.9.
,,Beminde gelovigen, we zijn hier samengekomen voor het aangezicht van God en ten aanschouwen van de gemeente. . . "Er was geen grotere gemeente dan de vier mensen die aan de voet van de altaartreden stonden. De kerk was koud en donker, bijna een voorproefje van de laatste rustplaats. Barbara's magere gestalte rilde onder de prachtige bontcape, een deel van Harry's huwelijksgeschenk voor haar, maar ze was niet bepaald afwezig zoals iemand die droomt, integendeel, ze merkte alles op wat er om haar heen gebeurde. De iele, hoge stem van de predikant raakte met ieder woord haar hersens als een scherpe naald. ,,. . . en daarom zal niemand het wagen, noch ondernemen onbedachtzaam, lichtzinnig of wellustig de menselijke vleselijke lusten en begeerten te bevredigen, zoals redeloze dieren, die geen begrip hebben, maar eerbiedig, in afzondering, bedachtzaam, bescheiden en in de vreze Gods. . . " In de vreze Gods. Vreesde ze God? Ze zou het eigenlijk wel moeten. Ze was opgevoed in de vreze Gods, maar ze was banger voor zichzelf. „Het is ingesteld als een remedie tegen de zonde en om ontucht te vermijden. . . "Zondigde ze zwaarder als ze Michael ertoe zou hebben gebracht haar minnaar te zijn, haar minnaar zonder haar te huwen? En dat zou ze hebben kunnen doen, ja, ze zou dat hebben gekund. De stem in haar overstemde nu bijna de predikant. „Ik eis van u beiden en beveel u, zoals u zult antwoorden op die vreselijke dag des oordeels, wanneer alle hartsgeheimen geopenbaard zullen worden, dat u wanneer een van u een beletsel weet waardoor u niet volgens de wet gezamenlijk een huwelijk kunt aangaan. . . "Ja, o ja, ze wist een beletsel: ze hield niet van deze man aan haar zij. En hij wist het ook, maar hij zou zich schikken naar wat de geesteüjke hem nu ging vragen. „Belooft u uw vrouw lief te hebben, haar te eren en haar bij te staan, haar trouw te blijven in goede en kwade dagen, in rijkdom en armoede, in ziekte en gezondheid, tot in de dood?" „Dat beloof ik. "„ Wilt u deze man nemén tot uw wettige echtgenoot om samen te leven volgens Gods gebod in het heilig sacrament van het huwelijk? Wilt u hem gehoorzamen, hem dienen, liefhebben en eren, hem bijstaan in ziekte en gezondheid, en met voorbijgaan van anderen slechts zijn vrouw zijn tot in de dood?" „Dat beloof ik. "„ Wie geeft deze vrouw ten huwelijk aan deze man?" Harry deed een stapje naar Barbara toe, raakte even haar arm aan e n mompelde wat. Dan had haar hand stevig in de zijne genomen. Hij herhaalde de woorden die de geestelijke hem voorzei. Hun stemmen echoden in haar hoofd. Lief te hebben en te verzorgen tot in de dood. „Ik, Barbara, neem u, Daniël, tot mijn wettige echtgenoot en ik beloof u trouw tot in de dood. . . "Hij schoof de ring aan haar vinger. „Met deze ring bezegel ik ons huwelijk, met mijn lichaam zal ik je vereren en al mijn aardse bezittingen zullen de jouwe zijn. . . " Het was gebeurd. Ze knielden naast elkaar, maar ze was weer terug in de inktzwarte duisternis, en haar lichaam sidderde in afwachting van de dood. Ze liepen samen over de ruwe plavuizen naar de consistoriekamer. Dan hield haar hand stevig omklemd en wierp een steelse blik op haar. Ze richtte haar verstarde blikken op hem. Hij glimlachte niet, maar er was iets in zijn ogen dat ze alleen maar met het woord „verbazing" kon omschrijven, en op dat ogenblik bad ze: „God, leer me lief te hebben, want hij verdient liefde. " Nu was het voorbij. Ze zaten weer in de koets en Harry had op dat ogenblik maar één wens, en dat was de ernst van de plechtigheid te doorbreken, die zijns inziens droeviger was geweest dan welke begrafenis ook die hij had bijgewoond. Hij sloeg zijn handen luidruchtig in elkaar en zei: „Wat een kerk! Ik heb het in mijn hele leven nog niet zo koud gehad. Hoe houden die arme stumpers het daar een hele dienst uit? En die man, die zag eruit alsof hij al in jaren niet ontdooid is. " „U zult geld moeten aanbieden voor een kachel en kolen, pap. " Dan