Hoofdstuk 31

'Hij houdt van iedereen een dossier bij,' vertelde Siobhan. 'Hij heeft een dossier van mij en van jou, meneer Kenzie, en ook van jou, mevrouw Gennaro.'

'Wat staat erin?' wilde Angie weten,

'Wat jullie doen op een dag. Wat jullie zwakke plekken zijn. O,' zei ze, en wapperde met haai hand de rook van haar sigaret weg, 'en nog veel meer. Alle persoonlijke informatie die hij maar kan vinden.' Met haar sigaret wees ze op Angie. 'Hij was in de wolken met de informatie over jouw overleden man. Hij dacht dat hij je had.'

'Had?'

'De middelen om je te breken. Om je kapot te maken. Iedereen heeft wel iets wat je niet onder ogen wil zien, weet je. Toen ontdekte hij datje machtige familieleden hebt, ja toch?'

Angie knikte.

'Dat was geen dag om gezellig bij Scott Pearse op de koffie te gaan, neem dat maar van me aan.'

'Wat akelig voor hem,' zei ik. 'Ik wil je iets vragen. Waarom wilde je me spreken, die eerste keer dat ik bij de Dawes was?'

'Om je op een dwaalspoor te brengen.'

'Door jou ging ik achter Cody Falk aan.'

'Dat was ook de bedoeling.'

'Dacht Pearse soms dat ik hem zou vermoorden en de zaak dan verder zou laten rusten?'

'Dat had toch gekund?' Ze staarde in haar koffiekopje.

'Is Diane Bourne de enige van wie hij psychiatrische dossiers krijgt?' vroeg ik.

Siobhan schudde haar hoofd. 'Hij heeft een mannetje op de administratie van het McLean Hospita! in Belmont. Heb je enig idee hoeveel patiënten er jaarlijks in dat ziekenhuis worden behandeld, Kenzie?'

Het MeLean was een van de grootste psychiatrische ziekenhuizen in de hele staat, zowel voor vrijwillige als voor gedwongen opname. Er waren open en gesloten afdelingen, en ze behandelden alles van drugs- en alcoholverslaving tot chronische vermoeidheid en schizofrenie met gewelddadige neigingen. Het MeLean had meer dan driehonderd bedden en gemiddeld drieduizend opnames per jaar.

Siobhan leunde achterover op het bankje en streek vermoeid door haar korte haar. We waren van het station in Weston dwars door het spitsuur naar Walton gereden en gestopt bij een cafetaria in Main Street. Om halfzes 's middags zaten er maar weinig klanten, en nadat we een pot gewone koffie en een cafeïnevrije hadden besteld, liet de nukkige serveerster ons opgelucht met rust.

'Hoe ronselt Pearse mensen?' vroeg Angie.

Siobhan glimlachte bitter. 'Hij is onweerstaanbaar, dat zijn jullie vast met me eens.'

Angie haalde haar schouders op. 'Ik heb hem nooit van dichtbij gezien.'

'Dan zul je me op mijn woord moeten geloven,' zei Siobhan. 'Die man kijkt dwars door je heen, in je ziel.'

Ik probeerde niet met mijn ogen te rollen.

'Hij sluit vriendschap met je,' vervolgde ze, 'en dan gaat hij met je naar bed. Hij leertje zwakke plekken kennen-de dingen waarvoor je je schaamt. Vanaf dat moment bezit hij je. En je doet wat hij zegt, anders maakt hij je kapot.'

'Waarom Karen?' vroeg ik. 'Ik bedoel, ik weet dat hij de Dawes een lesje wil leren, maar dat gaat zelfs voor Pearse een beetje ver.'

Siobhan pakte haar koffiekopje, maar dronk niet. 'Snappen jullie het dan nog steeds niet?'

We schudden allebei ons hoofd.

'Ik begin mijn respect voor jullie echt helemaal te verliezen.'

'Au,' zei ik. 'Dat doet pijn.'

'De middelen, Patrick. Het draait allemaal om de middelen.'

'Dat weten we, Siobhan. Hoe denk je dat we bij jou uit zijn gekomen?'Ze schudde haar hoofd. 'Ik ben beperkt - een flard van een gesprek, een glimp van een bankafschrift. Scott haat beperkingen.'

