Hoofdstuk 14
Met een zucht sloot Laura de voordeur toen het geluid van Alex’ voetstappen was weggestorven. Laat hem een fijne dag hebben met mijn zus, bad ze in stilte. Laat hem iets van de teleurstelling kwijtraken waar hij al sinds onze terugkeer mee rondloopt. Ze waren nog maar een week terug, en het voelde aan of ze een jaar waren weggeweest.
Het was vreemd om weer in Engeland te zijn, en nog vreemder om weer in hun kleine woning te zijn, die niet meer als thuis aanvoelde. En hoe kwam dat, vroeg ze zich schuldig af. Omdat het klein en benauwd was na de enorme Karantinos-villa? Of omdat Constantine er niet was, waardoor het huis zielloos leek?
‘Ik mis mijn papa,’ had Alex meer dan eens gezegd op een manier die op haar geweten drukte.
Ik ook, dacht ze. Ik ook. Een besluit dat ze met de beste motieven had genomen, bleek nu ondraaglijk te zijn, en het leek alsof ze niemand had die ze in vertrouwen kon nemen, want zelfs Sarah was niet stil blijven staan.
Haar zus ging bij elke gelegenheid naar Londen om Matthius te zien, de neef van de Griekse studente die Sarah in de winkel had geholpen toen Laura weg was. Net als Demetra scheen ook Matthius lid te zijn van de Karantinos-fanclub. Hij had tegen Sarah gezegd dat de miljardair alleen arrogant en kil was tegen de vele mensen die iets van hem wilden, maar dat hij tegenover vrienden en familie uiterst loyaal was.
Voor Laura, die haar uiterste best deed de Griekse magnaat uit haar hoofd te zetten, was dit het laatste wat ze wilde horen. Was het haar bedroefde gezicht geweest dat Sarah ertoe had gebracht een dagje met Alex weg te gaan? Of was het omdat ze met haar ziel onder haar arm liep en iedereen gek van haar werd?
Wat de reden ook mocht zijn, het was aardig van Sarah, en het was goed dat Alex’ gedachten werden afgeleid van Livinos. De vrije dag strekte zich echter eindeloos voor haar uit, en ze vroeg zich af wat ze zou gaan doen toen ze een luid gebons op de deur hoorde. Ze rende de hal in en gooide opgelucht de deur open.
‘Wat heb je vergeten…’ begon ze, maar de woorden bleven in haar keel steken toen ze zag wie daar stond.
Constantine?
Slikkend schudde ze haar hoofd en knipperde de stomme tranen van ongeloof weg. Ze had aan een stuk door aan hem gedacht en constant van hem gedroomd. Halfgek was ze geworden van haar eigen gedachten en de pijn in haar hart. Daarom leek het even een uitbreiding van haar verlangens dat hij plotseling voor haar neus stond. Alsof hij niet echt was. Alsof hij niet echt kon zijn.
Dat was hij echter wel. Ze staarde naar de indrukwekkende verschijning die met verwaaide haren en een gezicht dat ze niet van hem kende op haar stoep stond. Was ze vergeten hoe knap hij was? Dat hij een ruimte volledig kon domineren, alleen maar door er te zijn?
‘Constantine,’ fluisterde ze, terwijl haar hart begon te bonzen van uitzinnig verlangen. Ze wilde hem aanraken, haar armen om hem heen slaan. Met haar vingertoppen langs zijn trotse kaaklijn strijken, alsof ze zichzelf alleen door hem aan te raken ervan zou kunnen overtuigen dat hij echt hier was. ‘Wat doe je hier?’ vroeg ze.
Op dat moment drong het tot haar door. Natuurlijk! Hij was hier om zijn zoon te zien. Hun hartverscheurende afscheid op de landingsstrook was er waarschijnlijk de oorzaak van dat hij eerder was gekomen dan hij van plan was geweest. Ze zou het prettiger hebben gevonden als hij zijn komst had aangekondigd, zodat ze de deur niet zou hebben opengedaan in een oude spijkerbroek en een versleten T-shirt, maar ze wist toch een energieke glimlach op te zetten.
