2

zaterdag 20 november

Dag Maud,

Lang geleden.

Ik kom zomaar bij je binnenvallen, dat besef ik.

Maar ik zag je naam op de deelnemerslijst staan voor het congres in Salamanca en keek er wel naar uit om je terug te zien na, tja, hoeveel is het… vijfentwintig jaar? Ongelooflijk!

Anderzijds, ik zag het in het nieuws, hier op mijn hotelkamer, het item over dat babylijkje in een toilet, gruwelijk!

Maar je komt toch? We zouden oude herinneringen kunnen ophalen.

Hoop iets van je te horen (en je te zien).

Hartelijke groet,

Ivan Depraeter

Maud herlas de mail. Ze had zijn naam ook opgemerkt in de deelnemerslijst en zag een weerzien wel zitten.

Ivan was een medestudent geweest in de rechtenfaculteit in Gent. Ze trokken in die tijd geregeld met elkaar op en hadden na een fuif één keer met elkaar geslapen. Hij was vergeten zijn fiets op slot te doen, die bijgevolg was gepikt, en ze waren samen om drie uur ’s morgens arm in arm naar haar kot gegaan (dat was dichterbij, ze waren moe, een beetje dronken en het was bar koud). Na die ene keer was er niks meer gebeurd, er waren ook geen vonken geweest, op geen enkel moment, bij geen van beiden. Het was gewoon een onenightstand geweest. Maud kon zich echter niets meer herinneren van die bewuste nacht. Wel dat ze het gedaan hadden, maar door vermoeidheid en het late uur vermoedelijk enkel maar de daad, zonder voorafgaand gesnuffel en gestreel, zonder veel intro.

Bijgevolg was er niks blijven hangen van die belevenis, althans niets fenomenaals waaraan ze kon terugdenken met een snippertje verlangen of zo. Het was in ieder geval geen mijlpaal of hoogtepunt in haar turbulente studentenleven.

Eigenlijk hadden ze elkaar daarna simpelweg uit het oog verloren, zoals dat zo vaak (meestal) gebeurde na de studies, en was het contact en het schriele vlammetje tussen hen compleet uitgedoofd. Was er eigenlijk wel sprake geweest van een vlam? Het scheen haar meer het eindresultaat te zijn geweest van een samenloop van omstandigheden.

Ze trachtte zich hem te herinneren en mijmerde een poosje.

Dan besloot ze om niet meteen op de mail te antwoorden (altijd verstandiger), maar er een nachtje over te slapen (hopelijk lukte dat).

Binnen in haar, achter haar borstbeen, voelde ze een sprankeltje puberale angst in combinatie met een zacht geroffel van haar hart tegen haar ribben.

Hoe lang was het geleden dat ze een niet-politionele mail van een man had ontvangen? Ze dacht zowat een eeuw.

zondag 21 november

Dag Ivan,

Dank voor je mail. Even een korte reactie.

Jammer genoeg moet ik het congres overslaan, want ik zit volop in het onderzoek.

Bijpraten na zo’n lange tijd zou wel leuk zijn geweest. Andere keer dan maar.

Groeten,

Maud

Ze was er zich terdege van bewust dat het een stijf bericht was, eerder steriel. Bijna om schrik van te hebben.

maandag 22 november

Beste Maud,

Ben blij met je reactie, beetje minder blij met je antwoord.

Begrijpelijk dat je daar wilt blijven om het onderzoek te volgen (te leiden?)

Weet je, ik plan na het congres een week of misschien langer in België, om mijn ouders en wat vrienden te bezoeken. Het is nu drie jaar geleden dat ik er was.

Als jij het goedvindt, zou ik je graag ontmoeten.

Maar wanneer het niet past, of je het liever niet hebt, laat het me gerust weten. Alle begrip.

Ivan

dinsdag 23 november

Ivan,

Ik kan me vrijmaken op 2 december ’s avonds.