lachte grimmig toen hij naar zijn vader keek, die tegenover hem en Barbara in de koets zat. „Zei je dat ik een kachel en kolen moet schenken? Nooit van zijn leven, jongen. Ik ken die lui wel zo'n beetje. Die zorgen altijd eerst voor zichzelf: een lekker haardvuur voor hun voeten en pap met een stevige borrel al s slaapmutsje. Ik weet wel waar die kolen zouden blijven. " „Ik kan me niet voorstellen dat die man ooit een werkelijk haardvuur heef t gezien. " „Hoe dan ook, of hij het nu ja dan nee warm heeft, mij krijg je niet zo gek een kachel te schenken. Als je dit alles nu eens eerder had verteld en niet alles zo overhaast had gedaan en ik een flauw vermoeden had gehad van wat me hier vanmorgen te wachten stond, dan zou ik er misschien wel twee kachels hebben laten zetten. Maar, goed, het is voor de bakker, hè meiske?" Hij boog zich voorover en legde zijn hand op Barbara's knie. Benepen antwoordde ze: „Inderdaad, meneer. . . " „Luister eens goed! Dat moet nu voor eens en voor altijd uit zijn. Geen meneer Bensham meer. Je noemt me maar Harry of pap, zoals de anderen, dat mag je zelf weten. Zij daar" - hij draaide zijn hoofd naar rechts en keek miss Brigmore aan - „zij zou liever doodvallen dan me Harry noemen, hè?" Miss Brigmore keek Harry Bensham aan zonder haar ogen neer te slaan. Ze begreep wat hij probeerde te bereiken, maar ze kon hem zelfs niet met een enkele glimlach helpen. Ze was dankbaar toen hij zijn aandacht weer op Dan en Barbara richtte en zei: „Wat heb ik je gezegd. . . ? Tjonge, ik wou dat ze eens wat opschoten. " Hij keek uit het raampje van de koets en voegde eraan toe: „Maar ik geloof dat het verstandiger is hem niet te haasten, anders zitten we nog met zijn allen in een sneeuwbank vast. Jullie zijn toch maar bofferds, hoor! " Hij knikte van de een naar de ander. „Ervandoor gaan naar de zon; ik wou dat ik met jullie mee kon. Ik had niet gedacht dat ik nog eens zou zeggen dat ik genoeg had van het noorden, maar tjonge, tjonge, dit soort winters hebben me klein gekregen. Weet je wat je doet" - hij hield zijn hoofd wat scheef - „als jullie ergens onderdak hebben gevonden, stuur me dan een kaartje. Schrijf er alleen maar op: ,zon schijnt, bed vrij' en ik kom als een pijl uit de boog aanzetten. " „Dat zullen we doen. " Dan knikte tegen zijn vader. Hij begreep ook wa t die maar steeds probeerde en de dankbaarheid stapelde zich in zijn hart onder zijn vest met parelmoeren knopen op en kon geen uitweg vinden. Opeens ging Harry weer gemakkelijk tegen de leren bekleding van de koets leunen en zuchtte diep. Hij voelde zich moe, ja bijna uitgeput. Dit zoeken naar het juiste woord, dit trachten de gelegenheid als doodnormaal te beschouwen, zijn wens iets aan Brigies gezicht te doen, was vermoeiender dan welke andere inspanning ook. Nee, werkelijk, hij had in zijn hele leven nog nooit een vrouw zo verslagen, zo gekwetst gezien als zij deze afgelopen dagen. Hij hoopte van ganser harte dat zijn nieuwbakken schoondochter meer consideratie voor haar echtgenoot, als hij die ooit nodig zou hebben, zou kunnen opbrengen dan ze nu had gehad voor deze vrouw, die haar had grootgebracht en haar eigen leven voor haar had opgeofferd. Dat meisje had toch een wonderlijk karakter. Ze hadden het altijd over die eigenaardigheid van de Mallens. Zo langzamerhand kwam hij tot de overtuiging dat er meer in zat dan uitsluitend dorpse roddelverhalen en kletspraatjes. Het was een knap meisje, daaraan viel niet te tornen, maar hij zou zo denken dat een man toch wel wat meer begeerde dan alleen maar schoonheid. Ja zeker, dat deed een man; die wilde behalve schoonheid ook hartelijkheid, warmte, en zo ze van die zaken al iets bezat, dan mocht Dan blij zijn als hij er ooit zijn handen aan kon warmen. Dan had zich wel wat op de hals gehaald, maar nou ja, dat moest hij zelf weten. Het was zijn leven. Je kreeg zonen en dochters, maar wat wist je werkelijk van hen? En dan te bedenken dat Dan zijn hele leven al