'Oké,' zei Angie terwijl ze een sigaret opstak. 'Scott is uit op de helft van het fortuin van de Dawes -' Ze las iets in Siobhans ogen waardoor ze haar zin afbrak. 'Nee. Dat is niet goed genoeg, hè, Siobhan? Hij wil het allemaal.'

Haar knikje was nauwelijks waarneembaar.

'Dus hij maakt Karen kapot omdat ze de erfgename is.'

Weer een knikje.

Peinzend nam Angie een trekje van haar sigaret. 'Maar wacht even, uiteindelijk is het niet genoeg dat hij zich voor Wesley Dawe uitgeeft. Zelfs als de Dawes overlijden en de omstandigheden zijn niet verdacht, laten ze hun vermogen heus niet na een aan zoon die ze tien jaar niet hebben gezien. En zelfs als ze dat wél doen - als - heeft Pearse nog geen kat in het bakkie. Advocaten en notarissen geloven heus niet om zijn mooie blauwe ogen dat hij Wesley is.'

Siobhan nam haar aandachtig op.

'Als hij Christopher Dawe kapotmaakt,' zei Angie nu heel langzaam,'levert hem dat niets op.'

Siobhan gebruikte Angies lucifers om haar eigen sigaret aan te steken.

'Tenzij,' vervolgde Angie, 'hij Carrie Dawe in zijn macht heeft.'

De naam viel uit haar mond en plofte zwaar als een bord op tafel.

'Dat is het,' zei Angie. 'Ja toch? Hij en Carrie spelen onder één hoedje.'

Siobhan tikte as in de asbak. 'Nee. Daarnet was je even heel warm.'

'Leg uit.'

'Zij kent hem als Timothy McGoldrick,' vertelde Siobhan. 'Ze zijn al anderhalfjaar minnaars. Ze heeft geen flauw idee dat hij dezelfde man is die Karen kapot heeft gemaakt en het op haar man heeft voorzien.'

'Shit,' zei ik. "We lieten hem die foto zien toen zij niet thuis was.'

Opeens werden Siobhans kleine oogjes heel groot. 'Hebben jullie een foto van hem?' Ik knikte. 'Meerdere.'

'Daar zal hij niet blij mee zijn. Helemaal niet blij.'

Ik huiverde theatraal en liet mijn handen bibberen. 'Oooo.'

Ze fronste. 'Je hebt geen idee hoe kwaad hij kan worden, meneer Kenzie.'

Ik leunde naar voren op tafel. 'Laat me je iets vertellen, Siobhan. Zijn kwaadheid kan me geen moer schelen. Het kan me geen zak schelen dat hij zo onweerstaanbaar is. Het kan me niet bommen dat hij misschien in jouw ziel en in de mijne kan kijken. Al had hij Gods telefoonnummer. Is hij een psychopaat? Ja. Is hij een uitgekotste commando die je kop eraf kan schoppen? Fijn zo. Hij heeft een vrouw kapotgemaakt die alleen maar gelukkig wilde zijn in het leven en het best vond om in een Camry te rijden. Hij heeft een man in een plant veranderd, gewoon voor de lol. Hij heeft de handen en de tong van een andere kerel afgehakt. En hij heeft een hond vergiftigd die ik toevallig leuk vond. Erg leuk. Wil jij weten wat kwaadheid is?'

Siobhan had haar schouders en rug helemaal tegen het rode nepleer van het bankje gedrukt. Nerveus keek ze naar Angie.

Angie glimlachte. 'Het gebeurt niet elke dag, maar als hij eenmaal goed de pest in heeft...' Ze schudde haar hoofd. 'Maak dan maar dat je wegkomt, want dan staat Main Street te schudden op zijn grondvesten.'

Siobhan keek naar mij. 'Hij is slimmer dan jullie,' fluisterde ze.

Ik schudde mijn hoofd. 'Hij had een voorsprong omdat hij mensen in zijn greep had. Maar zover ben ik nu ook. Nu zit ik ook in zijn leven. En ik ben van plan tot het bittere eind te blijven.'

Ze schudde haar hoofd. 'Je hebt geen idee watje...' Ze sloeg haar ogen neer en bleef haar hoofd schudden.

