HOOFDSTUK 10


De voormalige noodlokalen groeiden langzaam uit tot een fleurig geverfd gebouwtje. Het opgeknapte schoolmeubilair paste uitstekend bij de rest van het gebouw, dat overwegend in de kleuren geel en grijs was geschilderd.

Dorine van Someren had grijs met geel gestreepte stof kunnen bemachtigen en had daar gordijnen van gemaakt. Pim had een prachtig bord geschilderd, eveneens in de grijs-gele kleuren, waarop de naam 'Kareltje' in sierlijke letters te lezen was. Tevens was Pim druk aan de slag gegaan met het maken van de uitnodigingen voor de opening, die nu in zicht begon te komen.

Op een regenachtige, gure avond legden Tina en Mieke bij Tim thuis de laatste hand aan de posters, die in hun nieuwe honk zouden worden opgehangen. Ze hadden ze op dunne, zachtboard platen geplakt.

„Dat ziet er schitterend uit," zei Tina tevreden, terwijl ze de poster die ze zojuist had opgeplakt, bekeek.

Mieke knikte. „Hoe staat het met de uitnodigingen?" informeerde ze.

„Die zijn bijna klaar. Ik denk dat we ze morgen wel zullen krijgen, dan kunnen we ze meteen versturen," deelde Tina mee.

Mieke pakte de lijst waarop alle werkzaamheden en voorbereidingen stonden en zette een streep door het woord uitnodigingen.

„Wat moet er nu nog gebeuren?" wilde Tina van haar weten.

„De posters en gordijnen moeten worden opgehangen en alles moet worden klaargemaakt voor de opening," somde Mieke de overgebleven punten op.

„Over het ophangen van de gordijnen hoeven we ons niet druk te maken, daar zorgt Toetjes vrouw voor," merkte Tina nadenkend op. „De posters zijn klaar, waarom gaan we die nu niet even ophangen? " stelde ze plotseling voor.

Mieke wierp een bedenkelijke blik naar buiten, waar de regen in bakken naar beneden viel. „Nu?" rilde ze. „Het is hartstikke vies weer!"

„Dat geeft toch niet? We zijn binnen een kwartier op school," zei Tina.

„Het kan toch wel wachten tot morgen?" probeerde Mieke haar vriendin tot andere gedachten te brengen. „Bovendien is het al laat en is er niemand meer in 'Kareltje' aanwezig."

Maar Tina haalde lachend een sleutel uit de zak van haar spijkerbroek. „We kunnen er wel in, want ik heb de sleutels van Toetje gekregen," zei ze.

„Nou, goed dan," stemde Mieke toe.

Gestoken in regenpakken fietsten ze naar de school. Ze maakten met een sleutel het hek open en stapten het verlaten schoolterrein op.

Met een tweede sleutel opende Tina de deur van het halletje dat toegang bood tot het gebouwtje.

De verse verflucht sloeg hen tegemoet.

Tina deed het licht aan en keek tevreden rond. „Wat ziet het er toch mooi uit," merkte ze glunderend op. Ze haalde de posters, die ze zorgvuldig in plastic hadden gewikkeld, zodat ze niet nat konden worden, te voorschijn. „Er moeten hier ergens een hamer en spijkers liggen," mompelde ze, terwijl ze haar blik zoekend liet ronddwalen.

„Gevonden!" riep Mieke. Ze stak een hamer en een doosje spijkers omhoog.

Terwijl Mieke instructies gaf waar de posters het mooist uitkwamen, hing Tina ze op. De kale, witte muren zagen er meteen anders uit met de kleurige platen.

„Deze poster moet eigenlijk in de keuken hangen, vind je ook niet?" merkte Tina op. Ze hield Mieke een poster voor, waarop allerlei kruiden en gerechten stonden afgebeeld.

Ze liepen naar de keuken en keken rond.

„Wat denk jij, Mieke? Zullen we hem hier ophangen?" vroeg Tina.

Mieke bekeek kritisch de plek die Tina had uitgekozen. „Iets meer naar rechts," was haar mening.

Tina verschoof de poster naar rechts, waarop Mieke goedkeurend knikte.

„Perfect!" zei ze.

Tina klom op een stoel, bepaalde de plaats waar de spijker moest komen en pakte toen de hamer. Met een paar ferme tikken sloeg ze de spijker in de spierwitte muur.

Plotseling klonk er een vreemd, dof geluid, gevolgd door een hard gesis.

