Hoofdstuk 6

Pickup in South Street, David Wetteraus piepjonge verhuurbedrijf van filmapparatuur, was gevestigd in een pakhuis waar je struikelde over de 16-millimeter camera's, kleinbeeldcamera's, objectieven, lampen, filters, driepoten en verrijdbare statieven. Langs de ene muur stonden tafeltjes die met keilbouten aan de vloer waren bevestigd, met twee meter tussenruimte, waar jonge mensen bezig waren met het controleren van apparatuur, terwijl een jonge man en een jonge vrouw bij de andere muur een statief zo groot als een kraan over een speciale rail rolden. De vrouw zat erop en bediende een rad zo groot als het stuur van een vrachtwagen.

De medewerkers of studenten die stage liepen, zowel mannen als vrouwen, vormden een verzameling wijde shorts, gekreukelde T-shirts, gympen of afgetrapte Doe Martens zonder sokken, en minstens één oorbel glinsterde aan hoofden die of onder een berg haar schuilgingen, of helemaal kaal waren. Ik voelde me er meteen thuis, waarschijnlijk omdat deze mensen me deden denken aan mijn studievrienden. Aardige jongens en meisjes met de glinstering van artistieke ambities in hun ogen, een klep die niet stilstond als ze dronken waren, en een encyclopedische kennis van de beste winkels voor tweedehands cd's, tweedehands boeken en tweedehands kleren - zo ongeveer elke leverancier van tweedehands goederen.

Pickup in South Street was opgericht door David Wetterau en Ray Dupuis. Ray Dupuis was een van de jongens met een geschoren hoofd, en het enige dat hem onderscheidde van de anderen was dat hij een paar jaar ouder leek en zijn gekreukelde T-shirt van zijde was. Hij legde zijn voeten op een gebutst bureau dat haastig tussen alle chaos was neergezet, leunde achterover in een aftandse leren bureaustoel, en spreidde zijn armen naar het gekkenhuis om hem heen.

'Mijn koninkrijk.' Zijn glimlach was een beetje spottend.

'Hebben jullie veel werk?'

Hij voelde aan de donkere wallen onder zijn ogen. 'Eh... ja.'

Twee jongens draafden door de ruimte. Ze renden naast elkaar, gingen precies gelijk op, ondanks het hoge tempo. De jongen aan de linkerkant had een hele batterij spullen aan zijn borst gegespt, een soort combinatie van een camera en een metaaldetector, en een brede riem met uitpuilende vakjes om zijn middel die me aan de patroongordel van een soldaat deed denken.

'Ga eens iets voor me uit, iets voor me uit,' zei de cameraman.

Dat deed de andere jongen.

'Nu! Stoppen en keren! Stoppen en keren!'

De andere jongen remde, draaide zich om en begon terug te rennen, en de cameraman maakte een draai en volgde hem.

Toen bleef hij staan en gebaarde nijdig met zijn handen. 'Aaron!' schreeuwde hij.' Noem je dat racken?

Een verzameling lorren waar een bos donker haar en een hangsnor uitstaken, keek op van een grote afstandsbediening in zijn handen. 'Dat doet ik toch, Eric. Dit is racken. Het zijn de lampen, man.'

'Kul!' brulde Eric.' Er is niets mis met die lampen.'

Ray Dupuis glimlachte en draaide zijn hoofd weg van Eric, die eruitzag alsof hij elk moment kon ontploffen van woede.

'Zo gaat het nou altijd met de steadicam,' zei Dupuis. 'Die jongens zijn net topsporters. Heel gespecialiseerd talent, snel op hun teentjes getrapt.'

'Dat ding op zijn borst is een steadicam?' vroeg ik.

Hij knikte.

'Ik dacht altijd dat zo'n ding wieltjes had.'

'Nee.'

'Dus het begin van Full Metal Jacket,' zei ik, 'wordt gedaan door een man met een camera op zijn borst?'

