17
‘En,’ zei Dawn terwijl ze de baksteenrode thee roerde die de
caféeigenaar zojuist voor haar had neergezet, ‘gaat dit een lang
verhaal of een kort verhaal worden?’
‘Ik heb betaald voor een lang verhaal,’ zei Alex.
Ze keek hem aan met een kille blik. Zijn telefoontje na de
begrafenis, besefte Alex, was negatief beoordeeld. Ze dacht dat hij
begon door te draaien, dat hij dingen begon te zien die er niet
waren.
‘Kijk, ik heb een druk programma vandaag. Wat wil je?’
‘Ik wil met je praten over George Widdowes. Ik denk dat dat
dubbelgangeridee van jullie niet gaat werken. Ik denk dat we Meehan
alleen kunnen stoppen door een val te zetten. Door de echte man als
lokaas terug te plaatsen in het huis.’
‘Komt niks van in. We hebben het prima voor elkaar wat betreft
Widdowes. De man die in plaats van hem in het huis zit, lijkt als
twee druppels water op George. Hij draagt Georges kleren, rijdt
iedere dag met Georges auto naar Londen...’
‘Meehan heeft waarschijnlijk allang geraden waar jullie mee bezig
zijn,’ zei Alex ongeduldig. ‘Hij heeft waarschijnlijk allang gezien
wie daar werkelijk in huis zit.’
‘Alleen van afstand, als we mogen afgaan op onze vondst bij het
huis van de Gidleys. Die boom stond honderdvijftig meter van het
huis. Van die afstand kan hij onmogelijk het verschil zien.’
‘De boom was gewoon een OP om te kijken wat voor
veiligheidsmaatregelen er waren getroffen en wat voor honden er
rondliepen. Geloof me. Hij heeft Craig Gidley van dichtbij
geobserveerd alvorens hem te doden. Heeft hem waarschijnlijk in een
vroeg stadium al een keer vanaf een plek langs de kant van de weg
bekeken door de poort. Hij wist wie Gidley was, en hij weet ook wie
Widdowes is. Eén blik zal voldoende geweest zijn. En waar
schijnlijk heeft hij ook met één blik gezien dat jullie op dit
moment met een dubbelganger werken. Daarom is er tot nu toe niks
gebeurd. En dan is er nog het feit dat het in de directe omgeving
hoogstwaarschijnlijk stikt van de Box-medewerkers met
scherp.schuttergeweren. Bedenk wel dat onze man heeft gediend in
Belfast en South Armagh. Hij heeft een neus voor dat soort
dingen.’
Uit haar stilzwijgen maakte hij op dat hij het wat betreft de
scherpschutters bij het rechte eind had.
Ze legde haar theelepeltje behoedzaam op haar schoteltje en fronste
het voorhoofd.
‘Kijk, in de huidige situatie houden we George Widdowes tenminste
in leven.’
‘Meehan zal vroeg of laat ontdekken waar jullie hem ondergebracht
hebben. Hij zal hem volgen vanaf zijn werk. Thames House heeft maar
een beperkt aantal uitgangen en, jazeker, ik ben op de hoogte van
de ondergrondse parkeergarages en de tunnel en de rest, en vroeg of
laat zal hij dat ook zijn. Meehan zal ze allemaal in de gaten
houden, een voor een. Het kan een maand duren, het kan een jaar
duren, maar vroeg of laat zal hij beethebben. Op een gegeven moment
zal hij Widdowes het gebouw zien verlaten en hem daarna volgen naar
waar jullie hem hebben ondergebracht. Waar woont Widdowes eigenlijk
officieel?’
‘Hampshire,’ zei Dawn.
‘Al die gasten die in Hampshire paraat staan terwijl Widdowes gek
zit te worden op een of ander geheim adres in de Docklands of
Alperton of Gants Hill, wachtend op een kogel tussen zijn ogen? Op
dit moment is Meehan degene die aan de touwtjes trekt. We moeten
ophouden met ons defensief op te stellen en zelf het initiatief
nemen.’
Dawn tuitte peinzend haar lippen.
‘Leg het idee in ieder geval voor aan Fenwick,’ vervolgde Alex. ‘En
als ze er in principe mee akkoord gaat, laten we dan naar Widdowes’
huis gaan om te kijken of het mogelijk is daar een val te
zetten.’
