Het is bijna donker in de gymzaal. Er klinkt een oorverdovend lawaai. Harde muziek. Er wordt vanavond een party gehouden zoals ze dat alleen op de Brugstede kunnen. Bij de ingang van de school staan een paar ingehuurde jongens. Zij bewaken de toegang en de orde. Er is een EHBO-post, er is drank en er is een discjockey. Er zijn er al heel wat jongelui op af gekomen. De brugklassers zijn massaal naar hun eerste schoolfeest gekomen. Zodra de schooldeuren opengingen, stonden ze al voor de deur. Dankzij hun stempel, op hand of hoofd, lopen ze vrij in en uit. Opgetut en opgewonden, met korte rokjes. De party kan beginnen. Tegen negen uur komen ook de oudere leerlingen. En buiten, op het schoolplein, verzamelen zich ook de eerste jongens. Ze hebben van het feest gehoord of ze zijn speciaal uitgenodigd. Het is al jarenlang traditie: als er op de Brugstede een feest is, worden de jongens van de nabijgelegen mts uitgenodigd. Simpelweg vanwege het feit dat op de ene school overwegend meisjes komen en op de andere school overwegend jongens. De feesten van de Brugstede staan bekend als echt ruige feesten, waar jongens graag op af komen. Er valt van alles te beleven.

Benny heeft weinig zin in het feest, maar een avond thuiszitten is ook niks. Het is halftien als ze het schoolplein op komt fietsen. Als ze zich vanavond hier niet laat zien, kan ze maandag niet meepraten. Zodra ze haar fiets op slot zet. merkt ze op dat ze eerst door een groepje vervelende jongens moet om bij de school te komen. Ze hoort hun opgewonden stemmen. Gelach, gespot met elkaar en veel geschreeuw. Benny loopt zo zeker mogelijk door de groep jongens heen. In de verte ziet ze haar twee vriendinnen. Die staan bij de ingang. Zouden ze op haar wachten? Ze hebben niets afgesproken. Ze zien er leuk uit. Nora heeft haar haar opgestoken en draagt een vlot, uitdagend jurkje. Lia zwaait zodra ze Benny ziet. Die hebben er zin in. Nora en Lia kunnen allebei goed dansen, dat kun je van Benny helaas niet zeggen. Haar versleten nikes zijn bepaald geen dansschoenen, en haar vale spijkerbroek laat maar weinig van haar vrouwelijkheid zien. Ineens hoort ze achter zich: 'Wat een ventje loopt daar. Moet je zien: net een meisje. Daarom zit hij hier op school. Hé, bang voor echte jongens?'

Benny draait zich om. Ze ziet Keesjan staan. Hij is ook aan de late kant en moet door hetzelfde groepje jongens lopen als Benny. Maar Keesjan heeft geen masker bij de hand, zoals Benny. Hij kijkt zo onzeker om zich heen dat hij meteen het mikpunt van hun pesterijen wordt. 'Hé, heb je al leren borduren?' roept één van de jongens. 'Ja vast!'

'Dat kan hij toch niet.' 'Hij is een watje!'

Benny wil doorlopen. Niet opletten, dat is de moraal in Amsterdam. Ze vechten het zelf maar uit. Hoe meer mensen zich ermee bemoeien, hoe erger het wordt. Maar ze is nauwelijks een paar passen verder of er klinkt een doffe dreun. Ze draait zich opnieuw om. Keesjan is geveld. Hij ligt languit op de grond.'Hé kerel, wel op je benen blijven,' roepen een paar jongens op lachende toon. De één geeft een schop tegen het achterwerk van Keesjan, de ander trapt tegen een arm. Het is niet bedoeld om hem pijn te doen, maar het is wel vernederend. Daar zijn die jongens op uit. Keesjan is een magere, niet al te grote jongen. Hij is een beetje apart. Zijn manier van lopen is een beetje vrouwelijk. Hij heeft ook iets schichtigs over zich, alsof hij altijd bang is. Nu ligt hij op de grond en kijkt ongelukkig om zich heen. Die angstige blik bezorgt alleen maar leedvermaak bij de stoere jongens.

'Wat een angsthaas. Moet je hem zien? Heb je geen vriendje om je te beschermen?'

Dan ziet Keesjan Benny staan. Hun blikken kruisen elkaar. Zijn lippen bewegen zachtjes. Het moet zoiets zijn van 'help me, alsjeblieft!'