Maud

woensdag 24 november

Maud,

2 december is prima.

Ik logeer in het Holiday Inn te Gent, laten we afspreken in de lobby om halfacht. Dan kunnen we iets drinken en wat eten. We gaan elkaar toch herkennen, of zal ik een bloem opsteken? (grapje) Ivan

Ze moest nog ergens foto’s hebben van in haar studententijd, maar waar? Morgen zou ze een korte poging doen en haar schuiven eens doorzoeken.

En haar kleerkast.

Ze ging voor de spiegel staan en duwde kritisch enkele futloze haarlokken omhoog.

In feite was haar haardos al redelijk doorschoten met draden grijs, die hoe langer hoe meer stug en koppig hun eigen leven gingen leiden, dus misschien moest ze tegelijk maar een bezoek aan de kapper regelen.

Kleren en kapper, twee vliegen in één klap, groot onderhoud dus.

Nadat ze uitgebreid gedoucht had, kroop ze, terwijl haar huid nog natintelde, onder de donsdeken, die lekker naar wasverzachter rook. Ze had zich in de Colruyt bij de aanbiedingen laten verleiden door de rozengeur in plaats van de klassieke lavendel, eens iets anders, en achteraf bekeken geen slechte zet.

Ze ging op haar rug liggen, sloot haar ogen en trachtte zich te herinneren wat het was in hem dat haar had aangetrokken, vroeger, toen.

Ze daalde af in haar gedachten, maar hoe ze het ook probeerde, het verleden – of dat stukje van die ene nacht – bleef verdoken onder een dikke laag mist. Zijn gestalte verscheen wel en zijn contouren ook, maar de details van zijn gezicht, hoe zijn ogen stonden, het timbre van zijn stem, de tekening van zijn mond, bleven vaag, als een troebele vlek.

Het deed haar denken aan een schilderij waarover een beker water gemorst was.

Ze werd overmand door twijfel en zuchtte een paar keer. Waarom had ze op die mail geantwoord? En was dat weerzien wel een goed idee?

‘Wie ga je terugzien?’ Lara stond naast Maud voor de spiegel in de badkamer en boetseerde haar haren met gel in rechtopstaande plukjes. Ze droeg het kort en jongensachtig.

Maud zette haar ogen aan met wat mascara, waarbij ze haar mond tuitte in opperste concentratie. Ze nam het borsteltje even weg van haar oog en keek haar dochter aan in de spiegel.

‘O, een man met wie ik samen heb gestudeerd, we zouden elkaar ontmoet hebben op het congres in Salamanca.’

‘Een Belg dus?’ Lara hield haar hoofd schuin en controleerde de opspringende haartjes in haar nek.

‘Ja, we waren de enige twee Belgen op de deelnemerslijst.’

‘Mm. Dus jullie hebben elkaar twintig jaar niet gezien.’

‘Langer, vijfentwintig.’

‘Cool.’

‘Weet ik niet. Zullen we wel zien.’

‘Knap?’

Maud draaide haar hoofd naar Lara.

‘Laraaaa…’

‘Maaam, zeg nu niet dat je er geen zin in hebt.’ Ze zei het terwijl ze de overtollige gel van haar handen spoelde.

‘Zullen we wel zien, zei ik toch.’

‘We zullen wel zien… pff, hallo, een antwoord dat geen antwoord is, een “dooddoener” noemen ze zoiets.’

Ze bleef maar doorvragen. ‘Is hij leuk? Correctie, wás hij leuk?’

‘Bwah, gewoon. In die tijd niet echt opvallend. God weet hoe hij er nu uitziet.’

Lara gniffelde. ‘Tja, dat gaat spannend worden, je gaat toch niet afzeggen?’

‘Nee, nee.’

‘Je zit toch niet met papa in je hoofd?’

‘Ach, nee.’

‘Hij heeft jou ook nooit gevraagd of hij met andere vrouwen mocht afspreken.’