'Geen idee waarvan?' zei Angie.

Ze keek op en hield haar hoofd stil. 'Wat jullie jezelf hebben aangehaald, waar jullie écht in terecht zijn gekomen.'

'Vertel het ons dan.'

'Nee, hartelijk bedankt.' Ze stopte haar sigaretten in haar tas. 'Ik heb jullie genoeg verteld. Ik ga ervan uit dat jullie niet naar de vreemdelingenpolitie gaan. En ik wens jullie allebei het allerbeste, al denk ik niet dat het helpt.'

Ze ging staan, hing de tas over haar schouder.

'Waarom was Pearse zo meedogenloos met Karen?' vroeg ik.

Ze keek op me neer. 'Dat heb ik net al verteld. Zij was de enige erfgename.'

'Dat weet ik. Maar waarom heeft hij er niet gewoon voor gezorgd dat ze een ongeluk kreeg? Waarom moest hij haar stukje bij beetje kapotmaken?'

'Dat is zijn methode.'

'Dat is geen methode,' zei ik. 'Dat is gruwelijk. Waarom haatte hij haar zo diep?'

Quasi-geërgerd spreidde ze haar armen. 'Hij haatte haar niet. Hij kende haar nauwelijks totdat Miles haar drie maanden voor haar dood aan hem voorstelde.'

'Waarom deed hij dat dan allemaal?'

Haar handen kletsten tegen de zijkant van haar dijen. 'Dat zeg ik toch - zo gaat hij te werk.'

'Dat is niet goed genoeg.'

'Meer heb ik niet.'

'Je liegt,' zei ik. 'Er klopt geen hout van je verhaal, Siobhan.'

Zuchtend rolde ze met haar ogen. 'Tja, dat is nou eenmaal het probleem met criminele types zoals ik, meneer Kenzie. Je kunt ons niet helemaal vertrouwen.'

Ze draaide zich om naar de deur.

'Waar ga je naartoe?' vroeg ik.

'Ik heb een vriendin in Canton. Ik ga een tijdje bij haar logeren.'

'Hoe weten we datje niet linea recta naar Pearse gaat?'

Ze glimlachte wrang. 'Zodra ik niet in Boston uit de trein stapte, wisten ze dat jullie me hadden gevonden. Nu ben ik de zwakke schakel. En Pearse houdt niet van zwakke schakels.' Ze hees de tas verder over haar schouder. 'Wees maar niet bang. Niemand weet van die vriendin in Canton, alleen jullie tweeën. Ik heb minstens een week voordat iemand de tijd heeft om me te gaan zoeken, en als het eenmaal zover is, hebben jullie elkaar vast allemaal vermoord.' Er verscheen een twinkeling in haar doffe ogen. 'Prettige dag verder.'

Ze liep naar de deur en Angie riep haar na. 'Siobhan.'

'Ja?' Ze legde haar hand op de deurknop.

'Waar is de echte Wesley?'

'Dat weet ik niet.' Ze keek ons niet aan.

'Raad eens.'

 'Dood,' zei ze, nog steeds zonder ons aan te kijken.

'Hoezo?'

Ze haalde haar schouders op. 'Hij was nuttig, maar hij heeft zijn tijd gehad. Voor Scott hebben we vroeg of laat allemaal een keer afgedaan.'

Ze opende de deur en ging naar buiten, liep zonder om te kijken naar de bushalte in Main. Haar kleine hoofd bleef onafgebroken heen en weer gaan, alsof ze zowel verbitterd als verbaasd was dat het allemaal zover was gekomen.

'Ze zei "ze",' zei Angie. 'Is het jou ook opgevallen? "Wisten ze dat jullie me hadden gevonden.'"

'Het was me opgevallen,' beaamde ik.

Het gezicht van Carrie Dawe leek te splijten alsof het in het midden met een bijl was geraakt.

Ze huilde niet. Ze jammerde niet, ze gilde niet, ze bewoog zich zelfs nauwelijks toen ze de foto van Pearse zag die we op de salontafel hadden gelegd. Haar gezicht leek gewoon te splijten, en haar ademhaling versnelde.

Christopher Dawe was nog in het ziekenhuis, en de grote villa was net een koud spookhuis.

