Hoofdstuk 15
Ik werd angstig wakker. Ik kon me eerst niet herinneren wat ik gedaan had, alleen dat het onvergeeflijk was. Toen ging ik snel overeind zitten en keek om me heen. Ik was alleen in de kamer. Er was geen spoor van Sheila te bekennen. Ze was in de loop van de nacht verdwenen en had niets van zich zelf achtergelaten.
Ik trok mijn broek aan, liep door de kamer en bekeek me zelf in de spiegel. Het enige bevredigende van het beeld was het patroon van brandwonden en blaren, die er beklemmend uitzagen, maar nog lang niet beklemmend genoeg. Een schoft als jij, hield ik me zelf voor, zou aan handen en voeten gebonden en langzaam rondgedraaid moeten worden boven een houtskoolvuur, als een varken. Een zwerver die gebruik maakt van de irrationele verering en dankbaarheid van een ziek en verward klein meisje voor wie hij verantwoordelijk was ...
Ik sprong op van een klop aan de deur.
'Meneer Evans?'
Het was de stem van Sheila. Ik liep naar de deur en trok hem open. Ze stond buiten met een papieren bekertje met koffie in elke hand, zag er opvallend gezond en bepaald niet verward uit in de witte blouse met korte mouwen en bruine pantalon waarin ze enkele weken tevoren dwars door het land was gereden en die er nu weer fris en geperst uitzagen. Ondanks de pantalon, waar ik nu eenmaal niet op gesteld ben bij een vrouw, leek ze meer op een vrouw en minder op een geschrokken kind dan ik haar ooit gezien had.
Ze liep langs me. Ik sloot de deur. Ze keek me strak aan toen ik me omdraaide. 'Wat is er, lieveling?' vroeg ze. 'Je ziet er afschuwelijk uit. Het je een of andere schokreactie? Laat me die schouder eens zien.'
'Laat mijn schouder maar,' zei ik. 'Hoe is het met jou?'
Ze fronste even. 'Met mij, uitstekend ... Oh.' Ze keek naar me op en lachte. 'Oh, help, heb je last van gewetenswroeging of zo?'
'Of zo,' zei ik grimmig.
Ze zei: 'Hier. Drink die koffie op en stel je niet aan.'
Ik zei: 'Ik stel me niet aan, verdomme. Maar dr. Tommy zou me laten fusilleren en dan zou hij ook nog gelijk hebben, als hij wist ...'
'Doe niet zo belachelijk,' zei ze. 'Dr. Stern is een idioot als hij denkt ... wat denkt hij eigenlijk?'
'Nou, ik denk dat verleiding de laatste medicijn is die hij voor deze speciale patiënte zou voorschrijven.'
'Ik zei het al,' mompelde ze, 'hij is een idioot! Ik ben getrouwd geweest, lief. Ik ben ... Ach, ik ben ten slotte geen onschuldige maagd, wel? Dat is het enige ter wereld dat ik niet ben. Waarom zou het verkeerd voor me zijn met een man naar bed te gaan die ik voor de verandering mag?' Ze lachte. 'Trouwens, wie heeft wie verleid?'
Ik keek op haar neer en bedacht dat de dingen en mensen nooit zo blijken te zijn als je had verwacht en dat gold dan vooral voor mensen.
'Je bent een schaamteloze deerne, Dunne,' zei ik. 'Natuurlijk,' zei ze kalm. 'Wat dacht je dan dat ik was? Je hoefde het dossier maar te lezen om te weten dat ik wel een schaamteloze deerne moest zijn, want anders was ik al dood geweest.' Haar stem was harder geworden. 'Maak je er geen zorgen over dat je me zult kwetsen, lieveling. Dat hebben de experts al geprobeerd en ik bedoel niet alleen de experts in Costa Verde. Ik zal je wel eens iets over mijn huwelijk vertellen. Dat was iets geweldigs. Ik ben echt niet zo breekbaar, weet je. Omdat ik nou niet gebouwd ben als een ... als een stenen muur, wil het nog niet zeggen ...' Ze zweeg. Ik grinnikte. 'Daar gaan we weer.'
Ze lachte en zei: 'Echt, ik dacht niet eens aan Catherine Smith toen ik dat zei. Ach, misschien ook wel ... Eric?'
'Ja.'
'Vannacht heb ik ... heb ik een heleboel idiote dingen gezegd, niet? Neem ze alsjeblieft niet ernstig.'
Ik bekeek haar even. 'Tuurlijk niet,' zei ik.
