Hoofdstuk 16
Op de terugweg naar het motel stopte ik bij een telefooncel om op te bellen. Ik moest het nummer aan de telefoniste vragen, omdat het een nieuw nummer was dat nog niet in het boek stond. Toen ik het gedraaid had, liet ik de telefoon lange tijd overgaan, maar er werd niet opgenomen. Kennelijk waren Catherine Smith en haar zogenaamde vader niet thuis.
Nou ja, dat klopte wel, als ze zich tenminste gedroegen zoals ik hoopte en verwachtte.
Toen ik bij het motel aankwam, stond Sheila's wagen al voor haar kamer geparkeerd. Ik aarzelde, maar ik had haar niets te zeggen en als zij mij iets te zeggen had, had ze gelegenheid genoeg gehad. Naar de hel met haar en haar duistere geheimen. Toen ik mijn kamer binnenkwam, begon de telefoon te rinkelen. Ik sloot de deur, nam de hoorn op en hoorde haar stem op de lijn.
'Meneer Evans?' zei ze. 'Het spijt me dat ik u onderbreek, meneer Evans, u hebt het waarschijnlijk druk, maar ...'
Ik bleef stokstijf staan en hield de hoorn stevig vast. Er waren drie woorden die ze had kunnen gebruiken: storen, lastig vallen en onderbreken. Ik had altijd gedacht dat onderbreken een slechte was, een woord dat moeilijk in een gewone telefonische begroeting past, maar dat was de moeilijkheid met de code die we gebruikten.
Ik zei, terwijl ik het woord herhaalde, zodat ze wist dat ik het begrepen had:
'U onderbreekt me helemaal niet, juffrouw Summerton. Ik kwam net binnen; ik ben nog niet bezig. Wat kan ik voor u doen?'
Ze begon te spreken. Haar stem klonk volkomen vast. Ik luisterde, terwijl ik hard nadacht. De drie codewoorden zijn variaties op hetzelfde thema. Het eerste betekent: Ik zit in moeilijkheden, red je zelf. Het tweede betekent: Ik zit in moeilijkheden, help me. En het derde, wat zij gebruikt had, betekent: lk zit in moeilijkheden, zorg voor een afleidingsmanoeuvre, zodat ik het zelf verder kan afhandelen.
'Ja,' zei ik. 'Zeker, juffrouw Summerton. Ik heb een extra-instructieboekje. Ik breng het u meteen.'
Ik legde de telefoon neer en keek naar de muur, maar er viel niets te denken. De procedure voor noodgevallen gaf me geen keus. De agent in moeilijkheden geeft het teken.
Het was natuurlijk mijn privilege, als haar meerdere, om haar oproep geheel te negeren en haar aan de honden over te leveren, als ik meende dat de operatie daar om vroeg; maar als ik handelend optrad, moest het het soort actie zijn waar zij om gevraagd had.
Ze had om een afleidingsmanoeuvre gevraagd en niet om rechtstreekse hulp. Wat de moeilijkheden ook waren, ze wilde het zelf afhandelen, met al haar honderd pond. Ik dacht aan het geolied werkende team van Catherine en Max en de meedogenloos professionele manier waarop ze hadden samengewerkt toen ze die naald in mijn nek staken ...
Ik keek op mijn horloge. Ik besloot dat tien minuten ongeveer voldoende moesten zijn, zodat degeen die haar onder schot had - want daar zou het wel op neerkomen - gespannen en zenuwachtig zou worden, maar tien minuten waren niet zolang dat ze er zeker van zouden zijn dat er iets mis was. Ik gebruikte die tijd door een paar dingen in mijn zakken te steken die van pas zouden kunnen komen. De lage zon scheen me fel in het gezicht toen ik mijn kamer verliet met het gele instructieboekje in de hand dat bij de vragenlijsten hoorde.
Om de hoek was het terras van het zwembad vol halfnaakte kinderen. Een paar volwassenen lagen in luie stoelen naast het bassin, maar de kinderen zorgden voor het geplas en geschreeuw. Ik wachtte tot de ruimte bij Sheila's deur even leeg was, liep toen snel op de deur toe en hamerde er met mijn vuist op.
'Doe open!' riep ik zo hard ik durfde. 'Opendoen. Dit is de politie!'
Het was niet wat je noemt bijster slim; het was nogal gezocht. Nou ja, dat zijn de meeste afleidingsmanoeuvres. Je begint te vechten of sticht brand in een prullenmand of schiet een revolver af of steekt een rotje aan. De rest kwam voor rekening van de andere figuur, de figuur die in moeilijkheden zat en dan moest hij of zij snel reageren.
Ik hoorde een plotseling geschuifel achter de deur. Binnen ging een klein kaliber vuurwapen af. De knal was onmiskenbaar voor mij, maar verder scheen niemand het op te merken, vermoedelijk vanwege het lawaai dat de kinderen rond het zwembad maakten. Er volgde een lange, lange stilte. Ik onderdrukte de impuls stomme vragen te schreeuwen of de deur in te trappen. Toen ging de deur open en Sheila keek naar buiten. Ze had een .22 automatisch pistool met slanke loop in de hand dat ik nog niet eerder gezien had.
