Hoofdstuk 13
In een tv-show zou het nu gebeurd zijn. In werkelijkheid komt er, helaas, meer kijken voor een gedurfde redding dan een revolver onder de neus van de schurk en de mededeling dat hij zich moet gedragen - vooral als er twee schurken zijn en ze hun schurkerijen onder de knie hebben.
Sheila had natuurlijk moeten schieten. Ze had een van hen onmiddellijk moeten neerleggen en dan zou de ander zich misschien koest hebben gehouden; maar dat is het moeilijkste om de rekruten te leren. Zelfs tijdens de oorlog waren er die maar niet leerden dat je niet eerst de kerk onderzocht en de congregatie telde, je trapte gewoon de deur in, gooide een handgranaat naar binnen en liep achter de ontploffing aan met sproeiend machinegeweer ...
Zij wachtten niet tot ze wist wat ze wilde. Ik zag dat Catherine een katachtige sprong maakte om beschutting achter de auto te zoeken; ze mocht dan niet slank gebouwd zijn, ze bewoog zich wel alsof. Ik hoorde Max op mij toe komen, omdat ik de beste bescherming binnen zijn bereik bood. Ik hoorde knoopjes losspringen terwijl hij naar de revolver onder zijn oksel greep. Ik zag kans de stoel te doen kantelen en mijn timing was goed; we botsten op elkaar en raakten verward op de grond. Hij rolde opzij. Daar kon ik, omdat ik gebonden was, niets aan doen. Ik had mijn kleine bijdrage aan de goede zaak geleverd. Catherine bereikte het dashboard en de koplampen van de stationcar gingen uit.
Ik lag in het duister en hoorde hoe ze rond mij en de auto positie zochten. Ze probeerden eikaars positie te verkennen. Sheila was nog steeds in het voordeel. Ze wist waar ik was; ze wist in welke richting ze niej: moest schieten. Max en
Catherine moesten een doel identificeren eer ze konden schieten, anders liepen ze het risico elkaar te doden. Maar het leek me niet dat het lang zou duren eer ze een efficiënte campagne zouden hebben bedacht.
Ik dacht hier over na en ik dacht aan een klein, betrekkelijk onervaren meisje dat daar ergens in het donker hurkte met een revolver in haar hand. Ik dacht aan verschillende dingen die vanavond waren gebeurd en waarvoor ik nog niet genoeg tijd, of hersens, had om ze bij elkaar op te tellen. 'Dunne,' zei ik, 'geef geen antwoord, beweeg je niet, maar luister. Je ziet de open deur waardoor je bent binnengekomen. Daar zie je een lichtplek op de vloer. Gezien? Gooi je revolver daar neer.'
Ik hoorde ergens van rechts een geschokte, gedempte kreet. Ik hoorde iemand naar links schuiven, waarschijnlijk om te kunnen schieten in de richting van degeen die de kreet geslaakt had, als zij zich nog eens zou verraden.
Ik zei: 'Kalm aan, iedereen. Laten we er geen bloedbad van maken. Sheila, dit is een bevel. Gooi je revolver op die plek, zodat ze hem kunnen zien.'
Gedurende veertig tot zestig seconden heerste er volkomen stilte.
Toen kwam de .38 met de korte loop met een ferme klap op de verlichte plek terecht. Een mannenhand werd een ogenblik zichtbaar in het licht, hij greep de revolver en verdween.
Ik zei: 'Mooi zo. Sheila, nu loop jij langzaam naar die plek met je handen goed zichtbaar, zodat ze je kunnen zien.'
Er volgde weer een lange stilte. Ik hoorde dat ze zich bewoog. Ze werd zichtbaar, als een silhouet in de grauwe rechthoek van de deuropening.
Ik zei: 'En nu u, juffrouw Smith.'