Ze ging snel voort: 'Ik bedoel, we gaan ons niet aanstellen en een hoop flauwe kul over liefde kletsen. Na al die weken dat ik een beest in een kooi was, was ik zover dat ik me ... me zou hechten aan de eerste de beste die me zou behandelen als een menselijk wezen. Je hoeft geen verplichtingen te voelen. Ik kom er wel overheen.' Ze dronk haar koffie en keek op haar horloge. 'Nou, ik moest maar eens aan de slag gaan.'
'Waar?'
Ze keek verrast op.
'Nou, een van ons moet naar Saguaro Heights om Max af te lossen, weet je wel?'
'Dat is zo, ik was het bijna vergeten.' Ik aarzelde. 'Okay. Maar pas op.'
'Hoe bedoel je?'
'Ze proberen ons waarschijnlijk in de boot te nemen,' zei ik. 'Catherine en Max. Dat geeft niet. Dat willen we juist. In de eerste plaats maakt dat een einde aan het pact van wederzijdse bijstand, en ik heb veel liever dat de andere kant het bedrog pleegt. Dat is een kwestie van principe. Ik houd er erg mooie principes op na. Soms.'
Ze glimlachte, maar keek snel weer ernstig. 'Je speelt het slim,' zei ze, 'en je wilt het mij niet vertellen.'
'Ik hoop dat ik het slim speel,' zei ik. 'En ik vertel het jou niet, omdat je, als je het niet weet, geen toneel hoeft te spelen. Trouwens, het is best mogelijk dat ik het helemaal verkeerd zie.'
Ze zweeg even. Toen zei ze: 'Natuurlijk, deze mensen hebben een legitieme claim op von Sachs, als je het zo wilt stellen.'
'Ze mogen hem legaal laten arresteren en kunnen hem legaal laten uitwijzen, als ze daarin slagen. Maar ze hebben geen legitiem recht hem te kidnappen voor zijn vroegere misdaden, net zomin als wij het recht hebben hem te doden voor wat hij voor de toekomst van plan is. We staan allemaal even ver buiten de wet.' Ik keek neer op haar kleine, goed gewassen, keurig van lipstick voorziene gezicht. 'En denk eraan, ook al zijn hun motieven prachtig, het zijn niet bepaald aardige mensen. Hou je ogen open.'
Sheila belde in de ochtend een paar keer op. Toen ik haar tegen de middag opzocht, zat ze in haar kleine blauwe auto te kijken naar de automobielzaak waar Ernest Head werkte. Het was een drukke straat in de buurt van het centrum van Tucson. Ik drukte licht op mijn claxon toen ik voorbijreed, sloeg de volgende hoek om en vond een onbezette meter waar ik parkeerde. Even later stapte Sheila naast me in de stationcar. Ik legde een paar pakjes weg om plaats voor haar te maken.
'Niets,' zei ze. 'Zoals ik je al door de telefoon zei, is hij op zijn werk gekomen vlak nadat ik hier was gaan posten. Hij is er de hele ochtend geweest. Hij gaat waarschijnlijk gauw lunchen, of misschien gaat hij wel naar huis. Het is zaterdag. Misschien werkt hij maar de halve dag.' Ze zweeg even. 'Ik ben vanochtend vroeg gevolgd.'
'Door wie? Max?'
Ze knikte. 'Ik denk dat hij me gewoon even wilde nagaan. Witte Falcon stationcar, met nummerborden uit Arizona. Gewone banden op de voorwielen, modder- en sneeuwbanden van achteren.'
'Dat klinkt alsof ze zich voorbereiden op een lastig ritje. Of dat geloven, tenminste.
Sheila keek me nieuwsgierig aan. 'Waarom heb je juffrouw Smith verteld dat de weg goed was? Dat heb je mij anders verteld.'
Ik zei: 'Als ze zich een jeep aanschaft, krijgt ze geen moeilijkheden en dan hebben wij ook een jeep nodig om haar bij te kunnen houden. Als ze in haar eigen wagen gaat, krijgt ze misschien moeilijkheden, waar wij weer voordeel van kunnen hebben. En in elk geval zal ze het dan langzaam en kalm aan moeten doen. Dan zal het haar veel moeilijker vallen ons te bedonderen. Ik wil haar niet in een jeep zien. Gesnapt?'
Sheila lachte. 'Het moet fijn zijn om zó slim te zijn,' mompelde ze.
' ls Max nu in de buurt?' vroeg ik.
'Nee. Daar ben ik wel bijna zeker van. Wat is dit allemaal? Ze keek nieuwsgierig naar de pakjes op de bank.
