Ondanks de sombere dag was de Queen's Inn maar zwak verlicht, zodat het avond leek in het vertrek. Aan de bar zaten twee mannen te eten en de krant te lezen; een gezin van zes personen zat in de achterste zithoek en een van de kinderen beschreef een film die hij op de tv had gezien, compleet met explosieve geluidseffecten en stukken dialoog. Een hulpkelner veegde de al smetteloze vloer aan. Op de parkeerplaats beschreef een oplegger op zijn gemak een wijde bocht en veroorzaakte een opstopping en een kort concert van boze claxons.
'Weer zo'n vredige dag op het platteland,' zei Mulder somber. Hij zat aan het raam in de hoek gedrukt, met zijn overjas over de rugleuning gedrapeerd. Ofschoon zijn hoofd niet meer klopte als een klinkhamer, bleef zijn zij hem behoorlijk pijn doen. Hij schoof heen en weer, dacht dat hij goed zat, maar door een snelle pijnscheut ging hij opnieuw verzitten.
De anderen leken zijn ongemak niet op te merken.
Hank zat tegenover hem opgewekt een biefstuk te verorberen met alles erop en eraan, alleen om Scully te pesten, terwijl Andrews en Scully genoegen namen met salade. Hij kon enkel aan flensjes en bacon denken, daarom dwong hij zich alleen een sandwich te bestellen. Hetzelfde moment was hij vergeten wat voor sandwich.
De trailer had zijn bocht gemaakt.
Het jongetje kwam aan het eind van de film en zijn familie applaudisseerde lachend.
Mulder ging opnieuw verzitten. 'Weten jullie wat W.C. Fields over kinderen zei?'
Licia vroeg wie W.C. Fields was.
'Ik ben niet oud, weet je,' zei hij toen Scully hem woedend en nietszeggend aankeek. 'Echt. Ik ben niet oud.'
'Eten, Mulder,' beval ze. 'We moeten aan het werk.'
Daarna beëindigden ze hun maaltijd zonder dat er veel werd gepraat. Toen de tafel was afgeruimd, draaide Scully haar papieren place-mat om, haalde haar pen te voorschijn en keek Mulder aan, die knikte dat zij het voor het zeggen had, ga gerust je gang.
Het gezin vertrok.
De mannen aan de bar betaalden en vertrokken ook.
'Pierce,' zei Scully en tikte zacht met haar pen op de place- mat, 'werd op een zaterdagavond vermoord. Korporaal Uiman ook. Bijna hetzelfde patroon, tot gisteravond.' Ze zweeg even en Mulder was dankbaar dat ze Carls naam niet noemde. 'Volgens mij is doctor Tymons ook dood. Waarschijnlijk gisteren in de loop van de dag.' Ze vertelde hun snel wat ze in Walson hadden gezien nadat de anderen waren vertrokken, maar gaf hun geen van beiden de kans commentaar te leveren. 'Het project, wat het dan ook is, is voorbij.'
'Voorlopig,' voegde Mulder eraan toe.
'Oké. Voorlopig. En veel tijd hebben we niet.' Ze tikte opnieuw op de place-mat. 'Alle doden hadden hetzelfde - een doorgesneden keel, een diepe wond. Dit is geen aanval van een beroepsmoordenaar. Het geweld ... en het feit dat elke aanval frontaal plaatsvond, niet van achteren ...' Ze haalde adem en schudde haar hoofd. 'Het is bijna psychotisch. En te oordelen naar de kracht waarmee het is gebeurd, lijkt het erop dat de dader waarschijnlijk een man is. Of,' voegde ze eraan toe, toen Mulder zijn mond opendeed om iets te zeggen, 'een vrouw, oké. Tegenwoordig doen veel vrouwen aan krachttraining, zelfverdediging, zoiets. We kunnen dat niet uitsluiten.'
'Wat wil zeggen,' zei Andrews nors, 'dat we ons moeten beperken tot zo'n acht- of negenduizend mensen, nietwaar?'
'Niet waar.'
Mulder ging rechtop zitten en staarde naar de krabbels die Scully op het papier had getekend.