‘Ik kan je niks beloven,’ zei ze uiteindelijk. ‘Maar laat maar
horen wat er volgens jou moet gebeuren. Dan zal ik het wel
voorleggen aan de onderdirecteur.’
‘Kan het alsjeblieft wat langzamer?’ vroeg Dawn. ‘We hoeven het
wereldsnelheidsrecord niet te verbreken.’
Ze reden over de M3 naar Hampshire, deze keer in de KarmanGhia.
Alex had tegen haar gezegd dat hij nog een rit met haar achter het
stuur waarschijnlijk niet zou overleven, en ze had daarop
geantwoord dat ze het prima vond om zich te laten rijden - dat was
weer eens wat anders.
Tot verrassing van Alex - en tot irritatie van Dawn, vermoedde hij
- had Angela Fenwick ingestemd met zijn verzoek om te gaan kijken
of het mogelijk was Widdowes te laten terugkeren naar zijn huis en
Meehan zodoende in de val lokken.
George Widdowes woonde een klein eindje buiten Bishopstoke, een
dorp in het Itchen-dal. Longwater Lodge, waar hij in zijn eentje
woonde, had eens deel uitgemaakt van het veel grotere Longwater
House, waarin nu een opleidingsinstituut voor managers was
gevestigd. De door bomen en struiken omgeven woning stond ongeveer
vijftig meter van de weg en achterlangs stroomde een zijtak van de
rivier de Itchen, die zich door het terrein van Longwater House
slingerde.
Alex en Dawn hadden de auto op ongeveer vijfhonderd meter afstand
geparkeerd bij pub Pied Buil in de hoofdstraat van het dorp en
waren in de richting van Longwater Lodge gewandeld alsof ze een
jong stel vormden dat, gewoon omdat ze daar zin in hadden, een
dagje vrij had genomen. Na de regen van de vorige dag lagen de
velden er zomers fris bij en overal vlogen bijen die met hun
onophoudelijke gezoem het geraas van de in de verte gelegen
hoofdweg overstemden.
De Lodge lag er leeg en verlaten bij. De gordijnen waren dicht, er
stonden geen auto’s en bij de poort stond een splinternieuw bord
met daarop de woorden Te Koop’. Het bord was een idee geweest van
Dawn en op de een of andere manier had ze het voor elkaar gekregen
dat het er binnen een uur stond. Als er navraag zou worden gedaan
bij de op het bord vermelde makelaar in Londen, zou worden
meegedeeld dat de eigenaar van het huis alvast wilde laten weten
dat hij het in de naaste toekomst wilde verkopen, maar dat het
makelaarskantoor nog geen volledige instructies had ontvangen.
Alex was verrast geweest over de snelheid waarmee het idee ten
uitvoer was gebracht en dat de makelaars van Winchester zich zo
vlot voor het karretje hadden laten spannen van de geheime dienst.
‘O, we hebben overal vrienden zitten,’ had Dawn zich nonchalant
tegenover hem laten ontvallen. ‘We zijn behoorlijk grote jongens op
de onroerendgoedmarkt.’
Dawn had het bord laten plaatsen omdat zij en Alex het huis en de
bijbehorende grond dan op hun gemak en zonder argwaan te wekken
konden bekijken. Als we er een goede indruk van willen krijgen, had
ze tegen hem gezegd, kunnen we het net zo goed op de gemakkelijke
manier doen door er gewoon via de oprit naartoe te lopen. Iemand
die ons ziet, zal dan simpelweg denken dat we een stel zijn dat
interesse heeft om het te kopen.
Alex ging met zijn rug naar Longwater Lodge staan en speurde het
omringende platteland af. Groene korenvelden die werden omgeven
door hagen en eiken, uiterwaarden in het dal, met wilgen en
populieren die schaduwplekken wierpen op de rivier. Tientallen
hectares open grond en wel duizend plaatsen waar een ervaren iemand
op de loer kon liggen. De Verkenner zat daar ergens het huis te
observeren, maar al stuurde je een bataljon paratroepers met honden
en helikopters het veld in, je zou hem niet vinden. Bij de eerste
aanwijzing dat er een zoektocht op stapel stond, zou hij simpelweg
spoorloos verdwijnen.