'Wat dingen die we straks misschien nodig hebben. Ik heb voorraden ingeslagen,' zei ik. 'We zijn klaar om te vertrekken zodra we weten waar we heen moeten en we het geweer hebben ingeschoten. Het ligt achterin. Ik was van plan een hamburger te eten en dan een beetje met het geweer te gaan spelen.'
'En Ernest dan?' vroeg ze.
'Die loopt niet weg.' zei ik. 'Maak je geen zorgen over Ernest.'
Ze keek me een ogenblik aan. 'Je zal wel weten wat je doet.'
'Reken maar,' zei ik. 'Ik maak je zo nieuwsgierig als de hel, dat doe ik. Ga terug naar je wagen en rij rechtdoor, maar geef me eerst een paar minuten om achter je het blok rond te gaan. Ik wil er zeker van zijn dat Max ons niet ziet weggaan; dan zou hij zich maar ongerust maken. Ik passeer je wel als ik weet dat we goed zitten ...'
Niemand volgde ons. We aten een hamburger in een drive-in en reden naar de woestijn, waar ik tevoren een arroyo had verkend waar we een schietbaan van honderd yard konden improviseren met een hoge aarden wal als kogelvanger. Ik zette een paar doelen neer en Sheila haalde het geweer en vuurde een paar kogels op korte afstand om uit te vinden waar ze terechtkwamen. We stelden het telescoopvizier min of meer in, zodat de schoten in elk geval het karton zouden raken op honderd yard afstand, voor we verder achteruit gingen en groepsgewijs gingen schieten met de verschillende ladingen die ik had meegenomen.
'Jij zult het meeste werk moeten doen, Dunne,' zei ik. 'Mijn schouder is niet in een conditie om de terugslag op te vangen. Geef me vijf schoten met elk gewicht. Houd ze zo dicht mogelijk bij elkaar, steeds op dezelfde manier.'
Toen ik haar bezig zag, was ik blij dat ik geen Magnum had gekocht. Zelfs een standaard .30-06 is een flink geweer voor een klein meisje als ze er liggend mee moet schieten, zodat het lichaam niet kan meeveren met de terugslag, maar de klap stil liggend moet opvangen. Ik hurkte achter haar met een veldkijker die ik gekocht had. Het was geen slechte kijker, maar hij was niet sterk genoeg om de kogelgaten op deze afstand goed te kunnen onderscheiden; en ik had trouwens meer belangstelling voor het meisje.
De zon scheen scherp op haar kortgeknipte haar toen ze daar lag te schieten. Ik herinnerde me dat het nog korter en ruw afgehakt was geweest. Nou ja, dat had niets te maken met het inschieten van een geweer of haar schietprestaties in het algemeen. Wat belangrijk was, was dat ze scheen te weten wat ze deed. Ze krijgen allemaal een opleiding in geweerschieten, maar dat heeft niet altijd resultaat. Toen ze klaar was, gingen we de doelen inspecteren. Ik legde mijn meetlint langs de beste groep.
'Vier en een kwart inch bij de 150 greins-lading,' zei ik. 'Een grendel-actiegeweer dat op honderd yard afstand niet binnen de twee inches groepeert, is de moeite niet waard en met fabrieksammunitie moeten we zelfs anderhalve inch kunnen halen. Krijg je ze niet dichter bij elkaar?'
'Ik had het gevoel dat het goed ging,' zei ze. 'Ze hadden allemaal vlak bij elkaar moeten zitten.'
'Vind je het niet erg als ik het controleer?'
'Nee,' zei ze stijfjes, 'nee, natuurlijk vind ik dat niet erg.'
'Niet boos worden, Dunne,' zei ik. 'Ik moet weten of het aan het geweer ligt of aan jou dat ze zover uit elkaar komen. Omdat je geweldig in bed bent, wil dat nog niet zeggen dat je ook enorm op de schietbaan bent.'
Ze keek me verbaasd en verontwaardigd aan; toen lachte ze.
We stapten honderd yard terug en ik vuurde vijf kogels af. Het was helemaal geen pretje. De brandwond zat precies op de verkeerde plaats. Mijn groep was maar een kwart inch beter dan de hare, mooi genoeg voor het mannelijke ego, maar het was nog geen prijsschieten. Nadat ik de zaak gecontroleerd had en nieuwe doelen opgezet, pakte ik het gereedschap en haalde het geweer uit elkaar. Ze zat op de grond naast me toe te kijken.
'Ik denk dat de kolf een beetje krom is getrokken,' zei ik. 'Dat gebeurt vaak bij die lichte geweren. De bedoeling is dat het een vrij zwevende loop is zonder enig contact met hout, maar ik geloof dat hier wat druk zit die de zaak uit evenwicht brengt. We schaven het kanaal voor de loop een beetje uit en dan schuif ik er een paar stukjes karton tussen. En het magazijn mag ook niet zo klem zitten.' Ik keek naar haar.