„Wat is dat in vredesnaam?" riep Mieke, die het geluid niet kon thuisbrengen.

Verschrikt keek Tina naar de plek waar ze zojuist de spijker in de muur had geslagen en waar nu het water uitspoot.

„Tina! Wat heb je gedaan?" gilde Mieke.

„Ik heb de waterleiding geraakt, denk ik," stamelde Tina, hevig geschrokken. Tevergeefs probeerde ze het water tegen te houden door met beide handen tegen het gat te drukken. „Ga iemand halen, Mieke! Vlug!" gilde Tina naar haar vriendin, die verlamd van schrik in de keuken stond.

„Waar? Er is niemand!" riep Mieke.

„Kan me niet schelen. Bel Pim op, Rob, Toetje of de brandweer, maar dóe iets!" schreeuwde Tina. Haar stem klonk schril en sloeg over van angst.

Mieke rende naar de school en rammelde aan de afgesloten deur. „Hoe kom ik hier nu in?" mompelde ze in paniek. Ze holde door het hek naar de vooringang van de school. Ook daar zat de deur op slot.

De hele school was donker en enige hulp van die kant was niet te verwachten.

Gejaagd keek Mieke rond naar een mogelijke voorbijganger, maar ook de straat lag er verlaten bij.

Het regende nog steeds, zodat de kans klein was dat iemand een wandelingetje zou gaan maken. Voor de school stond een telefooncel, maar Mieke had geen geld op zak. Met de gedachte aan het spuitende water dat Tina probeerde tegen te houden, rende Mieke ten einde raad naar een woonhuis tegenover de school en belde aan.

De man die opendeed, keek verbaasd toen hij Mieke, doornat van de regen, op zijn stoep zag staan.

„Mag ik alstublieft even bellen?" hijgde Mieke.

„Is er een ongeluk gebeurd?" vroeg de man wantrouwend.

„Nog niet, maar als ik niet gauw kan bellen, gebeurt dat wel!" voegde Mieke er haastig aan toe.

Toen liet de man haar binnen en wees haar de plaats van de telefoon.

Met trillende vingers draaide Mieke het nummer van Pim, maar ze kreeg geen gehoor. Bij Rob werd er wel opgenomen, maar een medebewoner vertelde Mieke dat Rob niet thuis was.

„Dan Toetje maar," mompelde Mieke. Haastig zocht ze in het telefoonboek het nummer van Toetje. Tot haar grote opluchting kreeg ze Dorine aan de lijn.

„Wat is er aan de hand, Mieke?" vroeg die geschrokken.

Vlug legde Mieke uit wat er was gebeurd.

„Theo is niet thuis en ik kan niet weg vanwege

Thomas. Mijn man zit bij Van Heerwaarden. Ik zal je zijn nummer wel even geven," was de snelle reactie van Dorine.

Mieke schreef het nummer op en draaide dit onmiddellijk nadat ze de hoorn had neergelegd. Tot haar grote ergernis duurde het even voor er werd opgenomen.

Eindelijk klonk de verlossende klik toen de hoorn werd opgenomen. Tot Miekes verbazing hoorde ze niet de stem van Van Heerwaarden, maar een vrouwenstem.

„Van Heerwaarden?" klonk het aan de andere kant van de lijn.

Even was Mieke van haar stuk gebracht toen ze de stem van de gymlerares herkende. Hierdoor zei ze de eerste paar tellen niets.

„Hallo, met wie spreek ik?" klonk het nu wat nadrukkelijker aan de andere kant van de lijn.

„Met Mieke Tinnemans," stamelde Mieke.

„Bel je voor Wim van Heerwaarden?" vroeg de vrouwenstem vlug. „Hij staat al naast me."

„Met Mieke. De waterleiding is stuk en..." gooide Mieke er in één adem uit, maar Van Heerwaarden onderbrak haar.

„Waar heb je het over, Mieke? Waar zit je?" Zijn stem klonk bezorgd.

„In 'Kareltje'. Alstublieft, kom vlug, anders is straks de ramp helemaal niet te overzien!" riep Mieke nog gauw, waarna ze de hoorn weer op het toestel gooide. Ze vertelde de man in het kort wat er was voorgevallen en holde daarna naar 'Kareltje' terug.

Tina stond nog steeds op de stoel met beide handen tegen de muur gedrukt. Ze was drijfnat en de tranen liepen over haar wangen.

De vloer stond blank en het water begon de gang in te lopen.

„Ons mooie, nieuwe 'Kareltje'," snikte Tina. „Nu is alles voor niets geweest!"

