EEN GEVANGENBEWAARDER GEVANGEN.
De jongens wierpen een weemoedige blik naar hun vader op het
veldbed en tot hun grote verbazing zagen ze, dat hij glimlachte.
Frank stond op het punt hem te vragen, wat hij dan zo grappig in
hun hachelijke toestand vond, toen hij de waarschuwende blik
opving. Hij keek dadelijk naar de waker.
Malloy bekommerde zich niet om zijn gevangenen en hij keek zelfs
niet eens in hun richting. Zijn hoofd begon al te knikken, alsof
hij op het punt stond in slaap te vallen.
Snackley had een slechte keus gedaan toen hij Malloy als waker
aanstelde. De man was de hele nacht op geweest, omdat hij geholpen
had met het lossen van de smokkelwaren uit het schip van Li Chang
en die hele dag had hij geen kans gekregen zijn ogen dicht te doen.
Hij was doodop en dus was het logisch, dat hij zich in de stilte
slaperig begon te voelen.
Verscheidene keren kwam hij met een ruk overeind om zijn ogen te
wrijven, maar telkens zakte zijn hoofd even later weer naar beneden
en soesde hij wat.
Intussen bleef meneer Hardy niet stilliggen. Hij had veel van de
vorige keer, dat hij daar gebonden gelegen had, geleerd.
Toen de smokkelaars hem grepen en hem voor de tweede keer op het
bed probeerden vast te binden, had hij een trucje gebruikt, dat
veel door tovenaars en zogenaamde „ontsnappingsartiesten" gebezigd
wordt. Hij had zijn borstkas uitgerekt, zijn spieren gebald en zijn
armen zo ver mogelijk van zijn lichaam gehouden, zodat* hij, toen
hij wat later alleen werd gelaten, voelde, dat de touwen hem niet
zo stevig knelden als zijn kwellers bedoeld hadden.
hij kwam tot de ontdekking, dat de touwen in het bijzonder om zijn
rechterpols slap zaten en dadelijk begon hij zich heel voorzichtig
los te wringen. Een poos lang dacht hij, dat het niet zou gaan,
maar ten slotte gelukte het hem zijn ene hand te bevrijden.
Joe en Frank staarden er met grote ogen naar en een nieuwe hoop
rees in hen op, terwijl ze toekeken hoe hunvader behoedzaam naar
een van de knopen tastte. De detective werkte er een poosje aan.
Het ging langzaam, omdat hij maar één hand vrij had, maar in hun
haast hadden de smokkelaars de knoop niet zo erg vast aangetrokken
en het duurde dan ook niet lang of Fenton Hardy had de knoop
losgemaakt, zodat de uiteinden van het touw wegvielen.
Nu waren zijn armen vrij en dus drukte hij zich uit alle macht
tegen de kanten van het bed en probeerde zijn voeten te bevrijden.
Daar zaten de touwen ook niet erg vast en na een paar minuten te
hebben gewrongen, slaagde hij erin ook zijn voeten van de touwen te
ontdoen.
Heel stil en voorzichtig trok hij toen zijn schoenen uit, die hij
op het bed achterliet en daarna liet hij zich langzaam op de vloer
zakken en sloop in de richting van de bewaker.
Malloy zat te soezen, maar de detective had nog maar een paar
stappen gedaan toen een plank kraakte en het lichte gerucht de
waker waarschuwde, dat er iets niet in orde was.
Hij draaide zijn hoofd opzij en knipperde met zijn oogleden.
Er kwam een uitdrukking van intense verbazing op zijn gezicht en
hij opende al zijn mond om om hulp te roepen, maar Fenton Hardy
wierp zich op de man eer deze de tijd kreeg een kreet te uiten.
Hij sloeg zijn ene hand over de mond van Malloy en trok hem op de
vloer, waar ze samen worstelend heen en weer rolden. Hoewel Fenton
Hardy sedert zijn gevangenschap en uithongering danig verzwakt was
en de waker daarentegen een sterke kerel was, had de detective al
het voordeel van de verrassing en besefte de slaperige waker nog
eigenlijk niet goed wat er aan de hand was. Joe en Frank keken
zwijgend toe. Dit was hun laatste hoop.
Fenton Hardy hield zijn hand nog altijd krampachtig op de mond van
Malloy gedrukt en deze maakte gesmoorde geluiden alsof hij
probeerde te roepen. De detective drukte opeens zijn knie in de
maagstreek van de ander en toen Malloy probeerde weg te schuiven
greep hij naar de revolver.
