12.Spelmagie

Die avond zoemde de Administratie Zaal van gespannen afwachting voor de eerste Drijfbalwedstrijd van het seizoen. Terwijl James met zijn dienblad in de rij stond te wachten, keek hij over de volgepakte tafels en de onrustige leerlingen, de meeste van hen droegen truien en shawls in de kleuren van hun afdeling, sommigen hadden zelfs hun gezicht geverfd. Het meest zichtbaar aanwezig waren natuurlijk de kleuren gifgroen van de Igor’s en het herfst oranje van de Bigfoots. Tot James’ verrassing werden de Igor’s kennelijk gezien als het sterkere team, derhalve hadden de meeste andere afdelingen de Bigfoot oranje en blauw kleuren aangenomen, juichend voor het team waarvan zij geloofden dat die het een gemakkelijkere overwinning voor hun team zou opleveren als de tijd daar was.
Veel van de bovenbouw leerlingen en oudere leerlingen waren verschenen in het cafetaria als voorbereiding op de wedstrijd van de avond, wat bewees hoe serieus de bevolking van Alma Aleron de sport nam. Dit beseffend, begon James tenslotte zich wat zenuwachtig te voelen. Hij at maar weinig, en verontschuldigde zich snel, om naar het Apollo Landhuis te stuiven, om zijn tuniek en bril te pakken.
Hij haatte het meestal om de bril met zwart montuur te dragen, maar vanavond was het van groot belang om op grote afstand al te kunnen zien, terwijl hij zweefde bij de figuur acht baan. Een ding wat hij geleerd had tijdens de training, was dat de snelheid van de skrim, de dingen die ver weg leken, erg snel dichtbij konden komen. Dit was helemaal zo bij de kruising, waar spelers elkaar in twee richtingen bliksemsnel passeerden.
Het Apollo Landhuis was volledig verlaten, en toen James het gebouw verliet en de voordeur achter hem dichtsloeg, voelde hij even paniek opwellen. Was hij te laat? Was de wedstrijd al begonnen? Hij keek omhoog naar de klokkentoren boven de Administratie Zaal, en haalde opgelucht adem. Hij had nog een half uur. Tegelijkertijd nerveus en opgewonden, rende James over het terrein, in de richting van de gloed van de balustrades van het stadion, en het sterker wordende gebrul van het publiek.
Het was gestopt met regenen, gelukkig, maar terwijl de nacht daalde, was de lucht dicht en donker, roerde zich langzaam en schoot wispelturige windvlagen. Bladeren krabbelden over de duistere voetpaden als opgeschrokken geesten, het griezelige lege terrein hier en daar verlichtend. Toen James de hoek omsloeg bij de Lesgebouwen en Pepperpock Landing in zicht kwam echter, stopte hij verrast.
De hoge balustrades van het stadium gloeide kleurrijk tegen de diep paarse lucht, bijna tot de nok gevuld met een zee van verzamelde leerlingen, zwaaiende banieren, en lange golvende vlaggen. James slikte. Waar had hij zich toe laten overhalen? Als hij al gespeeld had bij het Griffoendor Zwerkbalteam was hij waarschijnlijk hierop voorbereid. Nu vulde het zicht op al die gretige gezichten, de klapperende, handgemaakte spandoeken, leuzen en schuddende pom-poms, hem met een soort overweldigende verschrikking. Ze waren allemaal aan het wachten om hem te zien vliegen op de skrim. Te zien hoe scoorde, of – altijd een mogelijkheid -- erbarmelijk te falen, of zelfs naar zijn einde te vallen. Het was als de eerste keer dat hij voor het Griffoendor Zwerkbalteam verscheen, maar deze keer keek de hele school toe. Als hij deze keer zou falen, zoals hij dat had gedaan die dag tijdens zijn eerste jaar op Zweinstein, zou hij dat niet overleven, in geen miljoen jaar.
Hij slikte iets groots weg, luisterde naar het gebrul en kreten van de meute, en overwoog de boel de boel te laten. Hij kon terug rennen naar het Apollo Landhuis en doen of hij ziek was. De waarheid was, dat hij zich nogal ziekvoelde. Omhoog starend, naar die verlichtte balustrades, en al die opgewonden gezichten.
Wat hem uiteindelijk deed besluiten door te gaan, was de gedachten aan zijn moeder en vader. Wat er ook gebeurde vanavond, ze zouden trots op hem zijn. Helemaal zijn vader, die de jongste zoeker was geweest in de geschiedenis van Zweinstein. Zelfs als James alleen maar in staat was om op de skrim te blijven tijdens de wedstrijd, zou Harry Potter, zijn vader, trots op hem zijn. Met dat in gedachten, nam James een diepe trillende ademteug en, met het gevoel dat hij op weg was naar zijn eigen ondergang, ging op in de richting van het stadium. Minder dan een minuut later, werd hij opgezwolgen door het gebrul en energie van de gebeurtenis, en was er geen weg terug. Na dat, was bijna alles een waas.


‘Ik dacht dat je het bijltje er bij neer had gegooid,’ verkondigde Daan, James ontmoetend bij de deur aan de voet van het, Bigfoot aangewezen, houten rijbrug. ‘Ik had me er op voorbereid je te vinden verstopt onder je bed in je slaapkamer. Ralph en ik waren bereid om erheen te gaan en je hierheen te slepen.’
‘Ik zeije vandaag dat ik niet nerveus was,’ protesteerde James zwak, duikend door de deuropening naar de verdiepte kleedkamer. De rest van het Bigfoot-team bewoog zich erin, hun leren handschoenen en schouder stukken vast sjorrend, spugend in hun brillen en ze opwrijvend aan de flappen van hun tuniek.
‘Dat was toen,’ antwoordde Ralph luid, James volgend in het licht en lawaai van de kelder. ‘Toen je het cafetaria verliet, zag je er behoorlijk bleek uit.’
Daan knikte serieus. ‘Da’s normaal. Drijfbal is een harde sport. Vorig jaar werd de Pixie’s beste Strijder van zijn skrim geslagen in de eerste twaalf seconden van de wedstrijd! Hij werd zo hard geraakt dat zijn laarzen op de commentatorbox landden. Dertig meter verder! Niemand neemt je het kwalijk dat je je zorgen maakt.’
‘Je helpt niet echt, weet je!’ barste James los, die op een bank plofte en zijn scheenbeschermers aantrok.
‘Weet ik,’ antwoordde Daan, naast James op de bank zakkend. ‘Dat is waarom ik je eerder vandaag al een idee van mij wilde vertellen. Het kan je misschien helpen je kop op de goede plek te krijgen.’
‘Hij vertelde mij het al,’ knikte Ralph. ‘Het is… interessant.’
Boven het geroezemoes van de ruimte riep Olivier Plank, ‘Brillen vanavond iedereen! De wind neemt iets fels mee, en we willen niet verblind worden door de mist. Ik zal deImperviusbezwering over de glazen uitspreken als we eenmaal op het platvorm zijn. Vijf minuten tot de opwarm ronden!’ Hij draaide zich en begon onhandig de trappen op te lopen, gevolgd door verschillende leden van het team, die met gedempte stemmen het Bigfoot afdelingslied begonnen te zingen.
‘Vertel,’ zei James de veters van zijn laarzen vastbindend. ‘Wat is je idee?’
