8

Katia kwam thuis van haar werk in de Pasta&Vino.

‘Hoe gaat het hier?’ Ze kuste Max en hij haar.

‘Hallo, Gijs, hey, Maya, kun je hier al wat wennen?’

‘Ik denk van wel, schat, na de verhalen die we gehoord hebben, is het hier een paradijsje’, antwoordde Max in Maya’s plaats.

‘Da’s goed nieuws. Nu het slechte: mijn maag breekt’, zei Katia terwijl ze over haar buik wreef.

‘Maar, schat, je werkt in een restaurant en zelf kom je met honger naar huis?’

‘En toch is het zo. Ik heb een kleine honderd mensen te eten gegeven, maar zelf heb ik nog geen hap naar binnen gekregen, geen tijd.’

Daarop nam Max haar bij de schouders en duwde haar met zachte drang op de sofa.

‘Ziezo, dan ga jij hier mooi even liggen, terwijl Maxie wel iets tevoorschijn tovert.’

Katia kon haar lach niet onderdrukken. ‘Jij? Koken? Dat moet ik zien!’

Max ging fiks als een soldaat voor haar staan. ‘Ik zei dat ik iets ging regelen, lieve dame, niet dat ik ging koken.’

‘Ja, ja, trek je maar uit de slag.’

‘Wat dachten jullie van afhaalchinees?’ vroeg hij bloedserieus.

‘Tja, zo kan ik het ook’, lachte Katia. ‘Er ligt een menu-kaart van de Asia in de tweede lade in de keuken’, hielp ze.

Tegen Maya zei Max met een brede glimlach: ‘En, Maya, jij kent vast al de nummertjes van de gerechten uit het hoofd?’

Het meisje schudde van nee en lachte voor de eerste keer een rij hagelwitte tanden bloot.

‘Hoe weten we dat ze niet liegt? Videoverhoor?’

‘Komaan, Gijs, een kind van zeventien jaar dat zwanger in een container van Nepal naar hier reist, haar baby baart op de wc-pot van een station en totaal verzwakt naar hulp zoekt.’ Hij tikte met zijn wijsvinger tegen zijn slaap. ‘Welk belang kan ze erbij hebben om te liegen? Ze is gevlucht voor een gevaarlijke gek. Zestien, hooguit zeventien, Gijs, een kind nog.’

‘Hm-mm. Ik wil het zeker weten.’

‘Wat wil je zeker weten?’

‘Alles. Ten eerste wil ik zekerheid hebben over haar bewering dat Ivan Depraeter haar verkracht heeft en dat het kind van hem was.’

‘Dus een DNA-test.’

‘Helemaal juist.’

‘Dus dat betekent dat we Isa en andere mensen van het lab op de hoogte moeten stellen van de hele affaire.’

‘Tja, ik ben niet opgeleid om een DNA-test te interpreteren, jij?’

‘Nee, natuurlijk niet. En hoe dacht jij dan om zijn DNA…?’

‘Precies, je leest mijn gedachten, dat is het plan: Maud moet gewoon een haartje van hem voor ons wegplukken. Of tijdens het liefdesspel wat huid van zijn rug krabben.’

‘Zeg, hoor ons hier nu praten. Waar zijn wij eigenlijk mee bezig?’

‘Met het oprollen van een vieze criminele structuur, en ik krijg er met de dag meer goesting in.’

Maya zat aan het tafeltje in het videolokaal. Tegenover haar hadden Maud en Max plaatsgenomen.

‘Wil je graag cola?’

Ze knikte van ja.

‘Vertel ons alles, Maya, over je moeder, de fabriek, de kliniek, wat gebeurde daar precies?’ Maud klonk uitermate ernstig.

‘Ik heb al veel verteld’, zei ze terwijl ze Max aankeek.

‘Dat weet ik,’ zei Maud, ‘maar ik wil teruggaan naar het begin. Ik wil feiten, ik wil de puzzel zien, ik wil hem leggen en de ontbrekende stukken zoeken. Er zijn er nog te veel. Alles Maya, alles, in detail.’

Maya verzonk in gedachten en staarde naar het tafelblad.

‘Het gebouw is een fabriek.’

‘Wat voor fabriek?’