Opeens gingen de koplampen van de auto aan. Ze toonden Max op de grond, niet ver van Sheila, die hij onder schot hield met een revolver in elke hand. In het licht zag hij er een tikje belachelijk uit. Catherine liep om de auto heen en klopte het stof van haar shorts. Ze had een klein automatisch pistool in haar hand. Ik vroeg me af waar ze het verborgen had gehouden. Er was geen plaats over in haar shorts, maar de blouse bood natuurlijk enkele interessante bergplaatsen.
Ik zei tegen Sheila: 'Nu kom je hierheen, dan kun je me lossnijden. Ik geloof dat er nog steeds een mes in mijn rechterbroekzak zit.'
'Geen beweging, meisje!' Dat was Max met de twee revolvers, die overeind kwam.
Ik zei: 'Doe niet zo mal. Kom op, Sheila. Oh, en neem onderweg je revolver over van die aardige meneer. Als hij bang is, mag hij er eerst de kogels uithalen.'
'Katerina!'
Ik keek naar Catherine. Ze staarde naar me met een lichte frons. Ze bleef een stukje bij mijn denkwerk achter, maar ze haalde me snel in. Ik zag dat ze een beslissing nam.
'Geef het meisje haar speelgoedje terug, Max,' zei ze. 'Laat de patronen er maar in. Ja, dat kan wel.' Ze glimlachte tegen me. 'U ziet er erg dom uit, zo op de grond ... Zo is het goed, Max!' snauwde ze, toen ze zag dat de man de revolver nog niet had teruggegeven. 'Dacht je dat hij haar ontwapend zou hebben als hij was wat wij dachten dat hij was? Er is kennelijk een fout gemaakt.'
Ze stopte het kleine automatische wapen ergens in haar gebloemde blouse en hurkte naast me om me los te snijden. Terwijl ik stijf overeind kwam, liep zij naar de bumper van de auto, waar een wit tasje lag. Ze opende het tasje, pakte een tube zalf en gooide me die toe.
'Gebruik dat. Er zit een pijnstillend middel in.'
Ik stopte de tube in mijn zak en knoopte mijn hemd dapper dicht. 'Pijn?' zei ik. 'Wat pijn? Jezus, ik jongleerde vroeger voor de lol met gloeiende poken. Ik drink brandende cognac; ik loop op hete kolen om warme voeten te houden. Wie bent u eigenlijk, juffrouw Smith? En hou nou op over Argentinië. Als u echt een voorstel had gekregen van die hakenkruisjongens daar, om aan Heinrich von Sachs over te brengen, zou u niet beginnen een vent van wie u dacht dat hij een van zijn beulen was, bij stukjes en beetjes te roosteren. Dus wie bent u nou echt? Zeg het eens eerlijk, juffrouw Smith.'
'En wie bent u dan wel?' vroeg ze.
'Ik ben agent van de regering van de Verenigde Staten van Noord-Amerika, zo helpe mij God,' zei ik. Ik was tot het besluit gekomen dat de enige manier om het nu te spelen de eerlijke manier was. Nou ja, tamelijk eerlijk dan. 'En het lijkt me dat ik op zoek ben naar dezelfde man als u.'
'En u dacht dat ik zou weten waar hij zat?'
'U speelde een heel interessant melodietje. Het leek me de moeite waard om na te gaan. Het schijnt dat we elkaar in het vaarwater hebben gezeten. Nu is het uw beurt. Uw legitimatie, alstublieft.'
'Ik ben agente van ...' Ze aarzelde, ik kan u de naam van de organisatie niet noemen, meneer Evans, en ook niet het land waarvoor we werken. Het spijt me. Het zou uw plicht zijn het uw regering te vertellen. Ik kan u wel zeggen dat het onze opdracht is Heinrich von Sachs voor het gerecht te brengen om zich te verantwoorden voor zijn misdaden tegen de mensheid.'
'Reken maar,' zei ik. 'Dat zit er dik in. Maar dat maakt de zaak nogal moeilijk. Ik neem aan dat u hem levend in handen wilt krijgen.'
