7

De receptioniste achter de balie van het Holiday Inn in Gent las het briefje.

‘Dat is inderdaad een blaadje uit een van onze gastenboekjes die op de kamers liggen, maar wat dat “volledig arrangement akkoord voor 30.000 dollar” betekent, geen flauw idee. Ik wil het wel navragen bij de hotelmanager, hij is in huis, denk ik.’

‘Prima, ik wacht wel even’, zei Max.

‘Neemt u daar maar plaats, ik bel hem meteen.’ Ze tikte een nummer in.

Max ging wat verderop in een lederen club zitten en las in vogelvlucht de nieuwskoppen in De Gentenaar, die op een bijzettafeltje lag.

Koudste december sinds 1950 – Gevaarlijk rijden door gladde wegen

Man probeert met stofzuiger diesel uit tank te zuigen

130 kilo heroïne ontdekt in Antwerpse haven

Patiënten psychiatrisch centrum vallen nachtverpleegster aan

Huisarts stikt in lamskroontje

Na twee minuten wenkte het meisje hem. ‘De manager kan u op dit moment niet te woord staan, want er zijn buitenlandse gasten. Hij zei dat hij ook niet kan bedenken waarop het slaat, het is zo summier. We hebben in bepaalde periodes soms wellness-aanbiedingen in promotie; denkt u dat het iets in die richting is?’

‘Misschien’, zei Max bedachtzaam. ‘Misschien.’

Hij leunde op beide voorarmen op de balie en ving haar blik. ‘U had waarschijnlijk de volgende vraag verwacht, maar “een arrangement”, kan dat ook een escortservice zijn, met diner en kamerreservering bijvoorbeeld?’

Het meisje kreeg een kleur en keek ingespannen naar haar scherm.

‘Wij doen hier vanuit ons hotel geen escort, inspecteur.’

‘Heel goed. We zoeken verder. Bedankt. O, dan had ik nog graag van u geweten of hier ene Ivan Depraeter verblijft.’

Ze tikte zijn naam in. ‘Met a-e?’

‘Eh…’

‘Ja, ik heb hem al, hij heeft hier een kamer.’

‘Welk type kamer?’

‘Een luxetweepersoonskamer.’

‘Wanneer heeft hij ingecheckt?’

‘Vorige week.’ Ze controleerde de datum.

‘Was hij alleen?’

‘Ja.’

‘Is u iets opgevallen aan hem, iets speciaals?’

Ze legde een haarlok achter haar oor. ‘Mm, niet echt, behalve dan dat het een knappe man is, erg galant ook.’

‘Wat bedoelt u juist met galant?’

‘Vriendelijk, beleefd, complimentjes geven, hij heeft duidelijk oog voor detail. Kun je lang niet altijd zeggen van een doorsneeman.’

Ze produceerde een nerveus kuchje en toverde een deugnietenlach tevoorschijn.

Max ging wat meer op de balie steunen.

‘Zoals? Welke details?’

Met die vraag overviel hij haar blijkbaar, want haar gezicht viel terug in een serieuze plooi. Ze klikte de balpen die voor haar lag enkele keren in en uit.

‘Tja, even kijken, dus. Ja, hij zei bijvoorbeeld dat mijn haar glansde als satijn en dat het mooi was opgestoken, hij zag het liever zo dan gisteren, toen had ik het los. Of hij zei dat mijn gouden hangertje met kleursteentjes prachtig paste bij mijn blouse. Zulke dingen, ziet u, gewoon dingen die een vrouw graag hoort.’

De woorden buitelden uit haar welgevormde mond. De telefoon rinkelde, maar ze ging verder.

‘Hij sprak me ook aan met mijn voornaam.’ Terwijl ze dat zei, boog ze haar hoofd wat opzij naar de plek waar haar naamkaartje opgespeld zat. Het moest zowat in de buurt van haar tepel zitten, of iets erboven, schatte Max. Haar naam was Cindy.

Max stond geboeid naar haar tips te luisteren en vroeg zich af of hij Katia wel genoeg complimentjes gaf en of zij hem galant zou vinden.

‘Hoe heeft hij de betaling geborgd, met een creditkaart?’

Ze raadpleegde gewillig het scherm, terwijl haar harde kunstnagels als trommelstokjes op het toetsenbord tikten.

‘American Express.’

‘Weet u hoe lang hij blijft?’

‘Hij is weg sinds vanmorgen, zie ik net.’

‘Weg? Hoezo, weg?’

‘Uitgecheckt om elf uur vierenvijftig, lees ik hier.’

Cindy nam de telefoon op.

Max beende naar zijn wagen en belde Gijs.

‘Gijs? Die Depraeter heeft zijn matten opgerold.’

‘Wablief?’

‘Uitgecheckt uit het Holiday Inn. Misschien is hij wel écht aan het vliegen, letterlijk dan.’

‘Verdomme!’

‘Wat je zegt.’

‘Max, ik heb nog iets. De eerste leugen namelijk.’

‘Leugen?’

‘Zei Maud niet, toen ze hem aan ons voorstelde, dat hij hier enkele dagen verbleef om onder anderen zijn ouders te bezoeken in Merelbeke?’