‘Van sportschoenen. Ik denk dat ik zo’n veertien jaar was toen mijn vader mij naar een gigantische zaal bracht, waar honderden jonge meisjes en vrouwen schouder aan schouder achter een stikmachine zaten. Een van hen leerde mij hoe ik schoenzolen moest stikken. Ze deed het enkele keren voor en daarna was het mijn beurt. Er was weinig tijd om vragen te stellen.

Er moest gewerkt worden van zeven uur ’s morgens tot negen uur ’s avonds. Het stonk er naar een mengeling van plastic, lijm en zweet. De verlichting was onvoldoende, waardoor we ons extra moesten concentreren op ons werk en onszelf soms kwetsten aan naalden of andere werktuigen. Soms flikkerden de tl-lampen aan en uit en dat gedurende dagen of weken. Het werkte enorm op onze zenuwen. Onze ogen dienden zich constant aan te passen aan licht en duisternis. We werden er gek van. Nadat verscheidene meisjes fouten hadden gemaakt in het stikpatroon doordat ze oververmoeid of te zenuwachtig waren, kwam iemand het licht herstellen. Vaak begonnen de lampen opnieuw aan en uit te flitsen zodra die zogezegde hersteller nog maar de deur van de zaal uit was.

De machines maakten ook een hels lawaai. Er waren per zaal maar enkele oorbeschermers. Alleen degenen die zich ’s morgens als eersten een weg door de ingang konden banen, wisten er een paar van een tafel te grissen. Er liepen constant opzichters rond die wel oorbeschermers droegen. We mochten tijdens het werk niet praten met elkaar en als we dat wel deden, kregen we straf.’

Max onderbrak haar. ‘Welke straf?’

‘Er waren verschillende straffen. Dat kon betekenen dat je de dag erop geen ontbijt kreeg of dat je loon uitgesteld werd. We kregen per dag twee keer tien minuten om naar het toilet te gaan, om buiten een sigaret te roken of om even met iemand te bellen. Maar een straf kon er ook uit bestaan dat die tien minuten gereduceerd werden tot vijf of dat je tot ’s avonds diende te wachten voor je sigaret of je telefoontje. Dat van die sigaret was voor mezelf niet erg, want ik rook niet en zal nooit een sigaret aanraken. Je longen zijn je teerste organen, dus die mag je de duvel niet aandoen.’

Max perste zijn lippen hard op elkaar en gromde wat. Net op dit eigenste moment had hij verschrikkelijke trek in een sigaret, eigenlijk nog veel meer dan anders, maar hij duwde de gedachte en de drang naar een nicotineshot van zich af.

‘Wanneer de tijd om naar de wc te gaan verminderd werd, was dat verschrikkelijk als je je regels had. Voor een meisje is dat een heel erge straf, je niet kunnen verschonen, je eigen menstruatiebloed ruiken, vaak ook dat van andere meisjes, en dat tot ’s avonds laat.’

Maya keek in Mauds richting. Maud voelde dat haar hoofd wat naar voren begon te zakken en dat ze meegezogen werd in Maya’s verhaal. Ze draaide ongemakkelijk op haar stoel. De zeurende pijn in haar nek begon weer.

‘Na het werk moesten we gezamenlijk douchen in een donkere en groezelige ruimte. Zeep moesten we zelf kopen en die werd vaak gestolen. Uit de douchekop kwam alleen maar een schriel waterstraaltje, meestal lauw. Zelfs de douchebeurt werd met een stopwatch gemeten omdat er te veel meisjes waren voor slechts enkele douches. De meeste meisjes droegen een kort kapsel omdat dat sneller gewassen en gedroogd was dan lange haren. We waren ook niet erg met ons uiterlijk bezig.

We moesten zelf onze kleren wassen in een grote zinken teil en daarna de slaapzaal poetsen, die altijd slecht rook. In de slaapzaal was het altijd lawaaierig en je kon er geen moment alleen zijn.

Het lag er altijd vol met kleren op ons bed, omdat we een minuscuul kastje moesten delen om onze spullen in op te bergen. Een leuk T-shirt of sweater zag je plots niet meer terug, omdat hij je ontfutseld was door iemand van je slaapzaal of van die ernaast. Onze kleren moesten we te drogen hangen op wasdraden op een piepklein balkonnetje, waardoor we genoodzaakt waren ze over elkaar heen te hangen en ze soms de dag daarna nog nat waren. Er was maar één klein balkonnetje per verdieping.