„Van Heerwaarden komt eraan!" probeerde Mieke haar te troosten.

Binnen tien minuten stopte een auto voor het gebouwtje. Van Heerwaarden en Toetje renden naar binnen.

„Houd vol, Tina!" riep Toetje haar bemoedigend toe. „Waar zit de hoofdkraan?" vroeg hij gejaagd aan Van Heerwaarden, die de conciërge had gebeld.

„In de school. Wacht maar, als je mij nu jouw sleutelbos geeft, loop ik er wel heen," antwoordde Van Heerwaarden. Met de sleutels in de hand rende hij weg.

Vliegensvlug haalde Toetje een emmer uit een van de kasten en plaatste die onder de plek waar het meeste water naar beneden stroomde. „Nog even, Tina!" riep Toetje nogmaals, terwijl hij Mieke een paar dweilen in de hand duwde. „Leg deze tegen de deur aan, dan kunnen we de schade beperken tot dit gedeelte," gebood hij haar.

Juist toen Tina dacht dat ze het niet meer kon vol houden, werd de druk op het water minder. De straal werd steeds kleiner, totdat het water ten slotte druppelsgewijs uit het gat kwam. Tina bleef echter verkrampt tegen de muur staan. Ze durfde haar handen niet terug te trekken. Plotseling voelde ze hoe Toetje haar van de stoel tilde en haar met zachte dwang gebood te gaan zitten. Tina zat rillend en klappertandend op de stoel, terwijl het water uit haar kleren sijpelde.

Toetje ging een deken voor haar zoeken, waarmee hij even later terugkwam. „Hoe heeft dit kunnen gebeuren?" vroeg hij, terwijl hij een onderzoekende blik op de beide meisjes wierp.

„Het is mijn schuld," bekende Tina. „We hadden posters opgeplakt en wilden die ophangen."

„We hebben jullie nog zo gewaarschuwd dat er in de keuken nog niets mocht worden opgehangen. De waterleiding is omgelegd en we wilden eerst van Pims vader weten hoe de pijpen nu zouden lopen. Juist om te voorkomen dat we per ongeluk door de leiding heen zouden slaan," legde Toetje nadrukkelijk uit.

„We hebben er wel een puinhoop van gemaakt," zei Tina zacht, terwijl ze naar de natte vloer keek.

„Dat hebben jullie zeker," zei Van Heerwaarden, die op dat moment binnenstapte.

„Een gedeelte van de school zal morgen zonder water zitten. Maar we zullen iedereen met klachten naar jullie verwijzen," deelde Toetje hoofdschuddend mee.

„En nu brengen we jullie eerst naar huis!" besliste Van Heerwaarden resoluut. „Er valt voor ons nu toch weinig te doen."

Toetje ging de fietsen binnenzetten, waarna Tina en Mieke zich gelaten naar huis lieten rijden.

Thuisgekomen, verdwenen de vriendinnen na een korte uitleg aan Tina's ouders onmiddellijk naar de badkamer.

Na een heerlijk warme douche en gehuld in twee ruime badmantels, kwamen Tina en Mieke even later de huiskamer binnen. Nu vertelden ze het hele verhaal nog eens uitgebreid aan Tina's ouders.

Met een flinke kop warme chocola verdween de schrik bij de beide meisjes.

Tina's vader stelde voor Mieke thuis te brengen, wat Mieke dankbaar aanvaardde.

„Ik zal je een broek en een trui van mij lenen," zei Tina.

Mieke volgde haar vriendin naar boven, waar Tina een spijkerbroek en trui uit de kast haalde. „Je raadt nooit, wie ik aan de telefoon kreeg toen ik Van Heerwaarden belde," zei Mieke plotseling met een geheimzinnig gezicht.

„Wie dan?" vroeg Tina nieuwsgierig.

„Er nam een vrouw op en ik durf er iets om te verwedden dat het Tineke Boekhorst was!" vertelde Mieke triomfantelijk.

„Echt waar? Zei ze haar naam?" vroeg Tina verrast.

„Dat niet, maar ik weet bijna zeker dat zij het was," vervolgde Mieke.

„Maar hoe weet je dat nu zo zeker? Je kent Boekhorst amper?" bracht Tina naar voren.

„Geloof me nou maar! Het was Tineke Boekhorst," was Miekes overtuiging.

„Het was vast zijn moeder of zijn zus," lachte Tina plagend, waarop Mieke haar vriendin een kussen naar het hoofd wierp.