'U kende hem als Timothy McGoldrick,' zei Angie. 'Klopt dat?'

Carrie Dawe knikte.

'Wat doet hij voor de kost?'

'Hij is...' Ze slikte, maakte haar blik los van de foto en trok haar benen onder zich op de bank. 'Hij zei dat hij piloot was bij TWA. We hebben elkaar op een vliegveld ontmoet. Ik heb zijn legitimatie gezien, een paar vluchtschema's. Hij woonde in Chicago. Het leek te kloppen. Ik herkende het accent.'

'U wilt hem vermoorden,' zei ik.

Ze keek me met grote ogen aan en liet haar kin zakken.

'Natuurlijk wel,' zei ik. 'Is er een wapen in huis?'

Haar kin bleef tegen haar borst gedrukt.

'Is er een wapen in huis?' herhaalde ik.

'Nee,' zei ze zacht.

'Maar u kunt er wel aan komen,' zei ik.

Ze knikte. 'We hebben een huisje in New Hampshire. Voor het skiseizoen. Daar zijn er twee.'

'Wat voor soort?''Pardon?'

'Wat voor soort wapens, mevrouw Dawe?'

'Een handwapen en een geweer. Christopher gaat in de herfst soms jagen.'

Angie legde haar hand op die van Carrie Dawe. 'Hij wint toch, ook als u hem vermoordt.'

Ze lachte. 'Hoe kan dat nou?'

'Dan bent u kapot. Uw man is kapot. Dan gaat het grootste deel van uw vermogen naar dure advocaten.'

Ze lachte weer, maar dit keer rolden er tranen over haar wangen. 'Nou en?'

'Luister,' zei Angie, en ze kneep in Carries hand, 'hij heeft zich jaren geleden voorgenomen om dit gezin kapot te maken. Voorkom dat hij erin slaagt. Kijk me aan, mevrouw Dawe, alstublieft.'

Carrie draaide haar hoofd opzij, likte de twee tranen weg die tegelijkertijd haar beide mondhoeken bereikten.

'Ik heb mijn man verloren,' zei Angie. 'U hebt UW eerste man verloren. Ook door geweld. U kreeg een tweede kans, en ja, u hebt er een zootje van gemaakt.'

Haar lach klonk geschrokken.

'Maar uw kans is nog niet verkeken,' vervolgde Angie. 'U kunt er nu nog iets goeds van maken. Maak een derde kans uit de tweede. Laat hem dat niet afpakken.'

Minstens twee minuten lang zei niemand een woord. Ik keek naar de twee vrouwen die hand in hand op de bank zaten en elkaar strak aankeken, hoorde het tikken van de klok boven de donkere open haard.

'Gaat u hem kapotmaken?' vroeg Carrie Dawe.

Ja,' zei Angie.

'Helemaal?'

'Reken maar,' zei Angie.

Ze knikte, ging verzitten en leunde naar voren. Ze legde haar hand over die van Angie. 'Hoe kan ik helpen?

We reden naar Sleeper Street om Nelson Ferrare af te lossen.

'We volgen hem nu al een week,' zei ik tijdens de rit. 'Waarop kunnen we hem pakken?'

'Vrouwen,' zei Angie. 'Zijn haat klinkt zo ziekelijk - '

'Nee,' viel ik haar in de rede. 'Ik zoek naar iets oppervlakki- gers. Wat maakt hem op dit moment kwetsbaar? Waar zitten de gaten in zijn harnas?'

'Het feit dat Carrie Dawe weet dat Timothy McGoldrick en hij een en dezelfde persoon zijn.'

Ik knikte. 'Zwakke plek nummer een.'

'En verder?' vroeg ze.

'Er hangen geen gordijnen voor de meeste van zijn ramen.'

'Oké.'

'Jij hebt hem overdag gevolgd. Is er verder nog iets?'

Ze dacht erover na. 'Niet echt. Wacht, ja toch.'

'Wat dan?'

'Hij laat de motor draaien.'

'Van de bestelwagen als hij de brievenbussen leegt?'

Ze knikte en glimlachte. 'En hij laat de sleutels in het contact zitten.'

Ik keek voor me uit omdat we de Mass Pike naderden, en nam in plaats van de afslag naar het noorden die naar het zuiden.

