Hoofdstuk 5

 

 

 

Het was al donker toen ze thuiskwamen. De oude paleismuren baadden in het gouden licht van elektrische toortsen, waardoor het gebouw een warme gloed had, her en der onderbroken door diepe donkere schaduwen van verborgen plekken en gevaren.

Licht en donker, waarheid en bedrog, liefde en verlies van liefde.

Giselle struikelde bijna toen ze met Saul vlak achter haar de trappen naar het paleis op begon te lopen. Hij was er binnen een tel, pakte haar arm om haar te helpen haar balans te bewaren, en keek haar met een liefdevolle, beschermende blik aan.

Ze moest het hem vertellen. Het kon niet langer wachten.

In de privacy van hun eigen salon stond ze naar de zacht verlichte binnentuin te kijken.

Saul was de keuken in gedoken en kwam even later terug met twee koppen koffie, die hij neerzette op de salontafel vlak voor de zwarte leren bank. ‘Ik wil zo snel mogelijk beginnen met de heropbouw van die stad,’ zei hij, terwijl hij naar haar toe kwam lopen. Hij fronste zijn wenkbrauwen toen hij zag dat ze een stap achteruit deed. ‘Wat is er?’

‘Ik moet je iets vertellen. Er is iets… belangrijks waar we het over moeten hebben.’

‘Wat dan?’

Ze ademde diep in. ‘Nu je Aldo gaat opvolgen zul je een erfgenaam moeten hebben. Het wordt van je verwacht dat je je titel nalaat aan je eigen vlees en bloed.’

‘Dat zit er wel in, ja,’ zei hij zo nonchalant mogelijk.

Voordat ze de kans kreeg hem te vertellen dat zij niet de moeder van die erfgenaam kon zijn, vervolgde hij: ‘Maar voorlopig nog niet. Jij en ik hebben goede redenen om geen kinderen te willen, en die redenen gelden nog steeds. Het land heeft op dit moment zoveel hulp nodig dat we even geen tijd hebben voor kinderen. En hoewel we hier zullen wonen, en lang niet meer zoveel zullen reizen als voorheen, zullen we onze tijd vooral moeten besteden aan de opbouw van dit land. Een erfgenaam is natuurlijk nog steeds gewoon een kind, en kinderen hebben recht op liefde en aandacht van hun ouders. Dat weten jij en ik als geen ander, Giselle.’

Met elk woord dat hij sprak voelde ze de druk op haar hart lichter worden. Er werd haar wat uitstel gegund, en wat extra tijd met Saul. Zo te horen zelfs een aantal jaren extra tijd.

Hij keek haar aan, zag hoe moe en zorgelijk ze eruitzag en legde zijn handen op haar schouders. Hij rook haar geur en dacht aan hoe heerlijk het was om zijn gezicht tegen haar huid te leggen en haar geur diep in te ademen, alsof hij daarmee een deel van haar in zichzelf opnam. De intensiteit van hun relatie en wat ze voor elkaar voelden had hem in het begin angst aangejaagd. Hoewel hij niet zou beweren dat hij bang was geweest voor zijn gepassioneerde reactie op Giselle, kon hij gerust zeggen dat al die hevige emoties hem in eerste instantie gevloerd hadden. Hij had nooit van zichzelf verwacht dat hij zo dicht bij iemand zou willen zijn, aangezien hij nooit veel op had gehad met emotionele verwikkelingen, van welke aard dan ook. Door zijn moeilijke jeugd, en het gevoel van afwijzing dat zijn moeder hem bezorgd had, was hij altijd voorzichtig geweest met het toelaten van andere mensen in zijn hart, en had hij zich voorgenomen niemand toe te staan de verdedigingsmuur rondom zijn emoties te doorbreken.

En toen was daar opeens Giselle, die net zo defensief en koppig was als hij. Ze had hem aanvankelijk op de zenuwen gewerkt, maar al gauw intrigeerde en fascineerde ze hem, en hij was almaar nieuwsgieriger geworden naar haar achtergrond en alles wat hij maar over haar te weten kon komen. De manier waarop ze nu leefden kwam op andere mensen misschien over als ongewoon, maar het paste bij hen en was precies wat ze allebei nodig hadden.