‘Weet ik wel.’

Dan keek Lara bezorgd. ‘Zeg, hebben ze al gebeld voor onze trolleys?’

‘Ja, net, niet zo’n goed nieuws, ze vinden ze nergens.’

Lara’s mond vertrok en ze plantte haar handen ostentatief op haar smalle heupen.

‘Hoe? Wat? En jij zegt me niks!’ Ze molenwiekte met haar armen en liet ze dan weer tegen haar dijen vallen.

‘Lara, ik weet het sinds tien minuten geleden, oké? Ik was net van plan om het jou te zeggen. Ze zijn niet op de luchthaven en ook niet in de directe omgeving ervan. De eerste zoekactie van de luchthavenpolitie heeft dus niks opgeleverd.’

‘Ja, zeg, zoeken ze ginder wel hard genoeg?’

‘Natuurlijk wel, maar wen maar aan de gedachte dat we die trolleys misschien niet meer terugzien, meid.’

Lara kromp ineen.

‘Huh? Mam, dat méén je niet!’ Ze stampte met een voet op de grond en krulde haar onderlip. Soms kon ze toch zo verdraaid impulsief reageren, onvolwassen en uitermate fysiek.

‘Ik denk het wel. Probeer realistisch te zijn, Lara, in een luchthaven als Zaventem naar twee trolleys zoeken, dat is zoeken naar een speld in een hooiberg. Je had er toch geen waardevolle spullen in zitten?’

‘Ja, natuurlijk wel! Mijn kleren, verdomme, kleren en toiletartikelen.’

‘Gelukkig maar.’

‘Gelukkig maar? Zeg, mam, dat waren wel mijn lievelingskleren, hè!’

‘Ik begrijp je, we kopen wel nieuwe. Wees blij dat ze onze heuptasjes met gsm en portefeuille niet hebben.’

‘Mm, ja. Maar toch, dikke shit!’

Ze plukte haar mp3-speler uit het zakje van haar sweater en deed de oortjes in. Maud wilde nog iets zeggen, maar Lara was al gevlucht in haar muziek. Haar hoofd maakte kleine, ritmische bewegingen van voren naar achteren, als dat van een ijverige bosduif.

‘Mevrouw Gelderman?’

‘Spreekt u mee.’

‘Jean Delange, hoofd van de luchtvaartpolitie Zaventem.’

‘O? Hallo, dat treft, mijn dochter en ik hadden het net over onze trolleys.’

‘Luister, ik las hier de aangifte van uw verloren bagage, u mag erop rekenen dat ik er absoluut werk van maak.’

De man had een hoog stemgeluid dat door de telefoon onaangenaam scherp klonk.

Maud hield het toestel wat verder van haar oor.

‘De zoekactie heeft niks opgeleverd, zoals we u net lieten weten. Nu ja, er is andere bagage teruggevonden, maar niet uw trolleys. Het leek me het beste dat ik zelf even belde met u, kwestie van geen details over het hoofd te zien.’

‘Ja, prima, dat apprecieer ik.’

De man zat hoorbaar vol goede bedoelingen.

‘Het spijt me ook dat uw citytrip niet kon doorgaan. De politieman van dienst wist het mij te zeggen.’

‘Tja, ik kon die zaak niet naast me neerleggen, een achtergelaten dode baby, ik wil mijn tanden in dit onderzoek zetten, meneer Delange.’

‘Jean, zegt u maar Jean, en ja, ik begrijp het. Enfin, ik neem niet meer tijd van u in beslag dan nodig is. Ik lees hier dat het om twee trolleys gaat, van u en uw dochter.’

‘Klopt.’

‘En die trolleys, kunt u nog eens zeggen, was daar iets specifieks aan? Ik zie dat de inspecteur die het verslag opstelde een ster op het document getekend heeft.’

‘Ze zijn allebei van Kipling, die van Lara, mijn dochter dus, was een effen knalroze en de mijne een effen marineblauwe, beide met dat ronde Kiplinglogo erop in beige.’