'Wat doe jij nou?' vroeg Angie.

'We gaan eerst even bij Bubba langs.'

Ze leunde naar voren en tuurde naar de streep gele lampen boven ons in de tunnel. 'Heb je een plan?'

'Ik heb een plan.'

'Is het goed?'

'In grove lijnen,' zei ik. 'We moeten het nog bijschaven. Maar ik denk wel dat het effectief is.'

'Grof is goed,' zei ze. 'Is het ook gemeen?'

Ik grijnsde. 'Zo zou je het kunnen noemen.'

'Gemeen is nog beter,' zei ze.

Bubba deed open met een handdoek om zijn middel en een gezicht dat geheel van gastvrijheid verstoken was.

Bubba's torso, van zijn middel tot het kuiltje in zijn hals, is helemaal overdekt met donker en licht littekenweefsel in de vorm van kreeftenstaarten en talloze kleinere rode ribbels zo lang en breed als kindervingers. De kreeftenstaarten zijn brandwonden, de kindervingers zijn littekens van granaatscherven. Bubba's borst is een overblijfsel van Beiroet, waar hij als marinier gelegerd was toen er op een dag een kamikazechauffeur in een bomauto de basis op kwam rijden. De mari-niers konden hem niet doodschieten omdat hun geweren met losse flodders geladen waren. Na acht maanden in een Libanees ziekenhuis kreeg Bubba een medaille en eervol ontslag. Hij verkocht de medaille en verdween voor anderhalfjaar, en kwam in 1985 terug in Boston met contacten in de illegale wapenhandel die niemand had, want iedereen die ze had geprobeerd te leggen, had dat met de dood moeten bekopen. Hij kwam terug met een borstkas die eruitzag als een reliëfkaart van de Oeral, een weigering om ooit over de bomauto te praten, en een totaal gebrek aan angst dat mensen in zijn gezelschap nog nerveuzer maakte dan voorheen.

'Wat is er?' zei hij.

'Wij vinden het ook leuk om jou weer te zien. Laat ons erin.'

'Waarom?'

'We hebben spullen nodig.'

'Wat voor spullen?'

'Illegale spullen.'

'Je meent het.'

'Bubba,' zei Angie, 'we weten al dat je stout bent met Vanessa, dus doe niet zo vervelend. Laat ons erin.'

Bubba fronste zijn wenkbrauwen en zijn onderlip kwam naar voren. Hij ging opzij en we liepen naar binnen. Vanessa lag op de rode bank in het midden van de ruimte, slechts gekleed in een hockeytrui van Bubba, een champagneglas wiebelend op haar platte buik, en ze keek naar 9V2 Weeks op Bubba's grootbeeld. Met de afstandsbediening stopte ze de video toen we binnenkwamen, zodat Mickey Rourke en Kim Basinger met blauw verlichte zure regen op hun lichamen in hun vrijpartij tegen de muur van een steeg bleven steken.

'Hai,' zei ze.

'Hai. Doe maar gewoon alsof we er niet zijn.'

Ze nam een handje pinda's uit een schaaltje op de salontafel en stak ze in haar mond. 'Best.'

'Nessie,' zei Bubba,'we moeten over zaken praten.'

Angie ving mijn blik en geluidloos vormde haar mond 'Nessie?'

'Illegale zaken?'

Over zijn schouder keek Bubba naar mij. Ik knikte heftig.

'Ja,' zei hij.

'Okidoki.' Ze maakte aanstalten om op te staan.'Nee, nee,' zei Bubba. 'Blijf maar lekker liggen. Wij gaan weg. We moeten toch naar boven.'

'Mmm. Beter.' Ze zakte onderuit, drukte op play, en Mickey en Kim begonnen weer te puffen en te hijgen, begeleid door slechte rock uit de jaren tachtig.

'Weet je, ik heb die film nooit gezien,' zei Angie toen we achter Bubba aan de trap naar de derde verdieping namen.

'Mickey valt erg tegen,' zei ik.

'En Kim met die witte sokjes,' zei Bubba.

'En Kim met die witte sokjes,' beaamde ik.

'Wat zijn jullie het weer roerend eens,' zei Angie. 'Een perverse tweeling.'