'Pierce werd misschien vermoord omdat hij op het verkeerde tijdstip op de verkeerde plaats was, maar het is vrij duidelijk dat er een verband bestaat tussen de andere moorden. De korporaal werkte voor majoor Tonero - al hebben we geen garantie dat hij van alles volledig op de hoogte was, Carl Barelli stelde vragen over kobolds, en doctor Tymons was hoofd van het project.'
Ze krabbelde Tonero's naam en trok er een kring om.
'Ik geloof ook dat Mulder gelijk heeft - het project loopt gevaar en de kobold is aan het opruimen. Daarom hebben we iemand bij mevrouw Lang neergezet.' Ze trok een kring om de naam van Rosemary Elkhart. 'Zo hebben we een motief. Verstop de fouten, begraaf het bewijsmateriaal. Letterlijk.'
'Maar als Tymons echt dood is,' zei Webber, 'is dan het project niet voorgoed ter ziele?'
'0 nee. Bij lange na niet. Wat de majoor ook denkt, doctor Elkhart heeft nu de leiding. Niets van wat we zeiden in dat kantoor bracht haar in verwarring, terwijl de majoor maar gedeeltelijk toneelspeelde. Daarom neem ik aan dat zij alle gegevens te pakken heeft gekregen, en ik twijfel er niet aan of ze heeft binnen de kortste tijd een ander centrum aan het werk.'
Andrews boog zich gretig naar voren. 'Dat kan ze altijd al van plan zijn geweest, weet je. Wekenlang. Maandenlang zelfs. Iets over het project, misschien is het bijna klaar, weet je? Ik bedoel voltooid. Misschien wil zij met alle eer gaan strijken.'
Scully tikte opnieuw op de naam. 'Volgens mij kun je dat "misschien" wel vergeten, Licia.'
'Dan heeft zij het dus gedaan!' riep Webber uit.
Mulder knipperde met zijn ogen. 'Wat? Denk jij dat zij de kobold is?'
Webber knikte, schudde toen van nee en stak zijn handen op. 'Het leek zo'n goed idee.' Hij keek opgewekter. 'Maar zij zou er leiding aan kunnen geven. Ik bedoel maar, zou zij niet weten wie een bedreiging vormde en wie niet?'
Scully glimlachte. 'Avonden in het weekend,' herinnerde ze hen. 'Alleen avonden in het weekend.'
'Wat wil je daarmee zeggen?' vroeg Andrews met gefronst voorhoofd. 'Beperken we het tot die mensen die met de weekenden vrij hebben?' Ze schudde haar hoofd. 'Doe me een lol, zeg.' Ze stak haar hand uit en duwde tegen de place-mat. 'Weet jij bijvoorbeeld hoeveel militairen er in Dix zijn? En ieder van hen ...'
'Verdomme!' zei Mulder.
Scully schrok op en hij verontschuldigde zich met een snel gebaar, maar hij had dezelfde weg als zij gevolgd, de wegwijzers gezien, en hoe meer hij erover nadacht, hoe meer hij besefte dat hij het antwoord al had.
'Wat?' vroeg Webber bezorgd.
'Louisiana,' antwoordde hij, Scully aansprekend.
Ze kon alleen maar kijken.
'Die vent in Louisiana, daar zei men van dat hij midden in een circuspiste verdween. Door een massa mensen liep en aan de andere kant niet te voorschijn kwam. Maar hij was er nog wel, Scully. Hij zag er alleen heel anders uit.'
'En hoe weet jij dat?'
Zijn linkerarm lag op de rugleuning van zijn stoel en hij was gedwongen haar aan te kijken. 'Het zal je plezier doen te weten dat hij volgens mij niet gewoon verdween in een wolk zaagsel. Hij moest er zijn; hij was gewoon anders, meer niet. De politie was op zoek naar een bepaald ding, daarom letten ze niet op andere zaken.'
'Oké, de dingen waren dus anders dan ze leken. Wat heeft dat hiermee te maken?'
'Spoken en kobolds, Scully. Spoken en kobolds.'
