hoeft er niets meer... Wordt dit briefje nu voor Benny of voor Lia? Of voor hen samen? Ik. wil zeggen dat ze mijn vriendinnen zijn. Ik was zo verliefd op Johnny, maar ik. ben er met open ogen ingetuind. Al die dure cadeaus van hem, ik vond het fantastisch. Ledereen was jaloers op mijn horloge van Christiaan Dior. Parfum van Joop, mijn jurkje van Frans Molenaar. Ach, wat was ik trots toen ik voor het eerst met Johnny meeging naar een nachtclub. Ik. leek best al achttien... en ik wilde dat zo graag. Ouder lijken, aanbeden worden door een jongen van twintig. Het werd een nachtmerrie. Het is mijn eigen schuld dat ik hier zit. Stomweg mijn schuld. Maar ik ga kapot. Ik voel me ziek zonder pillen. Alles doet me pijn. Dit is niet mijn leven. Ik. wilde iets anders... En dan die klappen, de angst, de pillen, ik kan het niet aan... Lia misschien, maar ik. kan het niet. Straks houdt het op. Ik houd op... te bestaan. Dag ma...

Daar staat Annie. Benny steekt snel de drukke weg over. Ze wuift al, maar Annie wuift niet terug. Haar bitse gezicht vertoont weinig gezelligheid.

'Doe niet zo mal, rooie,' klinkt het grimmig.

Benny loopt naast de vrouw. Annie zegt weinig. Ze slaan

een kleine steeg in, rechts een bruggetje over, links weer

een steegje in. Hier zijn de eerste bordelen.

'Nou,' bromt Annie, 'laat zien wat je kunt. Jouw beurt: waar

zit dat kind?'

Benny staart om zich heen. Ze is op een heel andere manier de buurt ingekomen. Waar was het ook alweer? Ze lopen een stukje door de steeg. Komen dan weer bij water. Annie staat ongeduldig te kijken. 'Ik heb niet alle tijd! Schiet een beetje op, wil je...' Daar is die travestietenclub. Benny draait zich om: dan moet achter haar die seksshop zijn, en daar... 'Je weet het toch nog wel?' vraagt Annie. 'Ik denk het wel. We moeten aan de overkant zijn, dat kleine steegje daar.'

Annie zet de pas erin. Af en toe wordt ze gegroet door mensen. Benny durft bijna niets te zeggen. Ze mist tante Jeanne. Zou Annie ook gewapend zijn? Ze is bepaald niet bang uitgevallen. Het is een grote vrouw. Ze steekt minstens een kop boven Benny uit.

Even later lopen ze de steeg in waar Nora moet werken. Er zijn deze keer verschillende gordijnen dicht. Annie kijkt Benny een paar keer vragend aan: 'Nou, weet je het nog?' 'Ik zie haar niet.'

'Misschien heb ze bezoek. We lopen nog een rondje en komen zo terug,' stelt Annie voor. Er komt een kennis van Annie langs:

'Dag baas. Is ze niet een beetje te jong voor je, Annie!' groet de man haar.

'Bemoei je met je eigen,' krijgt hij meteen over zich heen. 'Ik wist niet dat je kwaad was. Hang effen een bordje om,' roept de man hen na. 'Gelieve niet aan te spreken.'

Annie stopt bij een Turks koffiehuis. 'Kom mee, we gaan een bakkie halen.' 'Maar Nora dan?' hakkelt Benny.

'Die heb toch een klant. We gaan zo terug, wijffie. Het komt heus wel goed.' Het zware gebrom van Annie klinkt bijna moederlijk. Benny durft niet te lachen, maar het lucht haar wel een beetje op. De Turkse koffie is niet te drinken. Wat vies, al die drab in haar kopje. Annie maakt ondertussen een praatje met de eigenaar. Even later gaan ze weer op pad. Terug naar de steeg. Er lopen verschillende mannen. De gordijnen zijn weer open. Behalve dat blauwe gordijn, dat is nog steeds dicht. Achter het gordijn schemert het paarse licht. Dat vertelt de bezoekers dat er binnen gewerkt wordt.

'Ik denk dat het daar was, bij die blauwe gordijnen,' zegt Benny.

'Dan ga ik daar even een kijkje nemen,' zegt Annie. 'Blijf vlak bij me, als ik je wenk gaan we naar binnen, anders kom ik terug.'

Benny's hart klopt in haar keel. Die Annie... Stapt ze nu zomaar binnen, terwijl Nora misschien met een kerel... en ... zou ze naakt zijn... en moet zij straks mee naar binnen en wat ziet ze dan...

'Het blijft illegaal... zulke jonge grietjes...' gromt Annie. Ze probeert de deur. Die is niet op slot. Ze schuift het gordijn aan de kant en stapt naar binnen. 'Bezet!' gilt een hoge meisjesstem. Annie staat al binnen. Met haar hand wenkt ze Benny. Daar zit het kind, op de grond. Naast haar staat een fles jenever. In haar hand heeft ze een doosje. Het is net opengedraaid. Annie doorziet het meteen: pillen! 'Niks bezet!' zegt Annie. 'Wat was jij van plan, wijffie...' Benny stapt nu ook naar binnen en ziet haar vriendin zitten. Zodra Nora Benny ziet begint ze te huilen. Het potje valt uit haar hand op de grond. De witte pillen rollen overal heen. Benny valt bij Nora op de grond neer. Ze slaat haar armen om haar vriendin heen en wiegt haar heen en weer. Nora is zo slap als een dweil. 'Het is oké, Nora... je gaat mee! We komen je halen.' 'Ik ga dood, Benny, ik wil niet dood.

Annie kijkt snel rond. Ze grijpt een paar velletjes papier. Het kind was zeker bezig een afscheidsbrief te schrijven. Niks geschikt voor die rotkerels om te lezen. Ze pakt de jas en gooit de kleren naar Nora toe: 'Aankleden! Vlug! We hebben geen zeeën van tijd!' Nora probeert te gaan staan en Benny helpt haar om in de kleren te komen. Nora's hand trilt zo en ze kan niet stoppen met huilen. Ze noemt de naam van haar vriendin iedere keer maar weer opnieuw, alsof ze niet kan geloven dat Benny er echt is. Een ogenblik later trekt Annie de bordeeldeur dicht en loopt ze met de twee meisjes terug naar de garage bij de Bijenkorf. In haar snelle sportwagen rijdt ze het tweetal vlug naar het bovenwoninkje van tante Jeanne. Deze missie is gelukt!