Hoofdstuk 12

 

 

 

‘Is… Is er iets?’ vroeg Laura.

Constantine draaide zich om. De zijden ochtendjas kwam tot halverwege haar dijen en bedekte haar op de juiste plaatsen, maar kon niet haar welige rondingen verbergen, en hij wilde niet worden afgeleid door haar lichaam. Nog niet.

‘Nee, er is niets,’ zei hij koeltjes. ‘Ga zitten.’ Hij wees naar de lange vensterbank, die bezaaid was met kussens.

Laura liet zich op de bank zakken, zich afvragend waarom hij op zo’n vreemde toon tegen haar sprak, en waarom hij haar niet had gekust. ‘Waarom doe je zo?’ vroeg ze, van haar stuk gebracht.

‘Dat kan ik ook aan jou vragen,’ gromde hij. ‘Waarom ben je naar je kamer gegaan zonder afscheid te nemen van onze gasten?’

‘Omdat het niet mijn gasten waren, maar die van jou. En van je vader… en van je zoon. Ik had alleen maar curiositeitswaarde als de vrouw die hem heeft gebaard. Toen ze me eenmaal hadden gezien, was mijn rol uitgespeeld.’

‘Dat gold anders niet voor sommige mannelijke gasten!’ snauwde hij. ‘Ze kleedden je met hun ogen uit!’

‘Dat is dan je eigen schuld,’ snauwde ze terug, ‘aangezien jij die jurk hebt gekocht!’

‘Ik weet echt niet meer waarom!’

‘Ja, dat weet je wel,’ sprak ze hem fel tegen. ‘Omdat ik niet goed genoeg was zoals ik er normaal uitzie. Je was bang om voor schut te staan met mij!’

‘Ik wilde niet dat je je opgelaten zou voelen.’

‘Dacht je dat ik me niet opgelaten zou voelen met diamanten ter waarde van een half miljoen om mijn nek?’ Ze keek naar het etui. ‘Neem ze alsjeblieft mee. Ik word al zenuwachtig als ze alleen maar in mijn kamer liggen.’

‘Laura, waarom doe je zo?’ viel hij uit.

Goede vraag. Omdat hij haar een slecht gevoel gaf? Alsof de echte Laura alleen kon worden getolereerd als ze zo was opgetut dat ze er als iemand anders uitzag? Omdat hij nooit van haar zou houden zoals zij het wilde?

Ze veegde de losse haren uit haar gezicht en keek naar hem in het heldere maanlicht dat door de ramen viel. ‘Hoe doe ik dan? Jij bent degene die hier komt binnen stormen met een kop als een oorwurm!’ wierp ze tegen. ‘Was er iets specifieks waarvoor je kwam? Ik ben namelijk moe en ik wil graag gaan slapen.’

Zijn ogen vernauwden zich. Het was voor het eerst dat ze niet automatisch was gesmolten in zijn armen, verlangend naar de nabijheid van zijn lichaam. ‘Ja, ik kwam hier voor iets specifieks,’ beet hij haar toe. ‘Ik wilde je nogmaals vragen om met me te trouwen.’

Het was nu anders dan de vorige keer dat hij haar had gevraagd. Toen hadden ze elkaar amper gekend. Nu waren ze minnaars die tijd met elkaar hadden doorgebracht, zodat ze zijn aanzoek serieus zou kunnen overwegen.

Een huwelijksaanzoek van de man van wie ze hield… dat zou toch datgene moeten zijn waar ze het meest naar verlangde. Het aanzoek was echter gedaan met de warmte van een ijsberg in een poolzee.

Ze haalde diep adem. ‘Om je zoon te echten, neem ik aan?’

Hij keek haar aan. Ze hadden zoveel samen meegemaakt dat hij er niet meer omheen hoefde te draaien. Schouderophalend zei hij: ‘Natuurlijk.’

Ze kon wel huilen. Of het dichtstbijzijnde voorwerp naar zijn hoofd gooien, maar omdat dat de diamanten sieraden waren, zag ze daar maar van af.

Hij merkte dat het haar niet zinde. ‘Uiteraard zou ons huwelijk meer betekenen dan dat.’

‘O, ja?’ vroeg ze hoopvol.

‘We hebben bewezen dat we verdraagzaam met elkaar kunnen leven.’ Zijn stem werd zacht als zijde. ‘En in bed, of daarbuiten, zijn we pure dynamiet, agape mou, dat weet je.’

Ja, dat wist ze, maar was dat niet het ergste van alles? Dat lichamelijke chemie een van de voornaamste redenen zou zijn om samen te zijn? Iedereen zei dat die in de loop der tijd verdween, en wat bleef er dan over? Een leeg, koud huwelijk. Ze zag het al voor zich. Ondanks de warmte voelde ze een ijzige kilte, en ze begon te rillen.

