Hoofdstuk 24
Ik kreeg hem bijna te pakken met mijn eerste uitval en ik zag weer die verrassing en afkeuring toen hij de punt van het mes afweerde met een wilde slag waardoor hij open stond voor een snee in de schouder of het gezicht, waar ik geen gebruik van maakte. Ik wilde hem niet in stukken hakken, ik wilde er gewoon een eind aan maken; en ik wist nu hoe het moest. Het was heel eenvoudig. Hij had de punt nog nooit gebruikt en was er zelf ook nooit mee bedreigd. In zijn land vecht men voor het litteken en de eer; en er zit geen eer in een litteken dat op de borst begint en aan de achterkant eindigt. Ze vechten alleen voor het bloed, niet voor de dood. Het snijvlak is scherp, maar de punt is stomp. Het idee dat een man met een snijwapen in zijn hand het ook zou kunnen gebruiken om ermee te steken, was nieuw voor hem. Het was misschien niet toegestaan volgens de regels waaronder hij vocht, om te voorkomen dat er al te veel studenten zouden sneuvelen.
Ik was bang dat ik hem had laten merken wat ik wist en ik stelde me er een poosje mee tevreden op hem in te hakken en hem het gevecht op te dringen. Het zand maakte het ons beiden lastig, maar zijn benen waren ouder dan de mijne. Hij vocht sluw en verdedigend en trok zich terug in de richting van het katoenbosje en de raket om zich te sparen voor een nieuwe poging. De stoot kwam en hij dreef me terug in een flitsende aanval, draaide zich om en rende terug naar het talud in de bedding.
Die positie hield hij enkele minuten. Ik kon hem er niet wegdrijven, maar ik kon wel het gevecht verleggen naar een stuk terrein waar het talud ophield. Er werd van boven niet geschoten. Er viel geen teken van leven te bespeuren op de rots. Ik had haar in Tucson achter moeten laten, dacht ik. Dan zou ze nu veilig zijn.
Von Sachs sloeg bijna mijn hoofd van mijn romp met een woeste slag. Toen ik hem afweerde, trilde de machete in mijn hand. Dit was niet het moment om ergens spijt over te hebben. We waren nu in het katoenbosje en vochten aan de voet van de Roedowitsj III, een gevecht met oude wapens en technieken in de schaduw van een wapen van de toekomst.
Hij raakte vermoeid. Ik had hem nu en ik keek in de richting van Catherine, opdat ze zou weten dat ik haar een cadeautje ging geven. Als ik al getwijfeld had aan haar verraad - hoe het ook in elkaar mocht zitten - het feit dat ze daar alleen en onbewaakt stond, maar geen poging deed naar de truck te rennen zoals we hadden afgesproken, zei genoeg. Haar bewakers waren haar helemaal vergeten en keken toe hoe hun jefe achteruit werd gedreven. De mannen die rond ons stonden, zwegen nu. Als een wapen zijn doel miste, werd er alleen maar gezucht, dat was alles.
Ik stootte naar het hoofd, liet von Sachs mijn aanval onderbreken en gaf hem een opening. Hij was traag in zijn reactie, maar ten slotte kwam hij mooi in en ik aarzelde alsof mijn voet was uitgegleden. Ik liet mijn wapen opzij zwaaien terwijl ik me zelf herstelde. Ik hoorde het gezucht van de mannen en ik zag het licht terugkeren in de ogen van de Duitser en zijn machete maakte een fluitend geluid toen hij zijn aanval van links naar rechts verlegde om gebruik te maken van mijn onbeschermde zijde.
Terwijl hij, met opgeheven armen, het mes van de ene hand in de andere overnam, viel ik uit en dreef de punt hard en recht naar voren. Hij kwam me tegemoet en het lemmet gleed gemakkelijk naar binnen en kwam pas tot rust toen het heft tegen zijn hemd stuitte.
Ik hoorde het gekreun van de mannen. Ik zag de gezichtsuitdrukking van von Sachs veranderen en hij stierf. De machete viel uit zijn hand. Ik zette me schrap en trok mijn eigen wapen los. Terwijl hij naar me toe viel, ving ik hem op en trok met mijn linkerhand het pistool uit zijn holster.