‘Klopt, ik kan mij ook zoiets herinneren.’

‘Wel, dat zal moeilijk gaan, dat bezoeken, want die mensen zijn allebei al overleden. De moeder eerst, nu anderhalf jaar geleden, en drie maanden daarna is zijn vader gestorven.’

‘Shit, man! Hoe oud waren ze en wat was de doodsoorzaak?’

‘Vijfenzeventig en zesenzeventig. Zijn moeder is van een trap gestuikt en brak haar nek, de vader heeft zich verhangen drie maanden later.’

‘Tssss… Broers of zussen?’

‘Nee.’

‘Zeg, Max, had Maud niet laten vallen dat Ivan nierproblemen had, ja toch?’

‘Klopt.’

‘Is Maud op kantoor nu?’

‘Denk het wel. Ik hoop het tenminste, liever daar dan in de armen van die kloothommel. Wat doen we, Max? Brengen we haar hiervan op de hoogte?’

‘Nee, ik wil méér hebben tegen hem, veel meer.’

‘Maar Max…’

‘Wacht, geen paniek. Ik heb iets bedacht.’

‘Wanneer halen we haar op, Lara?’

‘In ieder geval op een moment dat mijn moeder er niet is. Jullie kennen haar agenda toch beter dan ik? Meestal brengen we elkaar snel op de hoogte wanneer we niet thuis eten of zo, maar soms vergeten we dat wel eens.’

‘Oké, maar heeft ze tegen jou gezegd dat ze vrijaf zou nemen of recuperatie-uren zou opnemen?’

‘Nee, niks daarvan. Waarom?’

‘Omdat ze niet op kantoor is en Gijs weet ook niet waar ze is.’

‘Wat? Max, hoe kan dat nu?’

‘Rustig maar, Lara, jouw moeder is een sterke, volwassen vrouw, ze weet best wel wat ze doet.’

‘Ja, maar ze sms’t mij altijd als ze ergens heen is of langer wegblijft of zo.’

Lara’s woorden waren nog niet koud of ze kreeg een bericht.

Ben een dagje naar Amsterdam met Ivan. Eet je wel wat? X mam

‘Max? Ze stuurde me net een berichtje. Ze is in Amsterdam, met Ivan.’

‘Ja, ik zag het, ze stuurde het naar ons beiden want ik ontving het ook juist. Dan vraag ik Katia om Maya vandaag af te halen bij jou thuis, goed?’

‘Ja, ik heb les tot halfvier en kom dan direct naar huis, dus houd dan het best vier uur aan.’

‘Afgesproken. Lara?’

‘Ja?’

‘Wanneer Maya bij Katia is, wil ik haar samen met Gijs dringend spreken. Ze moet ons alles vertellen, haar hele verhaal.’

‘Dat begrijp ik, ja, natuurlijk.’

‘Heb jij nog van die enge mails ontvangen?’

‘Eh, ja, nog drie, allemaal over mijn kleding, ondergoed en toiletgerief. Ik heb gedaan wat je vroeg, Max, ze in een map bewaard en niet beantwoord.’

‘Flinke meid. Ik zal jouw computer dan straks meenemen voor Steven, onze IT-specialist. Die kan dan dat anonieme mailadres traceren.’

Ze zweeg even.

‘O?’

‘Wat, Lara?’

‘Dus je neemt mijn laptop straks mee?’

‘Ja, ga je dat overleven, Lara, zo enkele avondjes zonder Facebook?’ Hij lachte plagend.

‘Ja, ja, ik doe vanavond dan wel iets met Karen, mijn vriendin’, antwoordde ze dun.

‘Laat me raden, je gaat straks samen met Karen achter háár laptop zitten.’

‘Eh…’

Max liep te mijmeren met zijn handen in zijn zakken.

Gijs slurpte van zijn koffie en onderdrukte een geeuw.

‘Ivan Depraeter was van 2004 tot 2006 patiënt in het UZ, afdeling nefrologie.’

‘Nierpatiënt?’

‘Ja, twee keer per week nierdialyse, hij is een zware diabeticus. Hij stond op de wachtlijst voor een niertransplantatie, nota bene een wachttijd van vier jaar. Plots liet hij zich prompt van de lijst schrappen en kwam hij niet meer opdagen voor de dialyse.’

‘Bij mij gaat er zo stilletjesaan een belletje rinkelen.’

‘Hoezo? Leg eens uit.’

‘Niertransplantatie, Nepal? Zie je het verband, Max?’

‘Hij is ginder onder het mes gegaan, dat bedoel je?’

‘Klopt. We moeten ons goed informeren, maar ik heb eens gelezen dat de handel in organen er floreert en ze mensen aan stukken snijden nog voor ze goed en wel gestopt zijn met ademen.’

‘Ach, houd toch op!’

‘Ik zwans niet. We zouden te weten moeten komen of hij medicatie op zak heeft; iemand die een orgaan van een ander gekregen heeft, moet levenslang medicatie nemen tegen afstoting. We zouden het te weten kunnen komen van iemand die dicht bij hem is en bij…’

‘…hem slaapt?’

‘Zeg, je denkt toch niet aan Maud? We gaan Maud toch niet inschakelen als spion, zeker?’