Hier heb ik al opgemerkt dat jullie bloemen of planten op balkons zetten, maar daar was geen plaats of aandacht voor iets fleurigs. Ik heb nog maar zelden een echte bloem van dichtbij gezien.’

Ze stopte met praten en dronk van haar cola.

‘Kwam er dan niemand in opstand tegen dat regime?’ vroeg Maud.

‘Er werd ons aangeleerd om gehoorzaam te zijn en onze eigen belangen te verdringen.

De meesten waren al blij dat ze konden werken, in veel andere fabrieken was de toestand niet veel beter.’

Maud humde.

Max zei: ‘Ga verder.’

‘Ik wist algauw dat ik uit de fabriek zou ontsnappen en dat ik een ander leven wilde. En daar was maar één manier voor: mezelf toeleggen op de Engelse taal en leren omgaan met een computer. Wanneer ik om de veertien dagen een dag vrij had, bracht ik die door met lezen en het volgen van een computercursus.’

‘Kon je die dan betalen?’ vroeg Maud.

‘Ik legde iedere maand wat geld opzij voor een gsm, en om regelmatig wat fruit te kopen, om zo voldoende vitamines binnen te krijgen.

In de fabriek probeerde ik om vriendelijk te zijn tegenover de afdelingschef. Ik wilde zijn aandacht trekken en hoopte zo hogerop te komen. Zo kon ik me verbeteren en doordat ik veel mijn Engels oefende en met een computer leerde werken, kon ik na enkele maanden in de ontwerpafdeling werken.

Ik zorgde ervoor dat de baas opgetogen was over mijn werk en overtuigde hem van de kennis van mijn Engels. Ook met de computer werd ik meer bedreven en dat merkte hij. Hij liet me steeds vaker opdrachten uitvoeren op zijn pc en controleerde die dan.

Na enkele maanden mocht ik in een ruimte werken waar vijftien jonge mensen voor een computerscherm zaten om tekeningen te maken. Iedereen had zeventig centimeter plaats, niet meer, maar minder mocht. Zo kon de ruimte maximaal benut worden. Maar voor mij was dat zeker een verbetering.

Na het werk moesten we onze opgelegde oefeningen doen, maar ik deed daarna nog fitnessoefeningen op en naast mijn bed of in een gang. Het maakte weinig uit waar, zolang mijn gewrichten maar niet stram werden! Ik had een gezond lichaam en daar zou niemand aan tornen. Ik wilde in vorm blijven en mij niet laten verzwakken door de harde werkdruk, de slechte werkomstandigheden en de muffe lucht. Doordat de transportafdeling dringend nood had aan een betere logistiek, kwam ik in aanmerking als contactpersoon met Panalpina.’

Plots kijkt ze recht in Mauds gezicht.

‘Ik had veel gefilmd met mijn gsm, maar ben hem kwijtgeraakt. Wist ik maar waar of hoe.’

‘Je bedoelt dat je opnames hebt met je gsm van toestanden in de fabriek?’

‘Ja, ik wilde bewijzen hebben.’

‘Heb je enig idee waar je gsm kan zijn?’

‘Ik had hem nog in de container, want ik had afgesproken met mijn contactpersoon bij Panalpina dat ik hem een bericht zou sturen wanneer ik aangekomen was in Brussel.’

Ze stopte even met haar verhaal en dacht na.

‘Er is nog iets anders. Ik ben dus niet alleen mijn gsm kwijt, maar ook mijn pas. Toen ik in de container vluchtte, had ik een identiteitskaart met een kettinkje vastgemaakt aan mijn riem. Er was wel aan gewerkt, maar dat is normaal.’

‘Wat bedoel je met “aan gewerkt”? Waaraan werd er gewerkt?’