En toen stond ik aan de voet van de raket met een bloedige machete in mijn ene en het gespannen automatische pistool in de andere hand en keek het leger zonder leider aan, het leger dat een wereldrijk zou gaan veroveren, jawel, alsof het' een film was.
Het kostte hun enige tijd om tot een beslissing te komen. Ik zag dat Catherine verdwenen was. Ik keek over de hoofden van de mannen en zag haar heuvelafwaarts glippen. Toen ze ' zag dat ze veilig was, begon ze te rennen. Voor een meisje rende ze heel goed.
Het was me nog niet duidelijk wat ze van plan was, maar ik hield het beeld voor ogen als iets moois om bij te sterven, en schoot een man die op het punt stond me door midden te klieven in het gezicht. Ik schoot de volgende van zo dichtbij in de borst, dat zijn hemd een schroeiplek kreeg en ik stak de machete in de derde en ze trokken zich terug, maar dat duurde niet lang. Ze schreeuwden nu allemaal door elkaar. Ze kwamen weer naar voren en ik schoot de .45 op hen leeg en zwaaide met de machete alsof het een sikkel was met beide handen, en ik hakte en sloeg om hen van me af te houden.
Ik was me er vaag van bewust dat er verderop in het ravijn iets was dat de algemene verwarring nog verhoogde, iets dat een schor, gillend geluid voortbracht, als een kraai met angina.
Het zei me niets. Ik probeerde alleen maar nog een paar seconden in leven te blijven, al zag het er naar uit dat het nauwelijks de moeite waard was. Ik verloor de machete en zakte op een knie en een bekend gezicht doemde op in het krijgsgewoel: de stoere, kleine sergeant. Hij stootte met de kolf van zijn machinepistool naar mijn hoofd en ik pakte het wapen vast en trok hem naar beneden en sloeg mijn handen om zijn keel en duwde mijn duimen stevig aan.
Het duurde even eer hij stierf. Ik tastte naar het machinepistool dat hij had laten vallen en richtte het ongeveer op de mannen en haalde de trekker over en kwam overeind waarbij het wapen sproeide als een tuinslang en toen zag ik dat ik nergens op schoot. Ze renden allemaal weg en ik stond te kuchen en onder de grote raket stroomde rook vandaan en ik hoorde het sissende geluid van de warm lopende motor. Het verdomde ding stond op het punt de lucht in te gaan. Eindelijk besefte ik dat het gillende geluid verderop in het dal de waarschuwingssirene van de controletruck was ...
Ik rende naar het riviertje. Achter me begon de Roedowitsj te fluiten als een waterketel; er was een vreemd soort trilling als van een aardbeving. Ik sprong in de bedding en wierp me onder het overhangende talud, haalde drie keer diep adem, verstopte mijn hoofd in mijn armen en sloot mijn ogen.
Het ravijn was gevuld met donderend geluid. Een deel van het talud schokte los en viel op me. Er was een moment van intense hitte, .alsof er een reusachtige snijbrander gericht stond op het zand dat me bedekte. Geleidelijk namen de hitte en het lawaai af. Ik had vermoedelijk nog een poosje moeten wachten tot de dampen zouden zijn opgetrokken, maar ik was er niet helemaal zeker van dat ik niet levend begraven was en dat maakte me paniekerig.
Toen ik uit mijn ondiepe graf opstond, kreeg ik mijn longen vol chemische dampen die me weer aan het kuchen maakten. De nevel stond om me heen als een mistbank. Ik klom op het afgebrokkelde talud en het zonlicht viel op me neer, al stond ik nog tot aan mijn schouders in de rook. Ik keek omhoog en daar was de raket, een kleine glinsterende splinter in de blauwe lucht, gevolgd door een lang, gebogen spoor van witte rook.
Ik zag dat de raketmotoren nog brandden. Spoedig zouden ze afslaan en dan zou de raket zijn baan naar het doel volgen. El Paso, had von Sachs gezegd. Er was niets dat hem nu kon tegenhouden, dacht ik; en toen deed zich daarboven een geluidloze rookwolk voor en het kleine, dodelijke potlood brak uiteen in een gracieuze regen van scherven. Even later sloeg het geluid van de ontploffing die de raket had vernietigd, op me neer als een donderslag. Ik dook in elkaar, al was het duidelijk dat de scherven vele kilometers verderop zouden neerkomen.