Alex liet zijn blik rusten op het door de zon verlichte groene dal
aan de overkant van de weg. Hij wist dat hij er niet op hoefde te
rekenen dat Meehan zich zou verraden met een flits van een
verrekijkerlens of iets dergelijks, maar toch bleef hij
optimistisch een paar tellen kijken.
Vanaf de steile boogbrug over de rivier bekeken ze gezamenlijk de
Lodge en de bijbehorende grond. Het perceel was in totaal ongeveer
zesduizend vierkante meter groot. De weg waarop ze stonden, liep
met een boog rechts langs de voorkant van de tuin en werd daarvan
gescheiden door een muur van ongeveer anderhalve meter hoog en een
keurig geknipte taxushaag.
‘Daar gaan onze mensen ’s avonds het terrein op,’ zei Dawn. ‘Ze
klimmen wanneer het eenmaal donker is over de muur en houden het
huis dan met nachtkijkers in de gaten.’
‘Hoe komen ze hier?’
‘Met een Land Rover. Parkeren hem een paar honderd meter verderop
om de hoek.’
‘Hij zal ze waarschijnlijk de eerste avond al hebben gespot,’ zei
Alex. ‘Ga daar maar van uit.’
Dawn trok haar schouders op. ‘Misschien heb je gelijk.’
‘Ik heb gelijk,’ zei Alex. ‘Hij houdt vrijwel zeker ook ons nu in
de gaten. Geef me een kus!’
‘Nog in geen duizend jaar.’
‘Ik meen het. Dat is wat normale stellen doen wanneer ze een huis
bekijken. Ze houden elkaars hand vast. Ze kussen elkaar. Daarmee
laat je zien...’
‘Ik weet heel goed wat je daarmee laat zien.’ Ze draaide zich naar
hem toe en gaf hem terloops een kus op zijn linkerwang.
Hij fronste zijn wenkbrauwen. ‘Ach, kom op, honnepon, dat kun je
beter. Stel je voor hoe gelukkig we hier zouden kunnen zijn. Stel
je voor hoe de kleine Bethany en Jordan en Kylie het huis in komen
rennen met bossen bloemen en ons op zaterdagochtend overvallen op
ons bed. Stel je voor dat je liedjes zingt terwijl je brood bakt en
de vloer schrobt. Stel je de jam voor die je gaat maken.’
‘Je bent gestoord, Temple.’
‘Ik ben niet gestoord, honnepon. Ik wil alleen een fatsoenlijke
kus. We hoeven nu niet meteen te gaan tongen, maar ik denk wel dat
het overtuigend moet gebeuren.’
‘Je bent walgelijk. En hou op me honnepon te noemen.’
‘Doe ik als je me nu minimaal vijf seconden op de mond kust. Zo
niet, dan ben ik bang dat het honnepon blijft.’
Ze draaide zich met een lankmoedige zucht naar hem toe en legde
haar armen om zijn nek. Haar mond was heel zacht. Ze deed zelfs
haar ogen dicht.
‘Zie je?’ zei hij na de kus. ‘Zo erg was het nou ook weer niet, of
wel?’
Ze was even stil. ‘Ik heb slechtere kussen gehad,’ zei ze.
Hij legde zijn arm om haar middel, merkte dat ze verkrampte, maar
voelde toen aarzelend een arm om zijn middel glijden.
‘Hoeveel scherpschutters?’ vroeg hij.
‘Meestal twee volgens mij. Een ergens hier aan de voorkant en een
achter het huis. Ik betwijfel of iemand ongezien langs hen kan
komen om het huis binnen te gaan.’
‘Daar ben ik nog niet zo zeker van,’ zei Alex. ‘Laten we een
wandeling maken door de tuin. Vaak naar de grond wijzen,
alsjeblieft. Vaak zeggen dat we daar erwtjes gaan zaaien en hier
een paar krokusbollen in de grond gaan stoppen en ach, mijn hemel,
het zal ons nooit lukken om camelia’s te laten groeien op deze
kalkrijke bodem.’
‘Je hebt je echt voorgenomen om me zo stom mogelijk te laten lijken
en voelen, is het niet?’ mompelde ze.