'Luister,' zei Bubba toen hij het licht aandeed en Angie naar de kisten met wapens liep om naar iets van haar gading te zoeken, 'heb je er problemen mee dat ik, eh... hoe zeg je dat, iets met Vanessa heb?'

Ik verborg een glimlach achter mijn hand en keek in een open krat met granaten. 'Nee hoor, man. Helemaal niet.'

'Want ik heb al heel lang geen, hoe zeg je dat, vaste - '

'Vriendin?'

'Ja. Ik heb al heel lang geen vaste vriendin meer gehad.'

'Niet meer sinds de middelbare school,' zei ik. 'Stacie Hamner, zo heette ze toch?'

Hij schudde zijn hoofd. 'Er was iemand in '84, in Chechnya.'

'Dat wist ik niet.'

Hij haalde zijn schouders op. 'Logisch, ik heb het je nooit verteld.'

'Aha. Vandaar.'

Hij legde een hand op mijn schouder en boog zich voorover. 'Dus we zijn even goede vrienden?'

'Reken maar,' zei ik. 'Wat vind je van Vanessa? Is ze leuk?'

Hij knikte. 'Ze zei dat jij het niet erg zou vinden.'

'O ja?'

'Ja. Ze zegt dat jullie nooit van elkaar hebben gehouden. Gymnastiek, zo noemde ze het.'

'Hmm,' bromde ik terwijl we naar Angie liepen. 'Gymnastiek.'

Angie trok een geweer uit een houten krat en liet de kolf tegen haar heup rusten. De loop torende boven haar uit. Het geweer zag er zo dik en zwaar en dreigend uit dat het een wonder was dat ze het vast kon houden zonder om te vallen. 'Heb je een telescoopvizier voor dit schatje?'

'Natuurlijk,' zei Bubba. 'Wat voor patronen wil je?'

'Hoe groter hoe beter.'

Bubba draaide zijn hoofd en keek me met een uitgestreken gezicht aan. 'Grappig. Dat zegt Vanessa nou ook.'

Op het dak tegenover Scott Pearses zolderverdieping zaten we op het telefoontje te wachten. Nelson was uit nieuwsgierigheid over het geweer gebleven.

Om tien uur precies ging Scott Pearses telefoon, en we zagen hem door de zitkamer naar een bakstenen steunpilaar in het midden lopen en de hoorn van de haak nemen. Hij glimlachte bij het horen van de stem aan de andere kant, en leunde met de hoorn tussen zijn oor en schouder geklemd ontspannen tegen de pilaar.

Geleidelijk vervaagde zijn grijns, en zijn gezicht vertrok tot een akelige grimas. Hij stak zijn handen uit alsof de beller hem kon zien en sprak snel in He hoorn, voorovergebogen alsof hij smeekte.

Even later hing Carrie Dawe kennelijk op, want Scott Pearse trok de hoorn met een ruk weg van zijn oor en bleef ernaar staren. Toen gilde hij en ramde de hoorn keer op keer tegen de baksteen totdat er alleen nog wat scherven zwart plastic en een bungelende metalen microfoon van over waren.

'Jeetje,' zei Angie. 'Ik hoop dat hij nog een telefoon heeft.'

Ik haalde het mobieltje dat ik van Bubba had gekregen uit mijn zak. 'Wedden dat hij die ook kapotslaat, als ik eenmaal met hem klaar ben?'

Ik toetste Scotts nummer in, maar drukte nog niet op send.

'Hé, Angie,' zei Nelson, wijzend op het geweer, 'wil je dat ik de honneurs waarneem?'

'Hoezo?'

'De terugstoot van dat ding is zo erg dat je schouder straks uit de kom ligt.' Met zijn duim wees hij op mij. 'Waarom doet hij het niet?'

'Hij kan niet richten.'

'Zelfs niet met dat vizier?'

'Is het niet verbijsterend?' zei Angie.

Nelson stak zijn handen omhoog. 'Ik doe het graag.'

Angie keek van de geweerkolf naar haar schouder, en uiteindelijk knikte ze. Ze gaf Nelson het geweer en vertelde hem wat de bedoeling was.

'Best,' zei Nelson. 'Maar waarom schieten we hem niet gewoon dood?'