‘Aan mijn identiteitskaart. Bijna niemand heeft een echte. Ze worden regelmatig gestolen, vandaar die riem en dat kettinkje. Er zijn jongens die er een sport van maken om de geboortedatum of foto te veranderen. Zij die vaardig genoeg zijn met de computer worden er echte experts in, maar daarvoor moet je natuurlijk wat centen neertellen. Ze leven, overleven van namaak. Mijn geboortedatum werd ook veranderd, anders zou ik niet aan het werk gekund hebben, want wettelijk moet je achttien zijn. In feite weet je overste nooit echt hoe oud je bent.’

‘Tracht het je te herinneren, Maya, had je jouw gsm nog na de bevalling?’

‘Ik weet het niet, echt. Ik was totaal uitgeput. Duurt dit gesprek nog lang, denkt u? Ik zou nu graag mijn oefeningen doen en wat mediteren. Ik moet weer wat tot mezelf komen. Tot rust komen.’

‘Zo meteen,’ reageerde Maud, ‘nog even kranig zijn. Een “volledig arrangement”, zegt jou dat iets?’

Max toonde Maya het briefje van het hotel.

‘Ja.’ Ze zei het zonder nadenken.

Verrast door haar snelle reactie sperde hij zijn ogen open en keek haar vol ongeduld aan. ‘We willen het weten, Maya, zeg op.’

‘Het is een deal – zo heet dat hier toch ook, denk ik – een regeling.’

‘Ga verder.’ Max maakte draaiende bewegingen met zijn hand om aan te tonen dat het moest vooruitgaan.

‘Met volledig arrangement wordt bedoeld dat in de overeengekomen prijs een screening, een onderzoek, medicatie, een ingreep, vliegtuigticket en een hotelverblijf zitten. Het is een speciale formule voor rijke buitenlanders die dringend een orgaan willen ingeplant krijgen en die lange wachtlijsten willen omzeilen.’

‘Via een illegaal circuit.’

‘Een all-in dus?’ Max kreeg een verwrongen uitdrukking op zijn gezicht, waarop een spottend lachje doorbrak.

‘Eh, ja, zo kun je het noemen.’

‘Jongens toch! Niet te geloven! Het gaat toch om mensen!’ riep hij uit en hij sprong overeind.

‘Het erge is dat ook dokters, chirurgen en verplegend personeel erbij betrokken zijn. Ze krijgen allemaal een flinke som geld en de prijs wordt steeds opgedreven.’

‘Wat is de rol van Ivan hierin?’ wilde Maud weten.

‘Hij is een kopstuk van de hele structuur. Hij regelt alles, zonder mededogen. Ik vertelde het al tegen Max, mijn baby en ik stonden ook op de lijst.’

‘Vraag is, hoe kunnen we dat bewijzen?’

‘Iemand heeft het gezien.’

‘Wie? Hoe?’

‘Iemand in het kamp – tja, ik blijf het zo noemen omdat ik er eigenlijk geen andere naam voor kan bedenken. Iemand heeft me gewaarschuwd, een jonge vrouw, haar naam is Shaleen. We sliepen in dezelfde slaapzaal. Ze kwam af en toe in het kantoor van mijn vader om hem te helpen met klusjes en eenvoudige, administratieve taken. Zo moest ze zijn post klasseren en zijn bureau opruimen, zulke dingen.’

Maya keek Maud aan.

‘Het is ook van haar dat ik uw naam en adres te weten ben gekomen. Ze had immers de correspondentie voor het congres opgevolgd en dus ook de deelnemerslijst gezien. Ze wist dat alle deelnemers politiemensen waren en dat ik dus bij u veilig zou zijn. U was ook de enige vrouw op de lijst, dat was voor mij immens belangrijk. Ik las ook dat u twee kinderen had, waarbij een meisje wat jonger dan ik. Ik zou nooit vluchten in de richting van een vreemde man, naar een ander land, ook al was hij bij de politie. Een vrouwelijke onderzoeksrechter, dat klonk mij erg veilig en beschermend in de oren. De vliegschema’s hadden we vooraf goed bestudeerd, mijn vlucht hierheen was de snelste, met slechts één korte tussenstop.’

Maya zweeg en dronk even. Maud zat er wat aangeslagen bij.

‘En toen? Wat gebeurde er toen?’