‘Ah! Ik ken het, met dat beertje, hè?’

‘Eh, u bedoelt het aapje.’

‘Juist, ja, er bengelt een aapje aan de sluiting, erg grappig dat ding, en ja, nu snap ik ook meteen de link met die ster. Goh, die dingen zijn onverslijtbaar. Mijn twee dochters hebben met hun rugzakken rondgelopen tot er geen kleur meer op zat, totaal verknocht waren ze eraan. Ze zouden ermee in bed gekropen zijn. Eh, zijn het grote trolleys?’

‘Nee, wat groter dan handbagage en er hangen reislabels aan met onze naam en ons adres.’

‘Adres van bestemming of uw thuisadres?’

‘Thuisadres.’

‘Zat er iets van waarde in?’

‘Tja, kleren en toiletartikelen, niet echt veel, genoeg voor een driedaagse… Wat mezelf betreft eigenlijk niets waardevols, maar voor Lara is het een regelrechte ramp.’

‘Kan ik inkomen.’

‘Als u twee dochters hebt, weet u wat ze nu doormaakt.’

‘Ach zwijg, ik zie het zo voor me, beeld zonder klank of iets van die aard.’

‘Hm, u zit er krek op.’

‘Goed, ik geef dit nog eens door en vraag mijn mannen om extra uit te kijken, misschien staan ze wel ergens. Ze moeten het gebouw nog eens uitkammen, hopelijk komen ze met iets boven water, of in dit geval zou ik beter zeggen, komt er gauw iets uit de lucht gevallen, niet?’

Hij lachte hartelijk. Het geluid schetterde uit Mauds gsm.

‘Ja, hopelijk, in ieder geval, u belt mij dan?’

‘Zeker weten.’

Er viel een korte pauze.

‘En u? Weet u al meer? Dat kindje?’

‘Nee, we tasten nog in het duister.’

‘Ja, daar zijn in ons vak de dagen mee gevuld, met mysterieuze zaken.’

‘Zo is dat.’

‘Aan het werk, dan. Alle succes met het onderzoek, mevrouw Gelderman.’

‘Zegt u maar Maud’, antwoordde ze.

‘Maud, juist, ja, Maud.’

Hij wuifde met zijn hand.

Dat moest hem zijn. Ja, zonder twijfel. Hij veerde op uit de clubstoel en liep glunderend naar haar toe. Was hij niet kleiner? Was zijn haar niet van dat lichtere blond?

Maud monsterde hem en voelde dat ze krampachtig lachte. Ze liep wat onwennig en terughoudend naar hem toe.

‘Hey, Maud. Ach, het is zo lang geleden.’ Hij legde een hand op haar schouder en gaf haar drie klapzoenen. Hun monden kusten de lucht om hen heen.

‘Dag, Ivan. Ja, een hele tijd. Het voelt wel raar’, zei ze ongemakkelijk.

‘Tja, waar zijn al die jaren heen?’ reageerde hij vlotjes.

Hij nam haar jas aan en legde hem keurig over de stoel naast hem.

Ze stonden recht tegenover elkaar en hij liet zijn ogen onbeschroomd over haar lichaam rollen, als een moeder die haar communicant inspecteert voor de foto.

‘Hèhè, die Maud… Ik kan bijna niet geloven dat jij… dat wij hier nu zo tegenover elkaar staan. Iets drinken?’

Ze gingen in de clubs zitten en hij schoof haar de drankenkaart toe. ‘Hier, kies maar.’

Maud walste over de cocktails en de wijnen en deed alsof ze de kaart aandachtig las. Dan zei ze nerveus: ‘Wat neem jij?’

‘Gin-tonic, ik ben toe aan iets oppeppends.’

Ze voelde hoe strak haar mond stond en vroeg zich af of het zichtbaar was.

‘Voor mij hetzelfde dan.’

