12

Toen ze aankwamen op Hoxton Square, negeerde Sophie de dubbele gele streep en parkeerde haar auto rècht voor het pand waar het feest werd gehouden. Er had vroeger een elektriciteitszaak in gezeten, die daarna was verbouwd tot galerie. Aan weerszijden van de ingang stond reeds een rij paparazzi. Toen Alex en Sophie zich naar binnen repten, flitsten er even van alle kanten lichtjes op - waarschijnlijk voor het geval ze beroemdheden waren die vooralsnog niemand had herkend.
Het feest was op de eerste verdieping en er waren al een hoop mensen. Alex zag Stella aan de andere kant van de ruimte staan lachen met een groep modellen. Uit de geluidsboxen klonk Juliette Greco, twee vrouwen met een tricolorehoed op sprayden parfum naar iedereen die zich niet snel genoeg uit de voeten maakte, en in de lucht hing de scherpe geur van Guillotine.
‘Kom mee. Dan stel ik je voor aan Charlotte,’ zei Sophie terwijl ze Alex’ hand vastpakte en hem doelgericht meetroonde in de richting van een slanke, donkerharige vrouw die gekleed leek in behangpapier uit de jaren zeventig. ‘Ze is de oudste van de zusjes Corday. Je hebt toch weleens gehoord van modehuis Corday?’

‘Zal ik even een drankje gaan halen?’ stelde Alex voor terwijl hij zijn hand losmaakte.
Een paar seconden later was hij al opgeslokt door de mensen massa. Overal om hem heen klonken korte gespreksflarden en lachsalvo’s op, die daarna weer werden overstemd door de muziek. Een presentatrice met een hese stem die hij vaag herkende maar nog nooit had ontmoet, sloeg haar armen om zijn nek, kuste hem op de mond en vroeg hoe het met zijn nieuwe restaurant ging. Hij zei tegen haar dat ze nog steeds mensenvlees op de menukaart hadden staan en liep toen verder, haar met een open mond van stomme verbazing achterlatend.
Voorbij dringende mensen wierpen even een blik op hem om vast te stellen of hij iemand was die ze dienden te kennen en verdwenen dan weer. Alex had geen zin om met iemand een gesprek te beginnen - daar kon hij simpelweg niet de interesse voor opbrengen. In de maanden dat hij nu een relatie had met Sophie, had hij al behoorlijk wat van dit soort feestjes meegemaakt en was hij tot de conclusie gekomen dat de Londense society bijna geheel werd bevolkt door leeghoofden. Vanbuiten leek het met al die nachtrestaurants, mooie meiden en champagne een schitterend wereldje, maar eigenlijk, had hij ontdekt, was het stomvervelend. Natuurlijk waren er een paar mensen die echt iets gepresteerd hadden, maar daartegenover stonden honderden modejournalisten, klaplopers en aan coke verslaafde aristocraten die wanhopig vochten om een plaatsje op de voorgrond. Niemand van hen leek zich ervan bewust dat er buiten hun eigen kleine kringetje nog een wereld was, en het hing hem onderhand de keel uit om te moeten luisteren naar dat eindeloze geratel over kleren, accessoires, drugs en feestjes.
Er waren uitzonderingen. Stella bijvoorbeeld vond hij aardig en natuurlijk ook Sophie - die vond hij zelfs meer dan aardig.
Maar hoe kwam het toch, vroeg hij zich af, dat de scene waarin zij verkeerde hem zo’n doods gevoel gaf? En - een niet minder belangrijke vraag - hoe kwam het dat hij zich springlevend voelde wanneer hij in een situatie belandde waarin het echt ging om leven of dood? Hoe moest hij dat rijmen met het idee om ooit eens een burgerlijk leven te gaan leiden?
‘Een bloody mary?’
Alex keek omlaag en zag een klein, rondborstig meisje met een tricoloremuts voor zich dat een dienblad ophield. Ze giechelde. ‘Of eigenlijk moet ik zeggen: een bloody marie-antoinette?’
Alex nam een van de glazen en dronk. Het goedje bestond uit bijna vijftig procent pure wodka en brandde van de tabasco. ‘Verrekte sterk, en niet alleen vanwege de wodka.’
Ze moest lachen. ‘Ik weet het. Ik dacht: laat ik eens wat doen aan al die gespannen gezichten hier. Als de revolutie komt, gaan ze allemaal onder het mes.’
‘Een paar kunnen er wel gemist worden,’ zei Alex nors en hij nam een flinke slok. Een paar seconden later bedacht hij dat hij zich niet zo moest aanstellen. Zo slecht waren die mensen hier nou ook weer niet. Hij gooide de rest van zijn glas achterover, hielp zichzelf aan een nieuw glas en nam weer een stevige slok. Hij begon zich al wat vrolijker te voelen. Hou eens op met dat gezeur, Temple, zei hij tegen zichzelf. Geniet voor de verandering eens een keer!