‘Shaleens takenpakket veranderde algauw. Na een tijdje werd ze verplicht om Ivan ook met andere, niet-administratieve dingen te dienen. Ze vertelde mij dat ze hem op commando oraal moest bevredigen, waarna ze als een vuile hond naar buiten werd geschopt. Als ze die handelingen weigerde, dreigde hij ermee haar job af te nemen en die aan een andere, gehoorzamere vrouw te geven. Hij heeft haar ook meerdere keren met de dood bedreigd, dus ze wilde er net als ik weg zodra ze de kans kreeg.

Op een dag zag ze enkele dossiers openliggen op zijn bureau en ze wist met zekerheid dat hij niet aanwezig was in de fabriek. Het was een slordigheid van hem, maar hij ging er waarschijnlijk toch van uit dat ze enkel de zeer elementaire dingen kon lezen, zoals de meeste vrouwen bij ons. Maar daar had hij het mis, want Shaleen vroeg mij geregeld naar cursussen Engels, die ze inkeek zodra ze er de gelegenheid toe had. Soms las ze erin wanneer ze ’s avonds in bed lag. Ze kon niet echt vlot lezen, maar toch voldoende om mijn naam te herkennen, en ze had ook mijn foto herkend. Ze heeft mij dan onmiddellijk op de hoogte gebracht van het feit dat ze vermoedens had dat ik ook door iemand besteld was, en op die dag was ik vastbesloten om te vluchten. Ik stelde voor om samen met haar te ontsnappen, maar ze zei dat ze dat niet durfde, ze zou het later proberen.’

‘Hoe heb jij het dan voor mekaar gekregen dat je weg kon?’

‘In het ziekenhuis werden wekelijks operatiebenodigdheden, producten en medicatie geleverd door een transportbedrijf. Ik merkte op dat het steeds op dezelfde dag in de week gebeurde en steeds door dezelfde firma, Panalpina.

Een medewerker van de transportafdeling heeft me geholpen omdat ik zwanger was en omdat ik hem had beloofd geld te sturen zodra ik hier was. In het begin twijfelde hij of hij mij kon vertrouwen, maar het werkte. Op een dag regelde hij een container waarin ik voldoende plaats had om te liggen, met enkele kussens, enkele flessen water, fruit en noten en enkele porties gekookte rijst. Met een speciale boormachine maakte hij minuscule ventilatiegaatjes in de kist zodat ik verse lucht kreeg. Ik zou wegkomen, en er was niks wat me kon tegenhouden.’

Het was koud in de vergaderruimte. Maud blies in haar handen en wreef ze dan krachtig tegen elkaar.

‘Hij zei er iets over tijdens onze eerste ontmoeting in de bar van het Holiday Inn.’

‘Waarover, Maud?’

‘Dat hij gedurende lange tijd naar de nierdialyse moest in het UZ, maar dat hij nu een nieuwe nier had gekregen. Op dat moment, toen hij het mij vertelde, legde ik absoluut nog geen link met illegaliteit. Ik vond het natuurlijk wel vreemd dat hij zo vlug aan een donor was gekomen, maar ik zocht er niks misdadigs achter, hij is tenslotte bij de politie. We hadden elkaar ook zo lang niet gezien en we hadden elkaar zoveel te zeggen. Achterdocht was wel het laatste wat toen in mij opkwam.’

‘Weet je nog wat hij precies vertelde?’

‘Hij zei dat er, samen met hem, nog een andere man was die op dezelfde tijdstippen naar de dialyse kwam, maar die plots wegbleef.’

Maud kreeg het opnieuw moeilijk. ‘Ik kan nog steeds niet geloven dat hij een misdadig brein heeft. En dan te zeggen dat ik met hem… Hoe kon ik zo’n goedgelovige stommeling zijn?’

Gijs corrigeerde haar.

‘Doe niet van die strenge uitspraken over jezelf, Maud. Waar we in eerste instantie op moeten letten is dat we uiterst behoedzaam te werk gaan, want hij heeft vermoedelijk een heel netwerk achter zich.’

Max pikte erop in. ‘En boven zich. Iedereen die in die kliniek werkt, verdient aan die transplantaties. Ze houden elkaar de hand boven het hoofd. Een samenzweerderig troepje.’

Maud rechtte haar rug en trok een leeuwenhuid aan.