Denk aan Alex, zei ze tot zichzelf. Het gaat om hem. Hierdoor kon ze hem met oprechte spijt aankijken. ‘O, wat jammer. Alex is net weg.’
‘Dat weet ik.’
Ze keek hem niet-begrijpend aan. ‘O, ja?’
‘Ja. Ik heb Sarah vanmorgen gebeld en gevraagd of ze een dagje met hem uit wilde gaan.’
‘Heb jij Sarah gebeld?’ herhaalde ze. In verwarring keek ze hem aan. Het was waar dat haar zus niet langer scheen te denken dat ze de duivel in eigen persoon was – maar dat ze achter haar rug een verzoek van Constantine inwilligde, leek verdacht veel op een complot, en… en… Nou ja, het wierp allerlei vragen op. ‘Waarom dan?’ fluisterde ze.
Hij trok zijn donkere wenkbrauwen spottend op. ‘Wil je dat ik je dat hier op de stoep vertel?’
‘Nee. Nee, natuurlijk niet. Kom binnen.’ Toen hij haar passeerde, moest ze zich aan de deurknop vasthouden om niet te vallen. Zijn nabijheid veroorzaakte in haar een golf van verlangen die haar uit haar evenwicht bracht.
Hij stond in hun kleine halletje, en Laura schudde niet-begrijpend haar hoofd. Als hij hier niet voor Alex was, dan moest hij…
‘Vertel me alsjeblieft waarvoor je hier bent,’ zei ze met een stem die even zwak was als haar onregelmatige hartslag.
Zijn blik was berekenend. ‘Kun je dat niet raden, Laura?’
Zwijgend schudde ze haar hoofd, en op dat moment besefte Constantine dat het niet makkelijk zou worden – of dat zij het hem niet makkelijk zou maken – en misschien was dat maar goed ook. Misschien moest hij ook twijfel en onzekerheid ervaren, naast de angst dat ze hem opnieuw zou afwijzen.
Over gevoelens praten is echter niet eenvoudig als je dat je hele leven uit de weg bent gegaan. Een ogenblik lang voelde hij zich alsof hij op een vlot midden op de oceaan zat, onzeker van de richting die hij uit moest gaan. Hij haalde diep adem.
‘Ik heb nagedacht over alles wat jij die laatste avond hebt gezegd. Over liefde en over het verleden.’ Hij zag dat ze hem met een bleek gezicht aankeek, bijtend op haar lip, zoals ze altijd deed wanneer ze zich concentreerde. ‘En hoe die dingen in het heden en de toekomst doorwerken.’ Hij zweeg even. ‘Het waren dingen die ik niet wilde horen,’ fluisterde hij. ‘Waar ik me voor af wilde sluiten. Maar dat lukte niet. En toen mijn boosheid over was, besefte ik dat je gelijk had. Dat ik mijn vader moest vergeven… en mijn moeder ook.’
‘Constantine –’
‘Dus dat kom ik je vertellen. Dat ik dat gedaan heb. Ik heb een lang gesprek met mijn vader gehad en ik heb hem gezegd…’
Zijn stem stierf even weg, en Laura stak haar hand op. ‘Je hoeft het me niet te vertellen als je dat niet wilt,’ fluisterde ze, omdat ze de pijn van de herinnering in zijn harde trekken gegroefd zag en merkte dat het haar ook verdriet deed.
‘Ja, dat moet ik wel. Ik moet je een heleboel dingen vertellen, Laura, net als mijn vader.’ Hij ademde weer diep in, want hoewel Constantine een moedig man was, vereiste het een heel ander soort moed om zijn hart te luchten. ‘Ik heb tegen hem gezegd dat het nu tijd was om een echte vader en zoon voor elkaar te zijn… en voor hem om een opa voor Alex te zijn.’