'Daar hebben ze je niets van geleerd, hè?'
'Nee,' zei ze. 'Het enige wat we moesten doen was schieten.'
'Ik heb het als jongen geleerd,' zei ik. 'Ik ben altijd al gek geweest op vuurwapens. En messen en zwaarden en al die andere dingen waar je als bloeddorstige jongen voor valt. Dat was natuurlijk vóór de Tweede Wereldoorlog. Na een paar maanden hebben ze me uit het leger gehaald en ben ik bij deze afdeling ondergebracht. We hebben een mooi oorlogje gevoerd.'
'En daarna?' vroeg ze.
'Toen ben ik er uitgestapt en getrouwd, maar dat is misgelopen. Nee, zo zit het niet precies. Ik mocht het meisje niets over mijn oorlogservaringen vertellen en alles ging jarenlang goed, tot ze op een dag ontdekte met wat voor monster ze de slaapkamer moest delen. Ze zit nu ergens in Nevada, getrouwd met een rancher.'
'Ze moet gek zijn,' zei Sheila.
Ik keek op en grinnikte. 'Pas op voor de overdracht, Dunne.'
Ik schudde mijn hoofd. 'Het was geen kwestie van gek of niet gek zijn, maar van het kunnen verdragen of niet. Beth is verstandig genoeg. Maar ze is alleen allergisch voor bloed, dat is het. Ik geloof dat ze ook het idee had dat ik dingen voor haar verborgen had gehouden en dat was natuurlijk ook zo. Op bevel.' Ik begon het geweer weer in elkaar te zetten.
'Nou, zo moet het wel wat beter gaan.'
'Eric.'
'Ja,' zei ik.
Sheila's stem was laag. 'Heb je er ooit over gedacht te hertrouwen? Met iemand ... iemand die alles van je weet en die het niet kan schelen?'
Ik keek naar haar, zoals ze daar in de zon zat met een enorm stuk woestijn achter zich. 'Niet mal gaan doen,' zei ik. 'Het is een simpel psychologisch fenomeen. Je komt er wel overheen. Dat heb je zelf gezegd.'
Ze aarzelde. 'Heb je ... heb je een vriendin?'
'Er woont een aardige mevrouw in Texas. Knap ook. Als ik verlof heb, zijn we wel eens een poosje bij elkaar.'
'Weet zij wat voor soort werk je doet?'
Ik zei: 'Ik heb haar ontmoet toen ik aan een opdracht bezig was. Ze was er min of meer bij toeval bij betrokken. Ze weet het. Maar ze heeft vier echtgenoten gehad en zit niet op de vijfde te wachten, als je dat bedoelt.'
'Is ze ... echt knap?'
'En jong, En rijk,' zei ik. 'En ze is ook een fijne vrouw, op een koele, sophisticated manier. Wat wil je dat ik zeg, dat ik me met engerds ophoud?'
Sheila lachte, maar hield weer op. 'Houd je van haar?' vroeg ze.
Ik zei: 'Houd dit eens vast, terwijl ik even de maat neem ... Goed stilhouden. Bedankt. Ik dacht dat we geen flauwe kul over liefde meer zouden kletsen.'
Sheila zei: 'Hou me nou niet steeds mijn eigen woorden voor. Ik ben ook getrouwd geweest. Het was een beest. Een schoft. Wat je ook maar verzinnen kunt, hij was het. Ik bedoel, echt een beest, fysiek, mentaal en moreel, alleen kwam dat er pas uit toen we eenmaal getrouwd waren, of misschien was ik te onwetend om de symptomen eerder te herkennen. Ik bedoel, het soort man waardoor je ... waardoor je alle andere mannen ook van de aardbodem zou willen vegen, als je een vrouw bent. Dus ik ben van hem gescheiden en heb dienst genomen bij deze organisatie in de hoop dat ik werk in die sfeer zou kunnen krijgen. Uitroeien, dat leek me wel. Ik was erg verliefd geweest, snap je wel. Ik was erg gedesillusioneerd en erg bitter.'
Ik zei: 'Dr. Tommy heeft een theorie over jou die daar wel op lijkt. Maar hij ziet het natuurlijk mooi seksueel, zoals alle psychiaters. Ze zijn bang dat papa Freud hen zal onterven als ze iets anders denken.'
Ze keek me behoedzaam aan. 'Wat heeft dr. Stern jou over mij verteld?'