'Ik moest zijn vinger breken met het trekkerhuis eer hij losliet,' zei ze kalm. 'Maar verder is er geen schade, behalve een gat in het plafond. Heeft iemand het schot gehoord?'
Ik schudde het hoofd. Ik wilde haar in mijn armen nemen en haar kussen omdat ze ongedeerd was en naar de hel met haar kleine leugentjes. Maar dit was nauwelijks het moment voor een sentimentele omhelzing.
'Goed werk, Dunne,' zei ik en liep langs haar en keek naar de dikke, kale man die met een zieke uitdrukking op zijn gezicht op het bed zat en zijn hand vasthield waarvan één vinger onder een vreemde hoek uitstak.
'Dit is Ernest Head,' zei Sheila onnodig. Ik hoorde de deur sluiten. Ze ging voort: 'Zijn vrouw is verdwenen. Hij dacht dat wij misschien wisten waar ze is. Toen ik zei dat ik het niet wist, dwong hij me jou op te bellen.'
Terwijl ik neerkeek op de man op het bed, had ik dat half-voldane, half-schuldige gevoel dat je krijgt wanneer je meest diabolische plannen opeens gestalte beginnen te krijgen.
'Hij klopte aan vlak nadat ik was thuisgekomen,' zei Sheila. 'Ik denk dat ik hem gisteravond, toen ik hem enquêteerde, wel verteld zal hebben waar ik logeerde. Hij duwde dat pistool onder mijn neus en is naar binnen gedrongen. Hij ging nogal wild tekeer. Hij scheen te denken dat ik een heleboel dingen wist waar ik geen idee van had. Ik had hem waarschijnlijk wel eerder kunnen ontwapenen, maar het leek me beter hem te laten praten.'
Haar stem klonk nog steeds kalm. Ik keek naar haar. Er was een donkere gloed in haar ogen en een strakheid rond haar mond die er op wezen dat het niet zo makkelijk voor haar was geweest in een kamer opgesloten te zitten met een wilde man met een pistool als ze wilde doen voorkomen, maar het was een onschadelijke en natuurlijke misleiding. Wat er ook in Costa Verde gebeurt mocht zijn, ze had het hier wel goedgemaakt.
'Wat had hij te vertellen?' vroeg ik.
'Zijn echte naam is Schwarzkopf, Ernst Schwarzkopf. De echte naam van zijn vrouw, haar meisjesnaam, was Gerda Landwehr.' Ze keek me nogal beschuldigend aan. 'Wist jij dat?'
'Die namen heb ik gisteravond gehoord, je weet wel waar.' De man op het bed keek op. 'Gerda,' zei hij. 'Gertrude ... Trudie ... Waar is ze? Wat hebben jullie met haar gedaan?' Sheila zei: 'Tegenwoordig is Gertrude Head een Amerikaanse huisvrouw van middelbare leeftijd met donker haar. Ik heb haar gisteravond ontmoet. Maar hij zegt dat Gerda Landwehr vroeger, in Duitsland, blond en mooi was - en geheel beschikbaar.'
'Ze wilde plezier maken,' protesteerde Head. 'Net als alle meisjes. Ze wilde plezier maken en geld hebben en muziek horen en dansen.'
'Ze zouden gaan trouwen,' zei Sheila. 'Maar toen kwamen de nazi's en toen werd het oorlog en Gerda kreeg betere aanbiedingen en die heeft ze aangenomen. Ze had blijkbaar verschillende geüniformeerde vriendjes, eentje vooral, die in een van de kampen werd gestationeerd - hetzelfde kamp als een zekere generaal van wie we al het een en ander gehoord hebben. Ik heb de indruk gekregen dat ze zich daar nogal opvallend heeft gedragen. Je had daar die vrouw die lampenkappen maakte van mensenhuid, weet je nog? Gerda schijnt er hetzelfde soort ideeën op na gehouden te hebben.'
'Dat is niet waar!' zei Head snel. 'Dat heb ik u al gezegd! Dat waren leugens, allemaal leugens, van jaloerse mensen! Gerda heeft nooit...'
Sheila zei: 'In elk geval, het liep mis met de oorlog en de nazi zeepbel spatte uit elkaar. Op zekere dag werd er aan Ernst's deur geklopt. Hij deed open en daar stond zijn mooie Gerda, uitgehongerd, half bevroren, in vodden. De honden zaten haar op de hielen. Ze was al maandenlang op de vlucht. Ze kon niet meer. Het enige wat ze wilde was een plek waar ze kon liggen om uit te rusten, zoals ze zei. Ze verwachtte geen vergiffenis van hem. Hij mocht doen wat hij wilde, als ze maar even in zijn warme kamer kon uitrusten en iets kon eten, voor hij de autoriteiten waarschuwde. De rest kun je wel raden. Hij verborg haar en ten slotte zijn ze op de een of andere manier onder valse namen naar Amerika gekomen. Sindsdien zitten ze hier.'