'En dat wil zeggen?' vroeg Andrews korzelig.
'Dat wil zeggen dat ons groepje verdachten zojuist aanzienlijker kleiner is geworden.'
Rosemary probeerde haar geduld zo lang mogelijk te bewaren, terwijl hij scheldend liep te ijsberen. Toen kwam ze achter het bureau vandaan en zei: 'Joseph.'
Hij negeerde haar. 'Ze kunnen barsten, hoe dan ook. Heb je gehoord welke toon ze tegen mij aansloegen? Verdomme, wie denken ze wel dat ze zijn?'
'Joseph.'
Hij schudde vertwijfeld zijn hoofd. 'Dit gaat te ver. Dit gaat gewoon te ver.' Zijn hoofd liep rood aan en hij schopte tegen een van de dozen. 'En ik heb zelfs mijn klotesleutels ingepakt! Verrek, Rosie, de hele wereld staat op zijn kop!'
Ze leunde achterover tegen het bureau.
'Die klotelui gaan me dit niet - ik herhaal, gaan me dit niet flikken. Ik zal die verdomde senator zelf bellen en ...'
'Joseph!'
Hij draaide zich met een ruk naar haar toe, een vuist opgestoken, maar ze gaf geen krimp. Haar gelaatsuitdrukking werd alleen maar zachter en ze wenkte hem met een gekromde vinger. 'Joseph.' Haar stem kwam diep uit haar keel. 'Joseph.'
Zijn borst ging op en neer, de vuist trilde en zakte weer.
'Joseph, er is niets om je bezorgd over te maken.'
'Wat? Wel verdomme ...'
'Niets om je bezorgd over te maken,' herhaalde ze rustig en ze wenkte hem opnieuw.
Dit keer kwam hij in beweging, voldoende dichtbij voor haar om een hand op zijn schouder te leggen.
'Alles wat we van beneden nodig hebben, hebben we al. Alles wat we van hier nodig hebben, staat klaar om verzonden te worden.'
'Ja, maar ...'
Ze bracht hem tot zwijgen met een vinger op zijn lippen. 'En alles wat jij nodig hebt, is hier ook.'
Ze kuste hem zacht en snel en beheerste zich met de grootste moeite om hem niet in zijn gezicht te slaan.
'Heb je de orders?'
Hij boog zich om haar heen, rukte de middelste la open, haalde er een map uit en gaf die aan haar. 'Getekend en verzegeld, Rosie.'
'Goed.' Ze drukte de map tegen haar borst. 'Nu kunnen we ofwel alles over beneden vergeten, omdat niemand het in weken zal zien, misschien zelfs in maanden niet. Of we kunnen kapitein hoe-heet-ie-ook-weer van het bataljon erbij halen om het op te ruimen.' Ze glimlachte. 'Waar hebben we tenslotte militairen voor?'
'Volgens mij moeten we het gewoon vergeten.' De rode kleur was weggetrokken van zijn wangen en voorhoofd. Hij pufte even en stapte weer in zijn rol. 'En volgens mij moeten we niet tot morgenvroeg wachten.'
'Mij kan het niet schelen.'
'Ik kan vanavond nog een vliegtuig boeken.'
Ze dacht erover na en knikte. 'Maar niet te laat. Ik wil daar op tijd zijn om een behoorlijke nacht te kunnen slapen.'
Zijn gezichtsuitdrukking deed haar huiveren. 'Wie zegt dat we zullen slapen?'
'Ik, sufferdje.' Ze sloeg hem speels op de schouder, glipte langs hem heen en liep naar de deur. 'We slapen, we zoeken de juiste mensen op, jij neemt dat verlof op en dan ... wie weet?'
Tonero lachte. 'Oké, Rosie, oké.' Toen fronste hij de wenkbrauwen. 'Maar wat doen we met...'
'Daar is allemaal voor gezorgd, schat.' Ze pakte haar jas van de stoel. 'Er is alleen een telefoontje voor nodig.'