‘Nee. Ik probeer er alleen voor te zorgen dat je er niet uitziet
als een bureaumedewerker van MI5. Meehan zou dat meteen doorhebben.
Zoals ik al zei, houdt hij ons waarschijnlijk op dit moment in de
gaten. Als ik hem was, zou ik dat in elk geval doen. Laten we een
kijkje nemen aan de achterkant.’
‘Wat hoop je eigenlijk te vinden?’
‘Hij zal het terrein hier hebben verkend om een manier te vinden om
’s nachts binnen te komen. Ergens kan hij hier binnenkomen zonder
de mensen van de geheime dienst tegen het lijf te lopen. Ik zoek
naar die manier.’
‘Heb jij enig idee hoe jij het zou doen?’
‘Ik heb daar wel een idee van, ja, maar ik wil gewoon even wat
rondlopen. En jij? Hoe zou jij proberen binnen te komen?’
‘De bewakers neerschieten misschien? Geweer met demper en
nachtvizier?’
‘Dat is inderdaad een mogelijkheid,’ zei Alex terwijl hij naar het
huis wees alsof ze het over de zolderverdieping hadden, ‘maar hij
heeft tot dusver behalve zijn doelwitten niemand gedood.’
‘Hij heeft Gidleys honden gedood.’
‘Honden horen gewoon bij het beveiligingssysteem. Iedereen doodt
honden. Maar mijn vermoeden is dat Meehan geen spoor van menselijke
lijken wil achterlaten, niet meer mensen wil doden dan strikt
noodzakelijk is. Hij is trots op zijn werk en meer mensen doden dan
nodig is, is zijn eer te na.’
‘Ben je je nu weer met hem aan het identificeren? Kijk jij zo tegen
het doden van mensen aan? Als werk waar je trots op kunt zijn?’
Hij lachte. ‘Jij bent hier degene die een huurmoordenaar heeft
ingehuurd. Jij moet nodig wat zeggen. Nou, kom mee over dit pad,
alsjeblieft. Ik wil snel even een kijkje nemen bij de rivier.’
‘Denk je dat hij via de rivier zal komen?’
‘Zo zou ik het doen. Even snel een omhelzing hier, euh, onder de
treurwilg’
‘Moet dat echt?’
‘Ik ben bang van wel. Zo’n romantisch plekje mag je niet zomaar
voorbijlopen.’
‘O ja? En wat maakt iets in jouw ogen tot een romantisch
plekje?’
‘Dat kan overal zijn als je met iemand samen bent van wie je
acht...’
Ze vouwde haar armen over elkaar. ‘Ga verder.’
‘Kus me, Harding!’
Haar ogen waren zo koud als die van een slang. Langzaam legde ze
haar armen om zijn nek en plaatste ze haar lippen op die van hem.
Hij voelde heel even haar borsten tegen zijn lichaam drukken. Toen
stapte ze terug.
‘Dat haalde niet eens de schaal van Richter,’ protesteerde hij.
‘Wij zijn zogenaamd een getrouwd stel,’ zei ze terwijl ze zich
omdraaide om naar het huis te kijken. ‘Niet een verliefd
koppel.’
Ze liepen verder langs de oever. De rivier was diep en stroomde
traag voort. Het glinsterende oppervlak zag er in het zonlicht bij
na stroperig uit en weerspiegelde fraai het gebladerte op de kant.
Twee meter onder hen wuifden smaragdgroene wierstengels over
gladgepolijste keien en kalkstenen.
Hij volgt nu onze bewegingen, dacht Alex met absolute zekerheid. En
hij zegt tegen zichzelf: zijn die twee het mooie jonge stel dat ze
lijken, of zijn ze hierheen gekomen om mij op te sporen en te
doden? ‘Hier,’ zei hij. ‘Dit is de plek waar hij waarschijnlijk uit
het water zal komen. Niet stoppen. Blijf lopen. Hij zal
waarschijnlijk een paar honderd meter stroomopwaarts het water in
gaan om het huis van daaraf stilletjes te benaderen. In een zwart
duikerspak is hij onzichtbaar wanneer het eenmaal donker is, en hij
zal waarschijnlijk hier tussen deze twee lisdoddenbedden op de
oever klimmen.’