'Nou, er was iets met een jeugdtrauma - op seksueel gebied, natuurlijk. Tommy was er kennelijk nog niet helemaal achter, maar hij was het op het spoor. Hij gelooft dat het de sleutel is tot al je huidige moeilijkheden.'
Ze lachte. 'Ik heb een volslagen normale jeugd gehad, merci. Ik ben nooit in het park gevolgd door een enge man die exhibitionist was of in het trappenhuis door de conciërge aangerand. Eerlijk niet.'
'Je zal Tommy's hart breken,' zei ik. 'En dan je ongelukkige huwelijk. Volgens hem is het ontbonden op een aanklacht wegens wreedheid van de ene en een aanklacht wegens frigiditeit van de andere kant.'
Ze maakte een grimas. 'Wist je niet als een man een vrouw in het openbaar wil kwetsen hij haar altijd frigide noemt? Hoe verenigt dr. Stem mijn veronderstelde frigiditeit met het feit dat ik naar Costa Verde ben gegaan met de opzet een gebaarde bandiet die ik nooit gezien had, te ... te verleiden?'
'Je probeerde je zelf iets te bewijzen door de moeilijkheden te zoeken, zegt Tommy. Je wilde je zelf en iedereen tonen dat je echtgenoot een verdomde leugenaar was. En de theorie van dr. Tommy is dat je inderdaad iets bewezen hebt: het verkeerde. Hij denkt dat jij in paniek geraakt bent toen El Fuerte met zijn amoureuze avances begon en dat je je zelf en de hele zaak toen verraden hebt.'
Sheila keek me niet aan.
'En wat denk jij?'
Ik zei: 'Doe niet zo gek. Dit is meneer Henry Evans, weet je nog, de man waar je de nacht mee hebt doorgebracht. We beschouwen de frigiditeittheorie als niet bewezen. Maar dan blijft nog de vraag wat er daar precies gebeurd is waardoor het is misgelopen.'
'Nou, ik heb het gewoon verknald,' zei ze openhartig. 'Misschien was ik wel een beetje bang. Niet van de amoureuze avances van El Fuerte. Gewoon om gegrepen en gedood te worden.'
'Dat is normaal,' zei ik. 'En hoe heb je het verknald?'
'Ik kreeg de revolver inderdaad te pakken,' zei ze. 'Zijn revolver. Nadat hij me in zijn hut had uitgenodigd, zoals ook het plan was dat hij zou doen, had hij heel ridderlijk zijn riem en holster afgedaan, zodat ik geen blauwe plekken zou krijgen van alle gespen en ijzerwaren. Ik kreeg het wapen inderdaad te pakken, maar je kent de veiligheidspal op zo'n grote .45. Als je het wapen niet precies goed vasthoudt, krijg je die pal niet los en dan gebeurt er niets als je de trekker overhaalt, ook al heb je de duimveiligheid los. Ik heb een kleine hand en zoals ik al zei, ik was misschien wel een beetje zenuwachtig. En hij was snel, sneller dan je van zo'n grote man verwachten zou. Na dat oponthoud had ik geen schijn van kans meer.'
Het was een goed verhaal, een aannemelijk verhaal. Iedereen die met vuurwapens te maken heeft, heeft in zijn loopbaan wel eens pech gehad met een veiligheidspal en een schot gemist. De enige moeilijkheid was dat ik een heleboel goede, aannemelijke verhalen had gehoord: ik wist dat ze loog. Er was daar iets gebeurd dat ze me niet wilde vertellen, omdat ze zich erover schaamde of omdat ze bang was; waarschijnlijk had ze op het kritieke moment haar beheersing verloren op een veel drastischer manier dan ze durfde toe te geven.
Nou ja, dat kan gebeuren. Ik wenste alleen dat ze zich niet geroepen had gevoeld te liegen, alsof het me iets kon schelen hoe dapper ze al dan niet geweest was. Ik duwde de grendel terug in het geweer en overhandigde haar het wapen.
'Laten we de zaak afmaken en hem uit de zon smeren,' zei ik. 'Geef me er nog eens vijf met de 150 greins-lading om te zien hoe ze zich nu groeperen en waar ze op het karton terechtkomen. Dan stellen we hem drie inch hoog in op de honderd yard. Dat betekent dat hij op tweehonderd vijftig yard precies goed zit. Hoe houdt je schouder het?'
'Dat zit wel goed,' zei ze. 'Eric, ik ...'
'Wat is er?'
'Niets,' zei ze. 'Vijf schoten, zei je?'
'Vijf,' zei ik.
'Op een goeie dag,' zei ze, 'op een goeie dag val ik voor een man die genoeg heeft aan groepen van drie schoten of zelf zijn schietwerk opknapt.'