van dit meisje had gehouden en dat hij zelf daar geen flauw idee van had gehad, niet eerder dan heel kort geleden. Dan had je Katie, die evenals haar moeder warmte uitstraalde, maar zij was nu aan het afkoelen, dekte het inwendige vuur af met steeds maar meer problemen. En nu beweerde ze ook nog dat ze met Willy wilde trouwen. Gek, hoe meer hij over dat huwelijk dacht, hoe feller hij ertegen was. Vreemd genoeg had hij het gevoel dat het minder kans van slagen had dan dat van die twee daar tegenover hem. Och, ze konden voor zijn part naar de bliksem lopen; hij moest nu eens aan zichzelf denken, en dat zou hij doen ook, hij had al genoeg voor anderen gedacht. Matilda had tegen hem gezegd: „Maak je over mij geen zorgen, jongen. " Dat had ze gezegd. „Blijf vooral niet treuren; zorg dat je wat gezelligheid vindt, maar dan wel met de ware, als je begrijpt wat ik bedoel. " En öf hij had begrepen wat ze bedoelde. Er waren verborgen hoekjes in Matilda's hart geweest die hij nooit had ontdekt. In zekere zin was hij blind geweest, dom en blind. Toch zou hij daar eens een stokje voor steken en wel heel binnenkort. Het bruiloftsmaal was in het huisje gehouden. Miss Brigmore had zich niets van Harry's protesten aangetrokken. Het maal was niet bijzonder, bijna sober, hoewel Mary haar best had gedaan, zoals Harry en Dan opmerkten om te trachten het gesprek op gang te houden. Zelfs Barbara werd gedwongen hen bij te staan in de aanval op miss Brigmores stilzwijgendheid. Toen de maaltijd voorbij was en ze gedronken hadden op hun toekomst, stonden ze op en gingen de zitkamer binnen. Daar haalde Harry een enor m gouden horloge uit zijn vestzak en zei: „Ziezo, ik wil geen mens haasten, maar als jullie die trein willen halen, moet je, gezien de toestand waarin de wegen verkeren, wel een uur extra rekenen en dan zou je er goed aan doen nu maar op te breken. " „Alles. . . is klaar; ik moet alleen nog mijn jas en dergelijke aan. Wilt u me even excuseren?" Barbara holde als het ware de kamer uit en Dan en Harry bleven achter, hun blik op miss Brigmore gericht, die zich als om steun had vastgegrepen aan de achterkant van de sofa. Dan liep naar haar toe en legde zijn handen liefdevol op haar schouders. ,,Probeer u geen zorgen te maken, Brigie, ik. . . ik zal voor haar zorgen en ik beloof u dat ik u onmiddellijk zal schrijven zodra we ons ergens vestigen, zodat we dan uw overkomst naar ons kunnen regelen. " Ze kon geen woord uitbrengen, staarde hem slechts aan en bad in stilte dat ze niet flauwviel, nog niet. Toen Dan haar zachtjes omdraaide en in de richting van de deur duwde met de woorden: „Ga naar boven en praat nog even met haar! " schudde ze haar hoofd, want alles wat gezegd kon worden was al gezegd en nu kon ze geen gesprekken meer aan. Dan vroeg haar nu rustig: „Hebt u er behoefte aan ons uitgeleide te doe n naar het station?" Weer schudde ze haar hoofd. „Laat haar met rust, jongen, laat haar maar. " Dan draaide zich om en keek naar zijn vader en Harry maakte een duidelijke beweging met zijn hoofd. Toen Mary's luide snikken uit de hal tot hen doordrongen, liepen ze die richting uit. Dan hield de deur open voor miss Brigmore en daar zagen ze Mary en Barbara in eikaars armen snikken. Barbara huilde geluidloos. Dan deed een stap naar voren, greep Mary bij haar arm en trok haar mee in de richting van de keuken. Harry volgde hen en zo waren miss Brigmore en haar geliefde kind een ogenblik alleen. Het geliefde kind, dat nu een getrouwde vrouw was en uit haar leven zou verdwijnen en er nooit weer in zou terugkeren. „Brigie, o Brigie, lieveling. Het. . . ik heb zo'n spijt van alles wat ik heb gedaan. " Ze hielden elkaar vast omklemd. „Ik zal. . . zal het mezelf nooit vergeven wat ik u allemaal heb aangedaan. Zou u. . . zou u het me kunnen vergeven? O, alstublieft, alstublieft, zeg me toch dat u me hebt vergeven en. . . zoals Dan ook al heeft gezegd, u moet naar ons toe komen. O, Brigie, Brigie, praat tegen me! Zeg