De eerste keer dat hij haar met weeskinderen in de weer zag, was hij ronduit jaloers geweest op de aandacht die ze hen gaf, aangezien hij het gedrag van zijn moeder opeens in Giselle gereflecteerd zag. Maar toen vertelde ze hem dat kinderen haar altijd deden denken aan haar overleden broertje. Ze had in zijn armen gehuild, hem alle pijn laten zien die dat verlies haar bezorgd had, en zijn drang om haar te troosten had elk negatief sentiment dat hij had gevoeld doen smelten als sneeuw voor de zon.

Door Giselle was hij gaan inzien dat ze elke keer dat ze een kind in nood hielpen, ook de kleine eenzame geest van hun eigen jeugd hielpen.

‘Alles wat we aan hen geven, geven we ook aan de kinderen die wij zelf eens waren. Door hun pijn te verlichten, verlichten we ook onze eigen pijn,’ had ze gezegd, en hij wist dat ze gelijk had.

Haar vragen over de erfopvolging en de blik in haar ogen toen ze eerder die dag dat kleine weesmeisje in haar armen hield bracht een vraag in hem naar boven. ‘Of bedoel je dat je van gedachten bent veranderd en nu al een kind wilt?’

‘Nee, dat niet. Dat wil ik niet,’ zei ze snel. ‘Ik wil alleen maar jou, Saul.’

‘Goed,’ zei hij geëmotioneerd. ‘We zullen uiteindelijk wel aan een erfgenaam moeten denken, maar voorlopig dus niet. Ik zag hoe je naar dat kleine meisje keek en ik ben ervan overtuigd dat je een fantastische moeder zult zijn als het eenmaal zover is, Giselle, maar op dit moment wil ik niets en niemand tussen ons in hebben staan.’

‘Ik ook niet,’ zei ze, en ze sloot haar ogen om de tranen van opluchting terug te dringen.

Ze had niet gemerkt dat hij zijn gezicht naar het hare had gebracht, maar opeens kuste hij haar, en zijn kus nam alle pijn en vertwijfeling die ze eerder had gevoeld weg. Niets kon haar nog kwaad doen. In zijn armen was ze thuis, en ze voelde zich er veilig en beschermd. Beschermd tegen de buitenwereld, maar niet tegen de begeerte die ze in elkaar naar boven brachten, en dat was precies zoals ze het wilde, dacht ze, terwijl hij haar stevig tegen zich aan trok en haar zijn opwinding liet voelen.

Ze kleedden elkaar langzaam uit, kusten elkaar steeds langer en intiemer. Zijn tong krulde zich om haar tong, zijn mond nam bezit van haar mond, en ze voelde het weke gevoel diep in haar lichaam langzaam veranderen in een hevige hunkering. Ze drukte haar heupen tegen de zijne aan, wreef tegen hem aan, en alles wat ze wilde was hij.

‘Je bent verrukkelijk…’ fluisterde hij tegen haar mond, terwijl hij de binnenkant van haar dijen streelde en zijn vingers in de vochtige warmte achter haar kanten slipje liet glijden.

Haar tepels trokken zich met een sensueel verlangen samen. Haar verlangen was zo groot dat ze haar beha bijna van haar bovenlichaam wilde rukken zodat ze hem ongegeneerd kon laten zien hoezeer haar borsten naar zijn aanraking hunkerden. Er kwam een zachte kreun uit haar keel naar boven toen Saul zijn vingers verder bij haar naar binnen liet glijden, ondertussen het middelpunt van haar vrouwelijkheid op meesterlijke wijze manipulerend.

‘Nee!’ riep ze, maar het was te laat. Ze was al in de greep van een orgasme, werd overspoeld door een bijna ondraaglijke rilling van genot, en dat vertelde Saul alles wat hij al wist: zijn capaciteit om haar op te winden, en haar reactie op zijn stimulatie, zou hen van hoogtepunt naar hoogtepunt brengen totdat tijd en ruimte niet meer bestonden en ze samen onderdeel waren van een wereld die ver voorbij hun wildste dromen lag. De intensiteit van dit soort momenten deed Giselle beseffen dat Saul gelijk had wanneer hij zei dat ze elkaars tweelingziel waren.