'We zijn geen moordenaars, meneer Evans.'
Ik raakte voorzichtig mijn borst aan. 'U schijnt weinig andere scrupules te hebben. Helaas werken wij kennelijk volgens verschillende orders. Mijn oplossing voor het von Sachs-probleem is direct en permanent. Is er een omstandigheid denkbaar waaronder we, laten we zeggen, een compromis zouden kunnen sluiten?'
Ze aarzelde en zei, kennelijk onwillig: 'Tja, als het absoluut onmogelijk zou blijken te zijn de man gevangen te nemen ...'
Ze zweeg. Even later zei ze: 'Misschien kunnen we de kwestie van de jurisdictie voor het moment laten rusten. We willen von Sachs allebei hebben. Het zal al moeilijk genoeg zijn hem te pakken te krijgen zonder dat we elkaar in de weg zitten. Als we onze krachten zouden bundelen 'Krachten,' zei ik. 'Uw soldeerbout en mijn borst?'
'Het spijt me. Dat was een vergissing.'
Ik zei: 'Ik zou niet met jou samenwerken, jij sadistische slet, al had je de kaart van von Sachs' schuilplaats in je beha zitten, bij dat speelgoedpistooltje!'
Ze glimlachte. 'U voelt zich beter, nu u even gescholden hebt, nietwaar?'
Ik grinnikte. 'Veel beter. Wat weet jij waar ik iets aan kan hebben?'
'Wat weet u, meneer Evans?'
Ik zuchtte. 'Okay. Heren eerst. Ik ken de enige weg die naar die streek voert. Ik ben er zelf over gereden, lang geleden. Ik heb de laatste rapporten over de toestand van die weg.'
'Ik heb begrepen dat het geen beste weg is.'
Ik zei: 'Kalm aan, liefje. Ik zal je er alles van vertellen, maar vertel jij eerst iets.'
Ze haalde haar schouders op. 'Uitstekend. Ik heb een camouflageverhaal waarmee ik tot generaal von Sachs kan doordringen als ik eenmaal weet waar ik hem kan vinden. Er zijn besprekingen geweest met mensen in Argentinië. Ik geloof dat ik me bij hem wel kan voordoen als een van die mensen, in elk geval lang genoeg voor ons doel. Ik ken ook iemand die weet waar ik hem kan vinden. Voor die man speelde ik die muziek toen u binnenstormde en me heel handig liet denken dat u een betere kandidaat was.'
Ik lette scherp op haar gezicht en vroeg: 'Ernest Head?'
Ze knikte snel. 'Ja. Natuurlijk, Ernst Schwarzkopf. De vraag is hoe we hem moeten benaderen.'
'Benaderen,' zei ik. 'Je zegt het zo lief, engel. Je bedoelt, hem te pakken nemen en een beetje te laten zweten, nietwaar? Zoals je bij mij hebt gedaan.'
Ze schudde haar hoofd. 'Nee, dat is de laatste toevlucht. Als we proberen hem aan het spreken te brengen en het mislukt, zijn we alles kwijt. Ik geloof dat we moeten proberen hem op de vlucht te jagen. Dat heb ik ook proberen te bereiken.' Ze maakte een ongeduldig gebaar. 'Als het alleen een kwestie was van hem te pakken nemen en te martelen, dacht u dan dat ik mijn tijd had verknoeid met het draaien van de pick-up? Maar ik hoopte dat ik hem op de vlucht zou jagen, zodat Max en ik hem konden volgen. Waar moest hij anders heen? Ik geloof nog steeds dat het ons kan lukken. Nog wat meer druk moet voldoende zijn. En als drie mensen hem om beurten in de gaten houden - jullie tweeën en
Max - kan hij ons niet ontsnappen. We laten ons door hen naar von Sachs brengen. En hoe zit het nu met die weg? Kan men er met een gewone auto overheen, of hebben we een jeep nodig?'