‘Ik schakel niemand in, ik denk alleen maar hardop’, repliceerde Max terwijl hij een blik op zijn horloge wierp. ‘Katia is nu onderweg naar het huis van Maud om er Maya op te halen. Ik ga er ook heen, om de meisjes wat steun te bieden.’

‘Oké. Maar Max, je weet dat als dit allemaal gaat uitkomen, dan gooit Maud ons eruit, zonder pardon.’

‘Gijs, Maya is de persoon die we zoeken en die ons alles gaat, of beter gezegd móét vertellen. Ze kan dit enkel doen als Ivan en Maud uit haar buurt blijven. Lara heeft het vanaf het begin goed aangepakt, zij en Maya zijn bijna leeftijdsgenoten, begrijpelijk dus, maar nu is het aan ons, dit is vakwerk, nu moeten wij aan de slag. Bij het minste vermoeden dat Maud in gevaar is, grijpen we uiteraard in.’

‘Bij het minste vermoeden? Er is al een vermoeden, Max! Hij beweert zijn ouders op te zoeken terwijl die al allebei onder de grond liggen. Waarom liegt hij? Ik weet dat onze meningen hierover verschillen, maar zodra ze hier binnenkomt, wil ik Maud op de hoogte brengen. Of dit gaat grondig fout.’

Gijs zei het met een scherpe ondertoon.

‘Goedemorgen, Maud, koffietje voor jou?’

‘Morgen, Max, heel graag.’

‘Zoals altijd?’

‘Je weet hoe ik hem wil.’ Ochtendlachje. ‘Ik kom zo meteen.’

Max knipoogde en repte zich naar de automaat in de gang waar enkele politiemensen in gesprek waren.

Maud ging naar haar kantoor en activeerde haar computer. Ze had zestien nieuwe mails. Een van Sven met een bijlage. Die zou ze vanmiddag bekijken en er rustig de tijd voor nemen (ze voelde zich schuldig en dus verplicht).

Er was ook een mail van het secretariaat van het congrescentrum in Salamanca. Een antwoord op mijn vraag om de syllabus op te sturen, dacht ze. Ze opende hem en las.

Dear Mrs Gelderman,

I noticed your request of receiving the syllabus of the congress.

Of course we can send it to you, no problem.

I hope you are making progress with the case of the baby murder at the trainstation.

Just a pity that we didn’t have the chance to meet any Belgian members seen the fact that Mr. Depraeter was also excused.

You may expect the documentation within the next days.

If you have any other questions, please feel free to contact me.

Kind regards,

Anjelita Aguilar

Ze herlas de tekst drie keer.

Mr. Depraeter was also excused.

Die vijf woorden echoden ergens in een holle ruimte in haar hoofd, maar drongen niet tot haar door.

Ze kreeg een pijnscheut, alsof iemand meerdere keren met een ijspriem in haar borst stak. Ze ging achterover in haar stoel liggen en legde een hand ter hoogte van haar hart. Ze voelde het opstandig tegen haar ribben kletteren.

De letters van de mail op haar beeldscherm dansten en vormden zwarte, onregelmatige vlekken die haar draaierig maakten. Droomde ze dit of stond het er echt?

Enkele uren geleden lag ze nog op hem, zat hij nog in haar en aan haar, kuste ze zijn warme vingertoppen, zijn borst en buik, kroop ze in zijn oksel om er later in wakker te worden. Hij had haar naakte dijen nog gestreeld en haar in het oor gefluisterd dat ze nog zachter waren dan al de satijnen lakens van alle zessterrenhotels ter wereld bijeen.

In Amsterdam hadden ze elkaar geen seconde losgelaten. Ze liepen de hele tijd in elkaar gehaakt als twee onafscheidelijken, twee vergroeid tot een, en ze hadden staan tongzoenen op elke straathoek en bij elke brug. Hij had zijn handen onder haar trui geschoven en haar blote rug bevoeld tot ze kippenvel kreeg en als een lappenpop in zijn armen bleef hangen.

Ze hadden naast elkaar gezeten op een verwarmd terras, schouder aan schouder. Hij had een dekentje over hun benen gespreid en ze hadden samen naar mensen gekeken zonder iets te zeggen, waarbij de momenten van stilte nooit moeilijk of storend waren. Wel integendeel, de stilte was heerlijk, om van te genieten. Alle momenten met hem waren te kort.

Hij had een koffie besteld en zij een Irish coffee; het was jaren geleden en het scheutje whisky erin maakte haar een tikkeltje loom en zinnelijk.

Ze waren de grootste boekwinkel van de stad binnenge-stapt en hadden er in oude en nieuwe uitgaven zitten snuffelen. Ze hadden elkaar uitgedaagd om om beurten een pakkende passage op te zoeken en die dan voor te lezen. Hij was zelfs op één knie gaan zitten en declameerde een Shakespearecitaat op dusdanige wijze alsof het ter plekke voor haar was verzonnen: ‘When the mind’s free, the body’s delicate.