‘Nee,’ zei ze.

‘Nee?’ Zijn stem klonk ongelovig, en hij deed een stap naar voren. ‘Hoe kun je nou nee zeggen als je weet dat Alex dit zou willen,’ zei hij met gevaarlijk zachte stem. ‘Dat Alex dit wil.’

Haar vingers vlogen naar haar keel, en ze keek hem angstig aan. ‘Heb je hem dat gevraagd? Achter mijn rug om, om hem aan jouw kant te krijgen?’ vroeg ze hees.

Zijn mond vertrok. ‘Acht je me daartoe in staat? Nee, dat heb ik niet gedaan, maar je weet dat het waar is wat ik zeg. Hij vindt het geweldig hier. Je hoeft maar naar hem te kijken om te zien dat hij helemaal opgebloeid is sinds zijn komst.’

Ze werd bekropen door schuldgevoel. Had ze dat zelf ook niet gedacht, en had hij dat soms geraden? ‘Maar dat is… chantage,’ fluisterde ze.

Nee. Hij vocht alleen maar voor wat echt van hem was – iets waarvan hij ontdekt had dat het meer voor hem betekende dan al zijn bezittingen en schepen en de internationale roem die hij genoot. Zijn zoon betekende veel meer voor hem dan de voortzetting van de stamboom… Alex was in zijn hart gekropen en had daar een vaste plek gevonden. Was Laura bereid in haar eigen belang aan de wensen van haar zoon voorbij te gaan?

‘Vraag het hem,’ daagde hij haar uit. ‘Toe dan, ga het hem vragen!’

Zijn wrede woorden hielpen Laura echter haar gedachten te richten op wat werkelijk belangrijk was, en ze stond op en keek hem koppig aan. Hij torende boven haar uit zodat ze zich belachelijk klein voelde, maar dat kon haar niets schelen. Ze was dan wel klein, maar onbeduidend was ze niet. En hij zou naar haar luisteren!

‘Nee, ik vraag het hem niet, want ik trouw niet met je, al was je de laatste man op aarde!’ siste ze. ‘Een man die zo wreed en kil is dat hij zijn eigen vader niet kan vergeven, ook al heeft die vader zijn fouten toegegeven en hem steeds opnieuw om vergiffenis gevraagd!’

‘Heb je met mijn vader gepraat?’ vroeg hij woedend.

‘Waarom zou ik niet met je vader praten? Is dat een misdaad?’ vroeg ze vinnig. ‘Moet ik jouw toestemming vragen als ik met iemand wil praten?’

‘Je beschuldigt me ervan dat ik dingen achter jouw rug om doe, en nu kom ik erachter dat jij precies hetzelfde hebt gedaan!’ bulderde hij.

‘Probeer er maar niet onderuit te komen door logica te gebruiken!’ stoof ze op. ‘Je vader heeft fouten gemaakt, ja, en je moeder ook. Maar het lijkt me dat ze er niets aan kon doen. Sommige mensen zijn nu eenmaal zo. Zwak. Niet in staat om liefde te geven, zelfs niet aan hun eigen kinderen. En daar kunnen ze niets aan doen, Constantine, zo zijn ze geboren!’

Woedend balde hij zijn vuisten. Hoe durfde ze? ‘Ben je klaar?’

Zijn intimiderende toon zou de meeste mensen de mond hebben gesnoerd, maar Laura was te gepassioneerd om te stoppen. Dit betekende te veel voor haar. ‘Nee, ik ben nog niet klaar! Ik snap niet dat je zelfs maar de suggestie doet dat ik met je zal trouwen. Je bent nog altijd boos over de kilte van je eigen jeugd en je wilt Alex aan meer van hetzelfde blootstellen!’

‘Waar heb je het in hemelsnaam over?’

Dit was pijnlijk; misschien wel te pijnlijk, en Laura wilde niet zover gaan dat ze zou zeggen dat als ze zouden trouwen de liefde net zo eenzijdig zou zijn als in het huwelijk van zijn ouders. Hij besefte immers niet dat ze van hem hield, en als hij dat wel besefte, zou hem dat macht over haar kunnen geven.

‘Ik heb het over het grootbrengen van kinderen in een liefdeloos huwelijk. Dat is gewoon niet eerlijk. Het zou alleen maar slechter tussen ons kunnen worden, nooit beter, en Alex zou steeds met onze gevoelens en vijandschap rekening moeten houden wanneer hij ouder wordt. Wat voor voorbeeld is dat voor hem?’ Haar stem begon te trillen bij de gedachte aan haar dierbare zoon. ‘Hoe kan hijzelf gelukkig worden als hij alleen maar disharmonie om zich heen ziet? Hoe kan hij in liefde en geluk voor zichzelf geloven als hij er thuis nooit een voorbeeld van ziet?’