‘OK,’ zei Daan, achteroverleunend en het lage plafond bestuderend. ‘Vorig jaar had ik Ouwe Kanteel Jackson voor Technomanie, twee tot twee, wat een tussenklas is voor Introductie Technomanie en Toegepaste Gevorderde Technomanie, wat we dit jaar hebben.’
‘Ga door naar het Nexus doorgang ding,’ spoorde Ralph aan.
‘OK, dus vorig jaar, sprak Kanteel over hoe er ladingen verschillende dimensies zijn, allemaal opeen gepakt naast de onze, als lagen van een gigantische taart. De aanval op de Kluis der Lotsbestemmingen deed me hierover nadenken omdat, kennelijk, ons Weefgetouw verwisseld werd voor een van een naburige dimensie, een die net zo is als de onze, maar nietprecieszo.’
‘Wat heeft dat te maken met Drijfbal?’vroeg James geïrriteerd, terwijl Ralph hem hielp met zijn schouderstukken.
‘Niets,’ zei Daan met een scheve glimlach. ‘Daar gaat het nou om! Let nou effe op. Bij het Technomanie twee tot twee, sprak Kanteel over een theorie van een ding genaamd het Nexus Gordijn. Hij zei dat, theoretisch, iedere dimensie een poort heeft tot een soort middenwereld, waar al de dimensies aan elkaar vast zitten, en zo gehouden worden, door een soort van spaken die elkaar ontmoeten aan de as van een wiel. Deze middenplaats noemde hij de Wereld Tussen de Werelden. Volgens die theorie, kan het Nexus Gordijn alleen gevonden en geopend worden door iemand die een speciale sleutel heeft: iets van een van die andere dimensies. Dat soort dingen zijn extreem moeilijk om aan te komen echter, dat is waarom het Nexus Gordijn vooral een theorie, en een legende is op dat punt.’
‘Interessant als het is,’ onderbrak James, opstaand en op zijn kleding kloppend, ‘ik snap het punt niet. Waarom zou iemand naar een andere dimensie willen gaan? Deze heeft al genoeg problemen van zichzelf, inclusief Drijfbalwedstrijden overleven in het donker, tijdens een windstorm. Waar is mijn skrim?’
‘Hier,’ knikte Ralph, James de blauwe skrim overhandigend met de geverfde vlammen waar hij de eerste keer op gevlogen had.
‘Drie minuten Potter!’ riep Neuteboom terwijl hij de houten trappen op stampte.
‘Dit is het punt,’ zei Daan gehaast, warm lopend voor het onderwerp, en James naar de trap volgend. ‘Volgens Jackson,heeft iemand de deur gevonden en het Nexus Gordijn een keer geopend, iemand van deze school, hoewel het een tijd geleden was. Zijn naam was professor Magnussen, en kennelijk ging hij erdoor en kwam nooit meer terug.’
James zette zijn Drijfbalbril op zijn hoofd en plaatste hem onhandig over zijn eigen bril. ‘Fasinered,’ zei hij. ‘Goed voor hem. Wou dat ik daar nu bij hem was.’ Daan rolde met zijn ogen. ‘Je zit niet op te letten!’ zei hij, slaand op James’ leren schouderstuk.
‘Wie de Kluis der Lotsbestemmingen aanviel, stal een draad van een vreemde dimensie Weefgetouw! Het is een voorwerp uit een andere dimensie! Snap je het niet? Het kan gebruikt worden Om het Nexus Gordijn te openen!’
James stopte op de trap en keek over zijn schouder naar Daan, zijn wenkbrauwen gefronst. ‘Dus, wie het ook was… ze kunnen de vermiste draad gebruikt hebben als een sleutel en deze professor Magnussen figuur gevolgd hebben… waar die ook heen is? Ze kunnen zich daar… verbergen?’
Daan knikte met opgetrokken wenkbrauwen. ‘En als ze dat deden, dan zou dat verklaren hoe die rode draad zonder een spoor achter te laten is verdwenen! Niemand is in staat geweest om het te vinden, of zelfs maar een idee te hebben, sinds de Kluis werd aangevallen. Dat is totaal niet logisch met iets zo maf magisch,tenzij ze het hebben gebruikt om te ontsnappen naar de Wereld Tussen de Werelden! En als dat is wat ze gedaan hebben, dan gaat niemand ze ooit vinden omdat niemand anders op een of andere manier langs het Nexus Gordijn kan komen! Niemand, behalve misschien wij!’
‘Daan heeft een idee!’ bromde Ralph, met een strakke glimlach.
James keek fronsend van de ene jongen naar de andere. ‘Zijn jullie alle twee volledig geschift?’ zei hij verbaast. ‘Waar in Merlijn’s naam hebben jullie het over?’ ‘Avontuur!’ riep Daan vrolijk. ‘Eer, en kattekwaad, en echt wild spul! En mogelijk het universum redden als we toch bezig zijn!’
‘Dat kun je niet menen!’ verkondigde James hoofdschuddend. ‘Mijn moeder had gelijk! Jullie lijden beiden aan waanvoorstellingen en hoogmoedwaanzin! Mijn vader, en jouw vader, Ralph, en Merlijn en de rest van de beste heksen en tovenaren uit twee landen werken aan het mysterie, en jullie twee denken dat ze een drietal schoolkinderen nodig hebben om ze een steuntje in de rug te geven?’
Daan haalde zijn schouders op. ‘Zou niet de eerste keer zijn,’ antwoordde hij redelijk.
‘Zoals je je herinnert,’ zei James ongeduldig, ‘wij drieën faalden jammerlijk! We wildenvoorkomendat Merlijn terug zou komen tijdens de Hal der Oudste’ Kruising, en in plaats daarvan liepen we volledig in de val van Madame Delacroix! We hadden gewoon mazzel dat Merlijn uiteindelijk een goeie was! Min of meer. De wereld zou waarschijnlijk beter af zijn geweest als we de boel gewoon met rust hadden gelaten!’
Ralph keek bedachtzaam bezorgt, maar Daan was onaangedaan. ‘Werkte toch, ja?’
Watwerkte?’ vroeg James geërgerd.
Daan glimlachte. ‘Je maakt je geen zorgen meer over Drijfbal. Ga nu! Je zult geweldig zijn.’
James sloeg zijn ogen op, draaide, en rende haastig de trappen op, zijn laatste teamgenoten volgend.

 

De rest van de avond gebeurde zo snel, zo ademloos, dat James er nauwelijks grip op kon krijgen. Zijn helderste herinnering was het staan in de duisternis op het platform, uitkijkend over de helder verlichtte tribunes en het horen van het aanhoudende gebrul van de verzamelde menigte. Vaandels sloegen in de wind terwijl een mistige regen begon te vallen, en liet het platform laten glimmen alsof deze bedekt was met olie.
‘Samen komen, team,’ schreeuwde Olivier Plank door de vochtige wind. ‘Het is de eerste wedstrijd van het seizoen, dus laten we het rustig aan doen daar. Ik wil een solide wedstrijd zien, uit het boekje, net als we geoefend hebben. Begin met een zwaluw formatie, Popan’s vooraan. Mukthatch, jij begint als Hanger, maar wees voorbereid om over te schakelen met Guldemunt, als zij hun Strijders inzetten. Heb je dat?’