‘Zal ik maar gewoon hier blijven staan?’ vroeg ze. ‘Kunt u blijven doordrinken.’
Hij glimlachte. Een klein meisje plus grote tieten, dat was een combinatie om een stijve van te krijgen. ‘Mij best,’ zei hij. ‘Ben je serveerster van beroep?’
‘Zo’n beetje. Parttime. Eigenlijk probeer ik de modewereld binnen te komen.’
‘Dan moet je maar eens gaan praten met Sophie Wells. Zo stond bij de ingang, of was daar in ieder geval toen ik haar voor het laatst zag.’
‘Dat is een verschrikkelijk verwaand kutwijf,’ zei het meisje terwijl Alex zijn derde glas van het dienblad nam. ‘Kent u haar?’
‘Och. Een beetje.’
‘Welk beetje?’
‘Zeg, zo kan ie wel weer.’ Hij moest glimlachen. ‘Als ik jou was, ging ik er snel vandoor voor we allebei in de problemen komen.’
‘Hé, Alex uit Clacton!’
‘Stella! Hoe is het met je?’
Er verscheen een dubbelzinnige grijns op haar gezicht. ‘Prima, afgezien van de geur van dit parfum. Het ruikt naar rotte vis bij laagwater.’
‘Volgens mij was het vroeger met die guillotine ook niet zo’n frisse bedoening,’ zei Alex.
‘Waar heb je uitgehangen?’ vroeg ze. ‘Ik heb je al een hele tijd niet gezien.’
‘Ik ben in Afrika geweest,’ zei Alex.
‘Ja? En hoe was dat?’
Hij trok zijn schouders op. ‘Zeg, Stella...’
‘Als je je wilde verstoppen, als je je moest verstoppen omdat je leven gevaar liep, waar zou jij dan naartoe gaan?’
‘Ik zou naar de plaats gaan waar ik altijd naartoe ga,’ zei ze alsof het de normaalste vraag van de wereld was. ‘Terug naar waar ik vandaan kom.’
Hij staarde haar aan. Hoorde iemand haar naam roepen.
Ze glimlachte, waarna ze werd meegevoerd door de mensenmassa. ‘Geloof me,’ zei ze wapperend met haar vingers. ‘Dat is de beste plek.’
Hij vond Sophie terug en wilde haar net haar drankje geven toen hij in zijn ooghoek iets waarnam wat niet in orde leek. Bij de glazen deuren aan de ingang baanden twee lange, zwaargebouwde figuren zich een weg langs de mensen van de beveiliging. Ze deden hun best, maar waren geen partij voor de rood aangelopen en ruw lachende nieuwkomers. De ene, een beer van een vent van een meter vijfentachtig met kleine oogjes, had een rugbyshirt aan, de andere droeg een net pak en was niet veel kleiner. De mensen reageerden angstig en deinsden voor hen terug.
‘Shit!’ zei Sophie naast Alex. ‘Ongenode gasten.’
Ze stapte kordaat naar de twee mannen toe. ‘Kijk, jongens...’ begon ze. ‘Dit is een privé...’
‘Charlie,’ bulderde de grootste van de twee terwijl hij een van zijn enorme armen om Sophies schouders sloeg. ‘Kijk eens wat ik heb...’
Maar de ander gaf een passerende gast een stevige klap op de rug. ‘Meneer!’ schreeuwde hij. ‘Gaat u toevallig weleens ooit van bil met een andere kerel?’
Beide ongenode gasten spraken met het accent van mensen die op een particuliere kostschool hebben gezeten, merkte Alex op. Arrogante lui met veel geld, dat zag je zo aan hen af. Nog even en ze kregen wat ze verdienden.
‘Wel, lief schatje van me.’ De grootste van de twee strekte dronken zijn hand uit naar Sophie. ‘Je wilde net zeggen dat...’
Een fractie van een seconde voordat zijn hand Sophies borst bereikte, knalde er een vuist op zijn neus. In de klap zat alle haat besloten die Alex in de loop van de jaren had opgebouwd tegen de bevoorrechte klasse.
‘Alex!’ hoorde hij Sophie schreeuwen. ‘Nee!’
De man draaide zich stomverbaasd om naar Alex. Uit zijn platgeslagen neus stroomde bloed alsof er een kraan was opengezet. De voorkant van zijn rugbyshirt veranderde in één grote rode vlek. De andere man stond te wankelen op zijn benen. Het was even muisstil, maar toen haalde de bloedende man uit. Zijn vuist leek wel zo groot als een bowlingbal.
Alex dook weg, voelde de klap langs zijn wang suizen, draaide zich half om en greep de arm vast bij de pols. Vervolgens zette hij zijn schouder in de oksel van de aanvaller en gooide hem met gebruikmaking van het gewicht en de vaart van de rijke klootzak achterover. Het enorme lijf leek even rond te tollen in de lucht en kwam toen met een hoop gerinkel en gekraak neer op een kist met champagneflessen.
