22

Een aantal dagen later waren ze fanatiek bezig om een oude bouwval om te toveren tot een magisch woonparadijsje. Miels klusvaardigheden bleken nog best mee te vallen, ook al zat er ondertussen meer behanglijm op zijn kleding dan op de muur. Dymphy liet tussen het klusgeweld door nog even zien hoe bol haar buik al was waarna Danny er met een verfroller overheen ging.

Miel grijnsde. Het was zo’n idioot stel dat het wel goed moest gaan.

‘s-Avonds waren ze uitgeput. Miel lag languit op de vloer met Dymphy’s hoofd op zijn buik.

“Dit is zwaar,” klaagde hij.

“Ja, klopt.”

“Ik denk dat ik zo maar naar huis ga.”

“Nee,” zei Dymphy kortaf.

“Want?” vroeg hij verbaasd.

“Omdat ik nog een kleine verrassing voor je heb.”

Hij krabbelde overeind. “Wat dan?”

“Eh, dat zie je zo wel. Vooralsnog heb ik geregeld dat je je twee huizen verderop op kunt frissen.”

“Waarom twee huizen verderop?”

“Hier zijn we nog niet klaar en hebben we geen water na Danny’s ongelukje met de leidingen.” Ze keek hem even verwijtend aan.

“Dat ging toch ook niet expres,” mompelde Danny. Hij liep weg.

“Dat weet ik schat, maar handig is anders. In ieder geval, de buurman of buurvrouw hiernaast is niet thuis dus mocht het twee huizen verderop.”

“Wat is er dan?”

“Dat zie je wel, straks, als je terugkomt. Hier heb je je toilettas – wat heb je er godsnaam allemaal in want dat ding is zwaar?! – en dan zie we je over een kwartier wel weer.”

“Kwartier?” vroeg Miel geschokt. “Da’s veel te kort. Ik heb minstens een halfuur nodig.”

“Vandaag niet, een kwartier volstaat.”

Miel haastte zich naar de buren toe, schudde paniekerig handjes met de bewoners en was binnen een seconde alweer vergeten bij wie hij onder de douche was gestapt.

Een kwartier later kwam hij weer terughollen.

“Goed, daar ben ik weer!” riep Miel toen hij de deur achter zich dichtsloeg.

Een wildvreemde jongen stond voor hem. Een knappe wildvreemde jongen. Niet zo leuk als Alex was, maar het kon er zeer zeker mee door.

De jongen kwam naar hem toe. “Jij moet Miel zijn. Hoi, ik ben Kai.”

“Dit is je verrassing, Miel,” zei Dymphy. “Nog een date!”

“Maar,” zei Miel. “En Alex dan?”

“Je moet elke date één keer hebben gezien, voordat je weer met dezelfde afspreekt!” zei Dymphy.

“Wat? Maar hij was zo leuk!”

“Dat maakt helemaal niet uit, verdorie! Ik heb de regels bepaald en je bent in mijn huis dus je luistert naar wat ik zeg!” riep Dymphy.

“Maar hij is minder leuk dan Alex!”

“Eh, ik sta erbij hoor,” protesteerde Kai.

“Nou en?!” vroeg Miel. “Je snapt toch ook wel dat als ik vóór jou een leuke jongen heb ontmoet dat ik dan geen zin heb om de schijn op te houden?”

“Je gaat gewoon mee,” riepen Kai en Dymphy tegelijk.

“Oké,” zei Miel. “Maar verwacht er niets van.”

“En je gaat me nu bedanken en je fatsoenlijk voorstellen,” zei Dymphy.

“Je bent een schat,” zei Miel tegen Dymphy. Hij stak z’n hand uit naar Kai. “Miel, aangenaam.”

“Ik neem je mee naar een feest van een vriend van me,” zei Kai. “En vanavond breng ik je dan hier weer.”

“Het lijkt me fantastisch,” zei Miel, die er toch echt niets van meende.

Ze liepen naar het feest.

Het feest was drukbezocht, er liep van alles rond. Meisjes in gotische soepjurken, roze geklede jongens, wilde punkers en uiteraard een kliekje hippies, die zaten de discussiëren over de zin van het bestaan en de vorm van het heelal.

Miel bekeek Kai. Het was best een mooie jongen. Licht getinte huid, donker rommelig haar wat hem een uitstraling gaf van: het-kan-me-niet-schelen-hoe-mijn-haar-zit-want-knap-ben-ik-toch-wel.

“Ik moet even naar het toilet,” zei Kai na ruim een uur.

Miel vond dit wel logisch, ze hadden in een uur zoveel gedronken dat hij zelf ook wel op knappen stond. “Ik moet ook, ik wacht wel even tot je terug bent,” zei hij.

“Goed. Tot zo.”

