4
JOANNA
15 februari
Alistair zette Noah in de handige buggy annex autostoeltje die buiten het vliegtuig voor hen klaarstond. De baby was heerlijk in zijn blauwe dekentje gewikkeld, alleen zijn gezichtje was nog te zien.
‘Sst! Niet doen!’ waarschuwde Alistair Joanna toen ze zich naar Noah overboog. ‘Straks wordt hij wakker!’
Alistair had gelijk. Zelfs door alleen maar naar Noah te kíjken, kon deze gelukzalige rust verknald worden.
Met Noah in de buggy doorstonden ze de rij voor de douane, haalden hun koffers op en liepen uiteindelijk het airconditioned luchthavengebouw uit.
Joanna ademde een mondvol kokendhete lucht in en schrok; het was alsof iemand een haardroger op haar mond hield.
Ze wilden Noahs dekentje niet weghalen om hem niet wakker te maken en liepen zo snel mogelijk naar de parkeerplaats waar de huurauto’s stonden.
‘Ruik je het?’ Alistairs Australische accent was nu al sterker.
Joanna snoof de benauwde, warme lucht op. ‘Eucalyptus?’
‘Eucalyptus en...’ Alistair klikte de deuren van de huurauto open en stak zijn handpalm uit. ‘Bosbrand.’ Er landde een vlokje as op zijn hand van de brand die al drie dagen woedde. ‘Mijn god, het is heerlijk om weer thuis te zijn.’
Alistair tilde het zitje met Noah erin uit het frame van de buggy, zette het op de achterbank en klikte het vast met de autogordel. Daarna laadde hij de koffers van de bagagekar die Joanna vanaf de terminal had geduwd in de achterbak, de kleinste bovenop. Het paste allemaal precies. Waarschijnlijk had hij voordat hij dit model had uitgekozen bij het verhuurbedrijf geïnformeerd naar de maten van de bagageruimte om zeker te weten dat de koffers erin pasten. Joanna glimlachte naar haar georganiseerde, mannelijke man.
Hij ging naast Joanna op de bestuurdersplaats zitten en checkte zijn telefoon. ‘Shit!’ fluisterde hij.
‘Wat is er?’ vroeg ze zachtjes.
‘Die meid met die dikke tieten heeft met de Daily Mail gesproken. Ze zegt dat de etentjes met Johnstone niet alleen bij etentjes bleven. Hij kickt volgens haar op een hondenhalsband om zijn nek. Shit, shit, shit. Hoe laat is het?’
Joanna keek op haar horloge, dat ze tijdens het taxiën op de juiste tijd had gezet. ‘Het is drie uur hier.’
‘Dan is het daar nu zes uur in de ochtend. Ik bel het kantoor als we bij het huisje zijn.’
Ze namen de Tullamarine Freeway. De airconditioning voelde haast te kil.
‘Ik had nooit gedacht dat ik het ooit zou zeggen, maar ik heb er gewoon zin in om weer in Geelong te zijn,’ zei Alistair met een blik op de in smog gehulde skyline van Melbourne. Geelong, een uurtje rijden vanaf de hoofdstad van de deelstaat Victoria, was het arme neefje van de rijke metropool die Melbourne was. Als tiener en jongvolwassene had Alistair een vernietigend oordeel gehad over Geelong. Zijn voorkeur ging uit naar Melbourne, of nog beter: Londen. Maar nu ze op weg waren naar de Princes Highway, die hen westwaarts zou voeren, werd hij steeds enthousiaster. Hij zag ernaar uit om hamburgers op het strand te eten, rond te scharrelen in het plattelandswinkelcentrum en over Great Ocean Road te rijden, vertelde hij Joanna. Maar het meest verlangde hij naar zijn dochter, Chloe.
Joanna had Chloe vier jaar geleden voor het eerst ontmoet. Het was geen prettige ontmoeting geweest. Joanna en Chloes vader neukten elkaar in het echtelijke bed en Chloe stond in de deuropening van de slaapkamer. Naast haar moeder.
‘Wie is dat?’ had de tien jaar oude Chloe gevraagd, wijzend op de naakte vrouw boven op haar vader.
Joanna had zich als een haas van haar geliefde losgemaakt, het laken gepakt en geprobeerd dat over zich heen te trekken.
‘Dat,’ had Alexandra geantwoord, ‘is een ordinaire slet.’
Alistair was overeind gaan zitten. Spiernaakt. ‘Alexandra, je taal!’
‘O, natuurlijk schat. Sorry,’ had ze tegen haar echtgenoot – met inmiddels verschrompeld lid – gezegd: ‘Vloeken is niet goed voor onze dochter.’
‘Chloe, naar de keuken!’ had Alistair bevolen.
‘Maar wat was je aan het doen met die vrouw?’ vroeg Chloe.
‘Naar de keuken! Nu!’
Chloe gehoorzaamde en draaide zich om.
‘Alexandra, wil je ons alsjeblieft de gelegenheid geven kleren aan te trekken? Dan praten we er straks rustig over. Oké? En niet in het bijzijn van Chloe.’
Maar ze praatten niet rustig. Alexandra gooide een lamp naar Joanna, die zich aankleedde en vertrok. Toen had Alexandra Alistair geslagen, geweigerd over een scheiding te praten, gewacht totdat Alistair de dag daarna vertrok naar een conferentie, haar spullen gepakt en was ze ervandoor gegaan. Met Chloe.