Hij had zijn hand naar de hare uitgestoken en haar charmant naar zijn schoot geleid. Ze had haar hand rond zijn nek gelegd en ze hadden hartstochtelijk gekust, terwijl omstanders in de winkel hun hoofd draaiden en gemeend maar wat ingehouden lachten.

In de lobby van het hotel hadden ze samen in een loveseat gezeten, hun armen gekruist en zo van elkaars cocktail geproefd.

Ze lééfde, dit gebeurde echt en ze genoot. Ze weigerde te geloven dat het allemaal een leugen kon zijn en zou ophouden.

Max trommelde op de deur en gluurde naar binnen. ‘Kom je, Maud? We zijn er klaar voor en je koffie wordt koud.’

Ze zat als bevroren in haar stoel.

‘Maud? Is er iets?’

‘Nee, ik kom, ik kom’, zei ze met een kleine stem en zonder Max aan te kijken.

Plots voelde ze zich als een oude vrouw. Ze zette haar handen op de leuning en richtte zichzelf op alsof haar lichaam van lood was. Ze slofte naar de vergaderruimte, waar ze zich traag in haar stoel liet zakken.

Gijs leunde voorover en ving haar dromerige blik. Haar ogen waren mat als versleten parels.

‘Kunnen we dan nu?’

Haar gezicht trok wit weg en ze voelde zich leeg, alsof alle leven uit haar lichaam geweken was.

‘Hier is je kamer, Maya, hier ben je veilig’, stelde Katia het meisje gerust.

Maya zette het rugzakje dat ze van Lara had gekregen op de grond naast de deur en ging op het bed zitten. Zorro sloop tot aan haar voeten en bleef daar zitten ronken.

‘Ik stel je voor aan de kampioen handen krabben’, zei Katia en ze toonde Maya haar handen en polsen.

‘Ooo, heeft zij dat gedaan?’

‘Het is een hij, en ja, meneer had een kluwentje wol ingeslikt en ik moest hem bijna de kop omwringen om het uit zijn keel te halen’, legde Katia uit. ‘En je ziet dat hij al toenadering zoekt. Kijk maar uit want hij versiert je waar je bij staat.’

‘Hij ziet er anders wel lief uit, net zoals jullie allemaal trouwens’, zei Maya dankbaar.

‘Mm, jij moet er nu eerst bovenop komen en voldoende eten en rusten’, antwoordde Katia.

Max keek Maya ernstig aan. ‘Maya, terwijl Katia voor eten zorgt, gaan wij praten. Dat was de afspraak, weet je nog?’

‘Ja, maar ik heb geen ijzertabletten meer, ik…’

‘Katia haalt ze wel voor jou.’

Katia knipoogde naar Maya. ‘Komt voor elkaar.’

‘Dank je.’

Max nam een stoel, zette hem naast het bed en ging er als een cowboy omgekeerd op zitten. Hij liet zijn kin op zijn handen rusten en keek Maya in alle ernst aan.

Maya nam het hoofdkussen en schikte het achter haar rug.

Ze boog haar hoofd lichtjes naar voren en wendde haar blik naar Max.

‘Klaar?’ vroeg hij.

‘Klaar.’

‘Het kind, Maya, we willen weten van wie het kind is, wie is de vader?’

Ze keek omlaag en richtte haar blik op de beddensprei.

‘Vertel het me, Maya.’

‘Van de man die ik naar buiten zag komen uit het huis van Maud en Lara. Hij is mijn vader. Hij heeft mij verkracht.’

‘Hoe is dat gebeurd?’

‘In een van de toiletruimtes van de fabriek waar ik werkte.’

‘Gebeurde het wel vaker dat hij jou misbruikte?’

‘Ja, enkele keren per maand, en altijd onveilig, het maakte hem allemaal niks uit.’

‘Moest je dat dan zomaar laten gebeuren? Kon je er ginder met niemand over praten of het aan iemand melden?’

‘Nee, iedereen was bang voor hem, niemand durfde iets te zeggen, want hij is bij de politie.’

‘Had jij behalve met Ivan nog seks met iemand anders?’

Ze rolde met haar ogen en keek Max dan met een harde blik aan. ‘Nee! Natuurlijk niet! Ik ben hier toch veel te jong voor, ik zou zoiets bewaren voor later, voor als ik…’

‘Te jong? Hoe oud ben je, Maya?’

‘Ik denk zeventien, maar ik heb geen paspoort, nu toch niet meer. Ik had er een bij me toen ik in de container ging liggen, en ook mijn gsm. Wat ermee is gebeurd kan ik je niet zeggen.’

‘Had je je pas en gsm nog toen je op de luchthaven was?’

‘Ja, maar toen kreeg ik die hevige buikkrampen en voelde ik dat het fout ging. Het in gang komen van de bevalling was waarschijnlijk een gevolg van die vermoeiende, lange reis en de ongezonde omstandigheden. Waarschijnlijk heb ik door de pijn en de paniek op dat moment geen aandacht meer besteed aan mijn pas en gsm. Ik was natuurlijk erg van streek en in de war. Maar al bij al ben ik blij dat het kind niet levensvatbaar was, ik zou een kind van hém nooit mijn liefde hebben kunnen geven, nooit ofte nimmer. Elke vezel in het kind zou mij aan hem herinnerd hebben. Het is beter zo.’