'Omdat we A,' zei Angie, 'geen moordenaars zijn.'

'En B?' vroeg Nelson.

'Het zou te zachtaardig zijn,' zei ik.

Ik drukte op het knopje, en aan de andere kant ging Pearses telefoon over.

Hij was met zijn hoofd geleund tegen de pilaar blijven staan, en nu kwam hij langzaam overeind, zijn hoofd schuin alsof hij het geluid dat hij hoorde niet kon plaatsen. Toen liep hij naar de bar tussen de keuken en de kamer en pakte een draadloze telefoon.

'Hallo.'

'Scottie,' zei ik. 'Wat gebeurt er allemaal?'

'Ik vroeg me al af hoe lang het zou duren voordat je belde, Put.'

'Dus je bent niet verbaasd?'

'Dat jullie weten wie ik ben? Ik had niet anders verwacht, Pat. Kun je me op dit moment zien?'

'Misschien.'

Hij grinnikte. 'Dat dacht ik al. Ik kon het niet bewijzen - ik bedoel, je bent niet slecht - maar ik had de afgelopen week steeds het gevoel dat er ogen op me waren gericht.'

'Indrukwekkend, Scott, die intuïtie van jou.'

'Je weet nog niet de helft.'

'Was het ook intuïtie dat je in Panama vijf vrouwen opensneed met een bajonet?'

Hij liep met gebogen hoofd door de zitkamer, krabde met een wijsvinger in zijn nek, en zijn ene mondhoek ging in een wrang glimlachje omhoog.

'Tjongejonge,' verzuchtte hij in de telefoon, 'wat heb jij je huiswerk goed gedaan, Pat. Ik ben onder de indruk.'

De grijns week van zijn gezicht, en de vinger krabde wat sneller.

'Vertel me eens, wat zijn je plannen, makker?'

'Ik ben je makker niet,' zei ik.

'Oeps. Sorry. Wat zijn je plannen, eikel?'

Ik lachte. 'Wat zijn we opvliegend, Scottie.' Hij legde een hand tegen zijn voorhoofd en streek zijn haar naar achteren, schopte tegen een stuk zwart plastic op de grond en staarde naar de donkere ramen.

'Ik heb een langere adem dan jij,' zei hij. 'Op een gegeven moment krijg je er genoeg van om me te volgen als ik niets doe.'

'Dat zei mijn partner ook al, ja.'

'Ze heeft gelijk.'

'Helaas ben ik het niet met je eens, Scottie.'

'O nee?'

'Nee. Hoe lang kun je nog wachten nu Carrie Dawe weet wie piloot Tim McGoldrick is, weet dat jij dezelfde persoon bent die het leven van haar dochter kapot heeft gemaakt?'

Scott zei niets. Er klonk een vreemd sissend geluid aan zijn kant van de lijn, net een ketel water die bijna kookt.

'Vertel me dat maar eens, Scottie,' drong ik aan. 'Ik ben gewoon nieuwsgierig.'

Plotseling draaide Pearse zich om van de pilaar, en hij beende over de lichte houten vloer naar de enorme ramen. Hij bleef

staan, staarde naar zijn spiegelbeeld en tilde toen zijn hoofd op, maar hij zou de rand van het dak waar wij zaten alleen vaag kunnen onderscheiden.

'Je zus woont in Seattle, klootzak. Zij en haar man en hun - '

' - kinderen, ja. Ze zijn met vakantie, Scott,' zei ik. 'Een cadeautje van mij. Ik heb ze afgelopen maandag tickets gestuurd, smeerlap. Ze zijn vanochtend vertrokken.'

'Ze komen heus wel weer terug.' Hij keek strak omhoog naar het dak, en ondanks de afstand kon ik de gespannen pezen in zijn nek zien.

'Maar tegen die tijd, Scottie, is dit allemaal voorbij.'

'Zo makkelijk laat ik me niet kloppen, Pat.'

'Ik denk van wel, Scottie. Een man die stervende vrouwen doodsteekt, is iemand die zijn zelfbeheersing verliest. Wees er maar op voorbereid, Scott, van nu af aan staan je zenuwen op springen.'