wat. " Daar stonden ze nog altijd verenigd, nu slechts door hun handen. Miss Brigmore zei niets; dat kon ze niet. Ze maakte haar handen los en nam voor de laatste maal het geliefde gezichtje tussen haar beide handpalmen. Toen boog ze zich naar voren en kuste Barbara, daarna draaide ze haar om en duwde haar zachtjes naar de deur, waarna ze zelf ijlings in de zitkamer verdween. Toen de mannen in de hal terugkeerden, vonden ze daar Barbara met haar hoofd op haar borst staan snikken. Een paar minuten later zaten ze al in de koets. De koetsier had de twe e valiezen op het imperiaal gelegd. Het was de enige bagage die ze meenamen. Barbara lichtte haar hoofd niet op om nog eens naar het huis te kijken en ook Harry keek niet uit het raam. Alleen Dan wuifde ten afscheid naar het eenzame figuurtje van Mary bij het hek. Mary stond daar maar en keek hoe de koets over de bevroren weg hobbelde. Ze bleef kijken tot hij om de hoek verdween; toen keerde ze zich huiverend om en liep het pad terug naar de voordeur terwijl ze snikkend mompelde: „O, nou is ze weg. Ik kan het me niet indenken. Almachtige God, wat moet er van miss worden?" Toen ze de deur sloot, hoorde ze vreemde geluiden. Ze gooide haar jas, die ze tegen de kou had aangetrokken, op de grond en haastte zich naar de zitkamer. Toen ze de deur opende, bleef ze even als aan de grond genageld staan en staarde naar de gestalte op de vloer, die half over de zitting van de sofa hing en haar gezicht in een kussen begroef terwijl haar handen in de bekleding graaiden alsof ze deeg aan het kneden was. ,,0, miss, miss! " Mary liet zich op de grond naast miss Brigmore vallen en sloeg haar armen om haar heen, terwijl ze huilend zei: „Trek het u niet zo aan. Niet zo aantrekken. Kom, ga rechtop zitten. Ik zal iets te drinken halen, kom, kom nu, meid. " Ze was zo ontdaan dat ze zelfs vergat voor deze verspreking haar excuses aan te bieden. Het duurde wel even voordat ze miss Brigmore had overreed op te staan, en toen ze haar op de sofa had geïnstalleerd en een sjaal om haar schouders had gelegd, zei ze: „Blijf nu zo rustig zitten, dan haal ik wat warms te drinken met een scheutje whisky erdoor. Dat is goed voor u, een flinke scheut whisky. " De tranen bleven stromen en miss Brigmore deed geen enkele poging om ze te stuiten. Ze zat daar maar en staarde in het vuur. Na enige tijd sloeg ze haar ogen op en haar blik bleef rusten op Thomas' portret. Zoals altijd glimlachte hij vriendelijk tegen haar. De horlogeketting op zijn omvangrijke buik glinsterde en leek als het ware licht naar zijn ogen te spiegelen. Het was alsof hij wilde zeggen: „Toe, dit is heus niet het einde van alles. Je bent niet slechter af dan toen je begon, in feite zelfs beter, veel beter dan toen je nog voor mij zorgde, want nu heb je toch een eigen huis, is het niet? En drieduizend pond op de bank? En een vriend zoals Harry Bensham?" Een vriend als Harry Bensham? Harry Bensham zou het voorbeeld van zijn zoon en Barbara wel spoedig volgen. Evenals die twee zou ook hij uit haar leven verdwijnen, misschien om van tijd tot tijd nog eens op te duiken en haar alle goeds te wensen. Ze keek op naar de ogen die zo echt leken en heel even maar dacht ze: Ik wou dat ik nooit een voet in High Banks Hall had gezet, want dan had ik jou ook nooit ontmoet en dan zou mijn leven nog alleen van mij zijn, niet verspild aan deze of gene en leeg naar me teruggeworpen, zodat er niets meer is om voor te leven. Maar de zachtheid in de op haar gerichte blikken joeg deze gedachte op de vlucht; het was alsof er nu een zekere droefheid over het gezicht gleed en ze hoorde Thomas' stem uit het verleden zeggen: „Ik heb meer van je gehouden dan van wie ook. Wees daarmee tevreden! "Kon je tevreden leven met enkel maar een herinnering? Ze zou het wel moeten, of niet soms? Ze zou haar krachten moeten verzamelen en onder ogen moeten zien wat het leven iemand als haar nog had te bieden, miss Brigmore, altijd miss Brigmore.