Miel liep naar een spiegel toe en bekeek zichzelf eens kritisch. Goed, die wallen onder z’n ogen waren een beetje jammer, maar hij was vanochtend al om vijf uur opgestaan en hij was nu eenmaal niet van de make-up. Zijn outfit was simpel doch genoeg om er redelijk goed uit te zien en al met al vond hij dat hij best over straat mocht op deze manier. Hij ging zitten, bekeek z’n mobieltje eens en zag dat hij een SMS had ontvangen. Van Alex!

Wanneer spreken we nou af? Ik ben aankomend weekend vrij!” stuurde hij.

Aankomend weekend lijkt me zeer oké!SMS te Miel terug.

Kai scheen nogal een grote bevalling te moeten doen, hij was na een kwartier nog niet terug. Miel liep door de verschillende kamers en zag niemand die een potentiële gezellige gesprekspartner kon zijn.

Hij liep de trap op, op zoek naar de badkamer. Vanuit een slaapkamer hoorde hij zacht gekreun. Nieuwsgierig als hij was duwde hij de deur, die toch al op een kier stond, iets verder open en keek wat er aan de hand was. Hij observeerde het een aantal seconden, wreef eens in zijn ogen en bekeek het schouwspel nog eens. Het gekreun werd veroorzaak door twee jongens en één ervan was Kai.

Miel sloeg de deur dicht. “Sorry!” riep hij. Vervolgens liep hij weg, het huis uit.

Even later lag hij weer languit op de grond bij Dymphy.

“Nou, dat was een groot succes,” zei Miel droog.

“Niet echt, hè? En hij reageerde nog wel zo leuk op mijn uitnodiging!”

“Mannen,” zei Miel. “Je kunt er niks mee.”

“Ik denk dat iedereen dat probleem wel eens heeft,” zei ze troostend.

“Maar uiteindelijk kun je er toch niet zonder.”

“Ik weet er alles van,” zei Miel. “Wat zou ik zonder mij moeten?”

“Jij bent geen man,” zei Dymphy.

“Beetje dan?”

“Beetje.”

Ze keken beide naar de muren. Dymphy vond het zeer geslaagd allemaal.

“Ik ga volgende week met Alex daten,” zei Miel.

“Dat lijkt me een goed idee,” zei Dymphy. “Ik heb ergens het vermoeden dat mijn tips niet echt heel erg goed werken.”

“Dat heb je heel voorzichtig uitgedrukt, Dymph. Maar laten we het daar maar op houden.”

Dymphy glimlachte en woelde door zijn haar heen. “Je moet toch nog wel even je dagboek bijhouden hè!” Braaf pakte Miel zijn boek erbij en begon te schrijven:

Date #10

Best daterampding geval,

Ook deze date was weer een pure mislukking. Het leuke was, dat ik gewoon een keer normaal gekleed en wel op date mocht. #10 leek heel erg leuk, maar aan het einde van de avond bleek dat toch erg tegen te vallen.

Ik heb geen eens zin om me erover uit te laten, dus ik doe dat ook niet (sorry Dymph…).

 

+ Hij was, samen met Alex, toch een van de knappere van de rij dates.

+ Ik mocht alweer (!) gewoon gekleed als mezelf.

—Hij deelde op de eerste date het bed al met een andere jongen.

—Hij was Alex niet.

Dag, Miel

Dymphy schaterde toen ze het las.

“Lang leve de chaos,” zei hij. “Oh, en Dymphy?”

“Hm?”

“Je hebt nu geen dates meer voor me in petto, toch?”

“Nee, dit was het wel,” zei Dymphy.

“Mooi. Ik denk dat ik Alex nog eens even bel,” zei Miel. Hij nam een slok thee.

“Ik heb nog een brief gekregen van Eddy,” zei Dymphy.

“Wat?” riep Miel. “Wanneer? Wat staat erin?”

“Gisteren. Het lijkt me het beste dat je hem zelf even leest.”

Heuwj! Ik denk dak een verontschuldiging moet aanbieden dus bij deze

stond er op de enveloppe.

Jullie dachte waarschijnlijk da’k hartstikke dood in een greppel tussen de kiwi’s lag, maar dat was dus eigk een soort van luegen. De gast die jullie gebelt heeft is John, (dat is m’n buurjongen, voor het geval jullie dat niet weten) die heeft het hele spelletje meegespeelt. Toen ik een telefoontje van Miel kreeg wist ik eigenlijk genoeg. Het was allemaal volgens plan verhopen.

Waarom ik heb gelogen? Ik had een weddenschap afgesloten. Ik heb gewed dat ik jullie naar het buitenland zou kunnen krijgen door te zeggen dat ik spoorloos ben. Dat is gelukt, dus ik heb een kratje bier gewonnen:D WOOHOO! Anyway, ik zie jullie binnekort wel ewer. Volgende week is ook mijn homecomingparty dus dan mogen jullie ook komne.

Groetjes, Eddy

“Een kratje bier,” zei Miel verdoofd.

“Dure weddenschap,” zei Dymphy.

“Oh, maar ik vond het het geld voor de reis best waard,” zei Miel.