Hun handen sloten zich tegelijkertijd om de kolf van het wapen. De
worsteling was kort en fel. Malloy rukte aan de revolver om het
wapen uit zijn zak te trekken. Fenton Hardy gaf hem een por met
zijn knie en de ander liet los en uitte een kreet van pijn. De
detective greep de revolver, wierp zich achteruit en richtte het
wapen op de ander.
„Geen kik!" fluisterde hij.
De handen van Malloy gingen de hoogte in. Hij gaf geen enkel
geluid. hij zat hulpeloos op de vloer en hijgde.
De detective zag een mes in de gordel van de smokkelaar steken en
dus greep hij ook dit wapen. Terwijl hij de revolver nog altijd op
Malloy gericht hield, liep meneer Hardy langzaam achteruit, totdat
hij naast de stoel van Joe stond. Zonder Malloy een ogenblik uit
het oog te verliezen, bukte hij zich en sneed de touwen door
waarmede zijn zoon vastgebonden zat.
Het mes was scherp en weldra waren de touwen doorgesneden. Joe
sprong van de stoel op, nam het aangeboden mes vast en bevrijdde
Frank.
Nog altijd zonder een woord te zeggen, gebaarde Fenton Hardy naar
de smokkelaar, dat hij op het bed moest gaan liggen. Toen de ander
weigerde, stak de detective de revolver wat vooruit en dadelijk
werd hij gehoorzaamd.
De touwen op het bed waren niet doorgesneden en met behulp van de
jongens was Malloy weldra op zijn beurt op het bed vastgebonden en
ze knevelden hem met zijn eigen zakdoek.
„Wat nu?" vroeg Frank zachtjes.
„We kunnen niet via de inham weggaan, " antwoordde zijn vader. „Die
twee mannen van de roeiboot zijn daar bezig naar Li Chang te
seinen. We kunnen beter naar boven gaan. "
„Waar komen we dan?"
„In de schuur naast het huis. "
'Fenton Hardy liep naar de deur. „Er valt geen seconde te
verliezen, " zei hij. „Ik heb de revolver. Als we iemand
tegenkomen... "
Heel voorzichtig duwde hij de deur open en keek om de hoek. Er was
niemand te zien. Hij zag alleen maar een trap, die naar boven
leidde en zich in de duisternis verloor. De detective ging voorop,
de jongens volgden hem op de voet.
Stap voor stap gingen ze treden op. Joe had de deur achter zich
dicht gedaan en hoewel ze in het donker waren, durfde Frank toch
zijn zaklantaarn niet aan te knippen. Eindelijk hield Fenton Hardy
stil en ze hoorden hem aan iets boven zijn hoofd morrelen.
Toen zagen de jongens een vage opening, die groter werd. Het werd
een vierkant van vaal licht waartegen het hoofd en de schouders van
hun vader afstaken. Fenton Hardy had het valluik opgetild, dat de
toegang tot de ondergrondse vertrekken en gangen verborg.
Meneer Hardy keek behoedzaam om zich heen. Er was geen teken van de
smokkelaars te bespeuren. hij beklom de laatste treden van de trap
en liep op een vloer.
Frank en Joe volgden hem en kropen door het luik. Even later
stonden ze alle drie naast elkaar in de schuur.
Het was een donkere avond en de bomen ruisten in de zeewind. Vlak
voor hen verhief zich de sombere massa van het huis op de rots.
Nergens was licht te zien.
Ze hoorden doffe geluiden in de richting van de oprijlaan en
vermoedden, dat de smokkelaars daar bezig waren te vrachtwagen van
Burke te laden.
„Tot dusver is alles goed gegaan, " fluisterde de detective naar
zijn zoons.
„We kunnen niet langs de oprijlaan, " fluisterde Frank.
„Er zit een gevangene in de kelder van dat huis, " zei Fenton
Hardy. „Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen weg te gaan
zonder hem te bevrijden. "
„Een gevangene?"
„Ik heb ze over hem horen spreken. "
„We kunnen toch beter naar de stad gaan om hulp te halen?"
„Zodra ze ontdekken, dat we weg zijn, zullen ze hier alles hals
over kop in de steek laten. "
„Maar wij met ons drieën kunnen toch niet veel uitrichten tegen de
hele bende. Ze zullen ons weer gevangen nemen. "
De detective dacht hierover na en toen slaakte hij een zucht.
„Ja, het risico is te groot!" zei hij. „Ik heb jullie bovendien al
aan te veel gevaren blootgesteld. We kunnen beter naar de stad
gaan. "
Ze liepen behoedzaam over de binnenplaats en begaven zich naar het
struikgewas naast de oprijlaan. De grote massa van het oude stenen
huis maakte een donkere, onheilspellende vlek tegen de
avondhemel.
Toen hoorden ze opeens een geluid, dat hun hart deed bonzen. Iemand
had het valluik opengeworpen!