‘En jouw moeder, weet jouw moeder hiervan, van wat er met jou is gebeurd? Weet ze eigenlijk dat je hier bent?’

Maya friemelde met enkele vingers nerveus aan een hoek van de sprei en praatte zonder Max aan te kijken.

‘Nee.’

‘Ze moet nu toch erg ongerust zijn, Maya.’

‘Nee, dat kan helemaal niet. Mijn moeder is gestorven onmiddellijk na mijn geboorte. Ik heb nooit een foto van haar gezien, nooit geweten hoe ze eruitzag. Men heeft mij ook verteld dat ze haar lichaam nooit gevonden hebben.’

‘Hoezo? Na haar overlijden is haar lichaam dus verdwenen?’

Ze knikte bevestigend.

‘Hoe weet je dat, Maya, wie heeft jou dat verteld? Wie is “men”?’

Max’ stem smeekte om duidelijkheid.

‘Een vrouw. Ze vertelde me ook dat hij alles had geregeld, dat hij alles van tevoren had bedacht.’

‘Wacht even, ik begrijp er niks van. Wat geregeld?’

‘Mijn vader, die regelde alles. Onmiddellijk na haar dood is mijn moeder verkocht.’

‘Verkocht?’ Max hief zijn hoofd op en kwam ver naar voren geleund.

‘Voor veel geld. Het is… het zijn… haar organen, ze waren stuk voor stuk besteld.’

‘Haar organen waren besteld en zijn daarna verkocht, zeg je?’ Zijn mond zakte open.

‘Van haar, en ook van de anderen. Het schijnt dat ze zelfs niet meteen dood was, dat ze haar hebben laten doodbloeden.’

Max voelde een braakneiging opkomen en zag een zwarte sluier voor zijn ogen trekken. Zijn blik zat vol walging en zijn hartslag versnelde. Hij vernauwde zijn ogen en poogde te vatten wat Maya hem zojuist had gezegd.

Katia kwam de kamer binnen met een paar boterhammen met kaas en een kop warme melk.

‘Hier, eet maar allemaal op, en die melk zal je ook goeddoen. Dan ga ik nu weer naar het werk. Ik breng straks die ijzerpillen nog mee, hè.’

Ze kuste Max op het voorhoofd en hij streelde teder over haar wang. Ze wisselden een veelbetekenende blik met elkaar.

‘Gaat het wel, Max? Maya? Jullie zien er allebei erg bleek en gespannen uit.’

‘Mm, ja, lieverd, alles in orde’, stamelde Max. ‘Werk ze.’ Hij kreeg met moeite geluid uit zijn keel.

‘Eet maar, Maya, ik moet even bellen’, zei Max terwijl hij de stoel onder zich vandaan trok en de kamer uit stapte. Hij ging naar de badkamer ernaast.

‘Gijs? Met mij. We moeten praten.’

‘Echt? Serieus? Beetje gezond verstand gekweekt? Weer met beide beentjes op de grond?’

‘Luister, maat, ik ben hier in het appartement van Katia, Maya verblijft hier dus voorlopig. Maar wat ze te zeggen heeft, daar word ik kotsmisselijk van.’

‘Kan het wat concreter?’

‘Orgaanhandel, concreet genoeg?’

‘Laat me raden, dat lief van Maud heeft daarin een vinger in de pap.’

‘Een vinger? Een hele arm, vermoed ik, en Maya leefde in een hel, zoveel is zeker. Ze is begonnen met haar verhaal te vertellen en heeft al een deel van het hele handeltje aan de oppervlakte gebracht. Kun jij hierheen komen want dit is echt wel heel speciaal. Ik kan er geen peil op trekken.’

‘Eh, ik was daarnet bij Maud in haar kantoor, maar er is iets, Max. Ze zit daar maar apathisch op haar stoel, met een lege blik alsof ze op een andere planeet zit. Misschien vermoedt ze iets of is er ginder in Amsterdam iets gebeurd, het kan niet anders.’

‘Zeg haar dat je ergens een afspraak hebt, Gijs, en kom spoorslags hierheen. Ik ga nu buiten een sigaret roken en wat lucht happen, maar dan wil ik dat je erbij bent als Maya het hele plaatje vertelt.’

‘Max, waar zijn we toch aan begonnen? Hoe moet dit verder?’

‘Gewoon, alle registers verder opentrekken. Spring op je motor.’

Max haakte in en vormde een nummer.

‘Mevrouw, recherche Gent, Max Dobbelaere, ik was gisteren bij u.’

‘Eh, dat zal mijn collega geweest zijn, mijnheer Dobbelaere, maar zij begint pas om vijf uur, ze heeft de nachtshift.’

‘Ah, zo, maar niet erg, u kunt me ook helpen. Is er op alle kamers toegang tot het internet?’

‘Absoluut, het volstaat om een code bij ons op te vragen voor de login.’

‘Kunt u eens nakijken of de heer Ivan Depraeter zo’n code had aangevraagd?’

‘Ik vraag het op, klein momentje. Maar die persoon verblijft niet meer in ons hotel, mijnheer.’