'Zou hij wel een jongen zijn?' roept er weer één. 'Misschien moeten we even kijken, dan w-eten we het!' De kring van mensen die zich met Keesjan bemoeien, wordt steeds groter. Benny weet wat er gaat gebeuren als zij zich ermee gaat bemoeien. Ze zullen haar ook belachelijk maken. Haar uiterlijk is eveneens een mikpunt voor pesterijen. Er gaat een jongen voor Keesjan staan. Benny ziet het gezicht van haar klasgenoot niet meer. Doorlopen nu en niet langer luisteren en je er zeker niet mee bemoeien.

Maar er klinkt een rauwe schreeuw over het plein, gevolgd door hard gelach.

Voor Benny het door heeft, staat ze ineens midden in de kring. Zomaar naast Keesjan, die haastig zijn broek weer dichtknoopt. Ze hebben geprobeerd zijn broek uit te trekken, weet Benny. Ze heeft haar vuisten gebald. Klaar om rake stompen uit te delen. Als een echte bokser dribbelt ze heen en weer. Zoekend wie ze het eerst een flinke dreun zal verkopen. Benny denkt niet na, ze doet alleen maar... 'Staan Keesjan! Staan, vlug.'

Dan neemt een forse jongen dezelfde bokshouding aan.

'Boksen? Ik durf toevallig wel tegen meiden.'

Maar ik durf niet tegen jongens, bedenkt Benny nu pas. De jongen geeft een kleine stomp tegen haar arm. Er klinkt gejoel. Er vormt zich om hen heen een tweekamp: aan één kant staan de voorstanders van een knokpartij, en achter Benny staan de jongens en meisjes die het belachelijk vinden dat een jongen gaat knokken met een meisje. 'Die rooie begon!' schreeuwt een jongen van de tegenpartij.

'Dat was alleen maar om Keesjan te helpen," klinkt het achter haar.

'Boksen! Boksen!' gaat het ritmisch.

'Laat haar met rust,' schreeuwt een meestander.

'Ze is van de verkeerde kant...' roept de overzijde.

De aandacht rust niet meer op Keesjan. Hij maakt er dankbaar gebruik van. Zo snel hij kan maakt hij zich uit de voeten. Struikelend over zijn eigen benen. Als hij bij zijn fiets komt, ziet hij nog net hoe een jongen Benny een klap in het gezicht geeft.

'Lafaard, vuile lafaard,' sist Keesjan. en toch is het meer tegen zichzelf dan tegen wie dan ook.

Benny incasseert een linkse tegen haar wang en neus, daarna een rechtse in haar maag, en valt tegen de grond. Haar hand grijpt naar haar neus. Daar stroomt bloed uit. De jongen heft als een overwinnaar zijn handen omhoog. 'Knock-out!' roepen zijn vrienden.

'Hebben jullie nog zo'n vechtmonster op de Brugstede?' daagt de jonge bokser uit. Hij staat met een wijd gebaar in het rond te kijken. 'Geen liefhebbers meer?' Dan steekt hij zijn hand uit naar Benny. Hij wil haar omhoog trekken. Het was immers maar een geintje. Maar Benny slaat zijn hand weg. Met fel fonkelende ogen kijkt ze hem aan.

'Raak me niet aan," sist ze. 28

'Hé, wat doe ik verkeerd?' roept de jongen, in zijn wiek geschoten. 'Ik wil het goed maken. Even samen een biertje drinken op mijn overwinning?' 'Je bent niet wijs!'

'Kunnen meiden soms niet tegen hun verlies?' roept de winnaar zo hard mogelijk.

'Alleen de rooie niet!' roept een meisje. 'Ik drink wel op jouw overwinning als zij niet mee wil.' Er gaat gelach op en de kring smelt weg. Benny ziet hoe het meisje haar arm door die van haar tegenstander steekt en trots met hem meeloopt, richting school. Ze probeert overeind te komen. 'Rotjoch! Stomme meid...' scheldt ze.

'Hé Benny!' Lia komt naar Benny toe en kijkt bezorgd naar de bloedende neus. 'Ben je gek om zo te gaan vechten met een jongen,' zegt Lia verontwaardigd. 'Jij ook altijd.' 'Ze hadden Keesjan te pakken.' Benny kijkt om zich heen. 'Waar is die eigenlijk?'

'Wat dacht je, echt een watje. Meneer is meteen verdwenen,' zegt Lia. 'Ik zag hem wegrennen.' 'Wat wil je ook... Je wordt bang als er zoveel jongens om je heen staan en schreeuwen, duwen en tegen je aan trappen.'