‘Ook een oppepper nodig?’

Ze lachten voorzichtig en onwennig.

Terwijl Ivan de ober wenkte en de drankjes bestelde, bekeek Maud hem vanuit haar ooghoeken. Zou ze hem herkennen als hij haar op straat voorbijliep? Ze was er niet zeker van. Ze dacht van niet. Hij was nog een jongen, toen, en zij een ontluikende jonge vrouw. Allebei studenten en dus heel piep.

‘Waar de jaren naartoe waren? Gewoon wég, voorbijgeraasd als een tgv.’

Zijn taal was beschaafd, zijn stem klonk zwaar en zijn ogen zaten diep. Beetje waterachtig zelfs. Donkerblond haar dus, redelijke bos. Geen kale plekken her en der. Een aarzelend streepje zilvergrijs aan de bakkebaarden. Waarschijnlijk een forse baard, want de stoppels maakten zijn kin al stekelig. Zijn lichaam zag er afgetraind uit. Geen beginnend buikje. Oef. Waarschijnlijk was hij het type man dat obsessief met zijn lichaam in de weer was. In haar verbeelding zag ze hem zo voor zich, druk doende aan fitnesstoestellen en zo.

Dus dit lichaam was haar bekend en had ze bij zich binnengelaten. Een klein deeltje dan toch, één keer, lang geleden, in het donker en in lichtbenevelde toestand.

De ober bracht een dienblad met twee joekels van glazen, waaraan op de rand een citroenschijfje bungelde. Hij zette ze met een plop op tafel en bracht nog een kommetje met zoute nootjes.

‘Op ons weerzien’, zei Ivan monter en hij reikte haar het cocktailglas aan.

‘Ja’, zei Maud verstrooid terug. Iets anders schoot haar niet te binnen.

Ze nam de cocktail van hem aan en vroeg zich af of ze opgewekt keek. Hij tikte op haar glas.

‘Waar zullen we beginnen?’ Hij vroeg het met zijn hoofd een beetje schuin.

Ze wist niet goed of het daadwerkelijk als vraag was bedoeld waarop hij een antwoord verwachtte of om het ijs te breken.

‘Vertel jij maar eerst’, maakte ze zich ervan af.

Hij leunde achterover in de club en kneedde met een hand in zijn haar.

‘Moeilijk, hè?’ zei hij terwijl hij weer wat naar haar toe neeg.

‘Daarom, jij eerst.’ Ze lachte al wat losser, waarschijnlijk door de gin-tonic, of beter gezegd door de gin alleen.

Ze nam enkele nootjes en legde ze in haar handpalm. Terwijl ze luisterde, knabbelde ze ze een voor een op.

‘Wat wil je eerst weten?’

Dit leek op een interview waarbij er enkel nog een microfoon ontbrak.

Maud nam een servetje uit een houdertje achter zich en wreef het zout van haar handen. Ze ging wat meer voorin in de club zitten en legde haar handen los op haar knieën.

‘Wat ik wil weten? Wel, hoe het congres was bijvoorbeeld?’ Ja, dat wilde ze nu wel eens weten. Hij moest haar maar de hoofdpunten vertellen, zodat ze er toch nog iets van kon meepikken.

Hij wreef met een hand over zijn kin en legde zijn hoofd wat achterover. Ze merkte op dat hij een mooi profiel had met sterke, mannelijke lijnen.

‘Het congres? Goh, collega’s uit zeventien verschillende landen, kun je je dat voorstellen?’

‘Echt? Zeventien? Interessant toch, zo’n internationale bende!’ Ze keek hem geboeid aan. ‘Vertel verder.’

‘Ach, weet je, de sprekers vielen mij eerlijk gezegd wat tegen, te veel slides en grafieken, ken je dat? Een droge bedoening. Ze hadden het hele gebeuren veel interactiever kunnen maken, veel dynamischer, met workshops of zo.’