'Natuurlijk. Net als in GoodFellas. Je denkt toch niet dat ze een camera van een trap kunnen rollen?'

'Zo heb ik het nooit bekeken.'

Hij gebaarde naar de jongen met de grote afstandsbediening.

'En die jongen noemen we de focus-puller. Hij stelt scherp met een afstandsbediening.'

Ik keek naar de twee jongens die zich opmaakten om de opname nog een keer over te doen, om te perfectioneren wat geperfectioneerd moest worden.

'Cool,' zei ik omdat ik niets anders kon verzinnen.

'Dus je bent een cinefiel, Patrick?'

Ik knikte. 'Maar eerlijk gezegd hou ik het meest van de oudjes.'

Hij trok zijn wenkbrauwen op. 'Dus je weet waar onze naam vandaan komt?'

'Natuurlijk,' zei ik. 'Sam Fuller, 1953. Slechte film, goeie titel.'

Hij glimlachte. 'Dat is precies wat David zei.' Hij wees op Eric, die weer langsrende. 'Die zou David ophalen op de dag van het ongeluk.'

'De steadicam?'

Hij knikte. 'Daarom snap ik het ook niet.'

'Wat snap je niet?'

'Het ongeluk. Hij hoorde daar helemaal met te zijn.'

'Op de hoek van Congress en Purchase?'

'Precies.'

'Waar hoorde hij dan wel te zijn?'

'In Natick.'

'Natick,' herhaalde ik. 'De geboorteplaats van Doug Flutie en meisjes met lang haar?'

'En de Natick Mali, natuurlijk,' voegde hij eraan toe.

'Natuurlijk. Maar Natick is hier een kilometer of dertig vandaan.'

'Klopt. En daar was de steadicam.' Hij gebaarde ernaar met zijn hand. 'Het spul dat we hier hebben kost een godsvermogen, maar vergeleken daarbij is het goedkoop. Die kerel in Natick bood dat ding wegens brandschade goedkoop aan. Echt een koopje. David vlóóg de deur uit. Maar hij is nooit bij die man geweest. Het volgende moment is hij weer hier, daar op die hoek.' Hij wees uit het raam in de richting van de zakenwijk, een paar straten naar het noorden.

'Weet de politie dit?'

Hij knikte. 'Ze namen een paar dagen later contact met me op, zeiden dat ze er geen moment aan twijfelden dat het een ongeluk was geweest. Ik heb een van de rechercheurs uitge-breid gesproken, en ik raakte er wel min of meer van overtuigd dat ze gelijk hadden. David is op klaarlichte dag gestruikeld, waar een stuk of veertig getuigen bij waren. Ik twijfel er dus niet aan dat het een ongeluk was, maar ik zou wel graag willen weten waarom hij niet bij die kerel in Natick is geweest en terug is gegaan naar de stad. Dat heb ik ook tegen die rechercheur gezegd, en hij zei dat het zijn taak was om vast te stellen of het een ongeluk was geweest en dat had hij gedaan. Al het andere was "irrelevant". Zijn term.'

'En wat vind jij?'

Hij wreef over zijn kale schedel. 'David was niet irrelevant. David was een geweldige kerel. Ik zeg niet dat hij volmaakt was. Hij had uiteraard zijn tekortkomingen, maar - '

'Zoals?'

'Nou, hij had geen kaas gegeten van het harde zakendoen, en hij was een enorme flirt als Karen er niet bij was.'

'Ging hij vreemd?' vroeg ik.

'Nee.' Nadrukkelijk schudde hij zijn hoofd. 'Nee. het was meer een behoefte aan bevestiging. Het gaf hem een kick als knappe vrouwen hem leuk vonden. Kinderachtig, dat weet ik ook wel, en misschien zou hij zich op een goed moment flink hebben gebrand door al dat spelen met vuur, maar hij hield oprecht van Karen, en hij was vastbesloten om haar trouw te blijven.'

'Lichamelijk wel, in gedachten niet,' zei ik.