Ze wuifde, schudde even met haar borsten en vertrok, voordat hij iets anders kon bedenken. Hij zou ongetwijfeld alle juiste voorbereidingen treffen; dat vertrouwde ze hem wel toe. Wat de vlucht zelf betrof ... ze had het nooit erg gevonden alleen te reizen.
In het appartement van Elly Lang ging de telefoon over.
Mulder wist dat Scully op het punt stond aan de teugels te trekken, hem terug te halen voordat hij in zijn opwinding zichzelf voorbijliep. Toch kon hij het gebaren van zijn handen niet voorkomen, die van de aantekeningen op de place-mat naar zijn onaangeroerde sandwich fladderden, en dan weer in de lucht figuren trokken die hij alleen kon zien.
'Eerst de burgers.' Met een blik en een gebaar dwong hij hen te luisteren. 'Zonder majoor Tonero heeft doctor Elkhart niets te zeggen over militair personeel. En Tonero gaat het leger niet gebruiken voor experimentele projecten. Als het mislukte, zou hij elke verkiezing die hij ooit hoopt te winnen als hij met pensioen gaat, wel op zijn buik kunnen schrijven.'
Hank zat stomverbaasd, en met open mond te luisteren. 'Hoe ...'
'Vervolgens wij.' Hij raakte Scully's schouder aan om haar bij de les te houden en keek naar Andrews. 'Het was geen toverkunst waardoor de kobold wist waar wij gisteren waren.' Het was ook geen tovenarij dat de kobold wist waar Carl gisteravond zou zijn. Hij krabde in zijn haar en streek het toen ongeduldig weer op zijn plaats. 'Iemand kent ons. Iemand die weet waar wij de meeste tijd, zo niet altijd zijn.'
'Verdomme,' zei Hank. 'Iemand die zelfs weet wat we als ontbijt aten.'
Mulder had er alle moeite mee de jongeman ervan te weerhouden van zijn stoel te springen.
'Precies,' zei Scully, en ze sperde langzaam haar ogen open. 'En zij had gisteravond immers een afspraak met hem? Het stond in zijn aantekeningen.' Ze gleed de zithoek uit en pakte haar schoudertas. 'We gaan nu met haar praten. Voordat...'
'Heel zeker,' stemde Mulder in. 'Maar niet om de reden die jij denkt.'
'Maar dat moet toch,' wierp Andrews tegen. 'Mijn God, het klopt allemaal. Ze is alleen, daarom kan ze gaan en staan waar ze wil en niemand vraagt haar iets, ze heeft die apparatuur om zich in vorm te houden ...'Ze greep Webbers arm om hem uit de zithoek te trekken. Haar stem werd scheller. 'Zij...'
Scully bracht haar met een fel gebaar tot zwijgen en staarde Mulder aan. 'En?'
Hij bewoog zich trager, trok een grimas omdat zijn zij weer stak en sleepte zijn jas achter zich aan. 'Ze loopt niet weg, Scully.' Hij gebaarde met zijn hoofd naar het raam. 'Het is nog te licht.'
Met een knikje spoorde hij de anderen aan door te lopen en trok aan Scully's jas om haar tegen te houden.
'Zij is het niet,' zei hij zacht.
'Hoe kun je dat nu weten?'
Hij schudde zijn hoofd - dat vertel ik je later wel - en gebaarde dat Webber de achterdeur moest dekken, Andrews moest buiten blijven.
'Is dit verstandig?' zei Scully terwijl ze achter hem aan het kantoor inliep.
'Drie tegen één?' Hij klapte op de baliebel. 'Toe nou, dat is een beetje veel, vind je niet?'
'Ze is psychotisch,' herinnerde ze hem toen hij opnieuw op de bel sloeg. 'En ze is sterk, Mulder.' Haar hand gleed in haar tas en kwam er niet meer uit.
Mulder sloeg nog eens op de bel, liep om de balie heen en duwde het vliegengordijn opzij. 'Mevrouw Radnor?' Een trap direct links van hem was donker. Vanuit het vertrek achterin hoorde hij gedempte muziek en hij haastte zich de korte gang door.
'Mevrouw Radnor!'