Hij tuitte zijn lippen en knikte, alsof hij wat hij net zei nog eens wilde bevestigen.

’Mm, en bovendien was er een probleem met het geluid, zodat bepaalde sprekers enkel maar verstaanbaar waren voor de eerste rijen in de aula. Voor de rest van de zaal kwam er enkel af en toe wat schaars gekraak door en was het meer liplezen dan iets anders.’

Maud keek hem verwonderd aan. ‘Meen je dat? Hoe is dat nu mogelijk?’

‘Hm, het werd algauw een saaie boel natuurlijk. Zoals ik je al zei, ik had er echt meer van verwacht. Slechte organisatie.’

‘Serieus? En wat is er zoal gezegd? In grote lijnen dan.’ Maud dronk nog wat van haar cocktail en peuzelde met haar ondertanden zo elegant mogelijk het citroenvlees uit het schijfje.

‘Tja, over het statuut van de onderzoeksrechter, over onze bevoegdheden en die van de politie en het openbaar ministerie, en veel resultaten van wetenschappelijk onderzoek.’

‘O ja? Ik dacht dat ze het vooral zouden hebben over het strafrechtelijke beleid, over de samenwerking tussen politie en het parket en hoe die te verbeteren. Ik meende ook in het programma gelezen te hebben dat er nieuwe onderzoekstechnieken toegelicht zouden worden, dat zou een van de hoofdpunten zijn. Dat laatste was ook wat mij in het programma het meest aansprak.’

Hij knikte droog. ‘Ja, klopt, dat ook. Maar het programma werd niet echt gerespecteerd door die technische mankementen. Alles liep uit. Toen ik achteraf nog iets bleef drinken op de receptie, bleek er bij alle deelnemers groot ongenoegen. De meesten trokken daarna de stad in.’

Hij grabbelde wat nootjes weg en gooide ze in één beweging in zijn mond, waarbij hij zijn hoofd wat naar achteren legde en zijn onderkin als een schepnetje naar voren schoof.

‘Zeg, ik las op de adressenlijst van de deelnemers dat je in Nepal woont. Niet echt naast de deur.’

‘Ah ja, heb je het gezien? Klopt, een heel eind weg.’

Terwijl hij het zei, zag Maud de nootjes als een bleke brij door zijn mondholte schuiven.

‘Je weet dat ik je nu ga vragen hoe je daar verzeild bent.’ Er ontglipte haar een lachje.

‘Tuurlijk, die vraag had ik verwacht, logisch dat je ernaar vraagt. Dat komt doordat…’ Hij ging wat rechter zitten en verlegde zijn gewicht, zodat hij wat naar Maud toe leunde. ‘Weet je, dat komt doordat ik een verbouwing heb laten doen.’

Door de manier waarop hij het zei en door de intonatie in zijn stem leek het wel of hij haar een geheimpje ging verklappen.

‘Een verbouwing?’ Maud verslikte zich haast in een citroenvelletje en schoof naar de rand van de zitting. Haar blik stak vol nieuwsgierigheid.

‘Eh, tja, aan mijn lichaam.’

Maud liet haar ogen keurend over zijn nagenoeg perfecte mannenlijf glijden. Het lag op haar tong om hem te vragen of hij misschien plastische chirurgie had laten doen, maar ze slikte de woorden weer in.

Hij zag Mauds verbaasde uitdrukking.

‘Vanbinnen’, zei hij dan met een hinnikend lachje.

‘O?’

‘Een nieuwe nier gekregen, het moest, vanwege mijn diabetes. Hier stond ik op een wachtlijst van vier jaar, ginder kon ik al na twee weken.’

Er verscheen een rimpel in Mauds voorhoofd. ‘Een nier? Een transplantatie?’ Ze keek zowel ernstig als verrast.

‘Mm. Alles is vlot verlopen, hoor, en ik voel me prima zo.’

‘Hoe lang heb je die al?’