Het team gromde begrijpend. Naast James knikte Mukthatch, de Bigfoot, zijn harige hoofd en blafte een keelachtige woef van overeenstemming. Professor Plank keek in de rondte naar de verzamelde gezichten, zijn uitdrukking gespannen, en stak zijn hand met zijn palm naar beneden uit. Als een, stapelde de rest van het team hun rechter handen er bovenop, Mukthatch als laatste, zijn grote behaarde knokige vingers zo groot als bananen.
‘GooOO FEET!” riep het team gelijktijdig, en stapten toen terug, hun skrim omklemmend. Vooraan, liet Jasmine haar skrim vallen, stapte er gemakkelijk op, en zette af naar de duisternis. De rest van het team begon haar te volgen, de een-twee ketting vormend van de zwaluwformatie.
James perste zijn lippen op elkaar, veegde zijn vochtige haren uit zijn gezicht, en stapte naar de rand van het platform. Zijn hart bonsde toen hij zijn skrim naast zich liet vallen. Hij had dit al tientallen malen gedaan hoewel nooit in de regenachtige duisternis, en nog nooit met zoveel toeschouwers. De menigte juichte luid, galmend in de mist rondom, maar James negeerde hen. Hij knikte voor zichzelf, zette zijn rechtervoet op het gladde deel van de skrim, en zette af.
Het team cirkelde rustig twee ronden door de figuur acht baan, langzaam vermengend met leden van het Igor-team, wiens korte groene mantels nat flapperden in de wind.
‘Hee Cornelis,’ riep een oudere Igor jongen, gemakkelijk naast James glijdend op zijn lange zilverachtige skrim. James had begrepen, na verschillende verwarrende ontmoetingen, dat “Cornelis” de Amerikaanse verzamelnaam was voor iemand met een Brits accent, gebaseerd op een serie beroemde toespraken gegeven door een voormalige Minister van Toverkunst, Cornelis Flobbe enige tientallen jaren eerder. ‘Ik hoop dat je niet te gehecht bent aan die plank van je,’ zei de jongen, gemeen glimlachend. ‘Ik ben van plan hem in tweeën te splitsen voor de avond voorbij is.’
‘Dan zul je me eerst moeten vangen,’ antwoordde James rustig, niet in de ogen van de jongen kijkend.
‘Je zult uit moeten kijken wanneer je de kruising voorbij gaat,’ knikte de jongen zelfvoldaan. ‘Ik zal degene zijn die je daar tegenkomt, en het zal niet mooi wezen. Igor’s spelen om te winnen.’
James trok een grimas, naar het donkere veld onder hem kijkend. ‘Ik zal eraan denken.’
Met het voltooien van de laatste opwarm ronde, hadden beide teams zich door de ringen van de baan verspreid, vermengend en zich gereed makend voor hun begin formaties. Mukthatch zweefde op zijn skrim boven de middelste ring, hurkend en klaar, met zijn Knots voor zich, de doelring bewakend die zacht gloeide in de duisternis. De Igor Hanger, een slungelig meisje met een rond sproeten gezicht, boog haar knieën op haar skrim, vanuit haar ooghoek Mukthatch in de gaten houdend.
Vliegend op een gewone bezem buiten de baan, hief de scheidsrechter, professor Sanders in een zwart wit gestreept tuniek, een fluitje naar zijn mond. Toen Jasmine en de Igor-team aanvoerder kruisten door de middelste ring, blies professor Sanders erop, hiermee het begin van de wedstrijd aankondigend. Drie leren ballen, de Hibba’s, schoten omhoog in de lucht vanaf drie verschillenden richtingen, en de teams doken er onmiddellijk op, in een explosie van beweging.
James begon de wedstrijd in de positie van Strijder, maar tegen de tijd dat hij zijn skrim door de middenring draaide, waren al de drie Hibba’s al veroverd. Hij keek rond, diep hurkend over zijn skrim, en zag dat Neuteboom een van de drie Hibba’s te pakken had. De andere twee waren opgeëist door het Igor-team. Grimmig versnelde James, met de bedoeling de Igor Strijders te vangen en ze buiten de ring te mikken, en hen zo te dwingen de Hibba’s vrij te laten. Hij was niet langer nerveus of bezorgt, noch was hij bang om van zijn skrim te vallen, en zichzelf belachelijk (of van kant) te maken. Alles wat er nu toe deed, was de wedstrijd. James raakte verloren in de waas van ringen, het gesuis en druk van de wind als hij de andere spelers passeerde, en klappen en dreunen als rijders botsten en weg draaiden in de duisternis.
Op het eerste gezicht leek de kruising angstvallig dreigend, maar spoedig leerde James om er vat op te krijgen, pijlsnel kijkend naar de stroom in de kruising wie hem tegemoet kon komen, terwijl hij zich voorbereidde om hen te vermijden of eromheen te gaan. Gelijdelijk eigenlijk, zag hij hoe hij de kruising tot zijn voordeel kon gebruiken, door gebruikmaking van zijn snelheid en bewegelijkheid op een strategische manier. Terwijl de wedstrijd voortging, begon James kleine schijnbewegingen te gebruiken, om de aanvallende tegenpartij zover te krijgen dat ze uit de koers vlogen, of ze tegen elkaar te laten botsen. Vaag was hij zich bewust van het applaus van de menigte terwijl hij deze bewegingen uitvoerde, maar het leek ver weg, en onbelangrijk.
In het derde kwartier, had James voldoende zelfvertrouwen gekregen om in de aanval te gaan. Tijdens een kruising, boog hij hard op zijn skrim, een perfecte kurkentrekker rol makend, zodat hij, toen hij door de ring passeerde, volledig ondersteboven was. De passerende Igor Strijder was zo verbijsterd door de beweging, dat James in staat was om zijn hand uit te steken, en gemakkelijk de Hibba van onder de arm van de jongen weg te tikken, en deze te vangen toen die door de lucht hobbelde aan de andere kant. Om hem heen juichte de menigte woest, opspringend en rauw stampend. De Hibba met beide armen beschermend, zwierde James behendig de vereiste drie keer door de baan, de Igor Popan’s vermijdend, om tenslotte de Hibba naar de doelring te werpen. De Igor Hanger dook ernaar met haar knots, miste net aan, en James stak zijn beide armen in de lucht, zijn eerste doelpunt vierend samen met de tribunes om hem heen.
In het vierde kwartier echter, realiseerde James zich dat het Bigfoot-team ver achter lag op de Igor’s met een score van zes-en-veertig tegen negen-en-twintig. Dit was niet omdat de Igor’s noodzakelijk betere spelers waren, maar vanwege het specifieke ding waar Daan voor gewaarschuwd had. Magie werd toegestaan in de Drijfbal Sport, en de Igor’s gebruikten het vrijelijk. James zag ze defensieve bezweringen afvuren, zoals turbulentie putten. Greep Bezweringen, en zwaartekracht poelen, en aanvallende spreuken, als Weerloosheidsversterkers, snelheid vervloekingen en precisie betoveringen. De Bigfoots daar integen, gebruikten vrijwel geen magie. James had zijn toverstok bij zich, opgeborgen in een leren mouw, genaaid in de voering van zijn handschoen, maar hij had geen idee wat ermee te doen, geen enkele spreuk kennend die hij door de Igor’s zag gebruiken.