‘Alex!’ schreeuwde Sophie opnieuw.
Hij zag het niet, maar voelde dat de tweede man aan kwam stormen. Hij greep een Bollinger-fles vast bij de hals, draaide zich om en zwaaide die toen met alle kracht die hij in zich had om hoog. De fles spatte met een gasachtige knal en in een witte ex plosie van schuim uiteen op de schedel van de man. Zijn hoofd veranderde in een mum van tijd in een bloedrode massa, zijn ogen rolden omhoog en hij smakte tegen de grond. Er volgde een pandemonium van geschreeuw, met daartussen het gerinkel van gebroken glas en het gekreun van de eerste aanvaller, die lag te kronkelen onder een van de schragentafels van de catering.
Daarna begon het geduw en de paniek. Een tafel met drankjes ging omver, daarna nog een, en binnen een paar seconden lag de vloer bezaaid met champagne, toastjes en gebroken glas. Iemand zette het brandalarm aan. En over alles hing de bijtende geur van Guillotine.
‘Alex!’ schreeuwde Sophie voor de derde keer, waarbij ze met haar vuisten in zijn richting zwaaide. ‘Wat ben je in godsnaam aan het doen?’ Om hen heen verdrongen de mensen zich naar de uitgang.
‘Wat bedoel je?’ vroeg Alex terwijl hij het bovenste stuk van de flessenhals op de grond liet vallen. ‘Had je dan gewild dat die dronken herrieschoppers met hun vuile poten aan je zaten?’
‘Het waren twee jongens die gewoon wat te veel op hadden. Dat is alles. Jij bent het die het feest naar de filistijnen heeft geholpen. Niet zij!’ Ze staarde wanhopig naar de vertrekkende gasten en toen naar de mannen op de grond. ‘Wil iemand alsjeblieft een ambulance bellen?’ smeekte ze.
‘Jongens?’ vroeg Alex verbaasd. ‘Kijk eens naar die lijven van ze. Ik kan nauwelijks geloven dat je nu plotseling partij kiest voor hen.’ Hij draaide zich met een nadenkende blik naar haar toe en moest toen glimlachen. ‘Volgens mij zijn het types waar jij wel van houdt, of niet?’
‘Doe niet zo stom. Je hebt totaal overdreven gereageerd en dat weet je maar al te goed. Je had ze wel kunnen...’ Ze schudde haar hoofd, stikkend van woede. Naast haar belde een van de mensen van de catering alarmnummer 999.
‘Vermoorden?’ Alex keek emotieloos naar de bebloede figuren op de grond. De eerste man, die nog steeds kreunde, leek zwaar gewond te zijn aan zijn rug, en de tweede lag stil en bloedde hevig aan het hoofd. ‘Dat zit er niet in, ben ik bang. Maar het levert in ieder geval flink wat publiciteit op voor dat parfum van jou.’ Hij snoof de lucht op. ‘Stella had gelijk. Het ruikt een beetje naar vis.’ Ze draaide zich met een paar vuurspuwende ogen naar hem toe. ‘Wat weet jij daar nou van, doorgedraaide vandaal die je bent?’
Alex begon onbedaarlijk te lachen. ‘Het spijt me,’ wist hij uiteindelijk uit te brengen. ‘Echt, Sophie, het spijt me.’
Ze haalde uit, sloeg hem zo hard ze kon op zijn gezicht en beende toen woedend weg.
Alex liep achter haar aan. ‘Alsjeblieft,’ zei hij. ‘Het spijt me, Sophie. Echt. Ik lachte je niet uit. Het is gewoon die hele toestand hier.’
Ze negeerde zijn woorden. Haar stem trilde van woede. ‘Die hele toestand hier, zoals jij het noemt, is naar de klote. Ik laat je binnen in mijn leven, stel je voor aan mijn vrienden en jij schijt gewoon op ze. Je ziet zelf maar hoe je thuiskomt en je hoeft me niet meer te bellen. Ga maar op zoek naar iemand anders om de boel kort en klein te slaan.’
Ze stonden even sprakeloos tegenover elkaar. Op dat moment verscheen de kleine serveerster met de grote boezem onder bij de trap. ‘Zeg, hebt u even tijd om over een baantje te praten?’ vroeg ze opgewekt aan Sophie.
Sophie keek haar niet-begrijpend aan. ‘Nee,’ zei ze kalm. ‘Daar heb ik geen tijd voor.’
De serveerster haalde haar schouders op. ‘Ik zei je toch dat het een kutwijf was.’
Alex bleef staan en zag hoe Sophie de deur van de zilverkleurige Audi dichtsmeet. Toen het gebrom van haar uitlaat niet meer te horen was, stak hij zijn hand in zijn jaszak. De sleutel van het geheime adres zat er nog steeds in.