'Toen ik er jaren geleden overheen reed, hadden we een kleine bestelwagen,' zei ik. 'Maar volgens mijn inlichtingen is de weg dit jaar in goede conditie en moet je het met een gewone personenwagen wel kunnen redden. Dat slaat natuurlijk alleen op de landweg ten zuiden van Antelope Wells. Niemand weet wat voor soort weg er vandaar de Nacimiento bergen inloopt. Maar het lijkt me niet dat von Sachs zijn spullen per berggeit vervoert. Als hij daar een beetje grote operatie onderhanden heeft, vermomd als een archeologische expeditie, kan de toegangsweg niet zo moeilijk zijn.'
Catherine Smith fronste. 'Ik zie niet veel in uw bijdrage, meneer Evans. Een paar vragen in Antelope Wells zouden me net zoveel hebben opgeleverd. Ik geloof dat dit een erg eenzijdig bondgenootschap is, waarin Max en ik de meeste inlichtingen verstrekken en het grootste risico lopen.'
'Tuurlijk,' zei ik. 'Hoe goed kennen u en uw vriend dit deel van het Noord-Amerikaanse continent, juffrouw Smith?'
'Hoe bedoelt u?'
'Ik bedoel, ik ben in deze streken opgegroeid. Ik ken deze bergen en woestijnen, liefje. Geef me een kleine aanwijzing en ik kan je vertellen waar von Sachs moet zitten. Hoe vaak heeft een van jullie door dit soort gebied gereden? Voor mij zijn jullie typische stadsmensen. Als ik zeg dat die weg zich in goede conditie bevindt, bedoel ik niet dat het een zesbaans snelweg is. Het blijft nog altijd een Mexicaanse woestijnweg. Jullie hebben mij nodig. Maak je zelf nou niet wijs dat je me niet nodig hebt.'
'Juist.' Ze glimlachte cynisch. 'Dus nu is die weg opeens zo verschrikkelijk dat je een expert moet zijn om erover te rijden.' Ze haalde haar schouders op. 'Ah, ik vind het best. Max houdt vannacht het oog op Ernest Head. Jullie tweeën schaduwen hem morgen. Ik zal ervoor zorgen dat hij die grammofoonplaat zó vaak te horen krijgt dat zijn herinneringen vers blijven totdat hij er niet meer tegen kan.'
Ik grinnikte. 'Je bent een lief meisje; je hebt van die lieve gedachten. Okay, we doen het. We zoeken von Sachs; daarna tossen we wel of zo iets, om uit te maken wie hem te pakken neemt.' Ik keek haar even aan. 'Maar als iemand de zaak probeert te verlinken, gaat de afspraak natuurlijk niet door.'
Ze glimlachte. 'Natuurlijk.'
'Okay. We nemen het morgenochtend van Max over. Goed, waar zitten we nu en hoe komen we hier weg?'
Even later reed ik weg in de stationcar, met Sheila naast me. Het kostte me even tijd om me te oriënteren, maar toen besefte ik dat we slechts een paar straten verwijderd waren van Catherines huis, in een nieuwbouwwijk.
'Waar staat jouw auto, Dunne?' vroeg ik, zonder mijn hoofd om te draaien. Onder deze omstandigheden bewoog ik geen enkel lichaamsdeel, als het niet beslist noodzakelijk was.
'Bij de volgende hoek rechtsaf ... Eric.'
'Wat is er?'
'Je vertrouwt die ... die blonde del toch niet echt, wel?'
Ik bracht het op even naar haar te kijken. 'Haar vertrouwen? Een mooi, lief, zachtaardig meisje als zij? Waarom zou ik haar niet vertrouwen?' Ik maakte een grimas. 'Ik vertrouw erop dat ze ons bij de eerste de beste gelegenheid zal beduvelen. Dacht je dat ik een afspraak met haar gemaakt had als ik dat niet geloofde?'