'Precies.' Hij glimlachte en slaakte een zucht. 'Luister, ik heb dit bedrijf met pappies geld gefinancierd. Ik ben leningen aangegaan. Zonder mijn naam zou het nooit van de grond zijn gekomen. En ik vind het prachtig werk, en ik ben niet achterlijk, maar David had talent. Hij was het gezicht van deze toko, en de ziel. Mensen deden zaken met ons omdat David de contacten legde. David ging de boer op, hij ging naar de onafhankelijke filmmaatschappijen, naar de grote bedrijven, naar de reclamejongens. David wist Warner Brothers verleden jaar over te halen om het Panther-statief van ons te nemen toen ze hier die film met Costner draaiden. Nou, dat statief beviel, dus kwamen ze bij ons als er iets kapotging, camera's, lampen, filters, galgen.' Hij grinnikte. 'Je kunt het zo gek niet bedenken of het ging kapot. Toen begaf hun Rank het en namen ze de onze, en uiteindelijk deden ze de montage op onze Avids. En het was David  die dat geld binnensleepte. Niet ik. David was innemend en hij had lef, maar het was meer dan dat, je geloofde in hem. Hij kwam zijn beloften altijd na, en afspraak was afspraak. David zou dit bedrijf groot hebben gemaakt. Zonder hem?' Hij keek om zich heen naar alle jonge mensen en de bedrijvigheid en de apparatuur en haalde met een triest glimlachje zijn schouders op. 'Waarschijnlijk zijn we binnen anderhalf jaar failliet.'

'Wie profiteert daarvan?'

Daar dacht hij even over na, terwijl hij met zijn handen op zijn blote knieën trommelde. 'Een paar concurrerende bedrijven, denk ik, maar die zullen er heus niet rijk van worden. Zoveel grote klanten hebben we niet, dus er valt ook niet zoveel weg te kapen als wij het loodje leggen.'

'Jullie hebben die film van Warner Brothers gedaan.'

'Da's waar. Maar Eight Millimeter heeft die film met Branagh gekregen toen Fox Searchlight hier draaide, en Mamets film is naar Martini Shot gegaan. Ik bedoel, we krijgen allemaal een puntje van de taart, maar geen grote hompen en ook geen kruimels. Geloof me, niemand verdient straks miljoenen of zelfs maar tonnen omdat David van het toneel verdwenen is.' Hij legde zijn handen in zijn nek en keek omhoog naar de stalen balken en verwarmingsbuizen. 'Het zou natuurlijk wel leuk zijn geweest. David zei altijd dat we nooit stinkend rijk zouden worden, maar er zat heus muziek in.'

'Hoe zit het met de verzekering?'

Met zijn handen duwde hij zijn hoofd weer naar voren en hij keek me met zijn ellebogen aan weerszijden van zijn gezicht aan. 'Wat is daarmee?'

'Ik hoorde dat Karen Nichols blut was omdat ze Davids medische behandeling betaalde.'

'En daar leid je uit af...'

'Dat hij niet verzekerd was.'

Ray Dupuis bestudeerde me, ogen half gesloten, zijn lichaam bewegingloos. Ik wachtte af, maar nadat hij me een minuut had aangestaard, stak ik mijn handen in de lucht.

'Luister, Ray. Ik heb het echt niet op jou voorzien. Moeten jullie een beetje creatief boekhouden om het hoofd boven water te houden? Best. Of je -'

'Het was David,' zei hij zacht.

'Wat?'

Hij haalde zijn voeten van het bureau en liet zijn handen zakken. 'David heeft een...' Zijn gezicht vertrok alsof hij op bittere pillen kauwde, en hij kon me niet aankijken. Toen hij verderging, fluisterde hij haast. 'Je leert dat mensen niet te vertrouwen zijn. Vooral in deze business; iedereen is aardig, iedereen is je vriend, iedereen houdt van je, totdat je ze de rekening geeft. Ik heb altijd gedacht dat David anders was, ik zweer het je. Ik vertrouwde hem.'