‘Vier jaar nu. Gek, hè? Wat de geneeskunde allemaal kan vandaag de dag.’

‘Ja, zeg dat wel. Tjonge, een transplantatie…’ Maud werd er stil van. ‘Ik ben niet thuis in die materie, maar is dat niet een heel gedoe met voorafgaande onderzoeken en voorbereidingen?’

‘Toch wel, er moet een gepaste donor gezocht worden; een helse maar vooral een lange zoektocht.

Ze keek hem nieuwsgierig aan. ‘Ben je getrouwd, Ivan?’

Hij glimlachte. ‘Ja, het verblijf in Nepal heeft buiten die nieuwe nier ook nog andere hele pittige dingen in mijn leven gebracht.’ Zijn ogen kregen pretlichtjes.

‘Vertel op.’ Ze keek hem geïnteresseerd aan.

‘Ik heb er mijn vrouw leren kennen. Ze is verpleegster in het ziekenhuis, en tja, de rest kun je al raden.’

‘Nee, echt? Zoals in de doktersromans! Dokter met verpleegster of verpleegster met patiënt. Je bent dus met een Nepalese verpleegster getrouwd?’

‘Yep, een echte engel is het. En het andere leuke is dat ik er ook vrij snel werk heb gevonden.’

Maud leunde nu ook achterover. Ze legde haar hoofd op de rugleuning.

‘Wel, wel, dat is straf. Een nier, een vrouw en een job, en dat in Nepal nog op de koop toe… De wereld zit vol verrassingen.’

Toen draaide ze haar hoofd naar hem toe.

‘Kinderen?’

‘Nee, we zijn er niet toe gekomen en het zal zo wel blijven.’

‘Waarom?’

‘Bwah, we hebben het allebei te druk en om er nu nog aan te beginnen, nee, geen optie meer.’

‘Maar, eh, je vrouw, kwam ze dan niet graag mee?’

‘O jawel, volgende keer is ze erbij. Ze kon zich nu niet zo lang vrijmaken in het ziekenhuis want ze zijn er onderbemand. Weet je, het is niet zoals hier.’

‘Nee, dat kan ik me voorstellen. En je job?’

‘Ik sta aan het hoofd van het nationale ministerie van Onderzoek, meer bepaald van de belangrijkste geheime onderzoeksinstantie.’ Het klonk stoer en machtig.

‘Het zal ook wel heel anders zijn dan hier, zeker?’

‘Je kunt het je niet voorstellen. Ander land, andere regels, andere wetten. Het hoofdkwartier is in Kathmandu, maar ik woon net buiten het centrum, met een adembenemend zicht op de Himalaya. De omgeving is er echt fabelachtig mooi, dus na onze dagtaak trekken we zo vaak mogelijk de bergen in.’

Maud moest zijn hele relaas even tot zich laten doordringen. Ze voelde ook dat de gin al in haar hoofd zat.

‘En nu ben je dus terug even in België. Mm… Leven je ouders nog?’

‘Ja, ze zijn nu vijf- en zesenzeventig en wonen nog steeds in Merelbeke. Maar zoals ik jou schreef in mijn mail, ik heb hen al drie jaar niet meer gezien.’

‘Hè, hè. Die zullen ook wel uitkijken naar jouw bezoek.’

‘Reken maar. Tja, ik hoop het althans!’

Het gesprek dreigde even stil te vallen.

‘Zo, dat was mijn verhaal in een notendop. Nu jij.’

Hij dronk het laatste teugje van zijn gin-tonic en legde het achtergebleven ijsblokje in de aarde van de plantenbak naast hem. ‘Die vrouwentongen hier zien eruit alsof ze wel wat vocht kunnen gebruiken.’

Ze lachten.

Dan keek hij haar verwachtingsvol aan.

‘Ik vrees dat we met mijn levensverhaaltje snel rond zijn’, zuchtte Maud.

‘Kom op, vertel, ook in een notendop dan.’