Tenslotte, toen de wedstrijd zijn einde naderde, werd James wanhopig genoeg om een van de bezweringen uit te spreken, die hij in zijn eerdere schooljaren had geleerd. Terwijl hij door de baan cirkelde, zag hij een Igor zich voorbereiden om een Greep Bezwering uit te spreken over Jasmine Jade, met de bedoeling hem te gebruiken om een van de Hibba’s uit haar handen te rukken. James maakte snelheid, buigend over zijn skrim, en graaide zijn eigen toverstok vanuit het omhulsel in zijn handschoen.
Expelliamus!’ riep hij, mikkend op de uitgestrekte toverstok van de Igor jongen. Onmiddellijk, schoot de toverstok uit de vuist van de jongen en zeilde weg in de mistige avond. De menigte reageerde met een geschokte uitbarsting, en gefluit doorboorde de lucht.
‘Straftijd!’ riep professor Sanders uit, zwaaiend op zijn bezem. ‘Team Bigfoot, ongeoorloofde magie. Twee minuten op de bank.’
Verward zijn hoofd schuddend, cirkelde James uit de baan en vloog naar het platform. Olivier Plank ontmoette hem daar, fronsend.
‘Waar ging dat allemaal over?’ eiste de professor toen James van zijn skrim hopte. ‘Magie!’ riep James woedend uit. ‘Het andere team gebruikt het. Waarom wij niet?’
Professor Plank greep James’ skrim die in de lucht hobbelde. ‘Wij spelen zo’n soort wedstrijd niet James!’ zei hij ferm. ‘Wij zijn een team met een stevige grondslag en voorgeschreven formaties. Niets onsportiefs. We zullen niet altijd winnen, maar we lopen weg met de wetenschap dat we een eerlijke wedstrijd gespeeld hebben. Daarbij, dat was eendueleerspreuk, niet toegestane Drijfbal spelmagie! Je mag van geluk spreken dat je niet uit de wedstrijd gezet bent, en mij daarbij!’
‘Het was alleen maar een ontwapening spreuk,’ kookte James, zich wegdraaiend. ‘Trouwens, ik had net zo goed eruit gezetmogenworden. De wedstrijd is voorbij, vóór mijn tijd op de bank erop zit.’
Olivier Plank zuchtte, uitkijkend over de wedstrijd die zich repte naar zijn laatste ogenblikken. ‘Ik kan je wel punten geven voor je enthousiasme James, maar je moet jezelf leren beheersen. Wij Bigfoots zijn trots op ons zelf voor een nette wedstrijd. Als je je daar niet bij neer kunt leggen, kan geen enig aantal vliegvaardigheden dat goed maken.’
James keek eenvoudig opzij naar de professor, sprakeloos. Minder dan een minuut later klonk het laatste fluitsignaal van de wedstrijd, en hief professor Sanders zijn toverstok, de Hibba’s naar zich toe halend. Het Bigfoot-team had de wedstrijd verloren met een score van acht-en-veertig tegen dertig. Beide teams vielen uiteen en zoefden naar hun eigen rijburg platforms terwijl de menigte juichte, en beminnelijk hoonde vanaf de tribunes rondom.
James stapte naar voren, nam zijn skrim van professor Plank, en zonder te wachten op zijn team genoten, begon hij de trap al te stampen naar de kleedkamer beneden.


‘Maar magie is toegestaanbij drijfbal!’ riep James een paar uur later, zitten in een hoek van de Kraan en Kroes samen met Ralph, Daan en verschillende van zijn Bigfoot-team genoten. ‘Wat wil Plank nou door ons af te laten gaan met het verbannen van iets wat is toegestaan?’
Expelliarmus spreuken zijn niet toegestaan,’ gromde Jasmine Jade, met haar kin rustend op haar onderarmen.
‘Jep,’ beaamde Neuteboom. ‘En we doen welwat magie. Plank gebruikte de Impervius bezwering op onze brillen nietwaar?’
‘We zijn toegestaan om Gummie Greep bezweringen te gebruiken als we de Hibba vangen,’ voegde Henrico Guldemunt toe. ‘En Slipstroom spreuken op onze skrim vlak te houden op de baan.’
‘Die tellen vrijwel niet,’ hield James vol. ‘Igor-team gebruikte serieus spreukenwerk daar vanavond! Sommige van die dingen heb ik nog nooit van gehoord!’
Jasmine ging overeind zitten. ‘Nogal logisch. Ze hebben hun eigen sport-magie coach wiens taak het is om nieuwe Drijfbal spreuken te verzinnen. Ze moeten wel goedgekeurd worden door de scheidsrechter, maar ze komen er vrijwel altijd door, zolang ze maar niemand bezeren.’
‘Da’s waar,’ zei Daan. ‘De Zombie-team magie coach verzon er een vorig jaar, die een speler’s skrim midden in de lucht vastzette. Toegegeven, de rijder zou er waarschijnlijk af vallen als zijn skrim eenmaal met een ruk tot stilstand zou worden gebracht onder hem, maar dat was niet de schuld van de spreuk. Het lukte ons, tot die wedstrijd waar de helft van de rijders van beide teams opeen gestapeld lagen rond een vastgezette skrim. Het was om te brullen!’
James vernauwde ongelovig zijn ogen. ‘Wacht even. Je bedoeld dat als ik Sanders voor de wedstrijd verteld had dat ik eenExpelliairmus spreuk voor verdediging wilde gebruiken, het zou zijn toegestaan?’
Willem Jan Poortsman fronste en duwde zijn grote bril op zijn neus. ‘De officiële Drijfbal Commissie houdt er niet van dat spelers dueleer spreuken gebruiken tijdens wedstrijden,’ zei hij met een snif. ‘Maar er zijn wegen er omheen. Zo is er de Knokkel, bijvoorbeeld.’
‘Laat de tegenspeler’s hand verkrampen, en alles vallen wat ze vastouden,’ legde Jasmine uit. ‘Werkt op toverstokken, Hibba’s, wat dan ook.’
Daan knikte enthousiast. ‘En vergeet niet de Botblok vloek. Werkt net als de Petrificus Totalus, maar dan op bepaalde delen van het lichaam. Richt op de arm van de andere gast, en hij kan helemaal niets meer, gedurende vijf minuten, tenminste.’
James schudde verbijsterd zijn hoofd. ‘Dus feitelijk is er een Drijfbalgoedgekeurde versie voor alle soorten spreuken, met nieuwe die de hele tijd gedacht worden. Is dat het?’
Jasmine perste haar lippen op elkaar en knikte. ‘Ja, dat is het wel zo’n beetje.’ James zakte achteruit op zijn stoel. ‘Nou, wie is de Bigfoot magie coach dan? Ik wil wel eens even met hem praten.’
‘Plank, denk ik,’ antwoordde Willem Jan onzeker. ‘Iemand de rest van mijn Boterbier? Ik kan maar de helft op, anders heb ik de hele nacht de hik.’
‘Geef maar hier Jan,’ verkondigde Guldemunt, opzittend in zijn stoel en uitrekkend naar het flesje van de kleinere jongen. ‘Ik laat wel zien hoe je een Boterbier beëindigd.’