Met koortsachtige haast trokken ze elkaar de laatste kledingstukken uit, onderwierpen ze elkaars lichaam aan liefdevolle strelingen.

De aanblik van zijn erectie spoorde haar aan haar hand omlaag te brengen om hem zacht en onderzoekend aan te raken, en terwijl ze de controle over hun liefdesspel van hem overnam, begon haar hart sneller te kloppen van het idee dat ze hem in haar macht had. Ze duwde hem op zijn rug op bed en streelde hem, keek hem met een veelbetekenende glimlach aan en liet haar tong zijn weg vinden over de top van zijn opwinding, en verder.

Saul gromde en smeekte haar: ‘Stop, alsjeblieft… tenzij…’

‘Tenzij wat?’ zei Giselle plagend.

‘Tenzij je dit wilt,’ antwoordde hij, en hij greep haar bij de bovenarmen om haar omhoog te trekken.

Ze ging triomfantelijk boven op hem zitten. ‘Ik ga je gevangen houden. Je bent mijn seksslaaf…’ Ze boog zich voorover en fluisterde tegen zijn mond: ‘Totdat ik het zeg mag je niet praten en niet bewegen. Je mag alleen maar kijken.’

Ze liet zich tergend langzaam over zijn erectie zakken en begon haar onderlichaam bijna onmerkbaar te bewegen. Ze zag de inspanning die hij leverde om stil te blijven liggen, maar de kloppende opwinding tussen zijn dijen werd hem te veel, en hij duwde met een genotvolle kreun zijn heupen omhoog.

‘Nee, nee,’ zei ze hoofdschuddend. ‘Nu moet ik je straffen voor je ongehoorzaamheid.’ Ze leunde weer voorover en liet haar tong met zijn tepels spelen.

Zijn rauwe mannelijke gekreun bracht een glimlach op haar gezicht, en ze ging weer rechtop zitten, liet zich weer over hem heen zakken, plaagde hem door hem de warme, vochtige intimiteit van haar lichaam te ontnemen om hem direct daarna weer in zich toe te laten, elke keer een beetje langer. ‘Goed kijken, Saul,’ fluisterde ze op sensueel strenge toon.

Toen ze even later haar mond naar zijn nek bracht en hem daar begon te likken, zag hij zijn kans schoon om haar bij de heupen te grijpen en haar omlaag te duwen terwijl hij zijn heupen omhoog stootte. ‘Wat zou jij ervan vinden als ik jou zou verbieden te bewegen?’

Dit spelletje hadden ze wel vaker gespeeld, maar elke keer weer rilde Giselle van wellust wanneer Saul haar vasthield en haar heen en weer bewoog boven op zijn stevige lichaam totdat ze beiden in de ban raakten van een overweldigende begeerte. En eindelijk was daar de laatste intieme versmelting; een ontlading veroorzaakt door de hevige schokgolven van genot die hun lichamen in een ijzeren greep hielden.

 

Giselle staarde naar het gezicht van de slapende Saul en ze liet haar vingertoppen zachtjes over een van zijn wenkbrauwen glijden. Hij was zo intens mannelijk, zo viriel en trots en, ja, soms nogal veeleisend, maar in zijn kern was nog steeds het lieve kwetsbare jongetje te zien dat hij eens was geweest. Haar ogen vulden zich met tranen toen ze plotseling gepijnigd werd door een mentaal beeld van het kind dat ze nooit zou hebben. Sauls kind, met Sauls uiterlijke kenmerken.

Een van haar tranen viel op Sauls gezicht, en hij werd meteen wakker. Zijn luie glimlach werd vervangen door een bezorgde frons toen hij zag dat ze aan het huilen was.

‘Wat is er? Waarom huil je?’

‘Het is niets,’ jokte ze. ‘Ik ben gewoon wat geëmotioneerd.’

‘Waarom dan?’

‘Ik weet het niet,’ jokte ze weer. ‘Het komt waarschijnlijk door die kinderen die we gisteren gezien hebben.’