‘Getrouwd geweest en sinds twee jaar gescheiden. Een zoon van achttien en een dochter van veertien. En mijn job natuurlijk, onderzoeksrechter, eh…’ – ze sloeg haar ogen naar het plafond en begon te rekenen – ‘nu zo’n vijftien jaar zoiets, zelfs iets langer, denk ik. Ik woon op een boogscheut van het Sint-Pietersstation. Lara woont nog bij mij en Sven studeert psychologie en zit nu via Erasmus zes maanden aan de unief van Salamanca. Lara en ik zouden hem dus gaan bezoeken tot…’

‘Tot dat drama in het toilet. Wat jammer.’

‘Zeg dat wel.’

Hij duwde een geeuwaanval weg en wapperde met zijn hand voor zijn mond. ‘O, sorry. Ik had er tijdens dat congres ook serieus last van. Kan dat de jetlag nog zijn?’

‘Absoluut, je zult er gevoelig voor zijn, maar bijslapen wil al eens helpen.’

‘Ja, doe ik straks wel.’

Maud ging rechtop zitten en dronk de laatste slok op.

Ze ging met een hand in haar handtas en wierp een blik op haar gsm, die vier gemiste oproepen aangaf.

Ze legde nog een drietal nootjes op haar tong en zei: ‘Ik ga maar eens.’ Ze gaf met haar handen een klopje op haar dijen en wilde opstaan.

‘Nu al? Dat is snel. Die geeuw stelt niks voor, hoor. We kunnen gerust nog iets drinken en wat praten.’

‘Ach, ik moet nog enkele verslagen lezen en mijn mails doornemen’, reageerde ze. ‘En ik wil ook nog even bellen met Isa.’

‘Isa?’

‘Isabel is de anatoom-patholoog.’

‘Ah, oké. Praten we morgen weer verder?’ Hij ging nu ook weer rechter zitten en trok een vragend gezicht.

‘Misschien, hangt ervan af, het onderzoek is net gestart en er zullen allerlei dingen opduiken die dringend opgelost moeten worden. Jij weet maar al te goed hoe het gaat.’

‘Weet ik, natuurlijk. Maar mag ik je morgen bellen?’

‘Eh, ja, bellen is wel goed.’ Ze schrok een beetje van zijn overdreven aandacht voor haar en ook wel van de manier waarop hij dwars door haar heen keek.

Ze stonden nu allebei op en hij drukte onverwachts een kus op haar wang. Hij rook lekker.

‘Weet je, Maud, wat er het eerst door mijn hoofd flitste daarnet toen je binnenkwam?’

‘Eh, nee.’ Benieuwde blik.

‘Dat ik jou altijd zou herkennen.’

‘O ja?’

‘Ja, en weet je waaraan?’

‘Geen flauw idee.’

‘Je ogen. Die zijn nog steeds dezelfde, razend knap dus. Een fortuin waard.’

Maud wendde haar blik af.

‘Ik ben hier weg, vooraleer je mij doet blozen’, zei ze met haperende stem. Haar hart zwol een beetje.

Ze draaide zich om en beende naar de draaideur.

‘Maud?’

Ze keek om en voelde haar wangen kleuren.

Hij strekte met grote flair zijn arm uit. ‘Hier’, zei hij. Zijn blik flikkerde in de hare. ‘Je jasje.’

Bh: Marie Jo L’Aventure, maat 95B

Slipjes in verscheidene aardetinten en wit, maat 40

Pyjama: Calida, wit-blauwe strepen, medium

T-shirts: Hampton Bays

Trui & sjaaltje: Massimo Dutti

Jeans: Esprit

Stapschoenen: beige, Geox maat 39

Toiletartikelen: doucheschuim Tahiti, kokos, shampoo Fructis

Bodylotion: Yves Rocher (voor de drogere en rijpere huid)

Tandpasta: Sensodyne

Make-up: mascara L’Oréal (waterproof)