Uitdagend staarde Pearse naar de ruit. 'Je denkt toch niet - ' begon hij, en ik hing op.

Hij staarde naar de telefoon in zijn hand, hevig verontwaardigd, denk ik, dat twee mensen achter elkaar hadden opgehangen.

Ik knikte naar Nelson.

Pearse greep de telefoon met beide handen beet en hief zijn armen, en de ruit naast hem explodeerde toen Nelson er vier keer op vuurde.

Pearse viel achterover op de grond, en de telefoon vloog uit zijn hand.

Nelson schoot nog drie keer, en het raam voor Pearse werd verbrijzeld. De stukjes glas regenden neer als een waterval van ijs.

Pearse rolde naar links en kwam in hurkzit overeind.

'Zorg datje hem niet raakt,' zei ik tegen Nelson.

Nelson keek me aan.

De alarmbellen in Pearses woning verstoorden de stilte op die zomeravond, en Angie gebaarde naar Bubba's politiescanner. 'We hebben nog tweeëneenhalve minuut, schat ik.'

Ik gaf een klopje op Nelsons schouders. 'Hoeveel schade kun je in één minuut aanrichten?'

Nelson glimlachte. 'Veel.'

'Ga je gang.'

Eerst schoot Nelson de rest van de ramen aan diggelen, en toen begon hij aan de lampen. De schemerlamp van gekleurd glas op de bar zag eruit als een vertrapte paddestoel tegen de tijd dat hij ermee klaar was. Wit plastic en glas vloog in het rond toen de spotjes in de keuken en de zitkamer het begaven. De videocamera's gingen op in een regen van blauwe en rode elektrische vonken. Nelson schoot de vloer aan splinters, de bank en leren leunstoelen tot wit pulp, en zoveel gaten in de ijskast dat het eten waarschijnlijk al bedorven zou zijn voordat de politie klaar was met het uitschrijven van hun proces-verbaal.

'Dat was één minuut,' brulde Angie boven het kabaal uit. 'Laten we gaan.'

Nelson keek over zijn schouder naar de glinsterende berg koperen patroonhulzen. 'Wie heeft de magazijnen geladen?'

'Bubba.'

Hij knikte. 'Dan zijn ze dus brandschoon.'

We stoven over het dak en via de donkere brandtrap naar beneden. Nelson gooide het geweer naar me toe, sprong zonder een woord te zeggen in zijn Camaro en scheurde weg.

Wij stapten in de Jeep, en in de verte kon ik aan de andere kant van het water de eerste sirenes horen.

Ik jakkerde de steeg uit, sloeg op Congress rechtsaf en stak de

haven over naar het centrum van de stad. Bij het oranje stoplicht op Atlantic Avenue maakte ik een scherpe bocht naar rechts, ik belandde op de linker weghelft en ging langzamer rijden om de volgende bocht te nemen. Pas toen de snelweg in zicht kwam, begon mijn hart weer langzamer te kloppen.

Op de oprit pakte ik Bubba's gsm, ik drukte op herhaal en toen op send.

Pearses 'Wat?' klonk hees, en op de achtergrond hoorde ik de politiesirenes voor zijn huis abrupt stilvallen.

'Ik zal je vertellen hoe ik ertegenaan kijk, Scott. In de eerste plaats, ik gebruik een gekloonde telefoon, dus je kunt me niet traceren. In de tweede plaats, als jij de politie vertelt dat ik je woning heb verbouwd, vertel ik ze dat jij de Dawes geld afperst. Duidelijk?'

'Ik ga je vermoorden.'

'Heel fijn. En wat ik ook nog even wil zeggen, Scott, dit was een warming-up. Wil je weten wat we voor morgen in petto hebben?'

'Dat hoor ik graag,' zei hij.

'Wacht maar af,' zei ik. 'Je merkt het vanzelf.'

'Dit kun je niet doen. Niet met mij. Niet met mij!' Zijn geschreeuw overstemde het bonzen op zijn voordeur. 'Dit kun je verdomme niet met me doen!'

'Ik ben al begonnen, Scott. Weet je hoe laat het is?'

'Wat?'

'Tijd om over je schouder te kijken, Scottie. Prettige avond verder.'

Achter hem trapte de politie de deur in, en ik hing op.