Buiten adem hield ze haar mond. Ze had niets meer te zeggen, maar ze dacht niet dat ze nog iets hoefde te zeggen. Constantines gezicht was plotseling gesloten, en zijn ogen zagen eruit als vreemde koude stenen, alsof erachter een licht was uitgegaan.

‘Denk je er zo over?’ vroeg hij.

‘Ja,’ fluisterde ze. Het brak haar hart om het toe te geven. ‘Omdat het zo is.’

Even was het stil – een zware en ongemakkelijke stilte – maar toen verharde Constantines mond zich. ‘Goed, Laura,’ zei hij op kille toon. ‘Ik zie in dat je gelijk hebt. En als je weggaat, hoef ik het tenminste niet meer te verdragen dat je je bemoeit met dingen die je niets aangaan.’

Ze bad dat haar lippen niet zouden trillen, dat haar ogen haar pijn niet zouden verraden. ‘Constantine –’

Met zijn volgende uitspraak legde hij haar echter het zwijgen op. ‘We zullen plannen moeten maken. En dat moeten we zo doen dat iedereen er zo veel mogelijk van profiteert. Je zult financiële ondersteuning nodig hebben. Nee!’ Hij stak gebiedend zijn hand op om haar bezwaren voor te zijn. Er kwam een bittere klank in zijn stem. ‘Dit is niet het moment voor fraai vertoon van onnodige trots,’ beet hij haar toe. ‘Je bent de moeder van mijn zoon, en ik sta erop dat je een adequaat inkomen hebt om hem te onderhouden op een wijze waarover we het hopelijk eens kunnen worden. Ik wil dat hij naar een school gaat waar hij niet gepest wordt –’

‘Wie heeft je dat verteld?’

‘Hij, natuurlijk,’ zei hij ongeduldig. ‘Niet met zoveel woorden, maar het was me duidelijk dat hij niet echt gelukkig is. Hij heeft een school nodig waar hij veel aan sport kan doen, en jij hebt voldoende geld nodig om er niet zo opgejaagd uit te zien. Om nooit meer je inkomen te moeten aanvullen met serveerwerk. En ik…’ Hij haalde diep adem toen een onbekende pijn het hart binnen drong dat hij zo lang had beschermd. ‘Ik wil Alex zo vaak mogelijk zien. Daar moeten we het over eens zien te worden.’

Ze wilde tegen hem zeggen dat hij Alex zo vaak mocht zien als hij wilde. Ze wilde hem geruststellen en troosten dat ze hun uiterste best zouden doen. Er was echter iets ijskouds en afstotelijks in zijn woorden en houding waardoor ze ervan afzag. Plotseling was hij een vreemde geworden. ‘Natuurlijk,’ zei ze stijfjes.

‘Ik zal zorgen dat jullie zo snel mogelijk naar Engeland terug kunnen. Dat lijkt me het beste. Mijn advocaten zullen contact met je opnemen als je thuis bent. Maar ik wil morgenochtend wel wat tijd alleen met Alex doorbrengen.’ Hij haalde diep adem toen de realiteit tot hem doordrong, waardoor zijn hele lichaam leek te verstenen. Hij perste zijn volgende woorden eruit. ‘Om afscheid van mijn zoon te nemen.’

Bouquet e-bundel nummers 3296 - 3303
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html
section-0090.html
section-0091.html
section-0092.html
section-0093.html
section-0094.html
section-0095.html
section-0096.html
section-0097.html
section-0098.html
section-0099.html
section-0100.html
section-0101.html
section-0102.html
section-0103.html
section-0104.html
section-0105.html
section-0106.html
section-0107.html
section-0108.html
section-0109.html
section-0110.html
section-0111.html
section-0112.html
section-0113.html
section-0114.html
section-0115.html
section-0116.html
section-0117.html
section-0118.html
section-0119.html
section-0120.html
section-0121.html
section-0122.html
section-0123.html
section-0124.html
section-0125.html
section-0126.html
section-0127.html
section-0128.html
section-0129.html
section-0130.html
section-0131.html
section-0132.html
section-0133.html
section-0134.html
section-0135.html
section-0136.html
section-0137.html
section-0138.html
section-0139.html
section-0140.html
section-0141.html
section-0142.html
section-0143.html
section-0144.html
section-0145.html
section-0146.html
section-0147.html
section-0148.html
section-0149.html
section-0150.html
section-0151.html
section-0152.html
section-0153.html
section-0154.html
section-0155.html
section-0156.html
section-0157.html
section-0158.html
section-0159.html
section-0160.html
section-0161.html
section-0162.html
section-0163.html
section-0164.html
section-0165.html
section-0166.html
section-0167.html
section-0168.html
section-0169.html
section-0170.html
section-0171.html
section-0172.html
section-0173.html
section-0174.html
section-0175.html