De Volkswagen was een tikje geschroeid, maar hij had niet in het gebied van de lancering gestaan. Geen van de verdoofde mannen die rondliepen, deed een poging me tegen te houden toen ik in de kleine wagen stapte en door het ravijn naar de controletruck reed. Catherine kwam te voorschijn in het portier van de cabine en liep op me toe. Ze hinkte alsof ze haar voet bezeerd had. Ze was er nog steeds niet in geslaagd haar blouse dicht te knopen. Von Sachs zou genoten hebben, als hij nog had geleefd. Mij kon het niets schelen en haar kennelijk evenmin.
Ze stapte in en liet zich vermoeid naast me neervallen. Ze had een klein pistool in de hand.
'Het was een van die gebaarde technici,' zei ze. 'De een is weggerend, maar de ander drukte op de lanceerknop eer ik kon schieten. Gelukkig stond er een teken op de andere knop. De knop waarmee hij vernietigd moest worden.'
'Goed zo,' zei ik. Uit de truck kringelde rook omhoog. Terwijl ik ernaar keek, vloog het hele vehikel in brand. 'Dat was nou ook niet nodig,' zei ik.
Haar stem klonk mat en vermoeid. 'Je zei dat hij vernietigd moest worden.'
'Inderdaad. Geef mij dat pistool.' Ik stak mijn hand uit. Even later legde ze het pistool erin. Welke rol ze precies gespeeld had, was me nog niet helemaal duidelijk, maar ik zei: 'Als je Sheila verraden hebt, vermoord ik je.'
Catherine keek me snel aan, maar zei niets. Ik bracht de auto op gang en reed verder door het ravijn. Het lanceren van de raket had alle schildwachten langs de route kennelijk weggetrokken. We zagen niemand. We kwamen uit het Copala-ravijn, reden door de open vallei erachter, parkeerden de auto buiten gezicht en gingen te voet naar de plek waar Sheila en ik de bagage hadden verborgen. De koffers lagen er nog, onberoerd.
Er was ook nog iets anders ... Ik liep langzaam naar voren en keek naar het kleine figuurtje dat tegen een rotsblok zat gedrukt. Toen ze me hoorde naderen, keek Sheila op. Haar gezicht was geschramd en smerig en smoezelig van tranen. Ze had kennelijk hard gelopen om hier zo snel mogelijk te komen; haar handen waren geschramd door het vallen en de knieën van haar pantalon waren gescheurd.
'Ik kon het niet,' fluisterde ze. 'Ik had hem in het vizier. Mijn vinger was aan de trekker. Het was een prachtig, makkelijk schot, net als op de schietbaan. Maar ik kon het eenvoudig niet!'
'Tuurlijk,' zei ik. 'Dat is er ook in Costa Verde gebeurd, nietwaar? Je had helemaal geen moeite met de veiligheidspal van El Fuerte's pistool. Je kon je er gewoon niet toe brengen hem neer te schieten.'
Ik had het natuurlijk kunnen weten. Ik herinnerde me een andere keer dat ze had moeten schieten en het niet gedaan had. Ik hoefde nergens bitter over te doen. Het is een bekend verschijnsel. Het heeft niets te maken met schietprestaties. De helft van de jongens in Korea hebben hun wapens nooit afgevuurd in de strijd of anders schoten ze om opzettelijk te missen. Ze had het me natuurlijk wel kunnen vertellen, maar ach, laat maar.
Ik zei: 'Tja, er zijn mensen die andere mensen kunnen neerschieten en er zijn ook mensen die het niet kunnen. Ik geloof dat je gewoon in het verkeerde soort werk zit, Dunne.'
'Eric, ik ...'
'Vergeet het maar,' zei ik. Ik hoopte dat mijn stem aardig en redelijk klonk. 'Alles is goed afgelopen, schatje. Laten we hem hier smeren eer de weg overstroomd wordt door ex bouwers van het wereldrijk op weg naar hun boerderijtjes ...'