‘Dat weet ik, maar die gegevens kunt u toch terugvinden?’

‘Jawel, doe ik, komt eraan. Nee, niks aangevraagd, dan had hij vermoedelijk geen computer bij zich.’

‘Goed dan. Alleszins bedankt.’

‘Zonder dank, prettige dag.’

‘Maya, dit is Gijs over wie ik sprak, mijn partner bij de recherche.’

Gijs gaf Maya een hand en knikte. Maya glimlachte naar hem.

‘We kunnen hier in de woonkamer zitten en praten. Katia is niet voor halftwaalf thuis, ze werkt weer laat vanavond’, zei Max.

Maya ging in de stoel zitten en hulde zich in een dekentje, Max en Gijs namen elk een stoel.

‘Maya, je zei dat je moeder stierf nadat ze jou kreeg, maar wie heeft jou dan opgevoed?’

‘Ik werd ondergebracht in een soort gebouw. Van wie het is, weet ik niet. Misschien is mijn vader wel de eigenaar, of althans een van de bazen. Dat denk ik toch.’

‘Werd je aan je lot overgelaten of hoe ging dat dan verder?’

‘Zo ver als mijn herinneringen teruggaan, heb ik in dat gebouw gewoond, tot ik er enkele dagen geleden uit ontsnapte.’

‘Wie verbleef er nog in dat gebouw?’

‘Mannen, vrouwen, kinderen. Er waren er enorm veel, wel honderden. We moesten de oefeningen doen van de Falun Gong.’ Max en Gijs blikten naar elkaar en dan naar Maya.

‘Dat embleem… dat symbool dat op het hakenkruis lijkt, geflankeerd door die yin en yang…’

‘Ja, dat is het.’

‘Oefeningen? Leg uit.’

‘Het gebouw lijkt op een kamp en er heerst een ijzeren discipline. Je wordt er gedrild om een goed persoon te zijn.’

Max trok zijn wenkbrauwen op.

‘Een goed persoon? IJzeren discipline? En dat dan in een “kamp”?’

‘Mm. Onder alle omstandigheden vriendelijk zijn, rekening houden met anderen, iedereen gelijk behandelen, respect betonen, zelfbeheersing nastreven. Door een reeks specifieke oefeningen te doen die oprechtheid, medeleven en verdraagzaamheid beogen, zouden we een betere gezondheid behouden.’

‘Zegt wie?’ wilde Gijs weten.

‘Zegt de grondlegger ervan, Li Hongzhi.’

‘Een of andere goeroe?’ vroeg Max met ironische inslag.

‘Eh, dat woord ken ik niet, maar Li is de spirituele leider, als je dat bedoelt.’

‘Zo’n leider die zijn volgelingen brainwasht, een “kampleider” dus eerder’, merkte hij op. ‘Maar vertel, je bent gevlucht, waarom wilde je er weg?’

Maya’s stem begon te trillen en haar handen werden klam. ‘Dat gebouw… al die mensen, we waren eigenlijk…’

‘Wat waren jullie, Maya?’ Gijs legde zijn hand op haar schriele voorarm.

‘Gevangenen, allemaal.’ Er welden tranen op in haar ogen. ‘We werden er eigenlijk “gekweekt”, zoals ze met dieren doen.’

‘Huh? Hoezo, gekweekt?’ vroeg Max geschokt en hij veerde op.

‘Doordat wij onszelf een gezonde levenswijze opleggen, hebben wij ook gezonde organen. Die zijn zeer gewild en worden besteld door rijke westerlingen. In dat gebouw moeten ze een heel netwerk hebben.’

‘Van?’ Max en Gijs in koor.

‘Van de belangrijkste gegevens van die “donorvragers”. Het is zoals… eh, zoals je bijvoorbeeld een appel zou bestellen bij je kruidenier, waarbij jij opgeeft welke vorm, grootte en kleur die moet hebben, hoe lang die nog goed blijft enzovoort. Dan gaat de kruidenier na of hij aan je wensen kan voldoen en bepaalt hij de prijs voor die appel. Hoe meer hij aan je vragen tegemoet kan komen, hoe duurder hij de appel kan maken. In dat ziekenhuis is er iets vergelijkbaars aan de gang, met dat verschil dat het om levensnoodzakelijke organen en mensenlevens gaat.’

‘Ja, maar een orgaan nemen ze toch alleen weg bij overledenen?’

Maya haalde haar schouders op en liet ze weer zakken, vergezeld van een zucht.

‘Hier misschien, maar niet waar ik verbleef, in dat gebouw. Er worden mensen vermoord nadat hun organen weggenomen zijn.’

‘Vermoord?!’ Max en Gijs gleden tot op het randje van hun stoel.

‘Mm, dat is ook bij mijn moeder gebeurd. Ik heb er geen bewijzen van, het is mij gezegd. Daarom ben ik gevlucht. Ik ben te weten gekomen dat er lijsten werden aangelegd.’

‘Lijsten…’

‘Van de vrager en ook van de mogelijke donor.’

Toen werd het een moment pijnlijk stil. Het leek of iedereen gestopt was met ademen.

‘Ik stond ook op de lijst. Dat heeft mij doen beslissen om te ontsnappen.’