'Nee, dat is het niet. Hij is vast een homo. Ik had die vent gewoon gelaten.'

'Hoe weet jij dat nu?' Benny kijkt Lia boos aan. 'Ik word ziek van zulke praatjes. Dat ze mij uitschelden voor rooie, dat is tenminste zo. Iedereen kan het aan me zien, maar Keesjan

'Dat ziet iedereen toch ook,' houdt Lia vol.

'Welnee, zoiets zie je niet aan de buitenkant. Hij is alleen

maar... nou ja een... eh... beetje apart. Nou en?'

'Maar ze zeggen.

'Ze zeggen zoveel!'

Benny houdt een zakdoek tegen haar neus. Ze kijkt voorzichtig of het bloeden al is gestopt. 'Ga je mee naar binnen?' vraagt Lia.

'Ben je mal. Ik ga ook naar huis. Met zo'n neus kan ik me helemaal niet vertonen.'

'Ach toe...' zeurt Lia. 'Nora is juist opgehaald door Johnny.

Ze gaat met hem uit, maar dan ergens anders. Ergens in de

binnenstad, waar geen kleuters zijn, zei Johnny.'

'Laat ze maar oppassen,' zegt Benny donker.

'Hoezo? Ik wou dat ik mee mocht. Ze gingen weer op die

motor. Oh, ik vind die Johnny echt te gek.'

Benny kijkt een beetje argwanend naar Lia. Ze is wel erg

opgetogen over die Johnny.

'Oké, oké,' zegt Lia met een blik van 'je hebt me toch door.' 'Je moet het tegen niemand zeggen, Benny, maar soms denk ik dat ik verliefd op hem ben.' 'Ik zwijg als het graf.' 'Maar weet je...

Lia buigt zich naar Benny toe en fluistert zacht:

'Johnny heeft tegen me gezegd dat ik over een poosje aan

de beurt ben. Hij vindt me een geweldig stuk en... Hij wil

dat ik wacht totdat hij klaar is met Nora.'

Lia kijkt Benny veelbetekenend aan, terwijl Benny’s ogen groot worden.

'Zei die vent dat?' stamelt ze. Lia heeft niet door wat haar woorden met Benny doen.

'Dit ringetje duwde hij me gisteren ongemerkt in de hand. Terwijl hij nota bene hand in hand liep met Nora. Hij is zo slim, zo handig. Geraffineerd gewoon. Niemand heeft het door. Spannend joh. Heel ongemerkt geeft hij me een stille knipoog. Ik denk dat hij het nu wel snel uit gaat maken met Nora. Best zielig voor haar, maar Johnny en ik... nou ja, wij...'

'Wat een gemene rotstreek van die Johnny!' ontploft Benny.

'Ach nee joh, er is toch nog niets gebeurd tussen hem en mij,' haast Lia zich te zeggen.

'Oh nee? Er is nog niets gebeurd...' bauwt Benny haar vriendin na. 'Nou, als je maar wel weet dat ik het ook ontzettend gemeen van jou zou vinden als je achter mijn rug om met mijn vriendje aanpapte, terwijl ik van niets wist.' Lia wil reageren, maar Benny is woedend. 'Maar weet je. Zal ik jou eens iets vertellen, Li. Goed onthouden: zo'n vriendje die denkt dat iedereen stapelverliefd op hem wordt, zo'n stom arrogant ventje als die Johnny, die wil ik niet eens!'

Benny loopt helemaal rood aan en haar neus begint prompt weer te bloeden.

'Ik wist niet dat je het zo zou opvatten, sorry Benny...' probeert Lia te slijmen. Maar Benny draait zich boos om. Ze is vanavond niet meer in de juiste stemming te krijgen. Wegwezen hier! Deze keer groet ze Lia niet eens meer. Ze laat haar gewoon staan op het schoolplein en loopt bij haar vandaan.

24 juni

Pa was woedend toen ik vannacht om halfdrie thuiskwam. Het schoolfeest was natuurlijk allang afgelopen. Hij wilde weten waar ik was geweest, maar ik wilde het niet zeggen. Ik mag volgend weekend niet uit. Ik heb geroepen dat we dat nog wel zullen zien. Ik laat me niet als een kind behandelen. Johnny wil volgende week naar een heel speciaal adres. Ik. ben oud en wijs genoeg, vindt Johnny ook. Dat gezeur van pa, hij had gewoon moeten gaan slapen. Oh, Johnny kan zoenen. Maandag ga ik alles aan Lia vertellen.