Willem Jan keek beledigd. ‘Ik kan echt wel een flesje leegdrinken, maar Boterbier kan ik niet veel van hebben. Ik ben op dieet weet je.’
‘Ja, ja,’ zuchtte Neuteboom rollend met zijn ogen. ‘Daar weten we alles van. Ypma heeft geen ui meer gebakken in het landhuis sinds jij er bent. Maakt lever avonden nogal triest. Da’s waarom iedereen in het cafetaria eet op Vrijdag, zelfs de bovenbouw.’
‘’t Is niet mijn schuld.’ mompelde Willem Jan, zijn armen over elkaar slaand. ‘Van uien krijg ik Netelroos. Knoflook is nog erger. Je hoeft het niet in te wrijven.’
‘Mogelijk dat inwrijven je kan genezen,’ stelde Ralph voor, zijn hoofd opheffend. ‘Heb je het ooit geprobeerd? Wat uien en knoflook over je uitsmeren, soort van vaccinatie!’
‘Voeg een beetje boter toe, en je hebt een nieuwe Vrijdag avond diner optie,’ knikte Daan. ‘Gegrilde Poorterman pasteitjes voor allen!’
‘Ha, ha,’ zei Willem Jan zuur. ‘’t Is een ernstige medische aandoening. Je weet helemaal niets.’
James leegde zijn Boterbier en stond op, en verkondigde zijn bedoeling om een praatje met Plank te gaan houden over het teams erbarmelijke gebrek aan magie spel. Op zijn weg naar de deur zag hij Albus, en Lucy zitten aan een tafel vlak bij de zijne, kijkend naar een groep oudere leerlingen die een onbegrijpelijk tafelspel speelden genaamd Tover Voesbal. Kleine stenen mannen draaiden aan metalen staven vastgezet in de zijden van de kistachtige tafel, bedienbaar door met leer omgeven hendels. Een kleine witte bal stuiterde en tikte over het veld, tussen de wanden van de tafel, geschopt door de draaiende figuurtjes. Toen James langs de tafel liep, draaide een van de staven woest rond, en de bal schoot uit de tafel. James ving hem handig.
‘Goed gevangen Cornelis,’ riep een van de oudere spelers uit. ‘Nog altijd in het spel niet?’
James keek naar hem op en zag de jongeman vriendelijk naar hem glimlachten, knikkend met iets als een terughoudende instemming.
‘Geef de bal terug!’ riep een van de stenen figuurtjes met een piepend stemmetje. De anderen vielen hem bij, rauw honend. James wierp de bal terug naar de jongeman die hem aangesproken had. De jongeman ving hem gemakkelijk, maar bleef hem aankijken.
‘Je hebt het goed gedaan vanavond Potter,’ zei hij. James merkte dat hij de oranje met blauw gestreepte trui droeg van een Bigfoot universiteit’s student, van wie de meesten woonden in barakken achter het theater. ‘Laat je niet tegenhouden door Plank hè?’
James draaide zijn hoofd naar de oudere jongens. ‘Weet een van jullie waarom Plank geen serieuze magie gebruikt in de Bigfoot Drijfbalwedstrijden?’
De universtiteit’s leerlingen wisselden blikken uit, flauw glimlachend. Tenslotte zei degene in de Bigfoot trui. ‘Plank is een nette vent, begrijp me niet verkeerd. Het verhaal gaat dat hij zijn lef achter heeft gelaten op het Zwerkbalveld in het goeie ouwe Engeland, da’s alles.’
De oudere jongens lachten en schudden hun hoofd. Even later bemoeiden ze zich weer met hun spel.
‘Ik weet zeker dat dat niet waar is,’ zei een zachte stem naast hem. James keek opzij en zag Lucy en Albus naast zich verschijnen. ‘je was vanavond dicht in de buurt om te winnen, zelfs zonder die overdreven magie.’
‘Goed vliegwerk daar grote broer,’ beaamde Albus met tegenzin. ‘Ik heb geprobeerd om bij het Weerwolf-team te komen, maar ze lachten me gewoon uit. Zeiden dat alleen volbloed Amerikanen mogen strijden bij de Weerwolf Afdeling.’
‘Dat is verschrikkelijk,’fronste Lucy. ‘En tegen de schoolregels.
‘Niet als het over Drijfbal gaat,’ schouderschokte Albus. ‘Iedere afdeling mag zijn eigen regels maken over wie wel en wie niet bij het team komt, net als ze bepalen hoe vaak ze oefenen, welke uitrusting ze dragen, en al dat soort dingen. Ik ben wel eens naar het veld geslopen om een van die skrim’s te proberen. Laten we maar zeggen dat ik er geen punt van ga maken bij mijn nieuwe afdeling. Ik kwamwel bij het Weerwolf Zwerkbal team, maar dat was hoofdzakelijk omdat ze een man tekort kwamen nadat hun beste Drijver vorig jaar afstudeerde. Ik kom uit tegen je vriend Daan komende Donderdag. Mam, pap en Lily komen dan.’
James keek naar zijn broer terwijl ze naar de achterdeur van de Kraan en Kroes wandelden. ‘Zag je ze vanavond ook?’
‘Jep, jij niet?’ antwoordde Albus. ‘Ze zaten bij me op de Weerwolf tribune, Mam bedekte de hele tijd haar ogen, zeggend dat ze het niet kon verdragen om te kijken. Pap hield de hele wedstrijd zijn toverstok in zijn hand, zenuwachtig bewegend iedere keer dat je door de kruising kwam, alsof hij klaar was om op te springen en je te leviteren mocht je op enig moment besluiten van je skrim af te vallen. Hij grinnikte de hele tijd echter, die idiote grijns die hij krijgt als hij naar een Zwerkbalwedstrijd thuis kijkt. Je weet wel, alsof een deel van hem een pak wil aantrekken, een bezem grijpen, en het team versterken.’
James moest hier onwillekeurig om glimlachen. ‘Ik snap wat je bedoeld. Zijn ze er nog?’
Lucy schudde haar hoofd. ‘Je vader kreeg een bericht door via zijn eigen Scherf. De zijne is kleiner. Hij houdt hem altijd ingepakt in zijn gewaad, om te voorkomen dat hij iets zou missen. Nadat hij het bericht kreeg, gingen hij, Tante Ginny en Lily gelijk weg. Ze vroegen mij om je goeiedag te zeggen en dat ze trots op je zijn.’
‘Ze vroegenmijom dat te zeggen,’ zei Albus, zich wendend naar Lucy die zijn blik vermeed.
‘Er is zoiets als dubbele zekerheid,’ legde ze voorzichtig uit. ‘Ze dachten dat jij het zou vergeten.’
Albus sloeg zijn ogen op. ‘Ik was het niet vergeten. Ik dacht er alleen niet meer aan tot jij erover begon. Niemand zal het me kwalijk nemen dat jij net iets vlugger was.’
‘Ik ga op weg naar mijn afdeling,’ gaf James aan, de zware houten deur openduwend. ‘Ik ben kapot.’
Lucy volgde hem de duisternis in. ‘Ik zal een stukje met je op lopen,’ zei ze. ‘Ik ben op weg naar het kasteel. Ik heb Magische Amerikaanse Geschiedenis morgenochtend, en ik moet daarvoor nog wat doornemen.’