Ernest Head keek op. 'We hebben ons fatsoenlijk gedragen, hier. We hebben niemand kwaad gedaan. Komt er dan nooit een einde aan? Zal men dan nooit die ene fout vergeten die ze gemaakt heeft toen ze jong was, vijftien, twintig jaar geleden? Waarom kunt u haar niet met rust laten?' Hij aarzelde. 'Vertel me tenminste waar ze is. Vertel me wat er met haar gebeurt. Alstublieft.'
Ik zei: 'Vertel jij me eerst maar eens wat je denkt dat er met haar gebeurt.'
'Ik denk dat u haar ergens ondervraagt, haar misschien martelt. Om haar aan het praten te krijgen.'
'Waar over?' vroeg ik. 'Over iets dat vijftien, twintig jaar geleden in een concentratiekamp van de nazi's is gebeurd? Jullie hebben je hier fatsoenlijk gedragen, meneer Head. Dat zei je tenminste. Jullie hebben niemand kwaad gedaan. Wat zou jouw vrouw nu nog te vertellen hebben waar iemand iets aan zou hebben?'
Er volgde een lange stilte. Ik maakte een klein gebaar naar Sheila. Ze kwam naderbij. Head keek neer op zijn gekwetste hand. Ik haalde een doosje uit mijn zak, dat Sheila van me overnam. Ze liep zwijgend naar de badkamer.
'Nou, meneer Head?' vroeg ik.
'Er werd opgeheld,' zei hij, zonder zijn ogen op te heffen. 'Maanden geleden, bijna een jaar. Ik zag dat Gerda's gezichtsuitdrukking veranderde toen ze opnam. De man aan de andere kant wist alles. Het was chantage. Ze moest gehoorzamen.'
'Wat was de opdracht?'
'Als het mooi weer is, gaan we vaak kamperen. We moesten naar het zuiden rijden, de woestijn in en daar de tent opzetten. En naar rotsstenen zoeken. Ik verzamel stenen. Er kwam een jeep die Gerda meenam. Ze is twee dagen weggebleven. Toen ze terugkwam, zijn we weer naar Tucson gegaan.'
'Heeft ze ook gezegd waar ze geweest was?'
Hij schudde zijn hoofd. 'Maar later hebben we de draagbare radio gekocht en op bepaalde tijden luisterde ze naar de korte golf en soms ging ze uit of kwamen er mensen bij ons thuis, mensen die ik niet kende.'
Ik vroeg: 'Gaat het om het Vierde Rijk, Ernest? Hier, op de twee Amerikaanse continenten?' Hij gaf geen antwoord. Ik vroeg: 'Hoe nam Gerda het op? Was ze blij toen ze van haar tweedaagse reisjes terugkwam? Opgewonden? Vol verwachting? Triomfantelijk, misschien?' Hij keek snel op en wilde iets zeggen, maar hield zich weer in.
'Ik heb het u al verteld,' zei hij somber. 'Ze werd gedwongen mee te doen. Er zat niets anders op.'
'Ze had de Amerikaanse autoriteiten kunnen waarschuwen.'
'En zich zelf blootgeven?' Hij sidderde. 'U vergeet dat ze op de lijst staat. Zij zitten nog steeds achter haar aan. Ze geven het nooit op. Ze zijn niet menselijk. Als ze er achterkwamen waar ze woonde, zouden ze als aasgieren op haar neerduiken.' Hij keek me even aan. 'Misschien bent u die gieren wel. Waar we al die jaren al voor op de loop zijn. Als u het bent, vraag ik u maar één ding. Doet het snel. Maak er een eind aan. Laat het niet langer slepen. Het heeft al lang genoeg geduurd.'
'Reken maar,' zei ik. 'En laat me nu die hand eens zien.'
Ik bukte me en pakte de hand en onderzocht hem. 'Die vinger moet door een dokter gezet worden. Maar we zullen je iets geven om de pijn te verzachten.'
Ik had de ene hand al beet. Ik liet mijn hand op de andere vallen eer hij hem kon terugtrekken en ik knikte tegen Sheila die achter hem verschenen was. Hij wilde protesteren, maar ik hield hem stevig vast, terwijl zij de injectienaald in zijn arm stak. Catherine Smith en haar hulpje hadden geen monopolie op de techniek of de uitrusting. Bij beroepsmensen is het tegenwoordig praktisch standaarduitrusting. Ernest Head worstelde heel even; toen zuchtte hij en viel in slaap. We legden hem comfortabel op het bed.
'Hoeveel heb je hem gegeven?' vroeg ik.
'Het maximum. Vier uur,' zei Sheila.
'We zullen iemand laten komen om op hem te letten,' zei ik. 'Misschien kunnen ze hem een poosje op de ranch houden, al gebruiken ze die tent niet graag voor dat soort dingen. Iemand moet op de hoogte worden gebracht van zijn kinderen en maatregelen nemen voor er te veel vragen worden gesteld.' Ik fronste. 'Waar heb je die .22 gelaten?'
'Die ligt op het dressoir.'
'Neem maar mee. Die afgezaagde .38-dingen die Washington ons alsmaar meegeeft, maken te veel lawaai.' Ik haalde diep adem. 'Nou, laten we eens op zoek gaan naar de beruchte Gerda Landwehr.'