Laura knikte toen ze eindelijk begreep waarom hij was gekomen. Ze raadde wat er zou komen. Hij zou haar vragen om met Alex naar Griekenland te gaan om te helpen zijn relatie met zijn vader te bevorderen, een man die te oud en te zwak was om ver te kunnen reizen. Hoewel het niet ideaal was, wist Laura dat ze ja zou zeggen. Het maakte niet uit dat hij haar niet het droomaanbod van liefde en een huwelijk deed. Ze zou genoegen nemen met wat ze kon krijgen. Dat was het beste voor iedereen. Ze had het alternatief ervaren – een leven zonder Constantine – en dat leven was troosteloos. Als een vaas waar nooit bloemen in stonden. En had ze niet meer dan genoeg liefde voor iedereen? Kon ze hem misschien leren lief te hebben, in de hoop dat hij haar op een dag een beetje liefde zou kunnen teruggeven? Was het zielig dat ze bereid was daar genoegen mee te nemen? ‘Dat klinkt goed,’ beaamde ze.
Zijn ogen vernauwden zich. ‘Vind je?’ vroeg hij. Zijn stem klonk ineens harder. ‘Dat vind ik anders niet.’
Er schoot een reële angst door haar heen. Misschien vroeg hij haar wel helemaal niet ten huwelijk – ze had hem tenslotte al tweemaal afgewezen. Zou een trots man als hij dat een derde keer riskeren? ‘Waarom niet?’ fluisterde ze.
Hij keek naar haar. De blote voeten. De vormeloze spijkerbroek, en een T-shirt dat Demetra waarschijnlijk als poetsdoek zou gebruiken. Het was onbegrijpelijk dat een vrouw als Laura zijn hart had gestolen, maar toch was het zo, en wel zodanig dat zijn hart op dit moment uit zijn borst dreigde te knappen. Dat ze hem fysiek in haar macht had, was duidelijk, maar haar puurheid en haar loyaliteit tegenover hem als minnaar grepen hem het meeste aan. Net als haar vastbeslotenheid om haar zoon te beschermen, en haar weigering van zijn aanzoek die hem had getoond dat ze niet te koop was.
‘Omdat ik stom ben geweest,’ verklaarde hij heftig. ‘Ik zag niet dat jij de vrouw bent die me aan het lachen kan maken en me uit kan dagen. De vrouw die niet bang is me de waarheid te zeggen. Die me kust zoals ik nog nooit ben gekust. Die diamanten en sterren laat verbleken.’
Hij haalde moeizaam adem, wetend dat hij nog steeds niet ver genoeg was gegaan, maar voor een man die alleen maar verwrongen voorbeelden van liefde had gezien, viel het niet mee om voor het eerst zijn liefde te verklaren.
Met bonzend hart staarde hij haar aan, zich ervan bewust dat hij het echt moest menen als hij het zei. En plotseling was het simpel. ‘Jij bent de vrouw van wie ik hou,’ zei hij zacht. ‘Ik hou van je, Laura. Ik hou zoveel van je.’
‘O, Constantine…’ fluisterde ze, nauwelijks in staat te geloven wat hij zei. Een blik op zijn gespannen gezicht was echter voldoende om haar ervan te overtuigen dat het waar was.
‘De vraag is alleen of je van mij houdt.’
Was hij gek of zo? ‘Ja… Ja!’
‘Net zoveel als ik van jou hou?’
‘Ja!’
‘Dan vraag ik je voor de derde keer: wil je alsjeblieft met me trouwen, Laura? Want mijn geduld is zo langzamerhand op.’
Ze lachte zo breed dat ze dacht dat haar gezicht in tweeën zou splijten. ‘Ja! Ik hou van je. Ik hou van je, Constantine! Ik hou al zo lang van je dat ik niet meer anders weet. Maar het is heerlijk dat ik het nu eens hardop kan zeggen!’
‘Beloof me dat je het altijd zult blijven zeggen,’ zei hij, verbaasd over zijn eigen behoefte om het te horen.
‘Dat beloof ik, lieve Constantine.’
Hij trok haar in zijn armen, en ditmaal begaven haar knieën het echt, maar Constantine hield haar stevig vast toen hij haar begon te kussen. Deze kus was totaal anders dan alle vorige kussen. Hij was niet alleen hartstochtelijk, maar ook teder en helend. Hij bezegelde hun liefde en maakte een eind aan alle kronkelingen en bochten die hen tot dit punt hadden gevoerd. En het feit dat het een kus was die vermengd was met hun tranen maakte het alleen maar nog waardevoller.