James bromde opgewekt en ging op weg over het voetpad naast Lucy. Na een ogenblik sprak ze opnieuw. ‘Voor een reus, is professor Bunyan een slimme vogel, vind je niet?’
James haalde een schouder op. ‘Denk ‘t. Waarschijnlijk komt hij van een totaal andere reuzen stam, zou ‘t niet?’
‘Hij zegt dat hij helemaal geen lid van een stam is. Hij zegt dat hij gewoon zo groot is geworden, omdat hij als jongetje twintig kippen en vijftien dozijn eieren per dag at.’
‘En de melk dronk van tien koeien, en rond zwom rondjes het in Griezelmeer voor wat lichaamsbeweging, tot het meer veranderde in een enorme draaikolk,’ knikte James glimlachend. ‘Jij gelooft dat?’
Lucy schudde haar hoofd. ‘Ik denk dat dat is wat de Amerikanen “broodje aap” noemen. Dat is een soort mix tussen mythes en legenden.’
‘Ik vind degene wel grappig over de magische kikker, die op sprong rond George Washington en zijn kleine leger van boeren en kinderen tijdens de onafhankelijkheids - oorlog; degene die hem verborg voor al die grote Britse oorlogsbodems die naar hen op zoek waren.’
‘Ik denk dat die waar was,’ stelde Lucy aarzelend voor. ‘Hoewel het moeilijk is te weten wat mythen, en wat feiten zijn over de Amerikaanse geschiedenis. Zo veel ervan lijkt zo… onecht.’
James trok zijn wenkbrauwen in het duister op. ‘Ik weet niet over geschiedenis, maar het voelt nog steeds behoorlijk onecht voor mij, zelfs nu.’
Lucy lachte, maar er klonk iets eigenaardigs in door. James keek opzij naar haar. ‘Wat is er met jou Luus?’ vroeg hij.
Ze keek naar hem, en wende haar blik snel af. ‘Niets. Hoe bedoel je?’
James keek over het terrein. ‘We zijn voorbij het voetpad naar Erebus Kasteel verderop gegaan, bij de Octosfeer weet je.’
Lucy keek naar de weg die ze gegaan waren. ‘Je hebt gelijk,’ beaamde ze. ‘Dom van me. Euh, ik denk dat ik maar terug ga dan. Welterusten James.’
James keek terwijl Lucy naar hem glimlachte in de duisternis, en zich toen omdraaide, en terug rende over het natte voetpad. Haar zwarte haren veerden rond haar schouders en glommen in het licht van een lantaarn. Toen ze die bereikte, keek ze om, zag hem kijken en stopte.
‘Je hebt het goed gedaan vanavond,’ riep ze na een ogenblik. ‘Ik was trots op je dat je probeerde magie te gebruiken, zelfs toen je erdoor in moeilijkheden kwam.’
James knipperde naar haar. Hij opende zijn mond om haar te bedanken, maar voor hij dat kon, draaide zij zich op haar hielen om, en rende de duisternis in, het smalle geplaveide pad op, naar het Erebus Kasteel. James sloot zijn mond weer en zag Lucy’s silhouet verdwijnen in de schaduw van de bomen. Wat in Merlijn’s naam was er met haar? Hoofdschuddend draaide hij zich om en liep het pad af naar het Apollo Landhuis.
Hij was uitgeput, en een beetje gefrustreerd, maar hij was ook vol van een bepaalde giechelende tevredenheid. Hij had het goed gedaan vanavond. Zijn moeder en vader waren trots op hem. En hij was erin geslaagd op te spelen voor zijn Afdelings Drijfbal-team, terwijl Albus dat niet kon voor de zijne. Het laatste was een wrange genoegdoening, maar het was er een. Al wat er overbleef was het verbazingwekkende mysterie van professor Plank’s weerstand om magie te gebuiken in de Drijfbalwedstrijden, maar James dacht dat hij daar uiteindelijk wel achter zou komen. Zelfs nu, denkend aan het gesprek wat hij onlangs had gehad met de professor, dacht hij dat hij een begin kon maken om de randen ervan te gaan aftasten. Het was nog wel wazig, maar het had iets te doen met het verdienen van respect van zijn overleden ouders, en wellicht, zichzelf. Het lag ingewikkeld, en een beetje gek, maar er zat een bepaalde vreemde logica in. Als het gebruik van strijd magie professor Plank de schaamte van zijn ouders had opgeleverd, dan was dat wellicht de reden om het nu te vermijden, zelfs in iets zo basaals als een Drijfbal wedstrijd, zou dat hem helpen hun spookachtige goedkeuring te verkrijgen.
James schudde zijn hoofd. Een volwassene zijn was een maffe, gecompliceerde zaak. Hij was blij dat hij, technisch tenminste, nog een kind was.

 

Gedurende de daarop volgende weken sprak James niet met professor Plank over de gebreken van het Bigfoot Drijfbal magie spel. In plaats daarvan bestudeerde hij het kleine grijze reglementboekje dat professor Plank hem had gegeven voor het maken van zijn strafwerk, in het bijzonder het hoofdstuk getiteldAanvallende en Verdedigende Spreuk Grondslagen. Hier, leerde hij de belangrijkste magie verbonden met het spel, inclusief veel van wat hij had gezien tijdens de eerste wedstrijd tegen de Igor Afdeling.
Met het voortgaan van het seizoen, bestudeerde James het magische spel van de andere afdelingsteams, en merkte dat elke afdeling hun Drijfbal magie op een specifiek andere manier benaderde.
Het Igor-team bijvoorbeeld, gebruikte vrijwel altijd traditionele Drijfbal spreuken, maar zo nu en dan verrasten ze iedereen met een spectaculaire creatieve poging, vaak met gebruikmaking van verschillende spelers die samen werkten. Zulke pogingen mislukten vrijwel altijd, maar ze waren altijd opwindend om naar te kijken en de menigte juichte altijd om de Igor’s wrede grandeur.
Het Pixie-team daarentegen, vertrouwde op eindeloze variaties van de volledige originele sport magie, meestal ontworpen door Moeder Newt zelf. Pixie Drijfbal was altijd leuk, sprankelend, en effectief vernietigend, zoals toen hun aanvoerder, een meisje genaamd Olivia Werf, de staart van haar skrim betoverde om er een stroom van kleine regenboogkleurige vlinders uit te laten vloeien. De vinders waren, hoewel mooi, nogal dik en onhandig, zo, dat toen de tegenspelers in Olivia’s kielzog vlogen, ze werden besproeid met honderden uiteenspattende, kleurige aanvaringen, hun tuniek bevuilend en uitsmerend over hun brillen.
James gebruikte buitensporig veel tijd in de bibliotheek van de school, klassieke Drijfbal Magische strategieën opzoekend, vaak met Daan en Ralph naast hem. In het begin heimelijk, begon James de aanvallende en verdedigende spreuken te oefenen die hij had geleerd, de buste van Heer Pepperpock als doelwit gebruikend. Vaak keken Roos, Scorpius en zelfs Gerard Gerhards met Sabrina Hildegard naar James pogingen vanaf de Scherf aan de muur van zijn slaapkamer.
‘Je legt nog steeds de klemtoon op de tweede lettergreep van de Greep Bezwering,’ verkondigde Roos kritisch bij een gelegenheid. ‘Daardoor trek hij te snel.’