‘Ik ben bereid om tot op het bot te gaan om te weten hoe de vork aan de steel zit’, zei ze moedig en vastberaden. ‘Ik wil de waarheid achterhalen, hoe akelig die ook is.’

Max en Gijs keken haar vol ontzag aan.

‘Eh, ja, eigenlijk is dat wat wij jou wilden voorstellen, Maud.’

‘Wat dan? Is er een plan?’ Ze keek haar rechercheurs verrast aan.

‘We hebben bewijzen tegen hem nodig, DNA van hem om te beginnen. Dan weten we met zekerheid of hij de vader is van Maya’s baby’, zei Gijs.

Max vulde aan. ‘Jij kent hem het best, Maud. Jij spreekt met hem af, maar houd er rekening mee dat het niet gemakkelijk voor je zal zijn. Ik bedoel…’

Ze onderbrak hem en maakte zijn zin af: ‘…dat ik mijn gevoelens onder controle moet houden, dat bedoel je.’

‘Eh, ja, dit zal heel wat van je vergen. Denk je dat je het aankunt?’

Ze keek kordaat.

Toen sloot ze voor een moment haar ogen. Om de een of andere onverklaarbare reden schoten plots beelden van haar kinderen door haar hoofd. Het waren bewegende beelden van toen Sven en Lara klein waren, onbezorgd spelend en lachend, terwijl zij toekeek en oprecht genoot.

Dan zei ze: ‘Angst hoort bij ons werk, bij mijn werk. Ik doe het.’

Het klonk stoer, maar eigenlijk voelde ze zich alsof ze elk moment in elkaar kon zakken.

Wat ik jammer genoeg niet kan voelen, is wat er onder die hippe kleren van jou zit.

Ik bedoel, jouw jongemeisjeshuid, is ze ruw of eerder zacht?

Lara had nog maar net haar laptop terug van Steven en daar had je haar anonieme mailer weer.

Ze voelde een onweerstaanbare woede in zich opwellen en een hevige drang om erop te antwoorden. Haar vingers lagen als geslepen pijlen klaar op de toetsen. Ze wilde terugschrijven dat ze het een flauwe grap vond en dat hij beter ergens anders kon proberen om aandacht af te dwingen. Steven had Max gezegd dat hij aan de anonieme afzender kop noch staart kon krijgen, dus misschien moest ze maar eens het heft in eigen handen nemen.

Maar ze had ook gehoord en ook ergens gelezen dat je stalking het beste kon bestrijden door de berichten te negeren. Niet op antwoorden dus, niet op de mails en niet op sms-berichten. Gewoonlijk viel het gestalk dan na een tijdje vanzelf stil. Dat ‘tijdje’ viel haar het zwaarst, ze wilde er het liefst nu meteen korte metten mee maken.

Ze had de mails al onbeantwoord gelaten en toch bleven ze komen, méér negeren kon ze niet.

Ze ademde diep in en uit, rechtte haar rug en legde haar vingers op het toetsenbord. Ze klikte op Beantwoorden.

Als u mij bang wilt maken, vergist u zich. Maar misschien lukt het wel bij iemand anders.

Ze zette er haar naam niet onder. Die kende hij toch al.

Ze wilde er nog bij typen dat ze hem een vetzak vond omdat hij haar kleren en reisspulletjes had, maar dat zou hem alleen maar sterken in zijn machtsgevoel tegenover haar. Ze was wel zo slim. Zoiets antwoorden zou het er alleen maar erger op maken.

Ze wachtte nog even en slikte de krop in haar keel weg, maar dan klikte ze op Verzenden.

Op de kop af twee minuten later kreeg ze een mail terug.

Jij lepe meid, je gaf mij geen antwoord. Is jouw huid zo zacht als die van je moeder? Wat denk je? Zal ik háár wat bang maken?

Ze las het opnieuw. Haar ogen schoten naar dat ene woord: moeder. Haar moeder? Ze liep vuurrood aan van onmacht.

Nu wist ze het zeker: hij had Mauds trolley ook.

Wat moest ze nu doen? Ze zat roerloos achter haar laptop en het zweet brak haar uit.

Ze wilde naar Karen bellen, maar bedacht zich. Karen mocht ze niet laten binnenkijken in de liefdeswereld van haar moeder, dat vond ze niet fair. Nu ja, ‘liefdeswereld’, verdomme, wat voor een wereld was het eigenlijk?