‘Al die kinderen, of alleen maar dat ene kind?’

Ze voelde de schuldgevoelens branden onder haar huid.

‘Het gaat om dat kleine meisje, hè? Of niet?’

‘Nee,’ antwoordde ze, opgelucht en toch nog vol schuldgevoelens. Het laatste wat ze wilde was dat Saul zou zeggen dat ze dan maar moesten proberen een kind te maken, ook al wenste ze elke keer dat ze een kind vasthield dat dat kind van haar was.

Saul ging rechtop in bed zitten, de ochtendzon wierp door het openstaande raam een warme gloed over zijn gouden huid, deed zijn spieren prachtig uitkomen, en Giselle realiseerde zich met een gevoel van weemoed dat hij voor welke onderbroekenreclame dan ook zou kunnen poseren.

‘Dit is de reden dat je gisteren over een erfgenaam begon, niet?’ zei hij op beschuldigende toon. ‘Je wilt onze afspraak om geen kinderen te krijgen verbreken –’

‘Nee, dat is niet waarom ik over een erfgenaam begon, Saul,’ zei ze liefdevol. ‘Om eerlijk te zijn ben ik blij dat je wilt dat alles bij het oude blijft, dat we met zijn tweeën zijn.’

‘O, het spijt me. Ik denk dat ik gewoon bang ben om je te verliezen. En dat is de reden dat ik je met niemand wil delen, ook niet met ons eigen kind.’

‘Komt dat… door je moeder?’ vroeg ze voorzichtig.

Het leek er even op dat hij niet wilde antwoorden, maar toen gaf hij toch schoorvoetend toe. ‘Waarschijnlijk wel. Hoewel ik niet begrijp waarom dat zo is; mijn eigen moeder heeft nooit veel om mij gegeven toen ik klein was.’

‘Je moeder heeft jou niet op de eerste plaats gezet, en daarmee heeft ze je het gevoel gegeven dat andere mensen belangrijker waren dan jij. Maar voor mij zal nooit iemand belangrijker kunnen zijn dan jij, Saul.’ Ze bleef even stil, en zei toen, overmand door emoties: ‘Jij bent degene die besloten heeft dat je belofte aan Aldo belangrijker is dan de toekomst die we elkaar beloofd hebben, niet ik. Dat is de enige reden dat we überhaupt over het krijgen van kinderen moeten praten. Je hebt ervoor gekozen om je belofte aan Aldo na te komen, en dat betekent dat je een erfgenaam moet hebben.’

‘En je bent nog steeds kwaad op me omdat we hier zijn?’ vroeg hij.

‘Ik ben niet echt kwaad meer,’ zei ze. ‘Je had gelijk toen je zei dat de mensen hier veel hulp nodig hebben, maar we waren zo gelukkig toen we met z’n tweeën waren.’

‘We zullen altijd zijn wie we nu zijn, en we zullen altijd gelukkig zijn samen,’ zei hij op vastberaden toon, waarna hij haar in zijn armen nam en haar kuste.

 

Ze waren laat opgestaan en zaten nu, na samen gedoucht te hebben, gehuld in dikke witte badjassen in de binnentuin aan het ontbijt. Toen Saul vertelde dat hij een lunchbespreking had met Aldo’s ministers, besloot Giselle dat ze zou gaan beginnen met de planning van het nieuwe weeshuis, het ziekenhuis en de school.

Ze hadden voor al hun weeshuizen hetzelfde principe gehanteerd: simpele maar robuust gebouwde huizen waarin broertjes en zusjes zo veel mogelijk bij elkaar konden blijven, niet meer dan tien kinderen per huis, niet meer dan twee jongens of twee meisjes per slaapkamer, een kamer voor de pleegouders van het huis, een grote eetkeuken, een gemeenschappelijke woonkamer en een rustige studeerkamer waar de kinderen hun huiswerk konden maken. In de tuin van elk huis een moestuin, die de kinderen onder begeleiding en met hulp zelf leerden onderhouden, en een grote centrale open ruimte. In het midden daarvan een school – het middelpunt van het leven van de kinderen – die hen van onderwijs en hopelijk een mooie toekomst zou voorzien.