‘Ben je daar zeker van?’
‘Honderd procent. Dat is precies waar ik het zou doen. Je wordt
afgeschermd door de struiken op de oever en de lisdodden in het
water, je bent op minimale afstand van het huis - je wilt zeker
niet tientallen meters gazon voor je hebben die je moet oversteken
- plus dat er onder water een brok kalksteen ligt die je kunt
gebruiken als opstapje om uit het water te klimmen. Hij heeft het
al een keer uitgeprobeerd. Wanneer we er voorbijkomen, zul je in de
algen op de kalksteen een afdruk van een laars zien en een paar
rietstengels die zijn geknakt alsof iemand zich daaraan heeft
opgetrokken. Hij heeft al een keer geoefend.’
Dawn hurkte neer om een pol gele irissen te bekijken. ‘Hoe weet je
zo zeker dat hij het was?’
‘Wel, wie anders kan het geweest zij n die hier uit de rivier is
geklommen om in George Widdowes’ tuin te komen? En hij heeft
waarschijnlijk een loodgordel om gehad om de door het duikerspak
veroorzaakte opwaartse druk tegen te gaan en laag in het water te
kunnen blijven terwijl hij naderde. Er was daar een geknakte wortel
waaraan hij de gordel in het donker misschien heeft proberen vast
te haken. Hij zal dat ding waarschijnlijk liever kwijt zijn geweest
toen hij uit het water klom.’
‘Je hebt dat allemaal ontdekt in het korte tijdsbestek dat we langs
dat kleine stukje oever zijn gelopen?’
‘Ik wist wat ik zocht. Waar ik naar moest kijken.’ Hij moest denken
aan Siërra Leone en het woeste bruine water van de Rokel. ‘Ik ben
zelf ook weleens via een rivier een doelwit genaderd. Beetje ruiger
dan deze hier, maar het principe was hetzelfde.’
‘En wat wil je nu? Dat we een scherpschutter een boom in sturen die
dan wacht tot Meehan uit het water klimt? Een soort
nijlpaardenjacht?’
‘Zolang jullie schutters hier zijn, zal hij niet komen,’ zei Alex.
‘Zo simpel is dat. Plus dat hij al weet heeft van de dubbelganger.
Weet waarschijnlijk inmiddels zijn naam, adres en
telefoonnummer.’
‘En wat wil je daarmee zeggen?’
‘Stuur die schutters en de dubbelganger naar huis. Haal ze weg en
breng George Widdowes weer terug. Ik trek dan bij hem in, samen met
een extra man voor ondersteuning, en samen zetten we dan een val op
- een echt killersteam. Meehan zal vroeg of laat een keer moeten
komen en dan liquideren we de klootzak.’
‘Wat voor extra man?’
Alex dacht meteen aan Stan Clayton. ‘Iemand uit Hereford. Hen van
mijn mensen.’
‘Er kan geen sprake van zijn dat er nog meer mensen bij betrokken
worden die niet van MI5 zijn, ben ik bang. Dit is een uiterst
geheime operatie, niet een gezellig onderonsje met maats van jouw
kazerne.’
‘Luister,’ zei hij kalm. ‘Dat zijn niet zomaar maats van mijn
kazerne, het zijn mensen met de beste training en de meeste
ervaring in de wereld als het gaat om dit soort operaties. Kerels
die dagenlang in de struiken hebben gelegen bij een geheime
bergplaats van wapens van de IRA of Bosnische oorlogsmisdadigers
hebben opgewacht. Met alle respect voor jouw mensen, ik heb ze aan
het werk gezien en ze bakten er niet veel van. Eén iemand uit mijn
Rww-team, dat is alles wat ik vraag.’
‘Ik kan je verzoek doorgeven, maar ik kan je nu al vertellen wat
het antwoord gaat worden.’
Alex schudde zijn hoofd. ‘Je snapt het nog steeds niet, hè?’
‘Ik snap het maar al te goed. Jij wilt hier een operatie van het
Regiment van maken. Wel, ik ben bang dat het daarvoor allemaal net
iets te gevoelig ligt.’