‘Wat? Jij?’ Max en Gijs schoten met hun hoofd naar voren tot dicht bij Maya.

Max wenkte Gijs. ‘Ik moet even naar buiten. Gijs?’

Ze gingen op het kleine tuinterras staan en Max stak een sigaret op. Gijs sloeg hem gade, hoe hij het filtergedeelte zachtjes tegen zijn hand klopte, hoe hij de aansteker uit zijn borstzakje haalde en met een verlangende blik naar het warmoranje vlammetje keek, hoe hij de eerste haal met veel kracht naar binnen zoog.

‘Rook jij weer meer dan anders?’

Max leunde met zijn voorarmen over de houten balustrade en keek uit op een mengelmoes van stadsdaken. Her en der knipte een lichtje aan en werden gordijnen dichtgeschoven. Terwijl buiten de winteravond viel, begon het knusse binnenleven.

Gijs legde een hand op Max’ schouder en kneep erin. Max draaide zijn hoofd naar hem.

‘Wat kunnen mij die tien belachelijke sigaretten per dag schelen, begot. Welke smeerlapperij hier nog allemaal aan de oppervlakte gaat komen, dát is het enige wat mij momenteel iets kan schelen.’

Hij zoog opnieuw krachtig aan zijn sigaret, alsof die op dat moment zijn beste bondgenoot was, en blies de rook uit over het kleine plantenvijvertje in Katia’s tuin. De rook tekende grillige kringen in het water.

Terwijl hij ze gadesloeg, kwam de gedachte in hem op dat hij zielsveel van haar hield. Hij miste haar nu. Ja, op dit moment had hij zin om zijn Katia dicht bij zich te voelen, en dat had niks met seks te maken.

Hij ging met een hand in zijn broekzak en haalde er een muntstuk van één euro uit. Hij keek Gijs goedhartig aan, drukte het muntje tegen zijn lippen en gooide het dan met een boogje in het water. Hij deed een wens, waarna beide mannen weer naar binnen gingen. Gijs klopte Max tussen de schouders.

‘Zou het werken, denk je?’

‘Wie weet? Baat het niet, dan schaadt het niet.’

Max en Gijs zaten in de vergaderruimte toen Max’ gsm overging.

‘Maat? Steven hier.’

‘Hé, Steven, heb je wat?’

‘Ik wenste dat ik “ja” kon zeggen, maar die hufter heeft het goed bekeken.’

‘Waarom zeg je hufter? Het kan toch ook een vrouw zijn?’

‘Het kan iedereen zijn.’

‘Je klinkt nogal platjes. Lukt het niet?’

‘Nee, ik heb alles al geprobeerd, maar dat anonieme mailadres is niet te achterhalen.’

‘Jij krijgt toch álles aan de praat?’

‘Ja, meestal wel, maar dit is trekken aan een dood paard, Max.’

‘Geen amateur dus.’

‘Hier is over nagedacht en wel op hoog professioneel niveau. Hij of zij moet hulp gekregen hebben, en niet zo’n klein beetje.’

‘Hulp van wie?’

‘Van boven.’

‘Je bedoelt…’

‘Ja, ik bedoel politie, regeringsambtenaar, leger, maar het kan ook een hele structuur zijn, een grote ongenaakbare koepel.’

‘Corruptie.’

‘Mm, ik doe nog enkele pogingen, maar dit werkje haalt het bloed van onder mijn nagels.’

‘Alles geven, Steven, alles geven. Dit is echt een onvoorstelbare klote-case. Ik hoor je dan.’

‘Je kunt op me rekenen, je kent me. Ik haal alle trucs uit de kast en spit het uit.’

Max had net het gesprek met Steven beëindigd toen Maud de vergaderruimte binnenkwam. Ze hing haar jasje over de leuning van haar stoel en ging met een moedeloos plofje zitten. Ze zag er grauw uit en haar ogen stonden dof.

Gijs nam het woord. ‘Maud, ik, wij… Max en ik dus, moeten jou dringend iets zeggen.’

De rechercheurs gingen schouder aan schouder zitten om zo een krachtig blok te vormen.

Maud duwde een koppige haarlok uit haar ogen en keek Gijs aan.

‘Ik ben hier en ik luister’, zei ze toonloos.

‘We willen jou iets zeggen omdat we jou willen behoeden.’

Ze tuitte haar lippen en duwde haar wenkbrauwen in een hoek.

‘Behoeden? Waarvoor? Is er een aanslag op mij beraamd?’

‘Er is iets wat je moet weten, Maud. Het is van groot belang.’

‘Ik zei toch al dat ik luister. Is het nog voor vandaag?’

‘Wel, het is die man, die Ivan met wie je de laatste dagen omgaat.’

‘Ja?’ Ze keek haar mannen stomverbaasd aan.

‘We hebben heel sterke vermoedens, Maud, dat hij niet zo vriendelijk en onschuldig is als hij zich voordoet.’

Ze priemde haar ogen in die van Gijs, waaruit hij kon afleiden dat ze zich aangevallen voelde. In haar blik zat een mengeling van ontgoocheling en boosheid.