'Maar?'

'Maar.' Hij zei het woord snuivend en keek met een verslagen grijns omhoog naar de balken. 'Een week of zes voor het ongeluk heeft David de verzekering opgezegd. Niet die van de apparatuur, maar van alle medewerkers, hemzelf incluis. De kwartaalpremie moest betaald worden, en in plaats van dat te doen, heeft hij de verzekering opgezegd. Ik denk dat hij goochelde met geld, je weet wel, lenen van Peter om Paul te betalen. Waarschijnlijk wilde hij dat geld ergens anders voor gebruiken, misschien wel voor de steadicam.'

'Zaten jullie zo krap?'

'O ja. Ik heb persoonlijk ook financiële problemen, en pappie houdt voorlopig de hand op de knip. Er liggen een hoop onbetaalde rekeningen bij klanten van ons, en als die eenmaal voldaan zijn gaat het wel weer, maar de laatste paar maanden is er weinig binnengekomen. Ik begrijp dus wel waarom David het heeft gedaan. Ik begrijp alleen niet waarom hij het me niet heeft verteld, en waarom het geld dat hij heeft uitgespaard nog steeds op onze bankrekening staat.'

'Het is nooit gebruikt?'

'Nee. In elk geval niet toen hij gewond raakte. Ik heb de verzekering ermee betaald, en met wat er toen nog op die rekening stond, kon ik twintig procent van de steadicam betalen. De rest heb ik geleend.'

'Weet je wel zeker dat David die verzekering zelf heeft opgezegd?'

Op dat moment leek hij te twijfelen of hij me eruit zou gooien of met het hele verhaal voor de draad zou komen. Na lang nadenken koos hij gelukkig voor het laatste, want ik zou door de grond zijn gegaan van schaamte als ik op straat was gezet door een groep jongelui die Star Wars collectief vaker hebben gezien dan ze seks hebben gehad.

Hij keek om zich heen om te zien of er iemand op ons lette, en vervolgens maakte hij met een klein sleuteltje een van de bureauladen open. Nadat hij er even in had gerommeld, haalde hij er een vel papier uit dat hij aan mij gaf.

Het was een kopie van Wetteraus brief aan hun verzekeringsmaatschappij. Er stond uitdrukkelijk dat Wetterau, financieel directeur van Pickup in South Street, de ziektekostenverzekering van alle medewerkers op wilde zeggen, ook van hemzelf. Zijn handtekening stond eronder.

'Dit kreeg ik van de verzekeringsmaatschappij toen ik uit naam van David een claim indiende,' vertelde Ray Dupuis. 'Ze weigerden een cent te betalen. Ik heb zoveel betaald als ik kon, en Karen ook, totdat ze helemaal niets meer deed, en de rekeningen bleven komen. David heeft geen familie, dus uiteindelijk zal de staat er wel voor opdraaien. Karen en ik waren allebei bang dat hij in een of ander derderangs verpleeghuis terecht zou komen, dus hebben we een tijd geprobeerd hem eerste klas te laten verplegen, maar uiteindelijk was dat gewoon meer dan twee mensen samen op kunnen brengen.'

'Kende je Karen goed?'

Hij knikte een paar keer.' Natuurlijk.'

'Wat vond je van haar?'

'Zij is het meisje dat aan het eind van de film de held krijgt. Weet je wat ik bedoel? Niet de geile seksbom die uiteindelijk niet blijkt te deugen, maar het lieve meisje. Het meisje dat je nooit de bons zou geven als je ergens ver weg in een oorlog vecht. Het meisje dat er altijd is, je moet alleen slim genoeg zijn om het te zien. Barbara Bel Geddes in Vertigo, als Jimmy Steward die bril weg had kunnen denken.'

'Ik snap het.'

'In feite was het surrealistisch.'

'Hoezo?

'Nou, meisjes zoals Karen bestaan alleen in de film, niet in het echt.'

'Denk je dat het een act was?'