‘Je bedoelt dat je er geen vertrouwen in hebt dat iemand anders
zijn mond houdt over wat feitelijk een van de rampzaligste
miskleunen in de geschiedenis van jullie organisatie is. Je bent
bang dat mensen met vragen komen of jullie inlichtingendienst wel
competent genoeg is om in de provincie naar behoren zijn werk te
doen, als bekend wordt dat een van jullie agenten niet alleen een
topfiguur binnen de PIRA is geworden, maar zijn briljante
carrière ook nog eens heeft bekroond met het martelen en vermoorden
van een select aantal bureaumedewerkers van jullie eigen dienst.
Misschien besluiten ze dan wel dat de schatkist meer waar voor zijn
geld krijgt van een andere dienst. De Firm bijvoorbeeld.’
Bij het noemen van MI6, de gehate rivaal van Thames House, schoot
Dawn Harding bijna uit haar slof. ‘Je gaat nu een flink eind buiten
je boekje, kapitein Temple. Je staat onder gezag van mijn dienst en
je zult dat gezag gelijkmoedig hebben te respecteren.’
‘Zelfs wanneer de opdracht die ik van jullie heb gekregen tegen de
wet is?’
Dawns gezicht verstrakte. ‘Laten we ons gedragen als volwassen
mensen, ja? We weten allebei wat er moet gebeuren, en we weten
allebei waarom. Zoals ik al zei, zal ik je verzoek doorgeven, maar
ik kan je nu al vertellen wat het antwoord zal zijn: als je
ondersteuning nodig hebt, zal MI5 die verschaffen. Dat wil zeggen,
aangenomen dat ze al akkoord gaan met jouw plan.’
Alex knikte met een uitdrukkingsloos gezicht. ‘Kom, dan gaan we het
huis bekijken.’
Ze knikte en volgde hem naar het huis.
‘Het kan per slot van rekening geen kwaad,’ voegde hij er droog aan
toe, ‘om even te controleren of er een ruimte is waar de kinderen
kunnen spelen.’
Een halfuur later zaten de twee gegadigden voor de koop van
Longwater Lodge in een rustig hoekje in de Pied Bull. Aan de muren
hingen ingelijste foto’s van lokale cricketteams,
martingaalschildjes, wannen, moutscheppen, zeisen en andere allang
niet meer gebruikte landbouwwerktuigen. Ze hadden een
wapenstilstand gesloten.
‘Ik zat net te denken,’ zei Alex toen de door hen bestelde
sandwiches en drank waren gebracht. ‘Jullie onderdirecteur heeft
waarschijnlijk niets te vrezen. Er is een goede kans dat ze niet op
het verlanglijstje van de Verkenner staat.’
Dawns ogen vernauwden zich. ‘Hoe kom je daarbij?’
‘Bij Fenn was de tong afgesneden, oké?’
‘Oké;
‘En bij Gidley waren de ogen uitgestoken.’
‘Ja.’
‘Bij Widdowes zal hij dan, wanneer hij hem te pakken krijgt, de
oren afsnijden.’
‘Hoe kom je daarbij?’
‘Nou kijk. Dat doet mij denken aan dat gezegde van die drienwijze
apen. Geen kwaad zien, geen kwaad spreken, geen kwaad horen.’
Ze knikte. ‘Ik moest daar meteen aan denken toen ik zag wat hij met
Craig Gidley had gedaan. Hij wilde daarmee duidelijk maken dat ze,
toen ze nog leefden, kwaad zagen, spraken en hoorden, en dat ze pas
nu ze dood zijn...’
Alex knikte. Hij had gedacht dat het een briljant stukje denkwerk
van zijn kant was en was nogal teleurgesteld dat ze tot dezelfde
conclusie was gekomen, en bovendien als eerste.
‘Wat ik wilde zeggen,’ ging hij door, ‘is dat er maar drie wijze
apen zijn. Dus als we aannemen dat Widdowes de derde in de rij is,
heeft Fenwick niets te vrezen.’
‘Twee opmerkingen,’ zei ze. ‘Een: we hebben hier te maken met een
psychopathische moordenaar. Het is vragen om moeilijkheden om
logica en structuur aan zijn doen en laten toe te schrijven en
ervan uit te gaan dat hij zich ook in het vervolg zal houden aan
die logica en structuur. Hij doet wat hij doet, punt. Twee: kijk
hier eens naar. Ik heb op internet gezocht naar de drie wijze
apen?