‘En meer zwaai vanuit de pols,’ voegde Gerard toe, het gebaar voordoend met zijn Toverstok aan de andere kant van de Scherf. ‘Zei je? Je moet een mooie spiraal maken. Houd je mikpunt zuiver.’
James veegde met zijn arm over zijn wenkbrauw. ‘Hebben jullie geen huiswerk of zo?’
‘Je vergeet dat het hier vrij laat is,’ snoof Roos. ‘We blijven alleen op omdat je zo ontzettend onderhoudend bent.’
‘Doe de zwaartekracht poel nog eens,’ stelde Sabrina enthousiast voor, met een veer trillend in haar haren. ‘Ik hoorde dat mensen die er echt goed in zijn, ze zo sterk kunnen maken, dat zelfs licht er niet uit kan ontsnappen. Het is als een miniatuur zwart gat!’
Ralph lag op zijn bed, omgeven door een collectie veren, perkamenten en hapjes. Opziend van zijn Magische Amerikaans Geschiedenis leerboek vroeg hij. ‘Hoe komt het dat jullie allemaal zoveel weten over Drijfbal eigenlijk?’
‘Bibliotheek,’ merkte Roos achtloos op. ‘Er is niet zo heel veel over te vinden hier, maar we vonden er een paar oude tijdschriften over. Kennelijkiser een Drijfbal liga in Groot Brittannië, hoewel vrijwel niemand er ooit iets over gehoord heeft. Ik las een interview met de man die de liga hier gaande houd. Hij is nogal… heftig. Maar er was een prima discussie over de basis magie die in de sport gebruikt wordt. Heb je geoefend met de Fluit-Foetsie vloek die Gerard bedacht heeft?’
‘Ik zeitoch,’ zei James, die zijn toverstok liet zakken. ‘we mogen geen spreuken uitvoeren die andere spelers kan bezeren. De scheidsrechter zijn eigen fluitje laten inslikken is een overduidelijk strafpunt.’
‘Kan geen strafpunt zijn zonder een fluitsignaal,’ mompelde Daan, onderuit op James’ bed. ‘Toch? Is een overtreding begaan waar niet voor gefloten kan worden, inderdaad een overtreding?’
‘Dat probeer ik de hele tijd te zeggen!’ riep Gerard vanaf de andere kant van de Scherf.
‘Vergeet het,’ zei James ferm. ‘Ik ga het risico niet lopen weer op de strafbank te komen.’
‘Vind je het erg als ik het Fluit-Foetsie ding jat?’ vroeg Daan opgewekt. ‘Ik wed dat Warrington er goed gebruik van kan maken.’
James trok een geïrriteerd gezicht. Aan de andere kant van de Scherf, wees Gerard met een vinger. ‘Ik heb daar patent op Wilstra! Waag het niet hem te jatten en te doen of ie van jou is!’
‘Is nooit bij me opgekomen,’ zei Daan gekwetst.

 

Bij de derde wedstrijd van het seizoen, had James genoeg zelfvertrouwen gekregen om wat echte Drijfbal magie te gebruiken gedurende de wedstrijd. Hij wachtte tot het vierde wartier van de wedstrijd tegen de Vampier Afdeling, en toen hij er zeker van was dat professor Plank de formaties opriep, probeerde hij een Greep Bezwering op de Vampier Strijder voor hem. Het werkte perfect. De Hibba plopte direct vanonder de jongen zijn arm vandaan, en hobbelde achteruit in de lucht. James ving hem tegen zijn borst, verrast en verrukt hoe eenvoudig het was. De menigte reageerde met een nogal verrast gejuich, en terwijl James door de kruising zoefde en om het Bigfoot platform, hij zag professor Plank nieuwsgierig in de rondte kijken om te zien waar het publiek voor applaudisseerde. Toen James bij het einde kwam van de vereiste drie ronden, zag hij dat twee van de Vampier Popan’s zich voor hem geplaatst hadden, zich voorbereidend om zich op hem te storten en hem uit de baan te drukken. James vernauwde zijn ogen en hief zijn toverstok.
Cresco Gravitatis!’ riep hij, mikkend op een punt tussen en onder de twee Vampier Popan’s.
Er klonk een zeer tevredenstellend lawaai, net het omgekeerde van een ploppend geluid, en de twee Popan’s werden naar beneden gezogen, uit de baan. Ze knalden tegen elkaar aan op het punt van de zwaartekracht poel, en James was verheugd om op te merken, toen hij voorbij suisde, dat de lucht iets donkerder leek rond het midden van de spreuk. De poel klapte snel uit zichzelf uiteen, maar er was geen kans dat de twee Vampier Popan’s James nu nog konden pakken. Hij trok zich hard rond de laatste bocht, versnellend en laag hurkend op zijn skrim, en wierp de Hibba gemakkelijk door het doel, hem buiten het bereik houdend van de zwaai van de knots van de Vampier Hanger.
De menigte reageerde met een uitbarsting van gebrul en applaus, net zozeer verrast als onder de indruk. James koesterde de hoop dat professor Plank het gebruik van spelmagie niet had opgemerkt, maar deze hoop werd keurig de grond in geboord door de galmende stem van de omroepster, een meisje van de Zombie Afdeling, Celest Croes.
Ende Bigfoot spelmagie neemt een nogal schokkende sprong naar de een-entwintigste eeuw met vakkundig vloekwerk van nummer twee-en-twintig, James Sirius Potter!’ riep ze, haar stem versterkt boven het gebrul van de menigte. ‘Kan het zijn dat dit een nieuw tijdperk inluidt voor het concurrentie vermogen van de Bigfoot Afdeling? De tijd zal het leren. Tot die tijd, drie hoeraatjes voor professor Olivier Plank en zijn zeer effectieve coaching!’
James vertraagde toen hij opkeek naar de commentatorbox. Hij was niet verrast om Daan te zien zitten naast Celest Croes. De blonde jongen grijnsde en zwaaide omlaag naar James, knipogend, het gebaar zo verfijnt als een reuzen tutu. James probeerde professor Plank’s starende blik te vermijden, maar kon niet verhinderen opzij te kijken toen hij voorbij het platform kwam. Olivier Plank glimlachte strak terwijl de menigte hem toejuichte.
‘Mooi zo James!’ riep Neuteboom, James passerend op zijn eigen skrim. ‘Blijf goed opletten hoor. Het Vampier-team zal waarschijnlijk proberen je in een hinderlaag te lokken, omdat ze denken dat jij de enige bent met spelmagie.’
James knikte toen hij hurkte op zijn skrim, versnellend naar de kruising. Inderdaad, verschillende Vampier spelers hielden hem met duistere ogen in de gaten terwijl ze vooruit zoefden.
‘Waarom probeerjij dan niet wat magie, Neuteboom?’ stelde James voor, zijn stem verheffend in de voorbij gierende wind. ‘Het is niet verboden weet je!’ ‘Ikkendie spreuken niet eens!’ reageerde Neuteboom. ‘Dat was een zwaartekracht poel! Die zijn echt moeilijk!’
James wilde Neuteboom gaan vertellen dat ze echt niet zo moeilijk waren, maar toen zoefden de twee de kruising in en verloor hij de andere jongen uit het zicht toen ze flitsten en zwenkten door de toesnellende stroom.