Behalve de weeshuizen had de liefdadigheidsinstelling van Saul en Giselle een instructie- en hulpprogramma voor de pleegouders, en voor studenten die in een eventueel tussenjaar vrijwilligerswerk wilden doen.

Het lukte Giselle weliswaar even om haar persoonlijke zorgen opzij te zetten en zich alleen maar te concentreren op de noden van al die kinderen, maar haar geweten liet haar niet lang met rust. Nadat Saul haar verteld had dat hij Aldo ging opvolgen, had zij zich in eerste instantie vooral zorgen gemaakt over wat dat voor haar zou betekenen, en over de pijn die ze zou moeten lijden als ze Saul ooit verloor. Maar na alles wat hij vanmorgen gezegd had, besefte ze dat er tot nu toe helemaal niet aan gedacht had wat het met hem zou doen als ze hem zou verlaten. Hij hield van haar.

Maar het menselijk hart was in staat om meer dan een liefde te koesteren, en Saul had de plicht een erfgenaam te produceren, hield Giselle zichzelf voor. En dat betekende dat hij een vervangster voor haar zou zoeken, een vrouw van wie hij zou houden zoals hij van haar had gehouden, een vrouw die hem het kind, of de kinderen, zou schenken die zij hem niet kon geven.

Ze had echter geen rekening gehouden met de emotionele schade die Sauls moeder hem bezorgd had. Hij zou misschien wel begrijpen waarom ze hem verliet als het zover zou komen, maar diep vanbinnen zou hij zich toch verlaten voelen, en hij zou het idee hebben dat ze hem, net als zijn moeder, de rug had toegekeerd.

Het vooruitzicht dat ze Saul pijn zou doen was honderd keer erger dan de pijn die ze zelf zou hebben. Nu pas zag ze hoeveel schade haar bedrog en lafheid zouden aanrichten, en dat had Saul niet verdiend. Hij hield van haar, vertrouwde haar en geloofde dat ze hem de hele waarheid had verteld over haar redenen om geen kinderen te willen.

Ze had zich in het verleden voorgenomen om nooit verliefd te worden omdat ze de man van wie ze hield geen beperkingen zou willen opleggen, maar ze had dat voornemen het raam uit gegooid omdat ze het idee om zonder Saul te leven simpelweg niet kon verdragen. Nu zou ze hem net zoveel pijn aandoen als zijn moeder hem in zijn jeugd had aangedaan.

Ze probeerde zichzelf te verdedigen tegen haar zelfkritiek; ze had deze situatie niet met opzet gecreëerd. Ze was ervan overtuigd geweest dat het veilig zou zijn om met Saul te leven. Maar uitgerekend zij zou moeten weten dat niemand onsterfelijk was, en dat er een prijs te betalen was voor het negeren van de waarschuwingen en de beperkingen die het lot haar constant al voor de voeten had geworpen.

Bouquet e-bundel nummers 3296 - 3303
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html
section-0111.html
section-0112.html
section-0113.html
section-0114.html
section-0115.html
section-0116.html
section-0117.html
section-0118.html
section-0119.html
section-0120.html
section-0121.html
section-0122.html
section-0123.html
section-0124.html
section-0125.html
section-0126.html
section-0127.html
section-0128.html
section-0129.html
section-0130.html
section-0131.html
section-0132.html
section-0133.html
section-0134.html
section-0135.html
section-0136.html
section-0137.html
section-0138.html
section-0139.html
section-0140.html
section-0141.html
section-0142.html
section-0143.html
section-0144.html
section-0145.html
section-0146.html
section-0147.html
section-0148.html
section-0149.html
section-0150.html
section-0151.html
section-0152.html
section-0153.html
section-0154.html
section-0155.html
section-0156.html
section-0157.html
section-0158.html
section-0159.html
section-0160.html
section-0161.html
section-0162.html
section-0163.html
section-0164.html
section-0165.html
section-0166.html
section-0167.html
section-0168.html
section-0169.html
section-0170.html
section-0171.html
section-0172.html
section-0173.html
section-0174.html
section-0175.html