Ze haalde een opgevouwen stuk papier uit haar jaszak. Het was een
uitdraai, zag Alex, een uitdraai van een webpagina van een Londens
veilinghuis.
Nummer 42 - ‘Vier Wijze Apen’. Netsuke, dertiende eeuw. Dit is een zeer zeldzaam en belangrijk stuk omdat hierop vier wijze apen zijn afgebeeld in plaats van drie, het meer conventionele aantal. De apen werden in de achtste eeuw na Christus door een boeddhistische monnik van de Tendaisekte vanuit China in Japan geïntroduceerd en waren vermoedelijk gelieerd aan Vajra, de god met het blauwe gezicht. Oorspronkelijk waren er vier apen, namelijk Mizaru (geen kwaad zien), Mazaru (geen kwaad spreken), Mikazaru (geen kwaad horen) en Iwazaru (geen kwaad kennen). Iwazaru werd altijd, zoals ook op dit stuk, afgebeeld met zijn handen op zijn hart. Maar vanaf de veertiende eeuw werd de vierde aap meestal weggelaten, wat ook het geval is op de bekendste voorstelling, de zeventiende-eeuwse sculptuur boven de deur van de Heilige Stal in Nikko, Japan. De aanwezigheid van de vierde aap op dit vroege stuk vestigt de aandacht op het in wezen ambigue karakter van het traditionele voorschrift. Want hoewel de weigering om kwaad te zien, horen en spreken aan de ene kant spirituele bescherming zal bieden, maakt die de kandidaat-kloosterling aan de andere kant kwetsbaar voor beschuldigingen van morele onverschilligheid - van het sluiten van het hart.
Alex las het papier en gaf het toen terug aan Dawn. ‘Vier apen
dus,’ mompelde hij. ‘Moeten we ervan uitgaan dat onze Verkenner af
weet van de vierde?’
‘Het heeft me nog geen minuut gekost om dit op het web te
vinden.’
‘Ik denk dat je gelijk hebt,’ zei Alex.
‘En er is nog iets,’ ging Dawn verder. ‘Herinner je je de foto’s
van Meehan die je hebt gezien in Thames House?’
Alex knikte.
‘Herinner je je die ene in de keuken van hun huis in Derry? Die met
zijn ouders erop? Nou, als je die vergroot, kun je een paar koperen
siervoorwerpen op de kast zien staan. Een bel in de vorm van een
Hollands meisje en een kleine kameel en een klein vierkant ding, en
ik durf er een maandsalaris onder te verwedden dat dat laatste een
beeldje van de wijze apen is.’
Alex knikte. ‘Nou, dan lijkt de zaak me duidelijk,’ zei hij. ‘En
dan is Miss Fenwick dus de vierde aap in het geheel.’
‘Daar waren we al bang voor.’
‘Dat had je weleens mogen zeggen dan,’ zei Alex. ‘Zoals ik al zei,
alles wat helpt om hem beter te leren kennen, zal me helpen om met
hem af te rekenen.’
‘We hoopten eigenlijk dat jij al met hem afgerekend zou hebben
voordat de vraag aan de orde zou komen hoeveel slachtoffers hij op
zijn lijstje had.’
’s Avonds was hij op zijn geheime adres in Pimlico bezig een
trainingspak aan te trekken om te gaan hardlopen, toen zijn
mobieltje ging. Het was Dawn, al zei ze niet haar naam. ‘Je hebt
wat je wilde,’ zei ze hautain. ‘Onze vriend keert overmorgen terug
naar zijn huis in Hampshire.’
‘Kan ik een van mijn eigen mensen meenemen?’ vroeg Alex. ‘Nee. Je
zult het moeten stellen met iemand van ons of anders niemand.’
‘Begrepen.’ Hij fronste zijn wenkbrauwen. ‘Zeg, heb je misschien
zin om ergens iets te gaan drinken of zo?’
‘Is het niet gelukt met de rozen dan? Was ik vergeten te vragen.’
In haar stem lag een geamuseerde toon.
Hij aarzelde. Slaakte een diepe zucht. ‘Heb je zin om ergens iets
te gaan drinken of niet?’
Maar de verbinding was al verbroken.