In de maanden daarop belde Alistair Chloe regelmatig en als er niet allerlei noodsituaties in Westminster waren geweest, was hij zeker naar Australië gevlogen.
Zijn pogingen om contact te houden verwaterden een
beetje omdat hij er zo naar verlangde een nieuw gezin te stichten
met Joanna (Wil je kunnen geloven dat ik
het serieus met je meen? Ik wil een kind van je.) Dat nieuwe
gezin was misschien voldoende voor hem geweest, als er, vlak na de
geboorte van Noah, geen verhaal van de gevreesde conservatieve
blogger James Moyer op zijn Google Meldingen was
binnengekomen:
O, wat een schattige foto’s van
Alistair Robertson en zijn gezinnetje. Mams en paps wandelen met
hun trots door de Botanische Tuinen. De juiste man om
familiewaarden aan te prijzen, de juiste man voor de Labour-partij
om een zetel veilig te stellen voor de komende
verkiezingen.
Maar wacht eens, die vrouw is zijn maîtresse, niet zijn echtgenote.
En de baby is zijn tweede kind, niet
zijn eerste. Zijn eerste, de veertienjarige Chloe, woont 20.000
kilometer ver weg en hij heeft al vier jaar niet de moeite genomen
haar een bezoekje te brengen.
En als je nog beter kijkt, wat ik heb gedaan, is er meer...
De ex-echtgenote, Alexandra Donohue,
is gisteren aangehouden met een te hoog alcoholpercentage in haar
bloed, op weg om haar dochter op te halen uit het
dierenasiel.
De normen en waarden van een
Labour-gezin?
Nada.
Alistair en Joanna waren naar Australië gekomen om de voogdij over Chloe te krijgen. Alistairs advocaat had er veel vertrouwen in. De moeder had het kind zonder toestemming en zelfs zonder medeweten van de vader uit Engeland meegenomen. Ja, dat kon je ontvoering noemen. De moeder had haar verblijfplaats meer dan een maand na haar aankomst niet aan hem bekendgemaakt: dat was oncoöperatief gedrag, dan wel ontduiking van verantwoordelijkheden. De moeder had haar kind van haar vrijwilligerswerk op het asiel in Healesville opgehaald terwijl ze onder invloed was. Ze was van plan geweest haar kind in dronken toestand naar huis te rijden: regelrechte verwaarlozing. Nee, het was verdomme misdadig.
‘Het komt niet door dat belachelijke blogbericht,’ had Alistair voor ze vertrokken tegen Joanna gezegd. ‘Het gaat me niet om mijn werk. Sinds Noah, sinds wij een gezin zijn, is het duidelijker dan ooit voor me wat écht belangrijk is. Die trut dronk altijd al te veel en nu weet ik dat ze zonder problemen het leven van mijn kleine meisje op het spel zet. Chloe hoort veilig te zijn. Ze hoort bij haar vader te zijn. Ze hoort bij een inspirerende, liefdevolle, verantwoordelijke vrouw op te groeien. Bij jóú, Joanna. En bij haar kleine broertje. Ze hoort op te groeien in een gezin, óns gezin.’
Joanna kon het niet eens aan om voor haar eigen kind te zorgen. De gedachte om voor het kind van een ander te zorgen joeg haar angst aan. Maar ze wilde Alistair graag gelukkig maken en alles wat hij zei klopte en was waar.
Terwijl ze over de snelweg naar Geelong reden keerde Joanna zich naar Alistair en vroeg: ‘Zal ze me voor altijd haten?’
‘Ze haat je helemaal niet,’ zei hij en hij raakte haar bovenbeen even aan. ‘Ze kent je niet. Alles komt goed. Alles wordt gewoon geweldig.’
Alistair benaderde elke situatie, hoe moeilijk die ook was, op dezelfde manier. Eén: verzamel de feiten. Twee: maak een plan van aanpak. Drie: voer het uit.
Volgens Alistair waren de feiten van hun affaire als volgt:
Zijn echtgenote en hij waren vreemden voor elkaar. Toen hun relatie eindigde, hadden ze al een maand geen seks gehad.
Alexandra was in wezen een geestelijk gestoorde paranoïde heks met een alcoholverslaving.
Joanna en hij waren zielsverwanten. Dat kon ze niet ontkennen, toch? Hij had zich nog nooit zo gevoeld. Ze was zijn beste vriendin. Ze was de liefde van zijn leven.
En daarom was er niets verkeerds aan wat ze hadden gedaan. Ze kónden niet anders. Ze waren voor elkaar bestemd.
Zijn eerste plan van aanpak was eenvoudig: leg de situatie uit aan Alexandra. Vraag om een scheiding. Blijf vrienden om de zorg voor een emotioneel onbeschadigde Chloe te delen. En leef nog lang en gelukkig.
Die aanpak had niet goed gewerkt.
Maar Alistair hield vol dat Joanna en hij het juiste hadden gedaan, het enige wat ze kónden, gezien de kracht van hun liefde voor elkaar. En alles zou goed komen, als ze maar geduld hadden.
Alistair was een geduldig man.
En uiteindelijk had hij gelijk gehad. Oké, het had wat tijd gekost en het was niet zo eenvoudig geweest als hij had gehoopt, maar het leven is nou eenmaal niet simpel.
Het zou nu goed komen. Alles zou nu goed komen.
Het enige wat ze nog moesten doen was het plan ten uitvoer brengen.
Chloe krijgen.