“Dat bedoelde ik niet. Dit kost hem echt zijn vriendschap!” riep Dymphy.

“Dus je gaat niet?” vroeg Miel.

“Naar z’n thuiskomstfeestje? Nee, natuurlijk niet! Na alles hij heeft gedaan?” vroeg Dymphy verbouwereerd. “We moeten het hem eens heel duidelijk maken, dat dit echt geen leuke grapjes zijn,” zei Dymphy.

“Vind ik ook Dymphy! We laten hem een poepie ruiken!” riep Miel, iets te enthousiast.

“Kijk, en daar kan ik niet tegen, hè? Ik zit er vreselijk mee in mijn maag dat één van mijn beste vrienden zo achterlijk doet, en jij maakt er een lolletje van!”

“Dymphy, rustig, sorry!” hij legde een hand op Dymphy’s schouder.

“Misschien was dat niet de juiste zin.”

“Dat denk ik ook. Maar toch heb je ook wel weer gelijk, weet je wat? We sturen hem een brief waarin we aangeven dat dit einde vriendschap is. Goed idee?”

“Goed idee.”

“Pak jij even een pen? Dan stellen we een mooie brief op.”

Miel sprong op en ging op pennenjacht.

Eddy,

Helaas kunnen wij, in tegenstelling tot jou, niet zo lachen om je weddenschap. Wij waren doodongerust en ondanks je lompe gedrag op Schiphol, hebben we helemaal de moeite genomen om je achterna te reizen. Dit alles vlak nadat Dymphy een zwaar auto-ongeluk kreeg tijdens haar eerste rijles en ze ook nog eens zwanger blijkt te zijn. De stress van de zoektocht die erbij kwam kijken, kon daar geen positief effect aan geven. En dat alles voor een kratje bier?! Gelukkig gaat alles goed met haar en ook met de kinderen in haar buik. Ja Eddy, Dymphy is zwanger van een tweeling.

We hadden je het graag op een andere manier verteld, maar helaas hebben wij daar geen behoefte aan. Net zoals je vast wel begrijpt dat we er ook geen behoefte aan hebben om jou te zien. We wisten dat de band minder aan het worden was, maar dit slaat werkelijk alles.

Dymphy beet op haar lip en keek Miel met grote ogen aan. “Moet ik nou werkelijk zeggen dat ik hem nóóit meer hoef te zien?” vroeg ze met tranen in haar ogen.

“Och Dymph, kom eens hier.” Miel sloeg zijn armen om haar heen, waarna Dymphy in zijn nek zat te snotteren.

“Ik snap mezelf niet, hij is zo’n eikel geweest, maar toch krijg ik het niet op papier dat ik hem nooit meer wil zien! Ik ken hem ook al zo lang en we hebben zoveel lief en leed met elkaar gedeeld. Ik kan toch niet zomaar even een brief sturen met: ‘Het was leuk Eddy, maar dit was het!’?” snikte Dymphy.

“Maar lieve schat, dat hoeft toch ook helemaal niet! Geef anders aan dat je hem voorlopig niet wil zien, en voeg dan gewoon een verhuiskaartje toe zodat je de weg nog open houdt.”

“Ah, ja, dat is een goed idee!” Dymphy’s gezicht klaarde op en ze begon weer fanatiek verder te schrijven:

Ondanks alles geven we nog wel om je, maar we zijn nu gewoon gigantisch boos en ook nog eens teleurgesteld in je. We kunnen er niet bij hoe je zo ondoordacht zo’n weddenschap aangaat.

Zoals je ziet zit er een verhuiskaartje bij de brief. Dit is het nieuwe adres van Dymphy waar zij (met de twee kinders in haar buik) en Daan nu wonen. Als we weer gekalmeerd zijn nodigt Dymphy je wel uit op de koffie, maar verwacht dat niet al te snel. Overigens hebben we het erg druk met het opknappen van deze bouwval.

Groetjes, Dymphy en Miel

PS: Mocht je zin hebben om te komen helpen klussen, dan mag dat nog wel.

Dymphy keek tevreden naar haar brief en postte hem direct. Toen ze weer thuis kwam plofte ze naast Miel neer.

“Ik heb ineens weer zin om te klussen. Ook al kan ik het van geen kanten en word ik waarschijnlijk al uitgelachen omdat ik het woord eh…” vragend keek hij Dymphy aan.

“Hoe ziet het eruit?” vroeg ze zuchtend. Dit had ze al eerder met hem gehad. Hij was nogal atechnisch als het op klussen neerkwam.

“Zo’n grijs ding waar je een schroef in doet als de muur niet zo boorvast is of zo?”

“Plugje?”

“Ja, dat. Als ik dat zeg lacht men me vast al uit. Plugje.”

Dymphy proestte het uit. De gedachte dat Miel zo’n ding zou gebruiken was al hilarisch.

“Morgen gaan we weer verder, Miel!” zei ze.

Een half jaar later