James ondernam geen magie meer tijdens die wedstrijd, welke ze verloren met een score van zeven-en-vijftig tegen vijftig. Toen het voorbij was, wachtte hij in de kleedruimte onder de rijbrug om af te wachten of professor Plank hem op zijn kop zou geven. De rest van het Bigfoot-team feliciteerden hem hartelijk terwijl ze zich aan het verkleden waren, maar toen professor Plank de trap afkwam, viel iedereen onmiddellijk stil, wachtend, samen met James, wat hij zou gaan zeggen. Professor Plank keek langdurig door de ongebruikelijk stille kleedruimte, zijn blik glijdend over de verzamelde, wachtende, spelers.
Tenslotte schraapte hij zijn keel en zei, ‘Goede wedstrijd allemaal. Mooi gespeeld. Zo’n klein verschil in punten hebben we in tijden niet gehad. Ga zo door.’
James ogen kleefden zich aan de rug van de professor toen die op weg ging naar de uitgang. Toen de houten deur dichtsloeg, liet hij zijn ingehouden adem opgelucht ontsnappen. Olivier Plank had duidelijk gekozen het team niet te coachen om enig soort serieuze magie uit te voeren, maar was kennelijk bereid om het toe te staan als James, uiteindelijk, zelf het initiatief ervoor nam. James voelde een groot gewicht van zorg van zijn schouders vallen.
‘Hee James,’ zei Willem Jan, naast hem neerploffend op de bank, ‘denk je dat je mij wat van dat spul wat je vandaag deed kunt leren?’
‘Ja,’ beaamde Guldemunt met zachte stem. ‘Mij ook. Ik weet niet hoe de rest erover denkt, maak ik heb genoten van wat je hier vandaag deed. Naar de maan met traditie. Ik wil wat koppen vervloeken.’
‘Ho, ho, ho,’ zei James, zijn handen opstekend. ‘Ik heb mezelf dat spul aangeleerd uit boeken. Professor Plank kan me mijn gang laten gaan, maar als hij ontdekt dat ik de rest van het team het ook aanleer…’
‘Het is niet de rest van het team,’ zei Willem Jan, zijn bril aan zijn trui afvegend. ‘Alleen Guldemunt en ik.’
‘En ik,’ voegde Jasmine Jade toe, zittend aan de andere kant van James. ‘Wurfh,’ gromde nog een stem. James keek op en zag Mukthatch naar hem knikken, zijn zwarte ogen glinsterden.
James haalde beide handen gefrustreerd door zijn haar. ‘Kijk, ik ben geen leraar. Ik ken die spreuken zelf nauwelijks! Ik heb er over gelezen, keek wat iedereen deed, en oefende in mijn kamer tot ik klaar was om ze te proberen!’
‘En dat deed je allemaalzonderons het te vertellen?’ zei Willem Jan verwijtend. ‘Nee, nee, het is beter zo,’ zei Guldemunt enthousiast. ‘Spaart ons het werk uit! Nu kan hij ons gewoon vertellen wat hij weet!’
‘Ik kan helemaal niemand iets leren!’ raspte James, pogend zijn stem zacht te houden.
‘Waarom niet?’ vroeg Jasmine redelijk.
James schudde zijn hoofd en beet op zijn lippen, niet wetend hoe hierop te reageren.
‘Rharrf whubfle,’ zei Mukthatch, James een bemoedigende duw tegen zijn schouder gevend, waardoor hij bijna met zijn hoofd tegen de muur sloeg.
‘Muk heeft gelijk,’ zei Willem Jan. ‘Wij zijn je teammaten en je vrienden. Het is niet zo dat je Plank’s werk of zo overneemt. Zie het als… ons helpen met ons huiswerk.’
‘Jep,’ grinnikte Guldemunt. ‘Ons Drijfbal huiswerk.’
Jasmine knikte serieus. ‘We zoudenjouhelpen metjouwhuiswerk James.’
‘Je hielp me laats anders niet!’ sputterde James, zich wendend naar Jasmine. ‘Toen ik je vroeg me te helpen met mijn Voorwetende Techniek opstel!’
‘Je wilde er geenhulp mee,’ antwoordde Jasmine, met een trekje om haar mondhoek. ‘Je wilde de mijne van vorig jaar kopen. Dat is nauwelijks hetzelfde.’ Guldemunt schudde zijn hoofd. ‘Ikzeije dat ze er geen afstand van zou doen voor minder dan twintig grote.’
Willem Jan bleek koppig bij het onderwerp. ‘Dus, wil je ons wat Drijfbalmagie leren James? Alleen ons vieren?’
James keek van gezicht naar gezicht en liet tenslotte een zucht van toestemming gaan.
‘Woohoo!’ brulde Guldemunt, zijn vuisten in de lucht stekend. ‘Wanneer beginnen we?’
‘We laten er geen gras over groeien,’ stelde Jasmine voor. ‘Het is nog vroeg. We kunnen elkaar ontmoeten op de zolder van de leerlingenkamer. Niemand gebuikt de ruimte sinds Pluk de klopgeest erheen verhuisde. Hij zal ons niet lastig vallen, zolang niemand het erg vind om een paar boeken naar zich gegooid te krijgen. Kan zelfs helpen. Het zal ons iets geven om op te mikken.’
James boog zich, en trok zijn Drijfbal laarzen uit, het gesprek zonder hem te laten voortgaan. Stiekem was hij niet zo van streek over het vooruitzicht van het aanleren van wat hij geleerd had aan een paar andere spelers, zolang het maar niet het hele team was. Hij kon nog altijd de irritatie van professor Plank verdienen, maar voor het moment was James’ weerzin tegen het in problemen komen, iets minder dan zijn wens om tenminste één Drijfbalwedstrijd te winnen dit seizoen. Tegen de tijd dat zijn medespelers de kelder verlaten hadden en verdwenen waren in de schemering van Pepperpock Landing, was hij al aan het bedenken wat hij als eerste zou aanleren.
‘Sorry jongens,’ zei James tegen Ralph en Daan toen ze hem inhaalden. ‘Geen Boterbier in de Kraan en Kroes vanavond. Ik wordt verwacht.’
‘Dachten we al,’ knikte Daan zuchtend. ‘Je gaat je team het oude magische huppeldepup hatsiekidee leren?’
‘Shh!’ siste James, om zich heen kijkend. ‘Niet het hele team. Alleen een paar maten. Hou het geheim ja?’
‘OK,’ suste Daan, zijn handen op gooiend toen Mukthatch plagerig opdoemde. ‘Hou je sokken aan Chewbacca. Je geheim is veilig bij me. Maar bedenk, volgende week is het jullie zooi tegen de Zombie Afdeling. Magie is voor hen een levenswijze.’
‘O ja?’ weerkaatste Willem Jan, zich tot zijn volle lengte oprichtend. ‘Nou, Bigfoots grote levenswijze is… euh…’
‘Groot?’ stelde Jasmine hoopvol voor.
‘Grote magie,’ knikt Guldemunt. ‘Dankzij James hier. Onze eigen magie coach.’
De overige Bigfoot waren het hier volmondig mee eens, juichend en James op de rug slaand.
Daan schudde zijn hoofd en draaide met zijn ogen, meewarig glimlachend. ‘Mijn held,’ zei hij, James porrend met zijn elleboog.
James grijnsde schaapachtig.