'Nee. Maar als ik met Karen was, wist ik gewoon nooit of zij wel wist wie ze was. Alsof ze er zo hard aan had gewerkt om een ideaal te worden dat ze de persoon binnen in haar was kwijtgeraakt.'

'Hoe was ze na Davids ongeluk?'

Hij haalde zijn schouders op. 'Eerst hield ze zich heel flink, en toen brak ze gewoon. Ik zag het gebeuren, man, het was echt vreselijk. Als ze hier kwam, was ik geneigd te vragen of ze zich kon legitimeren, zo anders was ze. Ze was bijna altijd dronken, of high. Ze was een wrak. Het was net - Wat gebeurt er met je als je je hele leven als een film hebt geleefd, en dan is de film afgelopen?'

Ik zei niets.

'Het is net als met kindsterren,' zei hij. 'Ze spelen zo lang mogelijk een rol, maar ze vechten tegen hun hormonale ontwikkeling en ze kunnen niet winnen. Op een dag worden ze wakker en zijn ze geen kinderen meer, ze zijn geen filmsterren meer, ze krijgen geen rollen meer, en dan verzuipen ze.'

'En Karen?'

Even kreeg hij tranen in zijn ogen en zijn ingehouden adem ontsnapte met een luide plof. 'Jezus, ze brak mijn hart. Van ons allemaal. Ze leefde voor David. Je hoefde ze maar twee seconden samen te zien en je wist het. En toen David dat ongeluk kreeg, ging ze dood. Haar lichaam heeft er alleen vier maanden over gedaan om erachteraan te gaan.'

We bleven een tijdje zwijgend zitten, en toen gaf ik hem de brief aan de verzekeringsmaatschappij terug. Hij hield hem in zijn handen en staarde ernaar. Uiteindelijk glimlachte hij bitter.

'Geen P.' Hij schudde zijn hoofd.

'Wat bedoel je?'

Hij draaide de brief om en liet het me zien. 'Davids tweede voornaam was Phillip. Toen we met dit bedrijf begonnen, tekende hij zijn naam opeens met een grote P in het midden. Alleen brieven en cheques van het bedrijf, anders niet. Ik pestte hem er een beetje mee, zei dat het de P van "pretentieus" was.'

Ik keek naar de handtekening. 'Maar deze heeft geen P.'

'Nee,' beaamde hij terwijl hij de brief weer in de la legde. 'Kennelijk voelde hij zich die dag niet erg pretentieus.'

'Ray.'

'Ja?'

'Zou je me een kopie van die brief willen geven en iets waar zijn handtekening wél met die P op staat?'

Hij haalde zijn schouders op. 'Best.' Hij vond een memo met Davids handtekening, compleet met een zwierige P.

Ik volgde hem naar een groezelig kopieerapparaat, en hij legde de brief erop.

'Waar denk je aan?' vroeg hij me.

'Dat weet ik nog niet.'

Hij pakte de kopie en gaf hem aan mij. 'Het is gewoon een P, weet je.' Hij maakte een kopie van het memo en gaf die ook aan mij.

'Heb je ook iets met jouw handtekening?' vroeg ik.

'Natuurlijk.' Hij nam me weer mee naar zijn bureau en gaf me een door hem ondertekend memo.

'Weet je wat de truc is met het vervalsen van een handtekening?' Ik pakte het memo aan en hield het ondersteboven.

'Een goed handschrift?'

Ik schudde mijn hoofd. 'Gestalt.'

'Gestalt.'

'Je ziet de handtekening als een vorm, niet als een verzameling afzonderlijke letters.'

Vlak onder zijn handtekening kopieerde ik zorgvuldig de vorm boven de punt van mijn pen. Toen ik klaar was, draaide ik

het om en liet het hem zien

Hij keek ernaar, deed zijn mond open en trok zijn wenkbrauwen op. 'Niet slecht. Wow.'

'En dat is de eerste poging, Ray. Denk je eens in wat ik met een beetje oefening zou kunnen doen.'