34
Hij stierf op een winteravond in 1940, in een bioscoopzaal in Chicago. Ze draaiden er De Dictator van Charlie Chaplin. De film vertelde de geschiedenis van een barbier die opeens de dubbelganger van een dictator werd. De dictator jongleerde met de wereldbol en de barbier had geen naam.
Toen de ouvreuse die laatste toeschouwer aan zijn schouder schudde omdat ze dacht dat hij in slaap gevallen was, viel het lichaam voor haar voeten neer. Tegen de politieagenten die haar vroegen of haar iets bijzonders was opgevallen, antwoordde het meisje bevestigend; het gezicht van de dode was ‘nat van tranen’. (Dat waren haar woorden.)
‘Zich zeker doodgelachen,’ suggereerde de jongste van de twee smerissen.
‘Nee, een moord en twee moordenaars,’ antwoordde de ander.
Met zijn voet toonde hij een J&B-fles onder de stoel van het slachtoffer. Leeg.
‘Dirty cops,’ mompelde de jonge ouvreuse die nacht. Ze kon de slaap niet vatten. Ze zag steeds opnieuw het gezicht van de dode, drijfnat van tranen.