Hij stapte de kamer in waar de moteleigenares fanatiek op een hometrainer zat te trappen, via een koptelefoon luisterde ze naar muziek uit een cassettespeler die vastzat op het stuur. Ze schrok toen ze hem zag, haar ogen en haar mond gingen wijd open toen ze Scully zag met getrokken revolver.
'Verrek?' Ze stak een hand op terwijl de andere heel langzaam de koptelefoon aftrok en de speler uitzette. 'Meneer Mulder, wat is er aan de hand?'
'U lijkt niet erg onder de indruk van het lot van Carl Barelli,' zei Scully en ze liet de revolver zakken.
Mevrouw Radnor probeerde te praten, maar vergeefs; ze kon alleen naar Mulder kijken om hulp en een verklaring.
Hij greep het stuur vast en boog zich naar haar toe. 'Mevrouw Radnor, ik heb geen tijd voor een verklaring, maar ik moet iets weten.'
'Hé, ik heb hier een tent waar niets op aan te merken valt,' zei ze. 'U kunt niet...'
'Frankie Uiman.'
'Ik ... wat is er met hem?'
'U hebt agent Andrews verteld dat u de korporaal hier nu en dan zag met een afspraakje.'
De vrouw knikte en haar handen grepen de handdoek vast die om haar hals hing.
'U zei haar dat u niet wist wie de vrouw was.'
'Eh, ...ja.'
'Waarom?'
'Op de eerste plaats had ik geen tijd.' Ze lachte geforceerd. 'Ze had zo'n haast, ik geloof niet dat we langer dan vijf of tien minuten hebben gepraat.'
Mulder fronste zijn voorhoofd, maar herstelde zich. 'U hebt gelogen, mevrouw Radnor,' zei hij langzaam en schudde even aan de hometrainer toen ze begon te protesteren. 'U wist wie het was. U weet zowat alles over iedereen hier en u wist wie het was.'
Ze droogde haar gezicht af om tijd te winnen, totdat Scully haar keel schraapte en haar aan de revolver herinnerde. 'Ik wil mensen niet in moeilijkheden brengen, begrijpt u? Dat is slecht voor mijn zaak. Er wordt gekletst en ...'
'Mevrouw Radnor,' snauwde hij, 'hier hebben we geen tijd voor, goed? Ik zal het u nog één keer vragen. Wie was die vrouw?'
Toen ze de naam noemde, draaide hij zich met een ruk om. 'Scully, haal de auto en Webber.' Hij keerde zich weer om toen Scully haastig wegliep. 'Mevrouw Radnor, ik moet u om een gunst vragen.'
'Wat?' Ze kon het niet geloven.
Hij glimlachte en zij draaide bijna direct bij. 'Ik moet uw auto lenen.'
'Wat?' Dit keer gilde ze bijna.
Verrek meid, dacht hij, wil je nou eens ophouden ...
'Vorderen,' zei hij snel. 'Ik moet uw auto vorderen.'
Haar gezicht verhelderde. 'Wauw. U bedoelt zoals in de film?'
'Precies.' Hij pakte haar bij de arm en trok haar voorzichtig van de hometrainer. 'Net als in de film.'
'Maar u had twee ...'
'De andere is kapotgeschoten. Maar dat wist u toch al?'
Opgewonden en in verwarring scharrelde ze in haar handtas, reikte hem de sleuteltjes aan en trok ze met een ruk terug. 'Gaat deze er ook aan?'
'Ik hoop oprecht van niet,' zei hij naar waarheid, griste de sleuteltjes uit haar hand voordat ze van gedachten kon veranderen en rende weg.
'Maar als dat nu eens wèl gebeurt?' schreeuwde ze achter hem aan.
'Dan koopt de president een nieuwe voor u!' schreeuwde hij terug, waarna hij zich door de voordeur stortte en de rand greep om zich weer naar binnen te zwaaien.
'Roze,' riep mevrouw Radnor. 'Het is de roze Caddy aan de achterkant.'
Roze, dacht hij toen hij weer naar buiten rende; geweldig.
En hij dacht opnieuw geweldig toen de storm eindelijk losbarstte, en fiks losbarstte.