‘Kom me niet vertellen dat ik niet mag toegeven aan mijn verliefdheid, alles behalve dat, Gijs. De laatste dagen zijn de mooiste van de afgelopen jaren, ik begeer weer iemand en ik word begeerd. Jullie kunnen onmogelijk weten hoe hemels ik mij voel bij hem.’

Max leunde voorover op de vergadertafel en vlocht zijn vingers in elkaar.

‘Maud, wat Gijs en ik je trachten duidelijk te maken, is dat die man een spel met je speelt. Hij is geen eerlijke man, Maud. Doe in de eerste plaats jezelf, en dan ons een plezier en ga alsjeblieft niet van hem houden. Hij is gevaarlijk.’

Maud stond op en beende geagiteerd naar de deur.

‘Wat een bespottelijke redenering is me dat nu, en waar bemoeien jullie je eigenlijk mee? Ik ga koffie halen.’ Ze zei het niet echt uitdagend, er zat eerder ongeloof en frustratie in haar stem. Ze liep de kamer uit.

Max perste zijn lippen op elkaar en keek naar Gijs. ‘Ach, we hebben het toch voorzichtig aangepakt?’

‘Ja, maar misschien iets te direct. Het moet een harde dobber voor haar zijn. Je ziet toch wel dat ze smoor is.’

‘Natuurlijk zie ik dat, ik ben niet blind. Maar verdomme zeg, waarom uitgerekend op die gewetenloze klootzak?!’

‘Omdat hij slim en sluw is en haar manipuleert en inpakt met zijn charmes. Vrouwen willen daar nog wel eens voor vallen, weet je wel?’

‘Voor iemand die sluw is en manipuleert?’

‘Nee, voor charmes.’

Ze zwegen verder.

Maud kwam weer binnen met een kop koffie. Alsof ze ondertussen nagedacht had over haar antwoord, nam ze de draad weer op.

‘Hoe weten jullie dat eigenlijk allemaal? Waarop zijn die beschuldigingen gebaseerd? Hebben jullie achter mijn rug informatie over hem opgevraagd misschien?’

‘Hij liegt, Maud’, zei Gijs op krachtige toon.

Ze keek hem aan met scherpe blik.

‘Hij heeft gelogen over het bezoek aan zijn ouders, Maud, die leven allebei niet meer.’

‘Wat zeg je?’ Maud sloeg haar handen voor haar gezicht en zei: ‘Nee, nee. Jullie hebben hem nagetrokken, zie je wel. Hem bespioneerd en mij omzeild!’

‘Maud, geloof je ons niet? Het is echt waar, we weten het zeker.’

Haar mond zakte open. Ze legde haar voorarmen op tafel en boog met haar bovenlichaam naar voren, tot haar hoofd in haar handen lag.

‘Ik kan niet meer… Echt, ik wil dit niet horen, ik wil dit niet horen.’

‘Jawel, Maud,’ zei Gijs, ‘je kunt nog wel en je moet dit horen, je bent een sterke vrouw. We gaan dit samen doen.’

Ze hief haar hoofd op, wreef met beide handen over haar gezicht en vermande zich. Ze ging achterover tegen de leuning zitten en legde haar handen op haar dijen, gevolgd door een lange zucht.

‘Ik moet jullie ook iets zeggen.’

Max en Gijs keken haar met grote, nieuwsgierige ogen aan.

‘Ik heb gisteren ook iets akeligs ontdekt.’

‘Zeg het ons, Maud, alsjeblieft.’

‘Een mail.’

Max reageerde direct: ‘Een anonieme mail?’

Maud bekeek hem verrast. ‘Nee, geen anonieme, waarom denk je dat?’

‘Eh, niks, zomaar, ik dacht: misschien heeft ze een anonieme mail ontvangen.’

‘Het is een mail van de organisatoren van dat congres in Salamanca waar ik me voor ingeschreven had.’

‘En?’

Ze rolde met haar stoel naar de computer van de vergaderzaal, logde in met haar code en haalde haar mailverkeer op. Ze klikte op het bericht en draaide het scherm zo naar de twee rechercheurs dat ze de tekst konden lezen.

Daarna gingen ze allebei weer zitten en wisselden enkele blikken.

‘Daar is hij dus ook nooit geweest’, concludeerde Gijs. ‘Niet bij zijn ouders en niet op het congres. Een gehaaide leugenaar.’

Die laatste woorden raakten Maud alsof ze een vuistslag in het gezicht kreeg. Ze voelde woedetranen in haar ogen opwellen en trachtte ze weg te knipperen.

Max rolde met zijn stoel achteruit, stond op en ging op zijn hurken vlak voor Maud zitten, die slap op haar stoel zat. Hij legde zijn handen op haar schouders en ving haar vragende en niet-begrijpende blik.

‘Er is nog meer dat je moet weten, Maud. Veel meer. We moeten hem stoppen, voor het te laat is.’

‘Hoe bedoel je, stoppen? En waarvoor is het te laat?’

Haar ogen flitsten als raketten afwisselend van Max naar Gijs.

De mannen keken elkaar twee seconden recht in de ogen.

‘Het wordt hoog tijd dat je iemand leert kennen, Maud’, zei Max moedig.