Ze durfde het ook niet aan Maud te vertellen of te vragen. Ze hadden nog nooit met elkaar gesproken over elkaars mailverkeer, maar haar trolley en die van haar moeder, dat was toch anders. Wat moest ze nu doen?

Max dan, die kon ze toch in vertrouwen nemen? Maar hem opnieuw met iets lastigvallen terwijl hij midden in het onderzoek zat… Maar toch moest ze het wel zeggen, dit was van groot belang.

Ze schoof haar bureaustoel achteruit en stond op. Haar lichaam revolteerde. Het was sterker dan haarzelf, ze herkende het gevoel.

Ze ging naar het toilet en boog zich voorover terwijl ze met een hand de wc-bril omhooghield en met de andere op haar knie steunde. Haar lichaam gebood haar dit te doen en ze kende de techniek. Ze had het al zo dikwijls gedaan.

Ze sloot de ogen, sperde haar mond wijd open en strekte haar tong zo ver mogelijk uit. Toen stak ze haar wijs- en middenvinger tot diep in haar keel.

‘Maud? Met mij.’

Maud hield haar gsm in de lucht en lipte naar Max en Gijs: ‘Ivan’, terwijl ze met haar wijsvinger naar haar toestel wees.

‘Ja, hey’, zei ze wat ingehouden.

‘Oo… wat een klein “hey’tje”. How goes?’

Ze had hem wel een mep kunnen verkopen door de telefoon, maar in plaats daarvan zei ze afgewogen: ‘Met mij goed, hoor. Hang je nog niet in de lucht?’

‘Nee, nog even niet, andere planning. En daarbij, ik zou toch niet vertrekken zonder jou te kussen?’

Flemer, dacht Maud.

‘Hm, waar zit je?’ Ze zei het ongeïnteresseerd, maar in gedachten proefde ze zijn lippen.

‘Ik ben nog in Amsterdam, blijf hier nog enkele dagen.’

Maud trok een diepe frons in haar voorhoofd en keek van onder haar wenkbrauwen afwisselend naar Max en Gijs. Ze had niet meteen een antwoord klaar.

‘Leuk voor je.’

‘En voor jou.’

‘Voor mij?’ Haar adem zat plots vast.

‘Waarom niet? We kunnen hier nog zoveel gezellige dingen doen samen.’

Ze zag het plaatje zo voor zich: samen wandelen langs de grachten, samen uit eten, samen vrijen. Ze voelde hoe ze dreigde weg te dromen, maar knipperde dan met haar ogen.

‘Eh, ik zit wel in een onderzoek, remember?’

‘Weet ik, maar met een halve dag of zo met jou ben ik al heel blij. Vorige keer was toch…’

‘Ik moet nu ophangen, Ivan, ik ben eigenlijk in gesprek.’

‘Sorry, wanneer bel ik je dan het best?’

‘Moeilijk te zeggen, druk, druk.’ Dat klonk natuurlijk verwaand.

‘Mailen beter?’

‘Tja, doe maar, ik zie het wel binnenkomen.’

‘Ik kus je.’

Ze hoorde het wel en die drie fantastische korte woordjes zinderden na in haar oren. Er welde een warme stroom door haar lichaam die ze zalig vond, maar die ze vanaf nu niet meer zou toelaten. Ze beëindigde het gesprek en vermande zich.

‘Hij heeft zijn planning veranderd’, zei ze tegen haar rechercheurs.

‘Wat heeft die toch allemaal in Amsterdam te zoeken?’

‘Geen idee.’

Max en Gijs blikten elkaar in de ogen en zwegen.

Dan weergalmden weer die drie woorden door haar hoofd: ‘Ik kus je.’

Plots een bericht op haar gsm.

Wil niet tussen mails verzeilen, daarom toch een sms.

Ik reken erop dat je morgen naar A’dam komt. Alles overdoen.

Haal je af aan station wanneer je maar wilt. X

Maud wiste het bericht onmiddellijk. Ze had geen zin om er meteen op te reageren omdat ze voelde dat haar antwoord te impulsief zou zijn. Ze zou een gepaste en doordachte reactie geven, in overleg met Max en Gijs.